1873. ZONDAG 27 JULI N°. 213. WEEKBLAD VOOR DE KRIMPENER-, AL HL ASSER- EN LOPIKERWAARD EN OMSTREKEN. f Een stem, die wel gehoord mag worden. BUITENLAND. OVERZICHT. 87»/, 100 strijd Schoonhoven, lm I l 95»/4 96 60V. 597, 65 64’/* 550 I41’/a ]57. 517, 155 7, 857, 98’/lt 7 7 3 5 7 6 6 8 3 3 5 5 5 5 t StlOIHHIBSCII tOIRlNT -i 85’/, 14’/, 771. «6 71 226’/, 1049 107 867, 927, 24’/, 297, 94 85% Deze Courant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag verzonden. Prijs: voor Schoonhoven per driemaanden ƒ0,70. Franco per post door het geheels qjk 0,80. 5 5 5 6 7 6 6 6 5 4{ 3 3 5 5 5 5 pC. *1 8 4 8 3 8 3 J. 5 5 5 5 5 5 5 4| 9V/, 4 8 18 Juli. ó«7. 67’7„ 907, 197, 14“/,. 417/, 77 457/ 45 12 RSTOL. Juli: 350 ud- If kilo; St.Ja. S. W. g* VAN NOOTEN, 777/| 66’/, 247 lil, prijs f 23 9,10; goeboter alf kilo; kus 'erloopera f 12 ulo, nuchtere J; aardappelen hectoliter. 185 partijen; a 1,20 per kilo. lo; magere dito 17 ct. oer half f 8 A 18; nuch- >erd: 897 ruu- nuchtere dito, 132 biggen de qual. 80 ct.; 5 ct.schapen onden 52 A 54 f 56 en 3de whe f 4,00 per Flakkeêsche dere f 10,75 h F 7,80 A 8,25, rd-Brabantache cache en Over- б, 80 A 7,80. rware f 5,50 90k. 10 stuks vee. A 310, mindere k 220, vare A 165, stieren eren f 12 A16. 1 A 52 ct., wei- kilo, fokvar- 8tuk. lieu we puike che f 11,80 A ige en blauwe f7,70 A 8,00, Prijs der AdvertentiënVan 1 tot 5 regels /0,50. Iedere regel meer 0,10. Qroote letters naar plaatsruimte. Inzen ding franco, en uiterlyk tot Zaierdags-voormiddags ten 10 ure. Van Alle vereenigingen, maatschappijen, bon den, genootschappen, die binnen de enge ruimte van ons vaderland óf welig tieren, bf een kwij nend leven voortsleepen, is er gewis geen, die minder behoefte heeft aan gronden, om het recht van bestaan te verdedigen, dan de ons allen zoo welbekende, door velen onzer zoo hoog gewaar deerde Maatschappij //Tot Nut van 't Algemeen.” Zij is samengesteld uit de kern onzer natie, en meer dan eenige andere vereeniging werkt zij rechtstreeks ten behoeve van het volk in den meest uitgebreiden zin des woords. Op haar verleden raag zij trotsch zijn, want met onbe zweken mi o- delijk en zedelijk peil van onze landgenooten te geen enkel teeken van verval te bcspeui integendeel, alles bij haar getuigt van immer nemende kracht, terwijl de toekomst haar onge twijfeld een ruim arbeidsveld voorhoudt, waarop nieuwe lauweren zijn in te oogsten. Waar toch ligt het geheim van die kracht? Onzes inziens is zij hoofdzakehjk daaraan toe te schrijven, dat genoemde Maatschappij een ge opend oog heeft voor alle verschijnselen, die zich bij de ontwikkeling van ons volksleven vertoo- nendat er in het volksgemoed geen enkele as piratie leeft, welke bij haar geen weerklank vindt dat elke factor in ons maatschappelijk leven door haar wordt opgemerkt en gewaardeerd. Zij houdt zich niet bezig met fraai klinkende theorieën, gezochte beschouwingen of holle bespiegelingen, haar werkkring is bij uitstek practisch. Zij weet het doen meesterlijk aan bet spreken te paren. Geen wonder dan ook, dat het vraagstuk bij uitnemendheid, de sociale quaestie, haar belang-, stelling wekte, dat zij ook aan den stoffelijken en moreelen toestand der arbeidende klasse heeft gedacht. En wederom vatte zij die zaak aan op haar eigenaardige, flinke wijze, gelijk het steeds haar streven was de koe maar dadelijk bij de horens te pakken. Een paar jaren geleden wendde zij zich tot de Hooge Regeering om invoering yan den leerplicht en beperking van den arbeid van kinderen in fabrieken te vragen. Ten einde een tegengif te bezorgen tegen de bombastische'', wijze, waarop dezen en genen redeneeren over arbeideigendomkapitaal, enz. trachtte zij door het uitgeven en verspreiden van kleine ge schriften, onder den titel rWetten der Samen leving”, helderder begrippen aan te brengen. Vervolgens, in de Algeineene Vergadering van 1871, heeft het Hoofdbestuur voorgesteld, ten einde de sociale verhoudingen in ons land aan een grondig onderzoek te onderwerpen, een uitnoo- diging te richten aan alle Departementen, vom het bedoelde maatschappelijke vraagstuk tot een voorwerp van nauwgezette behandeling te maken, en zoowel over den toestand en de onderlinge