zome 9 MAART.
r. 193.
WEEKBLAD VOOR DE KRIMPENER-. ALBLASSER- EN LOPIKERWAARD* EN OMSTREKEN.
BUITENLAND.
OVERZICHT.
Wat zal er gebeuren?
pa
SCHOONHOVENSCHE COURANT
97«/4
Cert.
let ki
45
17
sey4
Deze Courant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag
verzonden. Prys: voor Schoonhoven per drie maanden f Q,70.
Franco per poet door het geheele ryk f 0,80.
88ys
881/,
M’/is
21
3Ö’/i,
987/a I
74 f
74*/g I
87
77
67‘/t
25.
65.
noïensk.
Bank.
5%.
i
1884.
1885.
0*7.
67*/,
«T’/l. I
580 l
163
17'7,.
53‘/,
160*/,
9*7..
97*/,
98
99*/,
977.
18
87.
32»*/.
228
94
937,
1078
113*/,
ni«/,
6P/.
98
1417,
57*/,
8»7.
1860 2e leen. 4} 907,
1867/69. 4
1859. 3
Ba. 100.
verv.
acific. 2e Sectie. 7
v 1869. 7
Oblig. 3
ig. 1869. 5
7
6
6
8
8
3
Prijs der AdvertentiënVan 1 tot 5 regels 0,50,
ragd meer 0,10. Groote lettere naar phateruimtfa.
ding franco, en uiterljjk tot Zaterdags-voormiddags tet
fan
handeling te nemen alvorens het nader antwoord
zoude zijn ingekomen.
Hetgeen wij zelven zouden weneclien dit.
Van de zijde der kamer, opgave der punten
van onderzoek.
Van de zijde der regeering vooraf twee voor
stellen tot hervorming van enkele belastingen in
verband met den census: Verandering n. 1. in
den aanslag van het personeelzoodat b. v, zij
die bij anderen op kamers wonen, zelven worden
aangeslagen en alzoo kiezers kunnen worden,
een maatregel die vele bekwamen binnen den
kring der kiezers zoude brengen; en dan eene
herziening der patentbelasting, zoodat niet langer
zooveel onbekwamen alleen ten gevolge van die
belasting tot den kring der kiezers behooren.
Reeds vroeger hebben wij aangetoond dat bet
voorafgaan van deze hervormingen aan census-
herziening allernoodzakelijkst ia. Dat de com
missie van rapporteurs ook dit punt in haar
verslag aanroerdedoet ons hopendat het
misschien zal worden voorgesteld.
Nog eens. Het onweder moet worden afge
wend. Het zal onze regeering en onze verte
genwoordiging tot eer verstrekken het te hebben
gedaan. Verzuimt de vertegenwoordiging daartoe
mede te werken, dan zal zij in de oogen der
natie ontzettend dalen. Zij zelve «al daarvan
eenmaal de gevolgen ondervinden. Maar wit
zal de lasten dragen?
De natie.
Natuurlijk.
Ja natuurlijk, maar onverantwoordelijk voor
hen, dis er schuld aan hebben.
Het voorstel tot verandering van art. 15 en 18
der grondwet, als voorbereiding voor de behan
deling der bekende kerkelijke wetten in de
Pruisische volksvertegenwoordigingia in de
zitting van 1 dezer bij tweede lezing aangeno
men. De ultramontanen en orthodox-protestan-
tende laatsten waarschijnlijk aangemoedigd door
de houding van den Minister van eeredienst tegen
over de liberalendie de subsidie voor den aan
de Regeering vijandigen en onverdraagzamen
Evangelischen opperkerkeraad geschrapt wilden
hebben somden nogmaals al hunne grieven op,
doch de Regeering verklaarde, dat zij er het
hoogste gewicht aan hechttedie ontwerpen nog
in deze zitting tot wel verheven te zieu.
Ook in den Duitsohen Rijksdag, die den
12den dezer door den keizer zal geopend wor
den schijnt de quaestie van scheiding tusschen
Staat en Kerk aan de orde te sullen komen.
