ZOMAfl 16 NOVEMBER. 1873. r229. MMAOA, 3 maanden f 1,37s. LOTING, i, in het gelukkigste WEEKBLAD VOOR DE KRIMPENER-, ALBLASSER- EN LOPIKERWAARD EN OMSTREKEN. Thaler Gulden, beginnen reeds den Vember IIGING rekkingen der hoog- i, door de Regeering runswyk-Luneburg rborgde 4AAS, handelaar to. 3 November 1873. BUITENLAND. OVERZICHT. StlIllIOïEISCII tllUHT cember tijd van slechts 22 Deze Courant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag verzonden. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden fO,7O. Franco per poet door het geheele rijk 0,80. lizeuil Prijzen remie, o» den 7. Nov. Mrt. nders G. H. Petera en i. C. Van den Berg. jaren. G. Linn, oud oud 6 jarea. J. NooteórSchawbereu. 11 vnn i Prijs der AdvertentiënVan 1 tot. 5 regels ƒ0,50. Iedere regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzen ding franco, en uiterlyk tot Zaterdags-voormiddag» ten 10 ure. honderd vijf en nd Thaler, ie voor de VOLKSBI- K van „het Nut** be den lien Nov. e. i., en tot half tweo, orden gemaakt met de IBKEN, die gratU .*kt. i a 5 Cis. verkrijgbaar L van NOOTEN en in de urendie voor het md «yn. (47fl8) gt van mij het ori- ands Wanen voor- Brunswijk voorde plan wordt bij elke jd, en worden de üde de ambtelijke belanghebbenden hetwelk zich deze srworvenmag ik m verwachten, die verst afgelegene onder geheimhou* Wd. f iedereen in het saam, dat op deze d behoeft te wor» bovengenoemden al de voormelde prijzen, van af den tfi 11 den Decem- soozen vielen tien zen in mijne door lecte. ten spoedigste en het bedrag ge er postwissel of (4772 Indien wij in de vorige week niet door gebrek aan plaatsruimte verhinderd waren geweesthad den wij reeds toen dit artikel geplaatst. De 3e November is thans reeds op den ach tergrond getreden. Doch vergeten is hij niet, die dag van het grondwettig feestvergeten zal hij nimmer worden, naar we hopen. Het was eene gelukkige gedachte, dat feest ia den lande te vieren. We weten wel, dat zelfs van het ontwikkeld gedeelte der natie velen niet hebben medegedaan noch aan het alge meen feest i» de hoofdstad, noch aan de klei nere feesten of eenvoudige betuigingen van sym pathie in de plaats hunner inwoning. Maar voor dezulken sluiten wij dan ook maar de oogen. Er was veel feestvreugde en het deed ons goed ze te zien. Hoe kan het anders. 8 November 1873 herinnerde aan 8 November 1848. Op dien dag was het halftwaalf in den middag. In alle plaatsen waar rechterlijke col leges waren gevestigd, begaven de leden dier colleges zich naar het rechtsgebouw. De leden der gemeentebesturen gingen op weg naar de raadhuizen. Het was twaalf uur geworden. De presidenten der rechterlijke colleges verklaarden de plechtige terechtzitting geopend en verzoch ten den griffier, twaalf nummers van het Staats blad voor te lezen. Van de puien der raadhui zen boorde men de aflezing van eene publicatie des Konings. Eenige oogenblikken daarna, en de Grond wetsherziening, vhet grootste werk van wetge ving, dat een Vorst in overleg met zijn Volk kan tot stand brengen”, was voor Nederland plechtig afgekoudigd. Voor een volk nu is het een feestdag, wan neer het herdenken mag de invoering eener staatsregeling, welke voor den tijd waarin zij werkt, aan alle voor waarden voldoet, die, voor zooveel dat van staatsregelingen afhangt, het geluk en de ontwikkeling van dat volk verze keren. Aan die eischen voldoet de constitutie van 1848. Uit den hemel is zij niet gevallen. Zij is veroverd. De dag harer invoering was de avond eener overwinning. De proclameurs op de puien der raadhuizei en de griffiers der rechterlijke colleges van dien tijd kunnen wij in onze fan tasie omhangen met het kleed van wapenherau* ten, die den volke moesten verkondigen, dat er eeue overwinning behaald was. Zeker. Eene overwinning. Zoude dit 25-jarig herinneringsfeest wel zijn aangebroken en zoude het met zooveel opge wektheid gevierd zijnindien de herziening van 1848 was geweest eene nieuwigheid, aan de natie in handen gestopt, om de overspanning van eenen revolutionairen tijd te stillen en niet, gelijk ze geweest is, eeue staatsregeling jaren lang overdacht, besproken en geformu