ZONDAG 5 JULI
N°. 264.
1874.
WEEKBLAD VOOR DE KRIMPENER-, ALBLASsER-
EN LOPIKERWAARD EN OMSTREKEN.
Gebrek aan Vrijwilligers bij
de Landmacht.
BUITENLAND.
OVERZICHT.
S. W. N. VA!
NOOTEN,
Uit
5iy,_
Deze Courant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag
verzonden. Prys: voor Schoonhoven per driemaanden ƒ0,70.
Franco per post door het geheele ryk f 0,80.
87*/,
Alle binnenlendMibe Advertentie» waarvan de
plaaUiac DB1E MAAI, wordt opgegMlBwarde,
•leohta TWEE MAAL in rekening gebracht.
26 Juni.
7»'/,
96'/»
90'/.
12“/,.
103
SCHOONHOÏENSCHE tOIllNT
14'/.
i»’/l.
91
54’/,
tig, ia zelfs meermalen
>rdt bewoond. De win»
dan ook alles behalve aan*
qutl. f 56 en 3de
rmaassche f4,00 per
he f 12,50, f 13,805
dito Elakkeesche en
ito mindere 19,80
>ciie f 10,75 511,90,
rcUBrabantBche f 10,00
be> Elakkecsche en
50, dito tomer f7,25
he en Orermnasche
f5,40 5 6,30.
f 270 per 2100 kilo.
81’/..
69“/„
588
140
Er is een tijd geweest, toen
beeldde dat
een jongman
101
101'/.
«47/.
»»"/i.
8«'/,
Prys der AdvertentiënVan 1 fot 5 regels ƒ0,50. Iedere
regel meer 0,10. Groote lettere naar plaatsruimte. Inzen
ding franco, en ui terlijk tot Zaterdags-voormiddags ten 10 ure,
de vzaal” loopt,
plank, op zoo-
de hand be
waar elk zijn
1 en links
V/9
241
236
Ö9
99
99%
98*7..
1036
10.*
84
lectie. 7
109. 7
3
5
7
6
6
8
3
3
1TKN.
iep, t geheele gewas,
«r 50 kilo; goeboter
per half kilo; kaas
et., overloopers f 6
dlonuchter* kalve-
3 a 34,00lammeren
i Jammen f 5 5 Ö.ÓO,
töliter; eieren f 3,40
1,60 per ben. Ter
gevoerd 150 partijen
00 a 1,10 per kilo.
n voor Engeland 20
ggen f5512; nueh-
30 f 1,10 5 1,25.
Aangevoerd941
veren34 nuchtere
en, 296 varkens, 91
ct., 2do qual. 68 c|.j
ual. 70 ct.; schapen
voor Londen 47 tot
13
44
126’/.
76»/.
97%
101
101»/.
98%
meratol.
tot 27 Juni: 230
Br half kilo. Ook
ilden per stuk.
11 pC f
2f «0%
3
4
3
3
3
3
816. 5
5
6
5
5
1000. 5
1000. 5
leen. 4}
4
3
0.
aanvoer van vee was
og. Dikke kalfkoeien
200, guiste vaarzen
inchtere kalveren f 8
ents per kilo. Boter
ren f 0,90 5 1,00 de
Puike nieuwe /eeuw-
che f 13,00 5 13,50,
ere en blauwe f 10,10
9.00.
Vlaamsche f 10,50 5
),80.
iwsche en Vlaamsche
f-8,40 5 8,70, Over-
i 8,20; zomer, nieuw*
at f 8,90 5 8,60, ge-
ische en Flakkeesche
feeder f 5,10 5 5,00,
tijd geweest, toen men zich ver-
de eenige eervolle carrière voor
van aanzienlijke geboorte, bij het
leger te vinden was. Dut denkbeeld is versleten:
de geest van onzen tijd heeft andere banen
aangewezenwaarop men kan schitteren. Onze
jongelingschap ambieert niet langer uitsluitend
een kapiteins- of majoorsrang, doch stelt zich
beschikbaar voor betrekkingen die minstens even
respectabel zijn en beter worden bezoldigd.
Daardoor kan de Militaire Academie niet
langer het vereischt getal* officieren leveren, en
heeft men bij de corpseh gelegenheden moeten
openstellen, cursussen moeten orgauiseeren tot
het voorbereiden van uspirant-2e luitenants.
kans op bevordering is veel grooter geworden
dan zij voorheen was.