Door de regeering zal waarschijnlijk een ontwerp
worden ingediendom het houden der registers
van den Burgerlijkeq Standdie tot nu toe in
handen der geestelijkheid wavenaan Staatsbe
ambten op te dragenterwijl eenige afgevaar
digden nog verder willen gaandoor voor te
stellen het burgerlijk huwelijk voor het gansche
rijk verpliobteud te stellen.
Nadat de leden van bet EngellOhe parle
ment de eerste zittingsdagen ais naar gewoonte
besteed hadden met het richten van de meest
uiteenloopende in ter pel la tien tot de regeering,
is eindelijk de beraadslaging over het ontwerp
tot hervorming van hel Hooger Onderwijs in
Ierland begonnen.
Ofschoon of misschien lieveromdat die her
vorming voornamelijk ten doel heeft dat onder
wijs los te maken van de kerk en een onzijdig
standpunt te doen innemenworden van ver
schillende zijden tal van bezwaren daartegen
ingebracht. Vooral zijn die bezwaren gericht
tegen de bepaling, dat de beuoemmg vau den
Raad van bestuur van de Regeering uitgaat.
De werkstaking der mijn- en yzerfabriekar-
beiders in Zuid-Walis duurt nog steeds voort.
Wel hebben eenigen voorloopig den arbeid hervat,
t -o doch op de meeste plaatsen wil men van geene
kamer heeft besloten het ontwerp niet in be- schikking weten.
1EKICHTEN.
idH
8
4
3
17/71. 3
3
•3/69. 3
I79s en 1816. 5
urg 1820 .5
5
5
u. 1862. ..5
1864 4 f 1000. 5
1866 il/i 000. 5
burg en Gelderland is de census f20; zonder
een uitvoerig onderzoek mag wel worden aan
genomen, dat de ontwikkeling in Groningen,
Friesland en de Hollanden niet lager is, dan
in genoemde provinciën; daarom behoort ook
daar de census tot f 20 te dalen. Bij de ver
gelijkingen der verschillende steden had eene
gelijksoortige redeneering ook daar* tot eene
aanmerkelijke verlaging geleid.
Waarom echter was dat alles niet in bijzon
derheden onderzocht?
Omdat de regeering zoodanig onderzoek be
schouwde als onuitvoerbaar en oupractisch. De
keuze der cijfers moest altijd willekeurig wezen.
Vermoedens zouden toch bij slot van rekening
altijd den doorslag geven.
Én nu de kamer. Vooreerst beklaagde zij
zich over dat gemis aan onderzoek bitter. Zij
verklaarde met de gegevens van het ministerie
de quaestie onmogelijk te kunnen beslissen.
En hiermede meende zij alles gedaan te
hebben. Hoewel zij altijd op de wegneming
van bestaande onevenredigheden had aangedron
gen, scheen zij het thans niet noodig te ach
ten op te geven welke verandering zij dan wel
wenschte. lu een zeer scherp gesteld verslag
legden de rapporteurs hunne klachten neder.
Zou de regeering wellicht nog tot het in
stellen van een onderzoek geneigd zijn?
Ja welantwoordde de Minister van Binnen
landsche Zaken, maar aangezien wij zoodanig
onderzoek voor het indienen van ons voorstel
onnoodig achten, de Kamer daarentegen het
voor de beoordeeling daarvan wenscht, zoo
verzoeken wij de kamer aan ons op te geven,
over welke bepaalde punten zij dat onderzoek
wenscht te zien uitgestrekt. Wij kunnen dan
beoordeelen, of wij daartoe zullen overgaan.
Neen, zoo is het volstrekt niet gemeend,
hervatten de rapporteurs, gij moet uw voorstel
door een onderzoek ter onzer beoordeeling
geschikt maken en dus zelven weten wat gij
te onderzoeken hebt. Op die wijze de rollen
om te keeren, gaat niet aan. Indien gij op
uw standpunt blijft staan, dan is verzoening
onmogelijk.
Dat was een hard woord. De commissie van
rapporteurs wiesch nu hare handen in onschuld
en kruiste zich, de gevolgen hoe noodlottig ook,
afwachtende en zich zelve vrij wanende van alle
verantwoordelijkheid.
