1874.
ZONDAG 4 OCTOBER.
N°. 277.
WEEKBLAD VOOR DE KRIMPENER-, ALBLASSER- EN LOPIKERWAARD EN OMSTREKEN.
L
De eerste kennismaking.
n
BU1TENLAND.
OVERZICHT.
SCIOimOVENStlE COURANT
i
van
Deze Courant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag
verzonden. Prijs: voor Schoonhoven per driemaanden f 0,70.
Franco per post door het geheele ryk 0,80.
Prijs der AdvertentiënVan 1 tot 5 regels /0,50. Iedere
regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzen
ding franco, en uiterlijk tot Zaterdags-voormiddags ten 10 ure.
99‘/8
94
1058
109
92>/.
be-
uu
«71.
242
234»/,
997„
veel,
7
7
3
6
7
6
6
8
3
3
5
5
5
6
7
6
6
6
5
8
8
5
5
5
5
4
8
f
5
5
5
5
t
l5Vs
948/4
60
33i/8
ÖO1/,
257,
267,
607,
pUatMBf DBIE MAAL wordt opgegevra, worden
■lechti TWEE MAAL in rekening gebracht.
öcp*.
«71.
94
1’7.
127),
45'’/,.
1017.
817.
80*/,
88
IK il
j>C 24 Sept.
I Z»A1
a*
4
8
3
8
3
5
5
5
5
5
5
5
101
1017.
4’ 957,
82H/18
71»/4
291
286
63»/8
63u/i«
667,
66
600
146 »/4
617»
14
447s
143
807i,
97n/ie
997,
101
»878
De nieuwe minister kwam dit jaar met een
niet minder rozekleurig verslag. De inkomsten,
de opbrengsten der belastingen, overtroffen in
de laatste jaren steeds de raming. Maar bui
ten de gewone jaarhjksche bijdragen -van ruim
10 miliioen, die lndië ons geeft, zouden wij
uit die kolonie voor buitengewone uitgaven nog
wel moeten putten. De Indische begroetingen
hebben in de laatste jaren, gelijk onze lezers
weten, overschotten opgeleverd en uit die over
schotten wil de Minister de 4 miliioen nemen,
welke in het jaar 1875 voor onze vestingwer
ken zullen besteed worden. Niet alsof zijne
excellentie dat potje nu maar steeds te onzen
behoeve wil gebruiken. Neen, de bestemming
van het meerdere zal later bij de wet worden
bepaaldmaar over het gebruik dier 4 miliioen
wil hij thans reeds de machtiging ontvangen.
Eindelijk verklaart de Minister nog eens,
niet reeds dadelijk een greep te willen doen in
het bestaande stelsel onzer belastingen, maar toch
van de noodzakelijkheid eener herziening, be
paald ter verhooging van het bedrag der in
komsten, overtuigd te zijn.
Kalm en tevreden maakte ook deze millioe-
nenspeech over het geheel. Maar ernstig zal
waarschijnlijk bij de behandeling der begrooting
menig kamerlid er tegen protesteerenernstig
moet er althans tegen worden geprotesteerd, dat
uitgaven voor den bouw onzer vestingen uit de
Indische baten worden voldaan, zoolang niet
gebleken is, dat het moederland zelf die kosten
met dragen kan. lndië heeft zelf te veel be
hoeften, dan dat het niet zelf op eene ruime
aanwending dier overschotten in zijn eigen
lang aanspraak zoude mogen maken. Werd
voor lndië veel, zeer veel gedaan, dan zoude
Linnen berus-
Anders dan wij met vele organen der pers
in Frankrijk meenden te mogen verwachten,
is de verkiezing in Maine et Loire uitgevallen
ten gunste van den republikeinschen candidaat.
Deze verwierf 51.000 stemmen tegen 48.000
welke op dien der regeenng werden uitgebracht.
Bij de eerste stemming brachten de republikei
nen 16.000, de voorstanders van het Septennium
26.000 en de Bonapartisten 25.000 stemmen
uit, zoodat de eerstgenoemden werkelijk vooruit
gingen en laatstgenoemden vereenigdniettegen
staande de regeering ook ditmaal hare maatre
gelen genomen had3000 stemmen verloren.
