IT. 194. 1873. ZONDAG 16 MAART. I Toch moeten wij vrij zijn. u./. WEEKBLAD VOOR DE KRIMPENER-, ALBIW5ER- EN LOPIKERWAARD EN OMSTREKEN. ”7>. ”7. BUITENLAND. OVERZICHT. nm. SCBOONHOVENSCHE COURANT leel uit een roes de gebreken Prjjs der AdvertentiönVan 1 tot 5 regels ƒ0,50. Iédere regel meer 0,10. Groote lettere naar plaatsruimte. Inien- fanro, en tftertflk tot Zatertap-SooiTOlddags ten Ware. 256 6571. 65»/a 67% 677. 585 161 S. <fc W. 1ST. VjbN NOOTEIST, üitóu Deze Courant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag verzonden. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden /0,70. Franco per post door het geheele rijk 0,80. 667i. 8«74 227, 19*71. 38«7i. V97. 867, «7. 98 142 58*/, 997, 987, 1187, 1127. 1’7. 5371. 15’7. 221 wve. Nieuw, puike ermasuche f11,80 4 ’,60, geringe en blauwe Vlaamwlie Winter aak- 4 7,40, OveraMMeb. lef 6,90 4 6,20, nieuwe akmaat f6,20 4 6,60, Kobe en Flakkeeeehe gestort f6,80 4 6,40. Voeder t 3,80 4^20, i"fceetra, Sdwon&ovM. 8 4 8 8 8 3 1816. 5 1 5 5 5 6 '1000. 5 '1000. 5 e leen. 4} 1. .4 8 00. f (or 5 ■Aug. 5 Juli. 5 Oct. 5 i8ir-. 6 5 5 6 7 6 6 6 5 M 3 8 5 5 5 100. 5 5 8 Welnu dan, ten strijde! Kampen wij tegen alle verderfelijke invloeden, die onzen wil kluis teren die ons beletten het goede te doendat op onzen weg ligt, die ons dwingen tot ver keerde handelingen, waarvan wij een afkeer hebben. Strijden wij, met onbezweken moed! Hebben wij den vasten wilons vrij te ma ken dan zal het ons aan kracht niet ontbre ken, en in ’t eind zullen wij zegevieren. Die overwinning wenschen wij u en ons zei ven toe! He. Het wetsontwerp tot regeling van het Hooger onderwijs in Ierland is werkelijk een steen des aanstoots geworden voor den EngelsohOXI President-Minister. Nadat de bezwaren tegen dat regee rings voorstel gaandeweg waren toege nomen zoodat geen der partijen er zich volko men mede kon vereenigen, is de wet Dinsdag 1.1. met eene meerderheid van drie stemmen bij tweede lezing verworpen. En datniettegen staande Gladstone zich bereid had verklaard, zelfs over de hoofdpunten der wetin nader overleg te treden met het parlement. Sommigen beschuldigden den premier van den toeleg, om zich door dien maatregel van de leracne stemmen meester te makeneenen toe leg die geheel mislukt wasnu ook de Ieren zich tegen de wet verklaarden. Anderen be schouwden de regeling als geheel overbodig niet alleenmaar zelfs nadeelig voor het onderwijs dat voldoende geregeld was. De verwerping van het wetsvoorstel zal hoogst waarschijnlijk de aftreding van het geheele ka binet en de optreding van een ministerie Disraëli ten gevolge hebben. Parlementsontbiuding toch is niet waarschijnlijk, nu de regeering zich zoo zwak betoonde bij de verdediging van het ontwerp. Toch zal het ministerie Gladstone de overtui ging met zich kunnen mededragenvan veel te hebben toegebracht tot regeling der Jersche aan gelegenheden, door opheffing der Staatskerk aldaar en de tot stand brenging der akkerwet. Terwijl het Engelsche kabinet aldus eene ne derlaag leed, be^aijkie het Prujflfanfe» MMMta- rie eene beteekenenae overwinning. Het voorstel tot wijziging van art. 15 en 18 der constitutie, als voorbereiding tot de behandeling der kerke lijke wettenwas in het in den laatsten tijd zoo berucht geworden Heereuhuis aan de