1873.
8°. 215.
ZONDAG 10 AUGUSTUS.
WEEKBLAD VOOR DE KRIMPENER-, ALBLASSER- EN LOPIKERWAARD EN OMSTREKEN.
Naar Atchin!
“7.
45
BUITENLAND.
OVERZICHT.
4
stiniioniiscin coiiixT
goed I”
aandeel
000.
enenuurgers
hebben daartoe het
‘8,
70*/,
S. W. N. VAN NOOTEN,
Uitgevers.
Deze Courant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag
verzonden. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden ƒ0,70.
Franco per post door het geheele rijk 0,80.
5.
i.
57*/,
Ö8‘/,
91*/,
1873.
van
Es,
8-
1869.
geweest
dat die
M
82'/,
15
8W»/.
229
96
95-/,
96
16*/,
77
75
87’/,
99
99
91*/.
77>i/„
249
254‘/,
«0‘A.
6O7,
«4“/„
64»/,.
554
140'/,
56./,
5)'/.
467
85'/.
99
99'/,
100'/,
97«/,
Prijs der AdvertentiënVan 1 tot 5 regels ƒ0,50. Iedere
regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzen
ding franco, en uiteriqk tot Zaterdags-voormiddags ten 10 ure.
had genomen als leidsman van een der kolo
nialen, die» hij naar de Zwolsche kermis zou
brgeleidenen natuurlijk en passant behoor
lijk kaal plukken. Doch de kameraden waren
er bij gekomenen hadden het plan verijdeld
zij hadden den soldaat weten te overreden niet
mede te gaan, en stonden nu braaf te schel
den op den teleurgestelden burgerdien zij een
briefje van honderd gulden onder den neus duw
den, misschien zooals men een gevangen rat
een stuk spek voorhoudt.
//Instappen heeren I” riep de conducteur.
Wacht maar, schelm! als je morgen terug
komt!” schreeuwden de soldaten.
if Vaarwelmijn jongen houd u maar
sprak de oude heer.
*Dag vader, vaarwel I” Bij deze woorden zag
de onderofficier zijn vader flink in de oogen
ofschoon met trillende lippen. De trein zette
zich in beweging. Toen was de drang der aan
doeningen den jongeling te sterk, hij trad den
duisteren gang van het stationsgebouw binnen,
en bedekte zich snikkende het gelaat met zijn
zakdoek.
Wij treden de stad weder in. Alle publieke
plaatsen wemelen thans van militairen. Hier
treffen we een dozijn Belgen aan; een hunner,
voor een paar maanden nog lid van een reizend
tooneelgezelschap, staat voor een tafel, en geeft,
w M meteentamelijk welluidende stemeenige chan-
de rest wordt behoor-wnnettes ten beste, terwijl zijn makkers telkens
op het refrein invallen. Elders zijn een paar
zwarte vrijwilligers, afkomstig van de kust van
Guinea, de helden van den kring, en wekken
door hun driftige eji eenigszins potsierlijke be
wegingen den lachlust der omstanders. Verderop
komt een veldwachter aan, als begeleider van een
paar mannen uit de Ommerschansdie hun ver
langen hebben geopenbaard zich voor Atchin te
engageeren. Daar stuiten wij op een gezelschap
mannen in burgerkleedingdie morgen hun
uniform zullen ontvangener zijn er waarlijk
een paar bijdie er netjes uitzienen bij wie
alles verraadt dat zij tot de deftige burgerklasse
behoord hebben. De Hemel weet, hoe storm
achtig tot hiertoe hun levensreize is geweest, en
uit welke schipbreuk de tocht naar Atchin hun
laatste redmiddel is.
