1875. N°. 313. ZONDAG 13 JUNI. LOl’LKERWAARD EN OMSTREKEN. WEEKBLAD VOOR DE KRIMPEN ER-, ALBLA8SER- EN *1 Bekendheid met Indië. FEUILLETON. Lotje. BUITENLAND. OVERZICHT. i I. s. 100. 5 7 169. T ijver. tn Karei. 13’/4 59‘/4 97‘/e 1027, 97 99 1017, 967. ons volk een onbekende groot- H—e. All* WaMMiiaadaotM AdWrUatitn waarvan da plaataing DRIE MAAL wordt opgegeren, worden •lachta TWEE MAAL in rekening gebracht. 85 18'/. 16‘/, ??7. 55 15'/. -„dijken bij de nog den :n. Ach, hart tracht •rgeefsch. grijsaard 1 uggen L-u, 29,00, J naar wiet erf 1,15 4 1,5 liggen voor Engel—u dito f 5 i 14nu:L‘ 18. :r kilo. ini. Aangevoerd: 1012 reren,18 nuchtere kal- ren, 269 varkens, 194 90 ot., 2de qual. 66 ct,; qual. 80 ct.; schapen voor Londen 48 tot 571. 267 239 7- IOO7; 100 7. 100 7- 967, en 3de Deze Courant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag verzonden. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70. Franco per post door het geheele rgk f 0,80. W‘/U 1008 109 1»W COURANT 4 Juni. »‘:/l S;: 5O’/B 103 81 - 9i 7, 102 lOP/4 «3*71. 71 997, 99»/4 175 339 7, 329 62 617, 657» 657). 281 597 HJ7. ö5»/4 417, 134 —Nov. 5 r.Aug. 5 —Juli. 5 Oct. 5 50, 1854. f 19, 1860. 864. 6 5 6 7 5 6 6 6 6 5 4< 3 3 indeel. f i. .5 00. .5 5 5 •t. 100. 5 ik. >1. S. W. N. VAN NOOTEN, Uitgevers. zelf» in kringen waar men nu en dan zooge naamd politieke gesprekken hoort, staat men soms verbaasd over de zotte wijze waarop de lieden doorslaan, als er van Indië gerept wordt de meest onbegrijpelijke dwaasheden geeft men er elkander niet zelden te slikken. De gewone courantlezers, zelfs zij die de verslagen der kamer zittingen heeten «/bij te houden”, slaan eenvoudig die gedeelten over, waarin van Indië sprake is. Ie qual. f55 S-eeuwsche f 8,40 a aassche f 8,20 A 8,80, uwsche f 7,50 a 7,80, en Noord-Brabanrscbe iche, Flakkeesche én ,40, dito mindere f 6,30 0, dito mindere f 6,00 f 5,20 k 6,20, lange en !50 h 255 per 2100 kilo, n Zeeuwsche f 3,80 a soorten f8,40 A f9,00. des gr bij te Mei Lotjes Gelijk in de donkere dagen van oorlog schoone, groene wouden worden verbrandboomen verwoes- ten<knedervallen in bloeiende tuinen, kruid, bloed en vlammen lachende beemden verandei des doodsstofwolken en ontplofili““ verduisteren en het vogelkoor versclir., om voor het lieflijk gezang uit bosch en v< in plaats te geven dan jammer dompelde ook de treurmare van lachend gezin der Vijvers ii Van grootvader tot L— loos. Lotje weende, op haar k schoot gezeten, als een kind. was er diep van getroffen en Lotje even hartelijk als algemeet die tot na het trouwen zou ge versteend daar neder, o Welk deze blijde harten. Welk een rondwi in Lotjes liefelijke lente, die heel bad CITIM, pC, «4 627, 8 4 3 3 3 8 3 J en 1816. 5 5 iMióoo’ 5 4/1090. 5 1 2e leen. 4| 947, 1.867/69. 4 I. .3 5 5 5 f kruid, bloéd lieren in valleien Hogen de zon ais inkt doen zwijgen relden mets en geween, zoo Kareis dood het irs in den diepsten rouw. Daniëlla waren allen trooite- knieën aan moeders Het geheele stadje de deelneming met en. De oude tante, gebleven zijn, zat al» een verwoesting in raren van den dood baar hart vervuld Slot Volgt, Wanneer wij hoorden spreken van een gezin, dat aanzienlijke inkomsten geniet uit een land bouw- of handelsonderneming, uit een fabriek of iets dergelijks, maar welks leden nagenoeg ge heel onbekend zijn met den aard van de inrich ting die hun rijkdommen doet toevloeien, dan zou dit verschijnsel ons zeker vreemd voorko men. De zonen des huizes behoeven wel niet allen tot in de kleinste bijzonderheden op de hoogte te zijn van de zaak in qunestie, ten minste voor zooverre zij niet eenmaal zelf met de bestu ring zullen worden belast, maar wij verwach ten toch dat de anderen, zij het dan in hoofd trekken, er mee bekend zijn; en we zouden het onverantwoordelijk vinden, indien het wel en wee dier zaak hun onverschillig was, of indien zij er zich van afinaakten met een hooghartig schou derophalen en met de betuiging dat zij er niets mee te maken hebbeu. Onze betrekking tot Indië is veel inniger dan die van een huisgezin tot de bron van haar wel vaart. Maar al ware dit laatste niet het geval, dan nog zouden we recht hebben het een treu rig verschijnsel te noemen, dat ons volk over het algemeen van Indië zoo weinig afweet. Waarlijk, het zou er met ons vaderland treu rig uitzien, indien we Indië niet hadden. En dit zeggende, denken we niet eena in de eerste plaats aan de zoogenaamde rrechtstreeksche In dische