orde. Geen wonder dat het liberale voorstel bij de conservatieve vHecreu” tegenstand ontmoette. Er werden dan ook verschillende amendementen ingediend om de beteekenis der wijziging te ver zwakken die allen evenwel verworpen werden. Von Bismarck, de President-Mmuter en de Minister van Eeredieuet verdedigden het voorstel met klem. De Evangelische kerk luid niete te duchten van de kerkelijke wettendie slechts een politiek karakter hadden. Eerstgenoemde vooral trachtte de noodzakelijkheid der maatre gelen aan te toonen. Het gold den ouden strijd tusschen Koningschap en Priesterdom tussebeu Staat en Kerk. De bepalingen, die tot nu toe gegolden hadden, waren onhoudbaar geworden door.de houduig in den laataten tijd door de Katholieke geestelijkheid aangenomen. De be wering als zoude het voorstel zijn ontstaan te danken hebben aan eene overeeukoinst met de Itaiiaansche regeering tijdens den jougsteu oor log eeu soort van wederdieust voor de neutrale houding dier regeering, werd door hem uitvoerig wederlegd en ten slotte op de aannemiug der grondwetswijziging aangedrongen. Dit gebeurde dun ook met eene vrij aanzienlijke meerderheid. In den Landdag beraadslaagt tnen lutmwchen over de eerste der kerkelijke wetten de oplei ding en aanstelling der geestelijken. Het laat zich aanzien dat sommige artikelen wel eenige wijziging zullen ondergaanwaartegen de regee ring zich alsdan met zal verzetten. De weigenug der regeeriug omnaar aanlei- 5 Sectie. 7 1869. 7 3 9. 5 7 6 6 8 8 3 ITEM. mep, schil, prijs f 84 4 50 kilo; hennepzaad ct., weiboter 54 4 66 L; vette varkens 28 4 stte kalveren 90 4 96 f8, f10 412; aard. l, 60 per hectoliter; ruchtboomen. .rijs: f30,80 4 33,00. groote kaasmarkt ge- ilo. er half kilo; magere eland 23 4 26 ct. per 4; nuchtere kalveren Aangevoerd: 863 run- m, 98 nuchtere dito, arken», 86 biggen en 5 ct., Sdequal. 75 ct.; qual. 96 ct.; schapen voor Londen 60 tot e qual. f 67 en 3de muwsche, Flakkeeschs 75, mindere f 9,75 1 wsche f 6,70 4 7,20, n Noord-Brabanteche 1 per 2100k. Flakkeesche en Over- mindere f6,20 4 6,80, 5,50 4 6,00. laasache aware f4,70 50. Overmaaasche f7,104 ?eveer 250 stuks re» n f2404330, mindset '165 4 230, gaste dito icbtere kalveren f 7,50 er stuk. In twee voorgaande artikelen hebben wij het denkbeeld ^Vrijheid” eens van nabij bekeken. Eerst bespraken wij het met betrekking tot maatschappelijke toestandenvervolgens wijdden wij eenige regelen aan vrijheid op politiek gebied. Ten slotte willen wij den kring, waarbinnen onze beschouwing zich beweegt, wat nauwer toe halen, en het terrein van ons zedelijk leven be treden. Immers, er is een vrijheid, die onafhanke lijk is van de omstandigheden, waarin het lot ons plaatste, van de wetten, naar welke wij ons te gedragen hebben, van de verhouding die er bestaat tusschen ons en onze omgeving. Die te verkrijgen, is in de eerste plaats onze roeping; en, hebben wij haar, dan zullen wij van zelf beter iu staat ziju de vrijheid in 't algemeen öf te veroverenóf te waardeeren als dat laatste niet meer noodig is. En in elk geval zullen wij dan ten minste in staat zijn-, haar te onderschei den van haar surrogaat, dat schijnbeeld, ’t welk zoo dikwijls als de heilige godin Libertas door een bevooroordeelde menigte wordt gevierd. De gevaarlijkste vijanden van