IN,
1AY
2
is 9
1874.
ZONDAG 11 JANUARI
N°. 237.
I
OVEN.
WEEKBLAD VOOR DE KRIMPENER-. ALBLASSER- EN LOPIKERWAARD EN OMSTREKEN.
1ND”
I
I
l
I
p Vrijwil-
kooping.
S. W. X. VAN NOOTEN,
j OlttWg»>
ING,
vee Kami is
bij P. TURK
KOOP:
ELEGEN
s,
GROND,
olland, waar
zijnnabij
imcatie door
rieveu, onder
aars 3. van
B Uil EN LAND.
0VBKZICHT.
Weerbaarheid.
i
den tegen woordigen
,4 l
TATEN-
a n d i d a t
i
K.
zoo
IS
lulden
schoon ho vu.
-
onderricht te
(4976)
'ret.
Secr.
f
scioininrai codrint
- i V
iEEN LH)
AR IJ a
deer
Alle bütMnlandiobe AdrertentiSn waarvan de
plaataing DRIE MAAL wordt opgegevea, worden
.lacht» TWEE MAAL in rekening gebracht.
ITEDB, te
in het na te
3en Januahi
urein het
Deze Courant wórdt geregeld iederen Zaterdag-middag
verzonden. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden f 0,70.
Franco per post door het geheele* ryk f 0.80.
Prys der AdvertentiënVan 1 tot 5 regels 0,50. Iedere
regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzen
ding franco, en uiterlijk tot Zaterdags-voormiddags ten 10 ure.
UR, ERVE,
den Lekdijk
k, nabij de
e gedeelte is
or WINKEL
le ja re n met
idere gedeelte
iekalsmede
(land,
Ambacht,
(4973)
(4967)
den—en kunnen alleen dankbaar zijnindien
het schot niet behoeft te worden gelost.
En daarom, wij doen hulde aan den edel-
moedigen geest die er spreekt uil de redevoerin
gen van den Heer Bredius en zijn gelijkgezinden
hief en in liet buitenland maar we begrijpen
zeer goed, dat de Minister van Oorlog ’t vol
strekt nitrt met betn eens was. Trouwens,
het optreden van eiken mogeiijken cnef van 't
departement van Oorlog is tegen de redeneeringen
hen die droomen van den eeuwigen vrede,
op zichzelf reeds een levend protest.
Wat wij meenden te moeten vreezen is ge
schied. Het is den SpaailSOllOIl regeenngs-
president mei mogen gelukken, de iMerdenieid
der vertegenwoordiging le winnen vo€r eene ver
lenging van Zijn gezag.
Pen 2eu Januari werd de zitting der Cortes
geopend met eene loespiaak van l/istelar, waarin
nij allereerst zich verantwoordde over’het gebruik
dat hij van de hem verleende volmacht ge
maakt had. Door cené gematigde toepassing
was het hem gelukt de orde te handhavenden
eerbied voor de wet en den tucht in het leger
veel te verbi terendocü als eeuig resultaat vau
dat alles kon hij slechts wijzen op de vermoe-
AY. Open
in open won-
iten, nestge-
g worden be-
inwrijvingen
-gezonde wer-
i de plaats te
onaangename
an Holloway
door de ge-
open wonden
oor de kwade
niet geëven-
voor de won-
Wunneer de
vay Pillen de
r tijd ingeiio-
e afdrijvei. (e
8 werken.
1,85, f3,-—,
ivrage a con-
and, alsmede
snden, 533,
(4958)
ten einde zal loopen.
rs etyj militie, de kern van onze levende aangewurv
Anders
maar wiaraan “*et hard» zal men zeggen. Pa
nkkeide standen gtdt)0*,en z<lfs Vcrhooging
aangewezen middel niet
voorzien.
delijk spoedig ophanden zijnde overgave van
Carthagena. De opstand der Carlisten daaren
tegen, dit erkende hij, had een zeer beden kei ijk
aanzien verkregen, en maakte eene uiterste krachts
inspanning dringend noodzakelijk. Daartoe deed
hij een ernstig beroep op alle liberale partijen,
om zichlos van eigen lievelings-denkbeelden
te vereenigen tot vestiging eener echt nationale
Republiek, eener krachtige regeering, die ook
dan eerst aanspraak zal kunnen maken op de
erkenning der Mogendheden. Invoering van ver
plicht en kosteloos ondefwijs en algeheele af
schaffing van slavernij en heerendiensten achtte
hij voorts dringende hervormingen.