Daar nadert in de verte de taptoe, gevolgd
en voorafgegaan door een gansch bataillon straat
jongens die heel veel schik hebben in de lan
taarn tj es, welke de muzikanten op hun chaco
dragen, ’tGejoel neemt steeds toe, en wordt
hier en daar zoo leelijk, dat wij er niet langer
getuigen van willen zijn. Dat gaat zoo van
dag op dag, zoolang, totdat het laatste kwartje
is verdwendh en elk verlangend uitziet naar den
tijd, waarop het transport naar *t Nieuwediep
zal vertrekken en vandaar over^evoerd naar den
Indischen Archipel. Dfór zijn die troepen,
samengëraapt uit alle mogelijke klassen der
I maatschappijspoedig soldaten geworden in den
waren zin des woords, strijdend als mannen,
en blijken gevendedat er nog heel wat eerge
voel en zelfopoffering huist in hun borst. Daar
doorloopen zij, onder de leiding van flinke
officiereneen leerschooldie misschien een
zegenenden invloed kan uitoefenen op hun ver
der leven.
Waarom wij deze eenvoudige schets hebben
medegedeeld
Ochvooreerst als een soort van reisherinne
ring die echter de verdienste mist den lezer te
verplaatsen in een afgelegen hoek van Italië
of op een of anderen onbekenden berg van
Zwitserland.
En dan’t kon wezen dat deze of gene
zich de vraag stelde, of het niet doenlijk zou
zijndien krijgslieden de laatste dagen van hun
verblijf in T vaderland wat te veraangenamen
opdat zij niet genoodzaakt zijn hun vermaak te
zoeken op plaatsen en met personendie wij
liefst niet willen qualiflceeren
Kon daar niet iets op gevonden worden?
H—-e.
I STAND.
□ONHOVEN.
ili tot den 1. Aug. 1873.
Geelen met C. A van
wrongen. J. van Es,
J. aan de Wiel. T.
onende te IJsselstoin/
oud bijna 5 maanden.
tgenoót van A. Koppenol.
AMMNMTOL.
28 Juli tot 2 Augustus
tot f 1,40 per half kilo;
ets. per half kilo.
ICHTNN.
pC. 1 Aug.
24/57V.
8
4
8
8
8
8
8 en 1816. 5
1820. 5
5
5
862. 5
4 5 1000. 5
6 5/1000. 5
0 2e leen. 4|
7/69. 4
9. 8
Ia 100.
i—Nov. 5
«.-—Aug. 5
i.—Juli. 5
r.—Oct. 5
>00, 1860.
1864. r
5
5
5
6
7
6
- 6
6
5
M
8
8
f
5
5
5
.5
Lat. 100. 5
risk.
k.
'o-
verwachting werd niet beschaamd. Ten minste,
een stoker, die weder een bestelling ontving,
gaf zijn verbazing te kennen door den uitroep:
vHet schijnt wel, alsof men er te Harderwijk
de straten mee schrobt 1” Al wat dan ook maar
met mogelijkheid in een kroeg kon gemetamor-
phoseerd worden, heeft die verandering onder
gaan, zoodat de dorstige keelen niet Tang be
hoeven te zoeken naar een bron om zich te laven.
Dat onophoudelijk aankomen en indeelen van
nieuwe soldaten geeft ons een flauw denkbeeld
van de wijze waarop de Middeleeuwsche legers
werden verzameld. Ook thans is voor de meesten
het geld het hoofdmotief: niet om later, na
een gelukkig volbrachten diensttijd, daarmee
een of ander bedrijf, deze of gene nering te
beginnen, maar dood eenvoudig om het op de
grofste wijze te verteren. Gewoonlijk krijgen
de kolonialén, nadat zij zijn ingedeeld en hun
handgeld ontvangen hebbeneenigen tijd verlof.
Er hebben, gevallen plaats gehad, waarbij de
reis wat al te ver werd uitgestrektzoodat men
het de moeite niet waard achtte terug te keeren.
Er zijner, die Amerika hebben bereikt, en in
hun brieven op de onbeschaamdste wijze hun
dankbaarheid aan den dag legdendat de Staat
zoo goedgunstig voor bun passagegelden had ge
zorgd. Maar gewoonlijk komen zij na het ex-
pireeren van hun verloftijd terug; een groot
deel van het handgeld is dan gevlogen, en
voor het eclipseeren van u u
lijk gezorgd. Er zijn menschen, burgers,
die er bijzonder slag van hebben daartoe het
hunne bij te dragen. i
Om maar een enkel voorbeeld te noemen:
iederdie voor 't eerst uniformaantrektis er
op gesteld in die nieuwe uitmonstering zijn por
tret te laten maken. De pas lot krijgsman ge
promoveerde vraagt naar de woniiig van een pho-
tograafen ieder is dadelijk berefd hem er naar
toe te brengen. Niet om een bewijs van sym
pathie te geven met den aanstaanden handhaver
van ’s lands eer maar eenvoudig om den
gulden te verdienendien de phötograaf betaalt
aan dengene, die hem een slachtoffer in de ar
men voert. En dat is nog maar eeu klein en
weinig beteekenend staaltje van dè menigvuldige
onedele praktijken, die worden iu het werk ge
steld om zich van de schijven van den koloniaal
meester te maken.