leerd, gewenscht, onthouden, krachtiger ge- wenscht, en eindelijk door het gemeen overleg van vorst en volk bezeten Want al is Nederland sinds 1813 altijd een constitutioneele staat geweest, tusschen consti tutioneel en constitutioneel is verschil. Wel had die eerste staatsregeling van 1814, gebouwd op de grondslagen der schets van den onvergetelijken Gijsbert Karei van Hogendorp, voor dien eersten tijd hare deugden. Maar in den geest van van Hogendorp werd piet voortgewerkt. Toen de W eenertractaten te onzaliger uur de Belgische provinciën en de Nederïandsche hadden saamgeketend tot één Koninkrijk, werd in het constitutioneel lichaam dé eerste droppel vergif gegoten, die de kwij ting daarvan heeft veroorzaakt. De oppositie dier zuidelijke provinciën en de daardoor opgewekte, meer enthousiaste dan wel verstandige reactie der noordelijke, leidde de regeering van Willem I tot een regeerstelsel, waarbij de instelling der volksvertegenwoordi ging tot eene bespotting werd gemaakt, de ziening uitdruktenen den 17en Maart benoemde de Konmg de bekende staatscommissieaan wie werd opgedragen, otn met overweging van de wenschen der Kamer aan den Koning een volledig ontwerp van grondwetsherziening voor te dragen. De namen dier mannenThorbeckeLuzac Storm, J. M. de Kempenaer en Donker Curtins,-. waarborgden dat dé nieuwe arbeid op den grond slag van het voorstel der negen mannen zoude zijn gebouwd. Nu kwamen nog wel tegenspoeden en geva ren, maar eindelijk weken zij alle en was dep 3en November de plechtige afkondiging een feit. Wat heeft nu die overwinning gegeven Het monarchaal beginsel is bevestigd door de uitdrukkelijk uitgesproken onschendbaarheid des Konings, en met dat beginsel is de vastbeid van den Staat en der. Staatsvorm verzekerd ge worden. Daarnaast is door de onbewimpeld erkende, algemeene verantwoordelijkheid der ministers bet gezag aan dat toezicht onderworpen, dat het ook voor zich zelf behoeft om op duurzaam vertrouwen te kunnen aanspraak maken. Het toelicht nu op het gezag is toevertrouwd aan de vertegenwoordiging des volks, toezicht niet het minst scherp op het gebied der financiën, waafop de ervaring van vroeger zoo leerzaam en gevoelig geweest is. Meer echter dan toezien is de taak der ver tegenwoordiging. Zij neemt een werkzaam aan dril aan het Staatsbeleid. Niet de wil vaü enkele personen, hoe bekwaam ookkan souverein zijn, maar alleen de wet, d. w. z. die vaste regelendie door regeering en vertegenwoordi ging in gemeen overleg worden gesteld en ge wijzigd. Daarom heeft de constitutie van 1848 de rij der onderwerpenwelke bij de wet moesten worden geregeldzeer aanzienlijk uitgebreid en daaraan toegevoegd uitbreiding van de rol der vertegenwoordiging in den wetgevenden arbeid, door de toekenning aai. de Tweede Kamer van het recht van amendement.^ Niet voor het minst zijn deze nieuwe begin selen van Staatsbeleid ten goede gekomen aan de koloniën, aan het geldopbrengend Insulinde, dat achter den door de regeering zorgvuldig dichtgehouden sluier der geheimzinnigheid ver borgen met al hare belangen voor het moeder land eene vreemde wasterwijl de belangen van dat moederland gindsch maar al te wel worden gevoeld. De Grondwet van 1848 heeft den sluier weggetrokken, de belangstelling van ver tegenwoordiging en natie wakker gemaakt en alzoo de oplossing der quaesties van koloniaal regeeringsbeleid mogelijk gemaakt. En de vertegenwoordiging zelve? Zij was voor de Eerste Kamer wegens de benoeming der leden door den Koning, voor de Tweede Kamer wegens de verkiezing met zoo verschil lende trappen, eene onwaarheid en is althans der waarheid naderbij gekomen. Zij is, al blijft voortdurende hervorming aan het kiesstelsel nog thans plicht, nu de in de natie gewortelde ver tegenwoordigster der geheele natie en kan door hare ontbindbaarheid, ook buiten den tijd der periodieke aftreding, met den volksgeest in over eenstemming worden gebracht. Doch niet aan het algemeen bestuur alleen worden de belangen der burgers toevertrouwd, en de eischeu der zelfregeering gesteld. In die kleinere kringen, provinciën én gemeenten, zijn belangen te behartigen, dikwijls van nog teer- deren aard, belangen