Olschoon Castelar zich aldus plaatste opeen
standpunt, dat hem den steun moest verzekeren
van alle republikeinen zonder onderscheid, bleek
maar al te spoedig«lat reeds anders besloten
was. Het was vooral Salmeron, de vroegere geest
verwant van Castelar, die de regeering aanviel
en haar verweet ontrouw geworden te zijn aan
hare federalistische beginselenen eene te wel
willende houding tegenover de geestelijkheid tö
hebben aangenomen. Nadat het d bat tut den
vroegen morgen van 3 Januari had voortgeduurd,
werd eindelijk met 120 legen 11)0 stemmen een
votum van wantrouwen uitgebracht, ten gevolge
waarvan Castelar zijn ontslag nam. Ter nau-
wernood had dit plaats gehad of generaal Pavia,
militair Gouverneur van Madrid, eischte van den
voorzitter der Cortes de onmiddellijke ontbinding
der vergaderingmet bedreiging de leden an
ders uiteen te zullen jagen. Eene poging om
Castelar te bewegen alsnog van zijn besluit terug
te komen mislukte en van dat oogenbhk van
verwarring maakte generaal Pavia gebruik om
zich van bet gezag meester te maken. Met be
hulp van eenige gendarmes en arti leristen werd
de veigadering niteengejaagdde staatsgreep
was gelukt en Maarschalk Serrano, de oud-regent
van 18ti9bereid de teugels van het bewind
m handen te riemen. Deze kous zich een Mi
nisterie dit de oucMiberalen (unionisten eu oude
progressisten) en het eersie werk van deze nieuwe
regeeringopgetreden onder uitdrukkelijk pro
test van Castelar en een aantal andere leuen van
de Cortes, was de constitutioneele waarborgen te
schorsen, de wet van 1870 op de openbare vei
ligheid op nieuw van toepassing te verklaren,
en de laconieke verzekering dat, uitgezonderd
eenige schermutselingen te Saragossa en te Val
ladolid, overal rust heerscht en sympathie voor
het nieuwe gouvernement.
In stry 1 met deze laatste verzekering hebben
de gezanten te Brussel te Parijs en te Lissabop
onmiddellyk bj het optreden der nieuwe regee-
ring hun ontslag ingedieud, terwijl de kapiteins-
generaal van Cuba, Porto Rico eir de Pmbppij-
netr, voorzeker ook met wegens hunne ingeno
menheid toet het nieuwé gouvernement, zullen
teruggeroepen worden.
Aan de opstandelingen van Carthagena schijnen
de plaats ge mul hebbende gebeurtenissen weder
Wat meer mo< d te hebben ingebuezemdalthans
is ui de laatste, dagen het vuur van de forten
weder wat krachtiger geworden. Monoues heeft
zijn plan om Bilbao le ontzetten alweder moeteu
opgeven, en zich met zijn leger op nieuw inge-
scueept, thans, naar meu wilnaar Santander,
waar de Carlisten hem opwachten. Wel ecu bewijs
dat Castelar waarheid spraktoen 11 ij verzekerde,
dat de. opstand in het Noorden een bedeukelijk
aanzien had verkregen.