Deze omstandigheidzou men meenenmoest
juist strekken om de begeerte ,tot vrijwillig in
dienst gaan op te wekken. Toch schijnt dit
niet het geval te zijn.
Nog meer. Nu bijnai onze gansche landmacht
bestaat uit militiens, kunnen de vrijwilligers
er zeker van zijn, dat zij, mits zij zich goed
gedragen en voldoend lager onderwijs hebben ge
noten, in betrekkelijk korten tijd onder-officier
worden. Kortom, de vooruitzichten zijn zooveel
beter getfortlén, dat het verwondering wekt, hoe
zoo weinig jongeliedén uit
gebrek aan vrijwilligers, ’t welk
besproken wordt in menigen kring,
er bij dat hetgeen wij omtrent Ik
leven” zullen zeggen, op persoonlijke ervaring
berust.
gevecht gesneuveld. Dit geschiedde Zaterdag
27 Juni. Vrijdag te voren hadden <de wgöe-
ringstroependoor eene gelukkige verandering
van positie, zich van verschillende belangrijke
versterkingen meester gemaakt; den volgenden dag
zou de beslissende aanval beginnen. Met kracht
werden de vijandelijke position op nieuw aan
getast, doch na een hardnekkig gevecht moest
de rechtervleugel wijken voor het moorddadig
vuur uit de geduchte versterkingen der Carlis-
ten, en dit wijken werd weldra algemeentoen
het moordend lood ook den opperbevelhebber
deed vallen. Gedekt door de kavalerie gelukte
het ter nauwernood den Republikeinen met hun
legertrots Tavalla en Larraga te bereiken. Zij
moesten 9 09 man aan dooden en gewonden
achterlaten, terwijl de Cariisten hunne eerste
positiëu weder innamen.
Geen wonder dat deze treurmare te Madrid
groote verslagenheid teweeg bracht. De minister
van oorlog Zaballa, die zich ook reeds in den
eersten Carlisten-oorlog onder Espartero een
goeden naam maakte, heeft zich dadelijk naar
het leger begeven om het opperbevel over te
nemen. Cottoner is hem als minister van oor
log opgevolgd. De regeering spant alles in om
den strijd met vernieuwden moed te hervatten.
Zij heelt de vorming van een nieuw legercorps
bevolen om in Alava de Cariisten in den rug
aan te vallen en eenig nieuw geschut naar het
noorderleger toegezonden. Voor de Concho zal
een standbeeld worden opgericht, terwijl zijne
begrafenis van staatswege zal plaats hebben.
Tot overmaat van ramp begint Amerika thans
de Virgimus-quaestie op nieuw op te rakelen.
De president der Vereenigde Staten eischt van
de Spaansche regeering eene schadevergoeding
voor het ter dood brengen van een gedeelte der
bemanning.
Intusschen heeft de minister van Financiën
de bcgrooting openbaar gemaakt, die, wat on
der de tegenwoordige omstandighedeu voor Spanje,
wel bijzonder opmerking verdient, met een batig
saldo simt! verschillende nieuwe belastingen
zullen ingevoerd en voor een aanzienlijk bedrag
aan schatkistbiljetten uitgegeven Morden. Of
de inning dier belastingen bij den tegenwoordig
zoo treurigen toestand des lands geen streep
door de rekening zal maken is een zaak, waar
over de regee ring misschien te gemakkelijk is
heengestapt. Ook de belangen van de houders
der schuldbrieven zijn allerminst afdoeude ge
regeld. Doch de toestand van Spanje, met zijn
ministers van een dag, is nog veel te onzeker
om veel waarde aan die planneu te hechten.
Onzeker blijft ook de politieke toestand van
Frankrijk. Penei» voorstel tot organisatie
van de conservatieve republiek is door de com
missie van 39 met 19 tegen 6 stemmen ver
worpen. Om de verwarring nog grooter te ma
ken heeft zij aan eene commissie van drie leden
uit haar midden, u. 1. een Republikein, een
Orleauist en een Legitimist, opgedragen een
voorstel in gereedheid te brengendat niet al
leen de grondslagen eener constitutie bevat,
maar tevens die constitutie regelt. Die con
stitutie moet natuurlijk noch monarchie, noch
repubfiek zijn.