die nog dieper worden gevoeld, nog beter worden begrepen, omdat ze zoo nabij liggen. Welnu, voor die onderdeden heeft de Grondwet onbewimpeld het schoone be ginsel uitgesproken der autonomie der zelfre geering. Eu buiten Staat en staatsverband strekt zich het rijke maatschappelijk leven uit in alle zijne gedaanten. Dóór is op stoffelijk en geestelijk gebied het ruime veld van de energieke werk zaamheid van dau individu. Daarvoor be hoeven die individuen vrijheid. In ruime mate schonk haar de Grondwet van 1848vrijheid van verkeervan godsdienstige belijdenisvan onderwijsvan vereenigiog en vergadering. Maar de Grondwethoezeer door de opheffing der landsvaderlijke verzorging en de toekenning der politieke vrijheden de individuede energie opwekkend, heeft aan den anderen kant ook geen verbod uitgesproken tegen de werkzaamheid van den Staat voor'het algemeen belang, dat aau de individuëele krachten niet genoeg heeft óf niet mag worden overgelaten. Daarom is naast het. vrije pnderwijs het openbare gehandhaafddaar om ook heeft de Grondwet nooit verhinderd, dat de’ Staat aan werkeu van openbaar nut de krachtige hand sloeg. Ziet hier eenige der hoofdbeginselendie vóór 25 jaren de grondslagen van onzen Staat zijn geworden. Veel goeds is in die jaren genoten, veel ont wikkeld, veel tot stand gebracht. Toch zijn ook de tekortkomingen van regeering, vertegenwoordiging kiezers en natie aan te wij zen. De grondwettige beginselen zijn nog niet bij het volk in merg en been dóórgedrongen. Daarom moge 3 November 1873 ook een dag geweest zijnwaarop nieuwe beloften werden af gelegd beloften van trouw aan den Koning trouw aan de Grondwet, trouw aan het vader land beloften van werkzaamheidrechtvaardig heid grootheid van ziel en toewijding' bij de vervulling der plichtendie ieder als deel van het geheel, als burger van Nederland te ver vullen heeft. .Elk bfijve dan aaq zijne roeping, (jn het gro >te of in het Kleine getrouw, De komkommertijd in de politiek is voorbij. óïerwijl in Denemarken, Beieren, Oostenrijk, Frankrijk de wetgevende vergaderingen reeds bijeengekomen warenis dit thans ook het geval in Pruisen, Hongarije en België. Maar welke gewichtige onderwerpen ook Ri ders aan de orde mogen gesteld worden, het land der verrassingen, Frankrijk, zal in den eersten tijd wel het meest de aandacht trekken. De boodschap waarmede Mac-Mahon de Na tionale Vergadering welkom heette, en waarvan de voornaamste inhoud in het laatste overzicht nog kou worden medegedeeldwas als *t ware de memorie van toelichting van het voorstel, dat straks door Ghangaruier zou worden iogediend eu niets minder bedoelde dan de instelling van eene dictatuur onder de leiding der zoozeer te- 4 leurgestelde monarchalen, die ook thans nog in den president een gewillig bondgenoot hadden gevonden. De urgentie van dit voorstel werd m@t groote meerderheid aangenomeneen voor stel van Dufaure, om* in de eerste plaats de altijd nog aanhangige constitutioneele ontwerpen der commissie van 30 .af te doen, met eene kleine meerderheid verworpen, zoodot het er nu maar op aan kwam eene gewillige commissie te vindenbélast met het uitbrengen vau rap port over het voorstel tot verlenging en vol making van het gezag van Mac-Ma6pd. Hierin werd de Rechterzijde evenwel teleurgesteld. De vergadering benoemde in de coininissie, die dit maal -uit 15 leden zou bestaan, 8 republikeinen en 7 leden der Rechterzijde. Een eerste daad dier commissie, waarvan de Rémusat president iswas dan ook de aanueming van het beginsel om over de gezagsverleuging van Mac-Mahou niet te beslissen dan gelijktijdig met de behan deling der constitutioneele wetsontwerpendie, volgens eene in de vorige zitting gemaakte be paling, vóór 5 December aan de orde moeten worden gesteld. Feitelijk zal dus de vergade ring op nieuw over het voorstel van Dufaure hebben te beslissenen deze beslissing kon dit maal wel eeus in een anderen zin uitvallen. Dit schijnt ook de regeering in te zien, die, naar men wil, er reeds in zou hebben toegestemd den titel van president der republiek, in het voorstel van Chungarnier geheel verloren gegaanJ mits met toestemming der Rechterzijde, wier gehoorzame dienaresse zij blijft, te behouden. Voorts zou zij ook mét een kórtëren termijn rolgt ingedeeld I prysen a Thaler 3000 re. I«OO 1000 1 400 K 00 47 bet inleggeld, dat •den per poelwis- briefverzendt de le loten voor deze ide, krachten» het 8. W. 1ST. VAJNT NOOTEN, ültgOT!