In Duitsohland neemtnaarmate de dag
der verkiezing nadertde agitatie Hand over Iianu
toe en woral slechts alge.wisseld door de berichten
aangaande den gezondheidstoestand des Keizers,
die nu eens gunstiger dan weder minder gunstig
eu ook al als verkieziugsmaiioeuvre Wvi-
den geuezig I. De Ultiamoiitaansche Germania,
die nog al uoog had opgegeven van die ongesteld
heid ontving daarvoor dezer dagen eene ernstige
berisping van de officicuse Nordd. Algóin. Zeil uiig»
De aai tsoisscliup van PosenLeuocuowski, is
op nieuw tot eene geidooete van 2U0ü thlr. ver
oordeeld wegens ou wettige benoeming van geeste
lijken. Aan die herhaalde beboetingen zal weldra
«Hoe men ook over de defensie qoaestie den
ken moge, het bezit van een goed leger is voor
de handhaving van onze neutraliteit in elk geval i
een noodzakelijkheid.” j van
Deze woorden zijn van den tegenwoordigen
Minister van Oorlog, en komen voor in de
memorie van antwoord betreffende de begrooting
voor zijn departement voor 1874.
Een schrikkelijk ding, dat Hoofdstuk VIII!
Als T eens geschieden kondat onze natie kie- goed succes
zen mocht, hoe haar geld uit te geven, voor
Oorlog of voor Onderwijs, -ik geloof stellig,
hoe weinig velen ook ophebben met het besteden
van groote sommen voor laatstgemelden tak "van I mil hoentjesnagei
bestuur, zij er toch nog de voorkeur aan zou j Met geen onderdeel
geven.
Ziet eens aaneen eindcijfer van niet minder
dan 17 millioen gulden! En zijn wij nu beter
in slaat, een eventueeleu vijand van onze grenzen worden
af te houden, dan toen een som van tien millioen i
voldoende was om voor ten jaar den alverslin- 1
der, dat Hoofdstuk VIII, den mond te stoppen?
Helaas! vraagt het aau den eersten den pesten
deskundige, en hij zal u een treurig tafereel
ophangen van hetgeen er kan en waarschijnlijk 1
ook wel zal gebeuren, indien een machtige nabuur
bet eens in Jt hoofd krijgt ons tot een deel van
zichzelven te maken. Zoodat het hoogste punt
van de uitgaven voor Oorlog nog bij lange na
niet is bereikt, en men zelfs hier en daar hoort
mompelen van een normaal eindcijfer van
iets als 23 millioen.
//Mijn liefje, wat wilt ge nog meer?”
Of zijt gijlezermisschien van oordeel dat
de beer Bredius, lid der 2e Kamer, gelijk heeft,
wanneer hij zegt, dat de vrees voor een bui-
tenlandschen vijand denkbeeldig is, dat bij vol
strekt niet gelooft aau annexatieen eenige
krijgsmacht lot handhaving van de inweudige
rust voldoende acht? Helaasl 't Ware te wen-
schen dat de feiten dien Heer in zijn optimisme
bevestigdenmaar laat ons maar eventjes ktj- er iets van weten
ken bij de pas voorgevallen histone van de j
Virginias.... De Unie eischte ouiniddellijke
teruggave van schip en manschappen en wat
daar verder vogde; Spanje kwam met zijn goed
recht voor den dag, uoch.... 't gal geen spier.
Spanje, stuiptrekkend schier onder de rampen
die bet overstelpen, Spanje moest wel toegeven
aan de brutale eisclten van broeder Jonathan,
moest wel zwichten \oor de dronkemans-verunt-
waardiging die //van Canada tot Florida'1 het
gemoed der lieeren Yankees vervulde. Later bleek,
dat Spanje in njn recht Was, dat de Unie zeer
onbillijk was geweestnu ja, de zaak moest nu
maar blijven iusteu, want excuses maken, het
aangedaan onrecht herstellendat zou immers de
nStar-spangled banner van de \ereenigde Staten
bevlekken in de schatting der zeevarenden
Eenmaal ja dan zal, dan moet het bru
taal geueid, ue overmacht van kracht boven
recht, den, dood sterven. Eenmaal zal het be
ginsel van een internationaal scheidsgericht zege
vieren, maar we zijn nog zoo ver met. Nu
alleen kans op laatstgenoemde beëindiging vau
geschillen, wanueer de twee, die ’t met elkander
aan den stok zouden krijgen, ongeveer tegen
elkander zijn opgewassen. Al aar wauneer een bul-
hond en een schoothondje ’t oneens zijn, wee
dan den armen zwakke.