Doch al heeft de commissie van 30 bet denk
beeld eener conservatieve republiek verworpen,
de Kamer is daardoor niet gebonden. Zij kan
zich alsnog met Penen voorstel vereemgeu en,
sinds de Time» een verrassend licht deed opgaan
over de onderhandel mgen indertijd met den
graaf van Chambord gevoerd, waarbij naar meu
wil ook de maarschalk Mac-Muhon betrokken
waszijn de kansen voor de aanneming van
dat voorstel eer toe- dan afgenomen. (Jok de
brief van deu graaf Montalivet aan Casimir
Pener, zal vele leden der rechtermiddenparlij
naar, men wil voor de republiek doen stemmen.
Deze Oiid-Minister onder Louis Philippe ver-
•klaard in dat schrijven, dat de mamiesten vau
den graai van Chambord hem alle illusie om
trent de vestiging eener waarachtig constitutio
nele monarchie ontnamen en hem hebben doen
inzien dat de republiek den eenig mogelijkeu
regeenngsvurm voor Frankrijk ia.
Omtrent de besluiten welke genomen zijn op
hut jongste congres van PrulAlAOhe buachop-
pen te Fulda is nog mets Depailds bekend. Eeu
boven hem staan. En zelfs wanneer het dingen
geldt, die //den dienst” volstrekt niet raken,
dan is gehoorzaamheid de boodschap want
*’k zal je later wel vinden!” is geen ijdele be
dreiging. De gehuwde sergeant-majoor behoeft
geen weigering te duchten, als hij een sold.iat
vrouwelijke bezigheden opdraagt: hij weet wel
dat deze den moed niet heeft zelfs eenigen weer
zin te doen blijken. Elke klachtdie een min
dere zou willen doen toekomen aan den chef
zijner compagnie, moet eerst gaan door het ka
naal van den korporaal, sergeant en sergeant-
majoor: ’t is letterlijk onmogelijk zich rechtte
verschaffen voor de beleedigingeii van een meer
dere. Diegenen onder mijne lezers die als mi
ll tien gediend hebben zullen dat wel eens heb
ben ondervonden.
Om niet te uitvoerig te worden, eindig ik,
ofschoon ik bij lange na nog niet alles gezegd
heb wat over mijn onderwerp te zeggen valt.
Alleen moet ik nog als vergoeding wijzen op
hetgeen in de groote garnizoensplaatsen gedaan
wordt om den soldaten op nuttige wijze gezel
lig verkeer te bezorgen. Goed ingerichte recreatie
zalen waarin voordrachten, tooneelvoorstel!ingen,
muziekuitvoeringen worden gehoudenworden op
verscheidene plaatsen thans aangetrottëuopdat
de soldaat met genoodzaakt zij zijn toevlucht
te nemen tot de verderfelijke kroeg of de be
dompte cauline. Ook geschiedt er meer dan
vroeger voor het onderwijs aan militairenhoe
wel nog lang niet genoeg.
De toestand der soldaten is hier en daar dus
beter dan voor een dozijn jaren. Radicale ver
anderingen zijn echter nog noodigals meu wil
hebben dat de jongelieden den soldatenstand aan
trekkelijk gaan vinden. IIe.
iv. u 5
LÜg. 5
di. 5
ct. 5
I860, f
4. r
5
5
5
6
7
6
6
6
5
M
3
8
el. f
5
5
5
5
00. 5
lezen, indien daarvan nog sprake kan zijn in
een ruimte die door dertig, ia zelfs meermalen
door tachtig personen wordt bewoond. De win
teravonden zijn er
gen aam.
De onderofficierskamers zijn ook al ongezellig
alleen staan er stoelen en is de verlichting beter.
De voeding en ligging der soldaten zijn vol
doende. Klachten daarover zijn in den regel
ongegrond. Wat die. eerste aangaat, kon er
alleen wat beter gezorgd worden, dat door de
leveranciers en de bereiders eerlijk te werk werd
gegaan.
Met de bezoldiging daarentegen is het treu
rig gesteld. Ik heb infanteristen 14 cent in
de vijf dagen zien ontvangen’t is waar, ’t was
in een tijd van duurte van levensmiddelenen
de betrokken persoon had schuld te delgen voor
zijn kleedingfonds. Doch hoe dit zijhij moest
zich met die 14 centen maar trachten te ver
heugen, wel te verstaan als hij er zijn rpoets-
goed”, die geheimzinnige materialen waarmee een
soldaat een deel van zijn leven vult, van be
taald heeft. Geen wonder dan, dat hij allerlei
listen bedenkt om de miliciens eenige stuivers
af te zetten, en daartoe de laaghartigste mid
delen soms aanwendt.