De nederlaag der regeering is thans volkomen,
dank zij de houding der legitimisten, die zich
ditmaal waarschijnlijk getrouwer dan de eerste
maal van stemming onthielden. Bonapartisten
en voorstanders van het Septennium schijnen
voortaan bij herstemmingen tegen republikeinen
samen te zullen gaan. Is dit voor de regee
ring ontegenzeggehjk een teeken van zwakte, de
Bonapartistische partij vaart er wel bij. Zij ziet
hare candidaten reeds van regeeringswege aan
bevolen, zooals in Pas de Calais en komt er
in hare organen rondweg voor uit, dat het
Seplennium inleiding voor het keizerrijk zal zijn.
Ook de naderende verkiezingen voor de Alge-
meene raden, waatvan de leden voor de helft
moeten aftreden, vindt de Keizerlijken op hun
post. Naar het zich laat aanzien zal de strijd
weder hoofdzakelijk tosschen hen en de Repu
blikeinen loopen legitimisten worden slechts
enkelen genoemd en de Orleauisten komen bijna
gansch niet in anmerking.
De openbare tegenwerking, die de candidatuur
van Prins Napoleon voor Corsika van de zijde
der exkeizenn ondervindtheeft eerstgenoemden
aanleiding gegeven tot het richten van een ma
nifest aan zijne kiezers, dat wij belangrijk ge
noeg achten om in zijn geheel medetedeelen.
Kiezers,” zoo luidt het stuk, «toen voor 26
jaren geleden de ballingschap van ons geslacht
ten einde was, heb ik mij ir. dezje stad geves
tigd. Ik heb die plaats nooit verlaten. Als
vertegenwoordiger der natie, als lid van den
Algemeenen Raad, altijd hebt gij mij toege
juicht. Zulk eene en zoo langdurige eensge
zindheid van kiezers en gekozene is zeldzaam.
Sedert 3 jaren vertegenwoordig ik. u in den
Algemeenen Raad, wiens voorzitter ik ben. Ik
Wij hebben indertijd onze ingenomenheid
in de gegeven omstandigheden met de optre-
ding van het tegenwoordige ministerie niet ont
veinsd. Nu op hervorming van het kiesrecht en
in verband daarmede op kamerontbinding geen
uitzicht bestond, wenschten ook wij aan het lan
ger voortkwijnen der liberale partij als regeerings-
partij een einde gemaakt te zien en hoopten wij
van een conservatief bewind, in verzoenenden
geest samengesteld, een herstel van het politiek
leven in Nederland.
In verzoenenden geest.
De voorteekenen waren gunstig, zoodra het mi-
nistneel lijstje bekend werd >eu menigeen zag uit
naar de eerste kennismaking, in de hoop, dat de
voorteekenen waarheid mochten gesproken hebben.
Drie perioden heeft nu die tijd der eerste, zij
het dan ook korte, kennismaking reeds gehad
de troonrede, de aanbieding der begroeting en de
behandeling van het adres van antwoord.
Over elke dezer perioden een enkel woord.
Wel is waar spreekt de koning zelf de troonrede
uit, maar toch eischt de constitutioneele regee-
ringsvorm, dat die rede den geest ademt, waarin
Zijner Majesteit* Ministerie van hetoogenblik voor
nemens is te besturen.
Hoofdtoon in die rede nu was: tevredenheid
over den toestand van het land en zijne kolo
niën, en de wensch om enkele belangrijke hervor
mingen reeds nu tot stand te brengen, doch om
zich over meerdere te beraden.
Tevredenheid met den maatschappelijken toe
stand des lands en der koloniën. Dus geene po
gingen om de laatste ministeneu van eene andere
richting hard te vallen, of te beschuldigen, zelfs
geene afkeuringen meer over den oorlog met
Atchin.
De belofte om op elk gebied van het staats
leven met hervormen voort te gaan. Geen weidsch
programma, dat toch niet uit te voeren zoude zijn,
maar de aankondiging van ernstige overweging van
vele punten, die men niet dadelijk wilde ter hand
nemen, doch die eenmaal ter hand genomen zou
den moeten worden.
Zoo maakte de troonrede een kal men indruk.