Wijook, wij kannen ieder oogenblik iu een
soortgelijk geval komen, ais waarin Spanje zich
heelt bevonden. De beginselen vau het zeerecht
zijn zoo vreemdsoortig, eu worden zoo wou-
deibaarlijk toegepast, de sympathie van de
mogendheden is zulk een onzeker goed dat
wij, al wilden we nog zoo gaarne, onmogelijk
de wapenen kunnen omsmedeu tol ploegijzers.
Wij moeten, zoogoed als elk ander volk, den
vinger aan den trekker van den snaphaan hou-
zeiden de vaderen, en die geest van manmoe
dig verzet is hij ons niet ingesluimerd. Schenkt
de Hemel ons bij voortduring den vrede, wij
zullen dankbaar die weldaad aanne nendoch
wanneer deze of gene het eens mocht beproe
ven ons weerstandsvermogen te polsendan
wenschen wij gereed te zijn hem een goede ont
vangst te bereiden. Daarom, mijne heeren! wilt
ge miilioenenze zuilen er wel komen, maar
zqrgt dat gij van uw kant er een goed gebruik
van maakt.
Toegegevendat ons land in staal van ver
dediging moet worden gesteld.
Toegegeven ook, dat onze natie met hoop op
een buitenlandschen vijand het hoofd
kan bieden.
Dat zal ons met beletten te erkennendat
we op dit oogenbhk ondanks die lieve zeventien
nagenoeg volkomen weerloos zijn.
Met geen onderdeel van den dienst is het treuriger
I gesteld, dan met de defensie.
Hier liniën van versterking, die, zoonls ze
I thans zijn, gansch onmachtig zouden bevonden
om een krijgsmacht van eenige betee-
I kenis tegen te houden.
Daar vestingen, die niets te beteekenen heb-
I ben, en alleen naaf het schijnt in stand worden
gehouden om de uitbreiding van de hulpbronnen
harer ingezetenen tegen te gaan.
I Elders een oorlogsmateriëel dat bij een mede
lijken aanval slechts voor een gedeelte in de
dringendste behoefte zou kunnenftoorzien.
Voortseen staand leger, welks manschappen
smachtend uitzien naar het oogenbhk waarop
het contract, dat. zij met den slaat hebben ge
sloten, l 1 11
Elders
strijdkrachten, waartoe de minst beschaafden
hun contingent hébben geleverd
de jongelieden uit de meer ontwi
zich door middel vau een handvol guldens heb
ben onttrokken.
Vervolgens en schutterij, die. zeer zeker als
leger te velde een droevige, zoo niet belachelijke
figuur zou maken.
Ten slutte een oorlogsvlootwaarover zijdie
v« icw <au wcteïide schouders ophalen terwijl
degenen die er met over kunnen oordeelenhet
stilzwijgen bewaren hetgeen van iiun zijde nog
het verstandigst is dat zy doen kunnen.
En onder dien toestand die met van vandaag
of gisteren dagteekent, zijn opvolgende ministers
opgestaan eu gevallen; militaire specialiteiten zijn
er over aan het plukharen geraakt, en vdn jaar
tot jaar heeft de natie, zij het dan ook ouder
levendig protest, haar kostelijke millioentjesge
offerd op het altaar der middelmatigheid. v\ erd
er eens een fnssche greep gedaau m den bestaan-
den toestand, zooals bij de behandeling van den
persoonlijken dienstplichtdau hebben de verde
digers van het volkswelzijn zooveel bedenkingen,
dat de voet, gezet op den weg der verbetering,
moet worden teruggetrokken, en de man, die de
toekomst meende te kunnen bebeerscheumet
gelatenheid den hals buigt onder het parlemen
tair slachtmes.