verhouding van arbeidgevers en arbeiders in hun nen kring, onder opgave van feitelijke bijzon derheden, als over de middelen, die aan het Departement ter verbetering daarvan de beste voorkomen, aan het Hoofdbestuur rapport uit te brengen.” Men ziet het, heel eenvoudig,heel nuch ter zelfs. Volstrekt geen omhaal van frazeumakery een onderzoek in loco. De dokter tracht den zieke niet te genezen, door hem te vertellen wat Hip pocrates en Boerhave over soortgelijke dingen geschreven hebbenhij zal den patiënt liever eens nauwlettend in oogenschoaw nemen. Zeker wel de verkieslijkste weg. Op een flinke wijze lichtte toen de heer Hu- brecht namens het Hoofdbestuur het voorstel toe. vVóór alles,” zoo sprak hij o. a.: vvóór alles behoort daartoe,” (tot den strijd onzer dagen,) *de ernstige spanning, die thans tusschen de hoogere en lagere standen bestaat en ’t meest te voorschijn treedt bij de verhouding tusschen de verschillende voorname plaatsen. Vele sprookjes zijn in omloop over het groote nut aan deze bedevaarten verbonden, en de wonderen die daarbij plaats hadden. Zoo verhaalt men van een kreupeledie te Lourdes zijne krukken kon achterlaten, van een lamme die genezen, een blinde die ziende werd enz., maar dat alles moet slechts dienen om de menigte tot deel neming op te wekken en aldus het ware doel te bereiken dat onverholen in het Pelgrimsorgaan wordt uitgesproken. Dat doel is Frankrijks tus- schenkomst tot herstel van den Paus in zijne wereldlijke macht. //Het lot van Frankryk,” zoo heet het in het officieel gedeelte van ge noemd jorgaanvis onafscheidelijk verbonden aan dat van Rome en van den Paus, en daar Frank rijk medegewerkt heeft aan de misdaad om Rome te verraden en over te leveren, zoo kan het slechts door gebeden vergeving van God ver krijgen om daarna Rome zelf te redden.” Terwijl aldus de vereeniging openlijk met baar staatkundig program voor den dag komt, en niet tegenstaande hare samenstelling reeds in strijd is met 's lands wettenbegunstigt de regeering die pelgrimstochten veeleer dan ze te verbieden. Het is natuurlijk dat die handelwijze der re geering ook in verband met hare houding bij de jongste interpellatie van Jules Favre over de biunenlandsche staatkunde, menigeen met zorg vervult voor de toekomst. Niet ónmo gelijk toch is het dat bij een of anderen staats greep, waarvoor de vacantietijd van de Nationale Vergadering niet zoo slecht zou gekozen zijn, de geestelijkheid goede wederdiensten zou moeten bewijzen. De minachtingwaarmede dé minderheiddie inlichting vroeg over de plannen der regeering ten opzichte van den toekomstigen regeerings- vormbejegend werdde Minister-president gaf te kennen dat hij alleen het woord wenschte te richten tot die meerderheidwelke de tegen woordige regeering had gekozen en weigerde dan ook de gevraagde inlichtingen te geven geeft wel eenigen grond aan de bewering dat deze regeering tot alles in staat is. Met overgroote meerderheid, 400 tegen 270 stemmen, wellicht eemgszins het gevolg van de oneenigheid der verschillende fracties van de Linkerzijde ten aan zien der interpellatie, werd een votum van ver trouwen in de staatkunde der regeering aan genomen. Volgens een gerucht zou Frankrijk geweigerd hebben te voldoen aan een verzoek der SpflJHl- SOhe regeering, om uitlevering van den beruch- ten pastoor Santa-Cruzdie, sedert den intocht van den pretendent Don Carlos op Spaansch grondgebieddoor dezen met kracht van wapenen tot onderwerping genoodzaakt is en ter nauwere nood gelegenheid had tot ontvluchten. Met de komst van dien pretendent, die bij eene nieuwe proclamatie, in denzelfden dweepzieken toon ge steld als wij van hem gewoon zijn, zich als den door God gezonden redder van Spanje op werpt, is aan den opstand in het noorden nieuw leven geschonken- Het stadje Jgüalda in de oumid- dellijke nabijheid van Barcelona, is na krachti- gen tegenstand in handen der opstandelingen ge vallen terwijl een aauval op Bilbao wordt voor bereid. Terwijl aldus de opstand in het noorden, hoewel langzaamzich steeds uitbreidt, is in liet zuiden en zuidoosten liet aantal kantons, die zich onafhankelijk verklaard hebben, dank zij de ijverige pogingen van generaal Contrerasbijge