onze persoonlijke vrijheid zijn niet degenen, die ons belemmeren in de uitoefening van onzen wil, het ziju die invloeden, die onzen wil zelf beheerschen. Niet buiten onsmaar bij ons zelven moeten wij hen zoeken. Ona eigen hart, ons eigen karakter is het terrein, waarop wij hen moeten bestrijden. Dus terwijl de wachter op den vestingmuur zijn blikken scherpt ooi de bewegingen des vij- ands te bespieden bevindt deze zich ree Is bin nen de wallen. Daaraan wordt te weinig ge dacht, meenen wij. Alleen hij is waarlijk vrij die zijn gebreken heeft overwonnenziju vooroordeelen ter zijde gelegdvoor wien zedelijkheid en eergevoel ten levensbeginsel zijn geworden, wiens verstand ver licht, wiens hart rein is. En zonder het nu elkander kwalijk te nemen, dat wij het nog niet allen zoo ver gebracht heb ben, kunnen we toch elkander opwekken om er naar te streven. Zij ons dan vergundhet ge zegde nader te ontwikkelendoor hier en daar een greep te doen in ’t dageli|ksch leien mis schien dat wij er eenig nut meê stichten. Wij allen zijn de een meerde andere min der, maar allen toch tot op zekere 1 de slaven van onze hartstochten. Mijnheer A. is een man van ontwikkeld ver stand. Hij beeft heldere denkbeelden omtrent personen en toestandenweet met juisten blik de kwalen te ontdekken, waaraan de maatschappij lijdende isen neemt uw hart indoor de flinke wijie, waarop hij spreekt over de middelen, waardoor zij genezen of ten minste verzacht kunnen worden. Helaas, hoe jammer dat hij niete doet om die schoone theoriën in beoefe ning te brengen 1 Indien het er toe komt, zelf offers te moeten brengen ten bate van de lij dende menschheiddan trekt hij zich terug en verschuilt zich achter een of ander voorwendsel. Waut mijnheer A. is niet vrij in zijn ban delen ziju geldzucht houdt hem in bedwang, en belet hem te doen wat hij zoo gaarne wen ach te dat gedaan werd. Arme man, laat de gebreken van de maatschappij voorshands maar rusten; begin met het zwaard te trekken tegen u zelvenom u vrij te vechten. Mevrouw B. zou in alle opzichten een uitmun tende vrouw zijnindien zij maar niet zuchtte onder het juk van een leelijken hartstocht, haar ijdelheid. Zie, zij schikt zich op, en pronkt eu maakt zich mooizij wringt zich in allerlei bochten om haar sierlijken tooi des te beter te doen uitkomen zij brengt zelfs slapelooze nach ten door, wanneer zij maar vermoedt dat er teknand is die haar niet bewondert. Acht; wat hfcèft tij nog veel ie doen, eer zij zich vrij kan noemen I Dijn stelregel. Ik houd niet van die lui, die kven als de dierendie etenals zij er be- htefte aan hebben en gaan slapenwanneer hun lichaam nieuwe krachten noodig heeft. Er, toch zou mijnheer D. zich beleedigd achten, indien wij weigerden hem onder de vrije man nen te rangschikken. —•Je moogt praten wat je wilt, zegt vriend E. ik heb dat eenmaal tot een vast gebiuik aangenomenen ik wijk daar niet van af. Eersten Paaschdag gaan de winterkleeren op zolder, half October weer aan het lijf. Al vriest het nu met Paschen een steen dik of al vallen op het laatst van October de spreeu wen half gebraden van het dak, vriend E. zal geen oogenbhk ontrouw worden aan zijn on wrikbare gewoonte. Nu en dan is hij de mar telaar van zijn standvastigheid geweest: een paar keeren heeft hij de koorts