Anders, op zijn gewonen uniform behoeft de
koloniaal zoo heel trotsch niet tej wezen. Een
grof linnen pak zoo netjes door Ihet blauw ge
haald, dat de menschen er de eerste dagen
vreesdijk uitzien, en hun gelaat en handen,
vooral wanneer het warm is, het mauw in alle
nuanceeringen vertoonen. Doch daar bekom
meren zij zich niet over: wanneer men geld
heeft, bezit men het recht gekleurd te zijn
naar willekeur.
Bijna elke trein brengt nieuwe Manschappen
aanof voert verlofgangers weg. Een wande
ling naar het stationsgebouw is dan ook niet
zonder aantrekkelijkheid, om de levendigewel
niet altijd aangename tafereelen, die men daar
te aanschouwen krijgt. Eén tooneeldaar op
gemerkt, zal mij lang in ’t geheugen blijven,
dewijl het vrij scherpe contrasten aanbood.
’t Was een heerlijke namiddag. Zachtjesaan
was ik naar ’t station gegaan, en bereikte dat
juist toen de trein, die van Utrecht naar Zwolle
ging, daar stilhield. Uit een rijtuig der tweede
klasse stapte een jeugdig onderofficier, vaneen
aangenaam uiterlijk, en drukte vervolgens de
hand aan een bejaard heer, ’t Was zijn vader,
die hem tot hiertoe had begeleid, en verder
door zou reizen. Beiden hielden zich kloek:
zij spraken nög een poosje, en ’t was hun aan
te zien dat zij zich geweld aandeden om zich
het afscheid wederkeerig niet al te smartelijk
te maken.
Op enkele passen van daar stond een groepje
soldaten in luid gesprek, door menig krachtig
woord doorspekt. De oorzaak van die bewe
ging was een burger, die in een waggon plaats
Zoowel de boodschap waarmede de president
Mac-Mahon de zittingen der Nationale Vergade
ring van Frankrijk: sloot, als de samenstel
ling der permanente commissiewaarin aan 9
leden der Linkerzijde plaats werd afgestaan,
hebben een kalmeerenden invloed gehad op de
misschien wel wat overdreven spanning, die daar
te lande in de laatste dagen heerschte.
Zelfs vond de gematigde Linkerzijde (de
Union répnblicainé) in die boodschap aanleiding
tot uitvaardiging vari een manifestwaarin zij
verklaart vertrouwen te stellen in de loyauteit
en in de woorden van den President. Ook de
bladen der verschillende richtingenofschoon de
een wat meerde ander wat minder gewenscht
hadtoonen zich tamelijk ingenomen met die
boodschap.
De partijen zitten intusschen niet stil. Terwijl
de afgevaardigden der Linkerzijde besloten heb
ben van hun vacantietijd gebruik te maken,
om bij de kiezers de gehechtheid aan den repu-
blikeinschen regeeringsvorm aan te wakkeren,
vinden de monarchale partijen in de reis der
prinsen van Orleans naar Frohsdorf, de verblijf
plaats van den graaf von Chambordeene aan
leiding om op nieuw te droomen van eene over
eenkomst tusschen de beide takken der Bour
bons waardoor ontegenzeggelijk de kans op een
koningschap zeer aou toenemen. Zij rekenen
daarbij niet met de peillooze klove, die deze
beide pretendenten van elkander scheidt, eene
klovewier bestaan nog zeer onlangs duidelijk
aan het licht kwamtoen de graaf openlijk
partij trok voor de heeren Du Temple en De
Belcastel tegenover de andere leden der Rech
terzijde, die, bij de beraadslagingen over de
kerk te Montmartrezich van deze scheidden.