Gelukkig zijn er stemmen gehoorddie deze
wijze van handelen scherp hebben gecritiseerd.
O. a. heeft Mr. J. T. Buijs in een ingezonden
stuk in de N. Rolt. Ct. menig hartig en wel
verdiend verwijt tot de commissie gericht.
Wel verdiend. Immers is het niet onbillijk,
van de regeering te vergen dat zij, die on
derzoek noodig acht, de punten aangeve van
bet onderzoek dat de kamer verlangt? Wat
ders die alleromvangrijkste taak rusthet oerdeel
altijd toegevend. Toch heeft de heer GeertBema
buiten zijne veelomvattende administratie reeds
menige daad van regeering en wetgeving verricht,
welke lang besproken quaestiën haar einde tul
len doen naderen.
Voor de defensie van het land schijnen vel
is waar de ontwerpen nog niet gereed te zijn,
maar, aangezien ieder nieuwe minister van oer-
log steeds weder eenigen tijd behoefde om de
plannen zijner voorgangers te beoordeelen en zich
de zijne gereed te makenzoo zal ook iedere ver
andering op nieuw eene verderfelijke stagnatie
in de regeling dezer allerbelangrijkste zaak ver
oorzaken.
In het bestuur der koloniën wordt op breeden
weg met krachtigen stap vooruitgegaan. De alom
geroemde landvoogd en de bekwame minister van
koloniën schijnen band aan hand te gaan.
De minister van financiën heeft wel is waar
nog geene nieuwe plannen tot belastinghervorming
aangekondigd, maar de schuld daarvan ligt on
getwijfeld niet bij den ministermaar bij de ka
mer, die belastinghervorming af keurt wanneer
deze wèl, en er om roept wanneer zij niet aan
de orde is."
Eindelijk, indien dit ministerie valt, wat dan
Regeering door eene andere partij is niet moge
lijk. Regeering door andere personen van de
zelfde partij misschien P Maar wie zullen die
andere personen zijn P Niet één die zoodanig
op den voorgrond traddat men hem met den
vinger zoude kunnen aanwijzen.
Daarom nog eensde val van dit ministerie
in deze tegenwoordige omstandigheden zoude
eene crisis in het leven roepenvoor welke wij
geen uitweg zouden weteneene crisis welke het
land tot onnoemelijk verderf zoude strekken
eene crisis welke, eer zij dreigt, voorkomen
worden moet.
Of zoude zij niet af te wenden zijn
Onze lezers weten wat tot het bestaande ge
vaar aanleiding gaf.
Sinds 1869 was bij de vertegenwoordiging en
bij de opvolgende ijegeeringen sprake van de
noodzakelijkheid om de kieswet te herzienbe
paaldelijk om den census d. i. de cijfers aanwij-
zende het bedraghetwelk 'in ieder district op
het landzoowel als in de stedenaan directe
belasting moet worden betaald door hendie
door die betaling het kiesrecht erlangen, te
veranderen. En de richtingwelke men daarbij
wenschte gevolgd te zienwas die van herstel
der bestaande onevenredigheid, niet door verhoo-
ging van den censuswaar die te laagmaar
veeleer door verlaging van deu censuswaar
die te hoog werd geacht.
Dadelijk na zijne optreding verklaarde bet
ministerie zich nu bereid die taak aan te vatten
en door de vertegenwoordiging te doen beslissen.
Het diende weldra een i __r
vrij aanmerkelijke verlaging, zoowel op het platte
land als in de steden werd voorgesteid.
Van zeer vele zijden ging geroep op.
Zóó had men het niet bedoeld. De regeering
was, zonder eeu breedvoerig onderzoek naar de
plaatselijke gesteldheid der verschillende gemeen
ten, op algemeene vermoedens tot het voorstellen
dier aanzienlijke verlaging gekomen.
Hier en daar werden wel is waar stemmen van
sympathie gehoordmaar de voorteekenen duid
den toch niet op eene goede ontvangst bij de
kamer.
Het ontwerp werd in de afdeelingen onder
zocht en eindelijk verscheen het langverwachte
verslag der commissie van rapporteurs.