Een juichtoon mocht worden ontlokt door het
vooruitzicht dat men weldra eene wet op het
hooger onderwijs bezitten zoude; veel te jube
len was er anders niet. Aan den anderen kant
was er evenmin stof tot treuren. Geen stof
tot treurenomdat de clericalen in de troonrede
te vergeef» zochten naar concessiecn aan hunne
begeerten. Wel werd gezegd, dat ernstig zoude
worden overwogen, in hoever ook de andere
takken van onderwijs wettelijke herziening be
hoefden maar in geene bepaalde richting werd
hier iets beloofd, geene verwachtingen ten na-
deele onzer openbare school werden hier opge
wekt. Daarbij geen stof tot treuren, omdat,
al had de minister nog geen plan tut herzie
ning der belastingen gereed en wie koude er
nu reeds een van hem vergen toch de over
weging van een plan werd toegezegd.
Kalm en tevreden. Zoo was de eerste recep
tie. Zoo was de stemming der regeering, zoo
was de stemming bij de meerderheid van hen,
die de troonrede hoorden of lazen.
Toen kwam het 2e tijdperk: de aanbiedir"
der staatsbegrooting door den Minister van L.-
nanciën.
Ook hier hetzelfde verschijnsel.
De Minister van het vorige jaar had eene
zeer lichte schilderij van onzen geidelijkeu toe
stand opgehangen en bad bet groote nieuws aange-
kondigd: «Nederland kan weder voor het eerst zijne
gewone uitgaven uit zijne gewone inkomsten be
strijden; alleen voor de buitengewone uitgaven is de
hulp van lndië noodig.”— Dat was waar, maar te
recht werd destijds opgemerkt dat zoovele vroeger
buitengewone uitgaven langzamerhand gewone wer
den eu dat het moeilijk meer aanging, de uit
gaven voor den aanleg van spoorwegen of andere
groote openbare werken, alsook de kosten voor
's lands verdediging buitengewoon te noemen.
ispraak zoude mogen maken,
xudië veel, zeer veel gedaan,
men wellicht in de 4 miliioen kum
ten. Maar zoover is het nog niet.
Eindelijk kwam de derde periode der ken
nismaking: de behandeling van het adres
antwoord.
Kalm en tevreden zoude men ook hier kunnen
zeggen. Immers er werd weinig gesprokennog
minder gestreden. Maar de kalme oppervlakte
zeide hier met genoeg. Het is iu den laats ten
tijd gewoonte geworden, dat bij de behandeling van
het adres van antwoord met veel wordt gede
batteerd, dat dit worde bespaard tot aan de
beraadslaging over du begrooting. Toch.iudieu
aan de Kamerleden al te veel op bet hart ligt,
kan dat ook hier moeilijk bedekt worden ge
houden. Dat bleek reeds het geval met den
Graaf Var. Znylen, die gaarne wilde weten wat
de Minister Heemskerk beoogde omtrent eene
wijziging der wet op het lager ouderwijs. Blijk
baar wilde de Graaf zijnen vroegeren ambtge
noot dwingen naar de zijde der van ouds be
kende schoolwet-agitatie'.
Veel voldoening had de spreker echter niet,
gelijk hij zelf verklaarde. Laat ons ifl de eerste
plaats zorgen voor het hooger onderwijs, had
Mr. Heemskerk gezegd. Onder het andere on
derwijs, dat wettelijke herziening eischt, behoort
ook het lagere en ook van liberale zijde is wel
op herziening der wet van 1857 aangedrongeu.
(De Minister bedoelde hier de bekende wenseben
naar verhooging van het minimum der onder-
wijzers-tractementen enz.) Reden genoeg om
eene herziening bij de wet te overwegen.
Grondwetswijziging zal echter met worden voor
gesteld en evenmin zal het hoofdbeginsel der
wet in zoover worden aangerand, dat de open
bare school niet zal blijven neutraal.