Dan nog de doorgaande toon der kazerne.
Om nu niet eens te spreken van de zedelooze
taal en van de vloeken die er van de morgen
.tot den avond weerklinken, bepaal ik mij tot
de wijze, waarop gewoonlijk de meerdere den
mindere zijn wil doet kennen. Geen spoor van
welwillendheid: alles .even bar; gehoorzamen en
zwijgen of deu bak in! Trouwens, zeifs in
de hoogere rangen hoort men soms bevelen ge
ven op een wijze, welke geen burger, die eerge
voel bezit, zich zou laten welgevallen.
Bij de herren militairen is het regel, dat de
mindere gehbel en al onderworpen is aan dege
nen die in rang, zij het ook maar één trede,
En zelfs wanneer het dingen
Een nieuwe ramp heeft het ongelukkige
Spanje getroffen. Maarschalk de Concho, de
bekwame aanvoerder, wien het gelukt was de
oude tucht en moed bij het bpaansche leger
weder te verlevendigen is, nadat bij de Cariisten
uit hunne eerste versterkingen had verdreven
eu Estalla reeds naderde, in de hitte van het
»Er is steeds een nationale militie, zooveel
mogelijk samen te stellen uit vrijwilligers oin
te dienen op de wijze in de wet bepaald.”
nBij gebrek aan genoegzame vrijwilligers wordt
de militie voltallig gemaakt door loting uit de
ingezetenen.” (Grondwet Art. 180 en 181a.)
De toestand wordt gaandeweg zóódat bij
het bepalen der getalsterkte van onze levende
strijdkrachten te land, op vrijwilligers niet meer
kan worden gerekend. Óndanks het aanbieden
van handgeld en uitzioht op bevordering, ko
men weinigen meer opdagen. De kaders kun
nen niet Worden aangevuld, in weerwil van de
jaarlijksche oogsten van korporaals, die door
het Instructie-bataillon te Kampen voor de In
fanterie en de Instructie-Kompagnie te Schoon
hoven voor dc Artillerie aan de legers worden
toegevoegd oogsten trouwensdievooral wat
de infanterie aangaat, aan het afnemen zijn.
Zelfs de vacante plaatsen aan de Militaire Aca
demie worden niet vervuldonze jongelieden van
goeden huize schijnen bij lange na niet meer
zoo verlangend naar een ofiicicrsplaats als voor
heen.
Zoodat de boven aangehaalde grondwets
artikelen er beginnen uit te zien als een doode
letter, en wij, doch niet uit vrije keuze, er
weldra een Zwitsersche leger-organisatie op zullen
moeten aanschaffen. Wanneer.de zucht tot vrij
willige indiensttreding blijft verminderen in de
zelfde mate als zulks de laatste tien jaren het
geval is geweest, dan zal men' spoedig kunnen
decteteeren Nederland heeft geen staande armee
meer.
Of wij ons over dit verschijnsel nreten be
droeven, valt moeielijk te zeggen. In Zwit
serland heeft men niet anders dan volksmilitie,
en ’t gaat er ook goed. Engeland bezit groo-
tendeels vrijwilligers en ’t leger is toch zoo
slecht mogelijk ingericht eu volstrekt met op
de hoogte vau dat der overige groote mogend
heden hetgeen in *t voorbijgaan gezegd
geen het minste.nadeel nog gedaan heelt aan
't welzijn van Bnttannië. Eveneens zullen wij
in ’t midden laten, of, omgekeerd, hetzelfde
verschijnsel ons misschien stof tot blijdschap
zou moeten geven. Alleen wenschcn wij na te
gaan, «elke de redenen kunnen zijn van dat
gebrek aan vrijwilligers, *t welk nog al vaak
f. Wij voegen
iet //soldaten
plaats machtig
den rand der krib, zijn ration orberen.
h ik ga niet voort met die beschrijving:
velen mijner lezers zijn er genoegzaam mee be-
Ik voeg er nog bij, dat het licht (gas
genoopt gevpeleu een .plaats te vragen in de
gelederen.
Daar staat tegenover, dat de eigenlijke es
prit militaire niet in ons volkskarakter ligt.