O'droevige werkelijkheid. De groote meer
derheid had het ontwerp afgekeurd en verzoe
ning tusschen Regeering en Kamer scheen ón
mogelijk.
Voor bet platte land had de regeering eene
uniformcensus aangenomen van f 20. Zij had
daarop de volgende, o, i. volkomen onberis
pelijke redeneering gevolgd: in Brabant, Lim-
98 Feb.
Wat zal er gebeuren?
Die vraag behoeft niet enkel te worden gedaan
in Spanje, niet enkel in Frankrijk, niet enkel op
het Vaticaan.
Helaas, het is weer zoo. Die vraag moet ook
worden gesteld in Nederland.
Een ministerie, naar zijne richting het eenig
mogelijke, bekwaam en constitutioneel, wordt
met een onweder bedreigd. Het kan gebeuren
Goddankhet kan ook nog anders dat dit mi
nisterie in de volgende week, door een afkeurend
votum getroffen, de groene tafel verlaten moet.
Tot afwending van dat gevaar moet o. i. al het
mogelijke worden in bet werk gesteld, allereerst
door hendie het deden ontstaan.
Dat gevaar moet worden afgewend.
Zoo ooit, dan zoude thans eene ministerieele
crisis allerrampzaligst wezen.
De liberale partij bezit ongetwijfeld eene over
wegende meerderheid in de kamers. Bovendien
wordt de minderheid gevormd door minstens drie
verschillende partijen, de nltramontaansche, de
christelijk-protestantsche of anti-revolutionaire en
de conservatieve, welke in hare oppositie mis
schien dikwijls ééne lijn trekkende, evenwel voor
samenwerking tot het regeeren iederen noodza-
kelijken baud missen.
Dit zal niemand in oprechtheid kunnen ont
kennen.
Nu is zeer zeker met die opmerking, dat de
liberale partij de meerderheid vormt, volstrekt
niet alles gezegd.
Verre van dien.
Immers in die liberale partij zelve zijn scha-
keeringen genoeg. Daar zijn verscheidene leden,
wier angstvalligheid, werkeloosheid, gemis aan
energie, persoonlijke ambitiën of persoonlijke an-
tipathiën hen op mijlen afstands plaatsen van dat
ideaal eener liberale partijwaaraan wij gewoon
zijn de gedachte te verbinden van hervormende
kracht.
Maar in zoover is het ministerie toch ongetwij
feld een kabinet, met de meerderheid homogeen,
dat een kabinet van iedere andere richting door
e$ue klove van die meerderheid zoude gescheiden
zijn. Bovendien heeft het ministerie juist door
zijne wijze van samenstelling eeu verzoening be
oogd tusschen de verschillende'nuances der libe
rale meerderheideene verzoening, welke bij het
leven van Mr. Thorbecke on mogelijk scheen, en
waaraan toch zoo groote behoefte was.
Voorts paart het ministerie aan deze eigenschap
bekwaamheid en werkzaamheid.
Sinds jaren zijn onze belangen tegenover het
buitenland niet in zoo vertrouwbare handen ge
weest. Terwijl de internationale verhoudingen in
Europa nog zoo onzeker zijn, zoude het een hoogst
gevaarlijk ondernemen wezen, onze belangen aan
die handen te onttrekken. Nog onlangs heeft
de minister Gericke door het gunstig tractaat met
België zijn roem als uitstekend diplomaat ten
volle gehandhaafd.
Het departement van justitie heeft een aan
zien erlangdgelijk bet dat in geen tijden had
gekend. Met kra^t eu met doorzicht heeft de
minister de Vries de langgewenschte hervormin
gen van ons rechtswezen aangevat. Hij heeft zich
een systeem afgebakenddat aller lof inoogstte.
Hij heeft door de indiening reeds van verscheiden
ontwerpen getoond, dat beloften en daden bij
hem samengMty.
Hij heeft een zeer aannemelijk ontwerp van
rechterlijke organisatie kunnen brengen tot aan
den vooravond der openbare beraadslaging. Valt
dezeTnmister, dan is de hervorming van het rechts
wezen weder in de oude onzekerheid teruggeworpen.