Was de heer Van Zuylen met voldaan, ook
aan de andere zijde konde men het slechts
half wezen, en had men wellicht een perti
nenter antwoord ten gunste der openbare school
gewensebt. Maar veel stof tot vrees is er toch
niet, vooral met, nu de Eerste Kamer onze
lezers zullen het hebben gezien iu haar ant
woord eene zinsnede Hebben ingelascht, waarbij
zij verklaarde, altijd zich te zuileu verzetten
tegen eene wijziging der schoolwet, waarbij het
hoofdbeginsel dier wet werd aangerand. Buiten
den heer Van Zuylen sprak geen ander over
dit punt. Eensdeels mag hiertoe hebben geleid
de gewoonte, om bij de behandeling van het
adres niet veel te zeggen. Stellig kwam daar
nog iets bij. De Minister had in ieder geval
den bepr Van Zuylen en zijne geestverwanten
S. W.rN. VAN JSTOOTEN,
Uitgevers.
I
niet voldaan. In plaats van hem nu te nopen
tot duidelijke verklaringen, waardoor hij zich
konde binden, zoude men beter doen hem den
tijd te lateu van beraad en hem langzamerhand
meer en meer te dringen naar de zijde aan
welke hij zelf ook eenmaal stond: der onver
arderlijke handhavers van de godsdienstiooze
openbare school.
Een enkel woord viel bovendien voor over
de financiën, waarbij de Minister Van der Heim
zijne belofte, om de herziening van het belas-
tiigstelsel ernstig in overweging te nemen, her
haalde.
Bij de begrootingsdebatten zal zeker meer
voorvallen en meer blijken.
De eerste kennismaking echter heeft reeds
zooveel doen zien, dat van beide zijden do>
ernstige begeerte bestaat, om in het belang van
het land in gemeen overleg werkzaam te zijn.
Daarbij heeft ze doen blijken, dat de regeering
bij bet aanvatten der wet op het lager onder
wijs, zich wachten moet de tradition der neu
trale school te miskennen en dat de regeering
die zelve gevoelt. Eindelijk heeft zij doen uit
komen, dat een der eerste zorgen der regeeriug
binnen niet te langen tijd uoodzakelijk moet
gewijd zijn aan de herziening van bet stelsel
onzer belastingen, eene herziening waardoor de
nationale rijkdom van Nederland meer produc
tief zal word»n gemaakt voor de belangen der
schatkist en waardoor die schatkist meerdere
onafhankelijkheid zal erlangen van de opbreng
sten der kolonie, die zelve zoovele behoeften
heeft, waarin te voorzien is.
De regeering zal alzoo> moeten worden' ge
steund en tegelijk gestuurd. Zij zal dan veel
kunnen uitrichten.
mep, schil, f 23
i kilo; goeboter
half kilo; kaas
verloopers f 8 A
ichtere kalveren
17 a 20; aardap-
0 per hectoliter;
per hectoliter,
alhier gehouden
0 partijenprijs
J 27,00.
e vorige weken,
r aan voer. Goe-
,35 per kilo.
oor Engeland 22
f6K14. Wol-
ivoerd: 1 paard,
ren, 5 nuchtere
21 varkens, 253
2de qual. 60 ct.
70 et.; schapen
Londen 47 tot
1. f 67 en 3de
rmaassche f 4,00
uunsche f 9,50
mwe Flakkeesche
mindere f 8,50 4
f 11,25 11,00,
9,50 i 11,00.
ia 8,00 i 8,50,
jora-Brabantscbe
Flakkeesohe en
ito mindere f6,30
o mindere f 6,00
re f 3,00 4,50.
sche f220 K 225
euwsche f 8,70 i
8,80.
aanvoer van vee
1 echter niet meer
lager prijzen op-
260, minderequal,
hokkeling-stieren
kele nuchtere dito
ito, die voor Ea
rn van 6 b 8 weken
i 45 ct. per week
1,18 k 1,94 p. k.
1B.
jarige Zeeuwsche,
a 1L10, mindere
10 i 10.00goede
8,20, Zomer-
laamsche f 7,80
vraag u thans mijn mandaat te vernieuwen. Ter
wijl ik alle toestanden eerbiedig, sta ik ten
doel aan den haat en den laster van hen,
wier rampzalig gedrag het keizerrijk ten gronde
gericht en de rampen van Frankrijk veroor
zaakt heeft. Zij gaan zóóver van een tegen
stander uit mijne bloedverwanten tegenover mij
te stellen. Ik wijs op dit gedrag zonder mij
te verwaardigen het te beoordeelen. Gij kent
mij allen. Gij kent de gevoelens die mijn va
der u toedroeg eu die hij mij heeft nagelaten.