staan door de hoofden der Internationale, reeds tot een half dozijn gestegen, nl. Valencia, Murcia, Alicante, Kartliagena, Malaga en Cadiz. Te midden van die algemeene verwarring beeft Pi Y Margall zich teruggetrokken eu beeft de rechterzijde diens taak overgenomen, door de benoeming van een nieuw ministerie met Sal meron als president. Dit nieuwe kabinet, dat reeds den volgenden dag weder eenige wyziging ondergingis in zooverre homogeen met bet afgetredenedat het besloten heeft tot het ne men van krachtige maatregelen tegen de anare ar bei der s en arbeidgevers. Dat antagonisme uit zich in het vormen van vereenigingen van arbei ders, overal in ons land verspreid en steeds ver meerderende en waar tegenover die der patroons staan. Ook de dagbladen, thans in groote mate toegenomen na de afschaffing van de zegelwet, getuigen van de teekenen des tijds. Zij voereu strijd tegen elkander, waar zij als gematigd eene minnelijke oplossing wenschen, of als organen van den werkenden stand, in somtijds ruwen vorm dikwijls met geweld hun doel willen bereiken.— -Het is de plicht van een ieder, om mede te werken tot oplossing der quaestie, en liet Hoofdbestuur twijfelt niet, of ook door deze ver gadering wordt het belang der zaak ingezien. Voor ’t oogeublik wil bet eenvoudig het feit van spanning geconstateerd zienzonder eenigszins te velde te trekken voor of tegen een der beide par tijen, die scherp tegenover elkander staan en niet altijd met loijale wapenen strijden. In plaats van te jammeren en te weeklagen, hebben wij te onderzoeken naar de bron en oorzaken der kwa len. Niet jammeren, niet steunen op politiege- weldof op de kracht van vuurwapenenmaar onderzoeken naar den toestand der maatschappij, naar de bron der maatschappelijke kwalen. Onze taak worde geformuleerd in vier woorden wellicht handelen, zeker onderzoeken.” Na eenige discussie bleek, dat de meerderheid der vergadering de inzichten van het Hoofd bestuur deelde. Het voorstel werd bij acclamatie aangenomen. Om er gevolg aan te gevenwerd een circu laire gezonden aan de besturen der Departemen ten; aan dit stuk waren eenige vragen toege voegd, die tot leiddraad bij het onderzoek moesten dienen. Een groot getal Departementen heeft zich ern stig met het gevraagde onderzoek bezig gehou den. De tot heden bij het Hoofdbestuur ingekomen rapporten zijn vereenigd tot een verslag, ’t welk dezer dagen aan de leden is ter hand gesteld, en dat verder zal besproken worden in de binnen kort te houden vergadering. ’t Spreekt van zelf, het groot verschil betrek kelijk de locale toestanden is oorzaak van even groote verscheidenheid in de opgaven. Toch zijn er uit die bojite menigte eenige opmerkingen te trekken, die van toepassing zyn op den alge- meenen toestand, en, zoo wij vertrouwen, onzen lezers niet geheel onbelangrijk zullen voorkomen. De hoofdquaestie is zeer zeker de verhouding tusschen de inkomsten van het arbeidersgezin en de behoeften. Welnu, merkt op dat een aanzienlijk getal departementen die o n g u n s t i g, onbevredigend, slecht, allerslechtst zelfs noemt. Zelfs terwijl alle krachten worden ingespannen, ook door vrouw en kinderen, om dc verdienste te doen toenemen, blijft deze nog beneden bet cijfer der meest noodzakelijke le vensbehoeften. Voorheen was die verhouding gunstiger. Wel waren de loonen lager, op" sommige plaatsen veel lager zelfs, doch sedert zijn de prijzen der onmisbaarste benooiiigdheden, onder den invloed van verscheidene oorzaken, zoo ontzaglijk naar de hoogte gegaan, dat de hier eu - daar toegestane loonsverhoogingen daar- meê in de verste verte niet kunnen vergeleken worden. Niemand zal van de Maatschappij Tot Nut van ’t Algemeen verwachten, dat zij die wanverhouding zal doen verdwijnendat zij er in zal slagen, den toestand zóó te verbeteren, dat elk hoofd van een gezin, mits hij een goed werkman zij, bij matigen arbeid zijn ge zin behoorlijk zal kunnen onderhouden, zonder dat zijn vrouw en zijn kinderen zijn werkzaam heden doelen. Toch verheugen wij er ons over, dat de Maatschappij uit de baar verstrekte in lichtingen stof gevonden heeft om te blijven aandringen op het zoeken naar verbetering. Er heerscht nog zoo verschrikkelijk