Het departement van binnenlandsche zaken
kende geen aanspraak maken, na Thorbecke’s dood,
iemand aan het hoofd te erlangenmet dien uit
stekenden staatsman te vergelijken.
Daarom zij over een minister, op wièns schou-
ot.
BERICHTEN.
?ebr. Hennep, schil, prij» f 24 4
0,50 per 50 kilo; hennepzaad
66 68 ct., weiboter 52 4 54
f 26 4 35vette varkens 28 a
14 14; vette kalveren f 0,95 4
kalveren f 8 4 12; aardappelen
i,50 per hectoliter; ter markt
cht hoornen.
asf 30,80 i 33,00 naar wicht
t sal alhier eene groote kaas-
i*0 per kilo.
32 ct.; biggen voor Engeland
ilo; magere biggen f10 4 13
nuchtere kalveren f 10 A 15.
25 Februari. Aangevoerd: 810
p-askalveren89 nuchtere dito,
n, 239 varkens, 84 biggen eu
e qual. 95 ct., 2de qual. 75 ct.;
L5, 2de qual. 95 ct.; schapen
tot 67 ct.voor Londen 50 tot
742de qual. f 68 en 3de
kilo.
ische, Zeeuwsche, Flakkeesche
?5 4 12,75, mindere f 10,00 4
9,75.
sn Zeeuwsche f 6,80 4 7,30,
ische en Noord-Brabantsche
euwsebe, Flakkeesche en Over-
4 7,50, mindere f 6,20 4 6,80,
indere f 5,50 4 6,00.
a Overmaassche zware f4.70*
1,20 4 4,60.
che en Overmaassche f7,204
>,50*
ir. 250 stuks vee aan de markt,
kalf-koeien f 240 4 340, voor
?eefs f 450 gebodenmindere
'aarzen f1604 225, guste dito
veren f 7 4 16.
ar kilo; fokvarkens f84 10,60
het kilo.
5 de 26 stuks.
iruari. Tarwe. Nieuwe puike
en Overmaassche f 11 20 4
),20 410,70, geringe en blauwe
che en Vlaamsohe f7.0047,40,
che en Vlaamsche Winter zak-
irt f 7,20 4 7,50, Overmaassche
60, jarige f 5,80 4 6,20, nieuwe
Zomer zakmaat f6,20 4 6,60,
eesohe f 6,0Q 4 6,30, jarige
I a 6,40.
idsche Voeder f 3,20 4 4,20,
V.N. van boeten, Sehoouhevea.
MeiNov. 5
Febr.Aug. 5
JanJuli. 5
Apr.Oct. 5
0 fl.600, 1860. f
100, 1864. ff
6
5
5
6
7
1882. 6
6
6
6
41
3
3
°/0 aandeel. f
5
k ƒ1000. 5
5
irkow. 5
iw pd. st. 100. 5
5
8
S. W. V^N NOOTEK,
Uitgevers.
ontwerp inwaarbij eene 'billen die heeren dan in ’s hemels imam Zij
- noemen hel kabinet een bevriend kabinet en
polemiseeren op zoodanige wijze. Indien ver
zoening onmogelijk is, dan is bet hunne schuld,
niet die van het ministerie.
Eén troost is er.
Algemeen moet wel de overtuiging zijn onder
de ernstige aanhangers der liberale partij, dat
dit kabinet, indieu het niet op eene of andere
wijze zich zelf onmogelijk maakt, niet vallen
mag. Zelfs die bladen, welke het rongemoti-
veerde" ontwerp der regeering hebben afgekeurd,
hebben dit erkend.
En behalve in de kamer en buiten de kamer,
zal die overtuiging ook moeten bestaan bij het
ministerie zelf, dat den toestand het beste kent.
Welnu, die overtuiging zal een middel doen
vinden. Is er eenige zelfopoffering noodig, men
vreeze daarvoor niet. Zouder zelfopoffering kan
geene politiek bestaan.
Reeds is er een goed teeken. De Minister
van Binnenlandsche Zaken heeft een nader sebrif-
telijk antwoord op het verslag beloofd en de