De ontruiming der nog bezette plaatsen gaat
steeds voort zonder dat zich daarbij eenig inci
dent voordoet. Integendeel op verschillende wijze
blijkt, dat de hartstochten bedaard zijn en zelfs
worden hier en daar beleefdheden gewisseld,
waaraan men vroeger niet zou gedacht hebben.
Ook Thiers wordt niet Vergeten. Niettegen
staande alle waarschuwingen der regeering, om
zich van luidruchtige demonstraties te onthou'
den, en niettegenstaande Thiers zelf te kennen
gaf, dat hij in ’t minst daartoe geene aanleiding
wilde geven, ontvangt hij uit bijna alle ont
ruimde plaatsen adressen van sympathieen
worden na het vertrek der vreemde soldaten
kreten vernomenals vLeve de Republiek
Leve Thiersonze bevrijder
Met open armen worden de bezettingstroepen
in hun vaderland ontvangen. Alleen met den
bevelhebber dier troepen generaal Manteuffel
schijnt men in 't eerst wat verlegen
te zijn, ’t Gerucht ging namelijk uat me
generaaldie als zeer reactiouairgezind bekend
staateene plaats zou erlangen in het Prui
sische ministerie en daar voorzeker zijn invloed
zou doen gevoelen. Zoo sprak men zelfs van een
voorloopig buiten werking stellen der kerkelijke
wettendie eerst in begin van uitvoering zijn.
De officieuse bladen hebben zich echter gehaast
die geruchten reeds onwaarschijnlijk op zich
zelvente logenstraffen en de meaning uitge
sproken dat de bedoelde generaal voorloopig
op non-activiteit zal gesteld worden.
In Oostenrijks hoofdstadWeenen, schijnt
men niet bijzonder met het bezoek van den Schah
van Perzië ingenomeu’t geen niet Ie verwon
deren is, na al hetgeen bekend is geworden van
zijne zonderlinge manieren en vaak dwaze wijze
van handelenwaarvan de glans der nieuwheid
verdwenen is. Ook schijnt bet reisgeld van den
vorst, dat, zooals bekend isbijeengebracht werd
door het volk een jaar vooruit belasting te doen
betalen op te raken. Men wil dat hij pogingen
heeft aangewend tot het sluiten van eene lea
ning, ten einde in dien geldnood te voorzien.
Dat dit hem zal gelukken is zoo ónmogelijk
nietnu zelfs Don Carlosde beruchte Spaan-
■t.
2e Sectie. 7
1869. 7
3
5
7
6
6
8
8
8
ICBTKN.
Hennep f 23,00 i 24,00
i 9,20 p. heet.; goeboter
6 ot. per half kilo; kaas
rarkens 28 a 32 ct., over-
eren 70 4 75 ct. per kilo,
"w 1,70 per tot
AMg.to.rd 85 putq..;
Augustus eerstk. groote
dito f 1,2051,80 per kilo.
>er half kilo; magere dito
land 22 i 24 ct. per half
ammeren f 8 k 15; nuoh-
29 Juli. Aangevoerd:
paskalveren, 13 nuchtere
leren, 204 varkens, 199
1. f 1,00, 2de qual. 80 ct.;
Ide qual. 80 ct.; schapen
it., voor Londen 60 k 52
2de qual. f57 en 3de
Overmaassche f 4 k 4,20
ieeuwsche, Flakkeesche
13.50, mindere f 1LOT a
wsche en Noord-OEI
«sche en Overmaassche
‘,50 4 7,25.
ermaaasche zware f5,50
5.50.
tangevoerd 200 stuks vee.
)eien f 260 4 290, mindere
«en f 160 i 240, vara
uxen f 1305175, pinken
n f 12 4 17.
A0 kilo 54 k 56 ct., die
A, ▼«varkens voor En-
fokyarkew van 64 8 we-
1,00 per week duurder,
>^J_Wl,»4tatkil<>.