Wij twijfelen er niet aan, of elk Nederlander
zou zijn leven veil hebben wanneer het er op
aankomt den vaderlandschen grond te verdedi
gen,maar zijn leven te wijden aan //den dienst0
in vredestijd, daar bedankt men vrij algemeen
voor. Als er nog vrijwilligers komen, dan be-
hooren zij tot de lagere volksklasse: ’tis een
groote zeldzaamheid als een jongen die wat ge
leerd heeft uit vrije.keuze soldaat wordt de
gelegenheid te Kampen eu te Schoonhoven na
tuurlijk daargelaten. Men zou haast zeggen: de
leuze van onzen tijd is: nuttig zijn, arbeiden*
produceeren, en wie soldaat wordt kiest zich
een werkkring die in dit opzicht geen werk
kring heeten mag. r’t Is waar,” zei mij nog
onlangs een jongen die als opperman een sober
bestaan won, //’t is waar, als ik soldaat werd
zou ik het veel beter hébbenen heel wat gc-
makkelijker ook, dan thans; doch nu doe ik
ten minste nog eenig nut; trok ik den mili
tairen rok aan, dan was dat niet zoo.” En ik
geloof, dat velen er zoo over denken.
Indien dus den militairen gelegenheid gege
ven werd om door arbeid wat te verdienen en
nuttig te zijn, om alzoo de verveling te over
winnen die aan het kazerneleven zulk een
treurig karakter geeft,om den ledigen tijd
te vullen, die zooveel aanleiding geeft tot uit
spattingen en andere verkeerdheden, dan zou
er reeds iet* zijn gewonnen. Waarom toch zou
er bij het bouwen en herstellen van fortificatiën
bij voorbeeld niet meer gebruik kunnen gemaakt
worden van de werkkracht, dier jeugdige man
nen, die de beste jaren van hun leven zitten te
verluieren Ik geloof dat zij er meer genoe
gen in zouden vinden dan in de alledaagsche
excercitiën, marschen, inspectiën, en wat dies
meer zij die wel is waar onmisbaar zijn maar
die wel wat konden worden besnoeid ten bate
van meer degel ijken arbeid.
Lr is nog meer. Een jongeling treedt in dienst
en wordthetzij na deel uitgemaakt te hebben
van het Instructie-bataillonhetzij langs den
gewonen weg, onderofficier. Toch zit hij, of
schoon zijn positie zoo slecht niet is, te snak
ken naar het oogenblik waarop zijn diensttijd
zal zijn verstreken, en het denkbeeld, zich op
nieuw te engageeren, beschouwt hij als de grootste
dwaasheid van de wereld. Zal zijn toestand dan
zooveel beter zijn wanneer hij zijn paspoort in
den zak heeft Och neen hij zal zich scha
ren onder de evergroote menigte sollicitanten
naar de eene of andere betrekking bij spoorwe
gen of particuliere administratie, om, als hij
lang genoeg gewacht heeft of misschien zich in
het genot van een ^kruiwagen” mag verheugen
nog vrij sjofel door de wereld te komen. Toch
nog liever dit dan langer in dienst blijven 1
Dat zit ’em hoofdzakelijk in de levenswijze
der soldaten. Zij hebben geen thuis om zich
een weinig op hun gemak te gevoelen moeten
zij de poort der kazerne uit. Want, beschouwt
eens met eenige aandacht de huisvesting
der soldatenmoet gij met ten volle erkennen
dat die hoogst ellendig is? Gij treedt een der
kamers binnen, ’t Is een grout vertrek met
deels gewitte, deels gekoolteerde muren. Aan
’t eene einde staat het geweerrekaan ’t andere
een ruwe houten tafel een ontzaglijk zware
plank op een even massief onderstel met twee
banken. Over de lengte van
aan den zolder hangende, een
danige hoogte dat men hem met
reiken kandat is de broodplankwau
dagelijksch ration neder legt. Rechts
scharen zich de ijzeren kribbenwaarboven voor
elk der bewoners een open kastje tot berging
der kleedingstukken. Er is niets gezelligsmets
aantrekkelijks: gewoonlijk zijn de zitplaatsen (op
de banken) ontoereikend voor het getal bewo
ners, zoodat men des middags bij den maaltijd
harddraaft of vecht om een plaats machtig te
worden; anders moet men staande, of zittende
op c1
Doch ik
wondering wekt, hoe *c,eu
de burgerklasse zich kend.