Is de generaal, die thans den moed heeft het
departement van Oorlog te besturen, en wiens
optreden iu het strijdperk der kamerdiscussiën
zulk een iiinken ludruk heelt gemaakt, ook
tot liet lot zijner voorgangers voorbeschikt?
Zal ook hij worden opgeoflerd ter eete van
de Godin r/mdividualiteii,” die door zooveel
Kamerleden wordt gevierd, zullen ouk zijn
piannéu worden doodgepraat door .een meer-
Ucrheid vau «lies door elkander, die zelve met
weet wut zij wil? Wij hopen vau neen.
Wij verlangen vung naai het begin van de
oplossing van het vraagstuk. Men m >ge zeggeu
vrat men wil, de natie is met alket-ngvan net
brengen van offers. Wij Nederlanders, wy zyn
ryk geuoeg om een leger op de been le hel
pen, om onze vestingen in gouden slaat te
krijgen, om geweren en kaïiouueii le koopen.
♦Liever verdronken land dan verloren land,”
Dat Minister ^Veitzel aarzelt, het gewichtig
vraagstuk der plaatsvervanging weder ter hand
te nemen, nadat zijn voorganger er het zeil
voor heeft moeten strijken, is volstrekt niet
onverklaarbaar, ’t Is zelfs een bewijs van tact
te meer, nu Z. Exc. maatregelen heeft geno
men om zooveel mogelijk verbetering te brengen
in het gehalte van het personeel, dat gewoon
lijk als remplaijanten optreedt.
Bij een vroegere gelegenheid hebben wij reeds
als onze meening te kennen gegeven, dat het
Rijk zelt de zorg voor de vervanging der
dienstplichtigen op «ich moest nemen. Wat
ons aangaat, wij houden vast aan onze over
tuiging, dat de verdediging* der onafhankelijk
heid de plicht en het recht is van alle burgers,
i dus dat er eigenlijk van remplaceering geen
sprake moest zijn. Doch, dewijl de tijd voor
I de afschaffing van het thans vigeereud stelsel
nog niet is gekomen, is het dringend noodig
en ook Z. Exc. de Minister van Oorlog is van
dat gevoelen om de nadeelen van dat stelsel
zooveel mogelyk weg te nemen. En dat zou
kunnenindien de te vervangen dienstplichtige
een bepaalde som in ’s lands kas stortte, waar
voor een flink vrijwilliger zou kunnen worden
aaiigeworveu.
iucis, de vrijwilligers loopen tegenwoordig
hard, zal men zeggen. !Jat is zoo, en wij
J van soidy het
is om in het bestaande
tekort le voorzien. Want wat zal het geval
zijh? De kroeghouder, die nu reeds in het
bezit gesteld wordt van een groot deel der sol
dijen, zal er het meest van profiteeren, want,
ieder weet het de heeren krijgslieden drinken
ongeloolelijk veel jenever, en doen zelfs, om
in het bezit van een borrel te geraken, dingen,
die den afkeer voor den militairen stand by
een aantal jongelieden wekken of versterken.
Bij tractementeverhooging zal waarlijk het je-
neverj^bruik niet afnemen.
Neen! wilt gij, mijne heeren! de gele
deren van ons leger bezet zien met flinke jon
gelieden, schenkt dan elk soldaat, die vooruit
wil en vooruit kan, de gelegenheid om tot.,
hoogere, zelfs tot de hoogste rangen le geraken.
Geelt zooveel mogelyk uitbreiding aan het mi
litair onderwijs, verbetert het kazerneleven, die
pest voor alles wal rem en edel is; oefent allen
mogeiijken invloed uit, om de jenever-epidemie,
die ons leger verwoest-, tegen te gaan. Zorgt
dat ook de soldait gelegenheid hebbe, zich te
ontwikkelen als mensch, en de klacht over ge
brek aau vrijwillige verdedigeis van het Vader
land zal weldra minder luide worden aangeheven.
Op deze laatste bijzonderheden zullen wij nog
wel eens terugkomen. He.