>6 stuks.
van NootenSchoonhoven,
Een natie in staat van oorlog! Wie zou
gedacht hebben, dat wij zoo spoedig in dien
toestand zonden gerakenwijzoo vredelievend,
wijvan wie gewis niet kan gezegd worden dat
we dwepen met lauweren op het oorlogsveld be
haald. Wij zijn dan ook dat denkbeeld sinds
lang ontwend, zoo zelfs, dat het ons eenige
moeite kost er ons gemeenzaam mede te maken.
Al is het volk, dat ons het hoofd biedt,
zeer verre van de Noordzee-stranden verwijderd
al behoeven wij niet te duchten dat een even-
tueele nederlaag van onze wapenen den vijand
den weg tot binnen onze landpalen zal openen,
tóch mogen wij de gebeurtenissen van den oor
log niet met een onverschillig oog aanzien. Het
rijk van Insulinde is één met het moederland:
er bestaat tusschen Nederland en Neerlandsch-
Indië een hechter band dan een keten van aan-
ééhgeregen guldensen onze broeders, die onder
de keerlringszonnestralen tegen den buiteniand-
schen vijand optrekken, zijn ons even dierbaar,
als wanneer zij hun krachten moesten inspan
nen om in Europa de grenzen te dekken of een
beleediging uit te wisschen,
De strijd is pas aangevangenwij hebben
nog niet eens het begin vsn het einde. En
toch, hoe rijk is reeds de Atchin-litteratuurI
Van af de verslagen der beruchte Kamerzittin
gen, waarin de regeering met verwijten werd
overstelpt, van af de ontzaglijke massa dagblad
artikelen, gelijk die van de Javabode, waarin
de oorlog ongemotiveerd en onrechtvaardig, de
onderneming roekeloosde leiding onvoldoende,
de gansebe historie allertreurigst wordt ge
noemd, - tot aan de zoogenoemde vAtchin-
liedjea” toe, die men den kolonialen te Harder
wijk hoort uitgalmen! Den geschiedschrijver,
wien het ua verloop vau tijd zal invallen, de
gebeurtenissen te beschrijven, zal het denkelijk
wel niet aan stof ontbreken, ook niet, wanneer
hij zijn verhaal wil kruiden met een collectie
opmerkingen en bespiegelingen.
Een verblijf van eenige dagen te Harderwijk
bracht schrijver dezes op het denkbeeld, om
met enkele losse trekken te gewagen van de
mannen, op wie het toch voor een groot deel
aankomt, hoe de zaken verder zullen loopen:
over de soldatenvoor de expeditie aangeworven.
Er is toch reeds zooveel gepolitiseerd en gepo
lemiseerd, zelfs is de bevelhebber van den tocht,
de generaal van Swieten, reeds zoo vaak be
sproken, dat onze lezers ons gewis zullen ver
ontschuldigen, dat we voor ’t o ogenblik maar
wat laag bij den grond blijven.
Harderwijk is alles behalve levendig. In ge
wone tijden ziet het er zeer kalm uit: vertier
is er weinig, de handelsbeweging beteekent er
niet veel. De beste thermometer ter bepaling
van het commercieel standpunt eener gemeente
is misschien wel de huurwaarde van gebouwde
eigendommen: welnu, die is daar betrekkelijk
laag, zoodat men voor een behoorlijke woniug
niet meer betaalt dan m Noord- of Zuid-Holland
voor een arbeidershuisje. Zelfs was in de laatste
jaren achteruitgang te bespeurenen hadden ve
len de stad metterwoon verlaten.
Maar daar kwam de Atchin-historie opdagen.
De onzen leden een échec, de onderneming werd
voorloopig gestaakt, en alles werd voor ecu
nieuwen tocht in gereedheid gebracht. Dadelijk
stelde het Ministerie van Oorlog een nieuwe
werving open, en een aanzienlijk handgeld werd
uitgeloofd aan hen die de expeditie wilden mede
maken.
Voor de goede stad Harderwijk braken gulden
dagen aan. Verscheiden luidjes, die hun teuten
reeds elders hadden opgeslagenkeerden weder,
om ook een aandeel te krijgen in den gouden
oogst. Vooral de verkoopers van het edele
Schiedammer vocht beloofden zich een ongemeen
druk vertier, en moet gezegd worden, hun