gehad van de lelie kouen eens een hersenontsteking van de over matige warmte; doch dit verhoogt nog het ge voel van eerbied, 't welk ons te zijnen aanzien vervult. ’t Is best mogelijk dat gij gelijk hebt, en dat de wijze van werkendie gij voorsteltbeter is, dan die welke ik tot hiertoe heb gevolgd, zegt zoo menigeen, echter, met die oude ben ik goed bekend, ik beu er geheel aan gewoon geraakt, en ik bluf er maar bij. O slavernij éur gewoonte, van tie sleur, van de «lendenge routinehoe lang zult gij uog alle pogingen tot émancipatie verijdelen I Mevrouw F. buigt het schoone hoofd onder een ander juk, maar dat niet minder knelt: zij gehoorzaamt aan haar luimen. Vandaag beknort zij de meid op een hooggaandè wijze, wegens een nietsbeteekenend verzuim, morgen overlaadt zij haar met geschenken, zonder dat daartoe eenige aanleiding bestaat. Heden zendt zij haar kinderen, nauwelijks tegen koude ge dekt in 't gure wederomdat men de kleinen niet moet vertroetelen,—op een anderen dag zal zij henbij schoonste weer van de wereld, in mantels en doeken wikkelen. Vandaag streelt zij haar man met zachte hand, morgen zit zij stuursch tegenover hemen geeft nauwelijks antwoord op zijn vriéndelijkste vragen, 't Eene oogenbhk geeft zij mild aan den eersten den besten bedelaar, die haar medelijden weet op te wekken,een weinig later zendt zij een wezenlijk armen drommel van de deur, omdat het geven van aalmoezen luiheid verwekt. Grooter dan men wellicht zou meenen is het getal van hen, die zuchten iu de keteuen van net bijgeloof. Gauw een paar aan wijzen Mijnheer G. moet vandaag naar Rotterdam, voor pleizier wel te verstaan. Hij kleedt zich, en ia in het beste humeur van de wereld. O schrik, daar loopt een groote spin over zijn waschtafel. Neen, vrouw, ik ben zoo even op dé gedachte gekomendat ik nog eeu zaak in orde moet brengendie geen uitstel ujden kan; heden ga ik maar niet, ik zal een latere ge legenheid af wachten. Ware hij gegaan, dan zou hij, volgens ziju vaste overtuiging, op de Lek schipbreuk geleden of bij 't afstappen van de boot een been ge broken hebben. Heden beginnen we aan de schoonmaak, Mietje! zegt juffrouw H. tot baar dienst maagd. Góed, juffrouw! antwoordt Mietje, zoo blij als een schooljongen, die verneemt dat aan zijn lesuren een supplement zal worden toe gevoegd. Alle noodige toebereidselen worden ge maakt, om den arbeid aan te vangen met al den ernst dien de zaak vereiseüt. Maarwat zie ik roept de juffrouw eeu oogenbhk later eeu driehoekigeu turf aan den haard? Neen, Mietje, vandaag niet beginnenhoor! want be paald krijgen wij onverwachte visite. Lezers I verleent ons de vrijheid nog een enkel woord er bij te voegen. Het is des menschen heilige roeping, vrij te zijnin de goede beteekenis van het woord. De heer C. is een niet onverdienstelijk kun stenaar. Zijn werken trekken de aandacht, zijn naam wordt door deskundigen met eere genoemè wanneer hij zich blijft inspannen gaat hij een schoone toekomst tegen. Toch gevoelt hij zich niet gelukkig. Want, in hetzelfde genre, waarin hij pis zijn sporen heeft verdiend ziet hij, onder zijn land- en tijdgenooten een ster van de eerste grootte schitterenhij wordt het gewaar, en 't grieft hem dat bij elke expositie de kunstken ners zijn eigen werken jamet ingenomenheid