^ zelfstandigheid in de onderdeden van den Staat werd gesmoord, de financiën des rijks aan het toezicht der vertegenwoordiging werden onttrok ken, de inmenging der Staten Generaal in het beheer der Koloniën werd uitgesloten en kerk, school en pers door maatregelen van dwang werden gedrukt. De Belgische revolutie bleef dan ook niet uit, en toen de afscheiding een feit was geworden, volgde het voor de ontwikkeling der constitu tioneele denkbeelden zoo noodlottig tijdperk der volharding, waarin Willem I, voor dat feit niet willende bukkeneen regeerstelsel volgde, waar* van niets dan tinanciëele tekorten het gevolg zijn geweest. Toen de sluier wegviel en de vertegenwoor diging het dreigen van het staatsbankroet zag, sloeg velen de schrik om bet hart en werden de eischen om bezuiniging, beter toezicht op het geldelijk beheervermeerdering van het aan deel der vertegenwoordiging in het staatsbeleid, bij den dag luider uitgesprokenkwam de wensch naar Grondwetsherziening meer en meer aan de orde, bovenal nadat veler wenschen geformuleerd waren in de toen verschenen aanteekeningen van professor Thorbecke. Eindelijk konde de regeering niet langer wei geren en de Grondwetsherziening van 1840 volgde. De herziening, of de teleurstelling, zoo gij wilt. En toch juist die teleurstelling heeft de eischen hooger gestemd en daardoor de groote herziening van 1848 voorbereid. Willem I abdiceerde. Willem II volgde hem op. Hoe 8|)oedig werd aan de goede verwach tingen welke de natie van dezen vorst koes terde, de bodem ingeslagen, toen door zijn ministerie onbewimpeld werd aangekondigdhet stelsel van behoud, behoud ook ten opzichte van onze staatswet; vóór alles regeling der financiën. Toen traden in 1844 in de Tweede Kamer negen mannen op, die krachtens het recht van initiatief door deze tak der vertegenwoordiging wilden doen verrichten, wat de regeering weigerde. Zij zijn onsterfelijk in onze constitutioneele geschiedenis: Thorbecke, L.Luzac, van Damj van Isseltvan Rechten-nJ. M. de Kempenaer Storm, Wicliers, L. van Heemstra en Anemaet. Zij dienden een volledig ontwerp, het ontwerp der negen mannen, in December 1844 bij de Kamer in. Maar hoewel een storm van petitiën tot on dersteuning van deze voorstellen losbrakhoe wel in de Kamer zelve de ontvangst veel goeds beloofde, het werk mocht niet gelukken. Het was de regeering die dit belette in de gedenk waardige zitting van 30 Mei 1845, toen de Minister van Hall verklaarde, dat de regeering de noodzakelijkheid der herziening niet inzag en de verwerping aanried. Een ernstig stilzwijgen was het eerste, dat op die gevaarlijke en teleurstellende woorden volgde, en de heer van Rechteren waarschuwde: rmoge het vaderland, dat reeds de wrange vruchten van de volharding plukte, niet ook den bitteren kelk van het behoud tot den bodem ledigen.’* Zoo trotseerde de regeering de steeds in aan drang toenemendé wenschen. Doch men begon ook reeds 1848 te schrijven. Het was Februari. De revolutie brak uit in de straten van Parijs. Orleans verloor de kroon en de schok deed de kronen wankelen op de hoofden der vorsten tot ver buiten Frankrijk. Ook de regeenag van Nederland sidderde en diende 27 ontwerpen tot grondwetsherzieni .g in. Maar deze waren wegens hunne onbeduidendheid olie in het vuur, zij Waren de 27 druppelen, die den ten boorde toe gevulden beker deden overstroomen. Toen trad Koning Willem II, buiten zijne ministers om, persoonlijk tusschen beide en opende hij in eene mededeeling aan den president der Tweede Kamer het uitzicht op eene omvang rijke herziening. Het ministerie verzocht en verkreeg zijn ontslag, de Kamer diende op ver zoek des Konings aan zijne Majesteit eenige punten in welke hare wenschen omtrent de her- 4 thL 40 of ft. 70,- aom, 10 17,40 5 8,74 e prompste bedie-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1873 | | pagina 1