veel oud gaste rij op dit gebied, dat wij elk streven naar vooruit gang wel met ingenomenheid mogen begroeten. Een ander gewichtig punt van onderzoek be trof de verhouding, die er bestaal tusschen ar- t>. Juli 1873. koert en P. C. n O. vu der Rijasbergen. aagerak. beidgevers en werklieden. Ook daaromtrent deelt het rapport merkwaardige gegevens mede. Men lezeb. v.wat in extënso wordt aan gestipt van het Departement Gouda: //Wat de verhouding van den fabrikant tot de arbeiders betreft, kan ten deele op vee] gunstigs gewezen worden, doch is er ook veel dat dien naam niet verdient. Kunnen wij aan de eene zijde wijzen op fabrikanten, die op al lerlei manieren, door onderwijs, extra uitdeelingen, ziekenfondsen,het belang hunner arbeiders trachten te bevorderen, ook aan de andere zijde vinden wij er velen, die zich die belangen in het geheel niet aantrekken en die er slechts op uit zijn zooveel voordeel van den arbeider te trekken als maar mogelijk is, hem, wanneer hij door verwondingziekelijkheid of ouderdom ongeschikt tot arbeiden is geworden, eenvoudig wegzenden.” Of van ’s Gravenhage: i/De onderlinge betrekking tusschen meesters en werklieden is in den regel ongunstig. Van weerszijden ontbreekt sympathie en heerscht wan trouwen. Wantrouwende gedweeheid aan de eene zijde, wantrouwende hardheid daar tegenover. Of om een Departement te noemen waar de landbouw meer op den voorgrond treedt. Goes: //Ofschoon de hier bedoelde betrekking ta melijk goed kan heetenlaat toch ook te platten lande de betrekking van den boer tot den arbeider veel te wenschen over en valt er soms te klagen over schijnheilige beknibbeling van loon, waarmede het verschijnsel in verband schijnt te staan: dat de boerenarbeiders veel gebrek lijden en weinig zelfstandigheid openbaren. In de laatste tijden is hier te dezen aanzien eenige verbetering merkbaar.” Andere Departementen oordeelen er heel an ders over: de opgaven variëeren tusschen een krachtig: rzecr gunstig”, en een beschroomd rgewoonof een kleurloos//zoodra de arbeid verricht is houdt alle betrekking op.” ’t Is op merkelijk, dat uit de grootste gemeenten de slechtste tijdingen worden vernomen; daarmede komt schrijvers jiersoonlijke ondervinding over een, dat de werklieden, op eenige uitzonderingen na, ver trouwelijker omgaan met kleine bazen dan met groote industriëelenen in den regel door de eerste met meer humaniteit worden behandeld. Wij zouden nog kunnen spreken over de wijze van loonberekening, over arbeiderswoningen, over ’t geen door sommige vereenigingen wordt gedaan, om de moreele, materieels of intellectueels belangen der arbeiders te bevorderen,— altemaal punten, waarover in het rapport wordt gesproken doch dan zouden wij ons bestek overschrijden. Wij hebben alleen de aandacht willen vestigen op den gewichtigen arbeid der Maatschappij, en belangstelling willen wekken voor ’t geen er verder, ook in de op handen zijnde Vergadering, -o te dien aanzien zal geschieden. >p" De Departementsbesturen tellen onder hun ic- den ook veel werkgeverswij hopen daaromdat deze nuttige leering zullen trekken uit de op gezamelde gegevens. Dan zal de Maatscb. geen vruchteloozcn arbeid verricht hebben; dan zal haar stem niet zijn als die des roependen in de woestijn. He. - Als weldra, door het uitééngaan der Nationale Vergadering, het staatkundig nieuws uil Frank rijk schaars dreigt te worden, te meer daar door het voorstel der regeeringtot uitbreiding der bevoegdheid van de permanente commissie, gezorgd is dat de oppositie zich niet te krachtig zal uitenbeloven de pelgrimstochten de noo- dige afwisseling te zullen geven. Deze oor spronkelijk louter godsdienstige verrichtingen waaraan door den raus een bijzonderen aflaat verbonden is, zullen gedurende een maand lang volgens een vast stelsel plaats hebben en worden geleid door eeu algetneenen raaddie zijn eigen orgaan heeft en tal van ouderafdeelingen in mag zij trotsch zijn, want met onbe- loed heeft zij gestreden om het verstan- verhoogen. In het tegenwoordige is bij haar nog y 1 i van verval te bespeuren, integendeel, alles bij haar getuigt van immer toe- de toekt

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1873 | | pagina 1