beschouwen, maar, dat diezelfde beoordeelaars zich scharen en een uitroep van verrukking ten beste gevenwanneer zij voor den arbeid zijns mededingers treden. Dat is hem onverdragelijk dirt is hem een doorn in 't vleesch. De nijd, die redelooze dwingelanddie zijn slaven de grootste kwellingen doet ondergaanbeheerscht hem geheel en al, en, in plaats van in volle vrijheid naar hooger te strevenvoelt hij zijn krachten verlammen door een onwaardigen hartstocht. Wij zien een Iman daar nedergezeten. Dof staat zijn oog, strak ziet hij vóór zich. Geen zweem van levenslust spiegelt zich op ziju bleek gelaat. De angel van het berouw doorboort hem het hartwant kort ie voren is hij ontwaakt uit een roesdoör het buitensporig gebruik van sterken drank veroorzaakt Hij verwenscht den hartstochtdie hem zoo geheel beheerschtmaar zal hij de boei verbreken, die hem kluistert? Ach neen! want morgen, beden nog wellicht, zal hij door nieuwe uitspattingen de stem van zijn ge weten trachten te smoren. Is de mensch menigmaal een slaaf van zijn hartstochten, niet gering is het getal van hen, die zuchten onder de macht der vooroordeelen. Gij kunt ze imtnere in eigen omgeving wel aanwijzen, die sledhts dan hun vertrouwen schen ken wanneer zij bij anderen dezelfde denkbeel den dezelfde neigingendezelfde zienswijze dezelfde meeninge|n ontdekken als diewaaraau zij zelf zich vasthouden. De een heeft zooge naamd godsdienstige vooroordeelen, en zal niet licht zich aansluiten bij iemanddie tot een ander kerkgenootschap behoorteen tweede is even onverdraagzaam op politiek terrein en zal niet gemakkelijk een goede hoedanigheid erken nen bij zijn tegenstander in 't staatkundige. Een derde maakt zich diets dat bij als bij in- - tuitie zijn naaste kan beoordeelen vand&ir dat hoogte,J hij ook een onbepaalden af keer beeft van zijn buurman alleen omdat deze in zijn uiterlijk iets heeft dat hem niet aanstaat zonder de moeite te nemen zich eenige rekenschap van dien indruk te geven. Wilt gij vrij, waarlijk vnjzijn? dan al die leelijke dingen over boord Want vooroordeelen zijn onbeschofte tirauneu, die onzen wil vaak aan banden leggendieons de vreemdsoortigste dwaasheden doen begaan. Voor beelden hoe ver de macht der vooroordeelen kan strekken De oude Egyptenaren die anders nog al verstandige lui warenhadden zulk een aversie tegen rood haar, dat zij zonder genade ieder dooddendie hun met een hoofdtooi van die kleur in handen viel. Tot voor korten tijd waren de Noord-Amenkanen zoozeer vooringe nomen tegen de zwarte huidkleur, dat zij voor geen geld van de wereld en dat zegt veel bij broeder Jonathan hun intrek zouden nemen in een logement, waarin men bij ongeluk een Neger als gast zou hebben toegelaten. En wij zijn in de gelegenheid geweest, Nederlanders te ontmoetendie zich ten diepste zouden scha men indien zij werden aangetroffen in het ge zelschap van een tooneelspeler Er zijn menschen, die onder een ander, niet minder lastig dwangjuk zuchten. Wij bedoelen dat der gewoonten. Ik ben een man van de klokzegt mijn heer D. Als het uurwerk mij waarschuwt dat het tijd isdan eet ik. Als de wijzer v&n mijn horloge op dit of dat cijfer staat, dan ga ik naar bed. Nauwkeurigheid in alles ziedaar

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1873 | | pagina 1