Als zijne erfenis heb ik uwe genegenheid verkre
gen. Als vertegenwoordiger des volks in 1848, als
eventueel opvolger voor den eersten troon der
wereld onder het keizerrijk, thans als burger,
nooit ben ik veranderd. Ik heb de vrijheid lief,
ik verdedig de rechten des volks en ik tracht
het verbond der democratie met den naam van
Napoleon te vestigen. Als neef van Napoleon I,
als neef en oprechte vriend van Napoleon III,
roep ik uw oordeel over mijne tegenstanders in
en verwacht ik met vertrouwen uwe stemming.”
Men ziet hieruit, dat de Tamilie Bonaparte nog
niet verleerd heeft om met groote woorden te
schermen, als het te pas komt.
De koloijel Stoffel beeft, naar het voorbeeld
van Bazaine, mede een bijdrage geleverd tot ken
schetsing van den ontredderden toestand van het
oorlogsmaterieel tijdens den Fransch-Duitschen
krijg.
Als Thiers op reis gaat, wordt hij bijna overal,
waar hij zich ophoudt, ontvangen met ovatiën
en speeches, die al meermalen aan een ambtenaar
en thans weder aan de maire van Viziile zijne
betrekking kostten. In Italië zelf laat men liem
niet met rust. Te Turijn werd hem duor de jon
gelingschap een adres aangeboden, waarop bij wel
willend en breedvoerig antwoordde en tevens ge
legenheid vond als echte Franschman de Fran-
sche beschaving aan te prijzen. De onveilige toe
stand in Italië bepaalt zich thans met meer alleen
tot Sicilië, ook de stations van den spoorweg
tusschen Civita Vecchia en Livorno zijn alle
met troepen bezet wpgens onveiligheid van den weg.
De Duitscll-DoonBChö quaestie is zoo goed
als geheel doodgebloed, zoodat de bewering der
Duitsche bladen, als zou er volstrekt geen quastiu
bestaan hebben, veel schijn van waarheid heeft.
Zuo is het ook met het sensatie telegram uit Ko
penhagen, in het vorig nommer medegedeeld,
waarbij Rusland* houding iu de Spaansche
erkenning* quaestie en de beruchte brief aan Don
Carlos werden in verband gebracht met een toe
leg van Duitschland om Denemarken tot toetre
ding in den Duitschen bond te nopen. Terwijl
toch tot nu toe alleen de Duitsche en Oosten-
njksche ofiicieuse organen verzekerden, dat Rus-
lands weigering om de Spaansche regeering te
erkennen enz., niet het minste afbreuk deed aan
den zin tot overeenstemming tusschen de drie
natiën in alle gewichtige aangelegenheden, stemt
thans ook het Journal de Petersbourg daarmede
geheel in. Dit is nu wel geen bewijs, dat die
overeenstemming mets te wenschen overiaat, doch
maakt althans een toestand van spanniug on
waarschijnlijk.
Het voornaamste nieuws uit Spanje bepaalt
zich tot het bericht, dat eene meer krachtige
operatie tegen de Carlisten wordt voorbereid.
Eemge wijzigingen in het opperbevel zullen daar
mede weder gepaard gaan. Serrano zal bet com
mando over het leger in bet centrum op zich
nemen en generaal Pavia door Jovellar vervan
gen worden. Voorts hebben er verschillende
kleine schermutselingen plaats gehad, waarbij,
zooals gewoonlijk, beide partijen zich de over
winning toeschnjven. De invoer van wapenen
van de zeezijde schijnt nog óp groote schaal
plaats te hebben, niettegenstaande -de regeering de
Spaansche havens blokkeert. Niet minder dan 26
schepen uit Engelsche, Belgische, Nederlandsche
en Duitsche havens en bestemd naar de Spaan-
sche kust, zijn gesignaleerd.
De strijd tusschen blanken en negers in som
mige streken van de Veroenigdo Staten
van Noord-Amerika duurt nog altijd voort.
Terwijl zij in New Orleans spoedig onderdrukt
was, duurt de opstand in Alabama nog altijd
voort.
Thans reeds begint men zich voor te berei
den op een strijd van geheel anderen aard,