baten”, aan de vele millioenen, gedurende bijna een halve eeuw door het cultuurstelsel af geworpen, aan de wijze waarop de schatten van Indië onze financiën voor ondergang hebben be hoed en ons iOf staat gesteld, om zonder iee- ningen grootsche en kostbare publieke werken tot stand te brengen. We laten dat alles buiten beichouwing, omdat klaarblijkelijk de dagen van het cultuurstelsel zijn geteld, en wij binnen een niet al te uitgebreid tijdsverloop over dat stelsel even onbevangen zullen kunnen oordeelen als we nu doen over het regeeringsbeleid van de voor malige Oost-Indische Compagnie: zoodat geen partijzucht ons dan meer kan weerhoudenvan dat stelsel te spreken als van een verouderde in stelling, die op den duur niet houdbaar was, dewijl zij op een onzuiveren bodem rustte. Neen, waar wij Indië voorstellen ais onmisbaar voor den bloei en de welvaart van vaderland en volk, daar houden wij meer bepaald- het oog ge vestigd op de indirecte voordeelen, die het bezit dier rijke koloniën afwerpt voor handel, scheep vaart en industrie. Als het cultuurstelsel den weg is gegaan van alle kwijnende instellingen, en derhalve opgehouden heelt ons zijn baten,hetzij in den vorm van afwisselende saldo’s, hetzij als rvaste bijdragen” toe te zenden, dan zullen de indirecte winsten bij toeneming voortgaan ons land te verrijken niet alleen, maar ook aan In- (Vervolg van No. 312.) we, zeide Vijverzijn vrouw met verstand- ntiende. «n aanvoer van onge il weder flauw gettetnd. 0 240, mindere qual. i!80, pinken f 45 4 75 X). 54 ct., die voor Inge- rarkens van 6 i 8 we et vluggen handel. r f 1,10 4 1,20 per kilo. I stuk*. Puike nieuwe Zeeuw- Bhe f8,70 4 9,00, goe- blauwe f 7,60 7,90, n Vlaamsche f 7,20 4 Vlaamsche winter xak- 14 7,20. Overmaaasche nieuwe Zeeuwsche en 4 6,70, geatort f6,70' N«ch» f6,00 4 6,20. t. 2e Sectie. 7 1869. 7 3 5 7 6 3 3 CHTEN. Hennep f 21,00 4 22; boter 52 a 56 ct., wei- kilo; kaaa f26 4 30, overloopers f 6 4 8; f 6 a 10vette kal- chtere idem 5 4 10 gul- .wsche Jammen 1 3,75 hectoliter; eieren f 2,80 enmet vluggen handel, vluggen handel; aange- 1 4 29,00, le qualiteit 25 naar wicht en qual. 1,20 per ailo. •■’-jeland 21 14, nuchtere Prijs der AdvertentiënVan 1 tot 5 regels /0,50. Iedere regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzenr ding franco, en uiterlyk tot Zaterdags-voormiddags ten 10 ure. I L >RW||M anders als onverteerbare kost ter zijde legt. De tweede is het lager en middelbaar onder wijs. Zij die er mee belast zijn moeten weten, dat Indië een deel is van Nederland: dat in geen enkele school een goede kaart van Indië mag worden gemist, en dat een leesuur/waar bij onze koloniën het onderwerp uitmaken, voor de ontwikkeling der leerlingen rijke vruchten kan dragen. Bij de rang-examens voor het lager onderwijs mag niet verzuimd worden, onderzoek te doen naar de mate van kennis der eandidat -n omtrent den Indischen archipel en de geschie denis onzer vestiging aldaar. In volksbibliotheken moeten populaire werken over Indië voorhanden zijn. Volksvoorlezingen oyer hetzelfde onderwerp zullen niet missen de belangstelling van het groote publiek op te wekken. Wanneer ieder die daartoe in de gelegenheid is er iets aan doen wil, dan kan het niet an ders, of Indië zal eenmaal ophouden voor de meerderheid van - heid te zijn. De vrede is gered Europa tot zijne kalmte weder gekeerd. De nagalmen van enkele Duitsche officieële en officieuse organen, die door berichten van goeder hand" trachten de onthullingen van Lord Derby nog ietwat te benevelen, maken weinig indruk en vinden geen geloof hoegenaamd. Zelfs twee nieuwe sensatieberichten ia de laataU dagen verspreid nl. de verloving van Spanje’» koning Alionsus aan eene Katholieke Duitsche prinses en do verzckwiqg van een EranscJi dagblad, dat Duitsch- land een nieuw vertoog bij de Belgische regeering had ingediendnaar aanleiding der jongste processie-schan- dalen vermochten die kalmte niette verstoren. Trou wens beide berichten werden reeds dadelijk tegenge sproken en bleken niets anders dan canards te zijn. Frankrijks toestand trekt thans weder het meest de aandachtzooals in de laatste jaren steeds het ge-' val was, cenige kerkehjk-staatkuudige incidenten in Duitschland uitgezonderd Te Versailles toch gaan Bouapartisten en .Monarchalen nog altijd voort op allerlei wijze samen te spannen tegen de republiek die reeds 4 jaren in staat van wording verkeert en nog niet tot stand kwam. Immers zoolang zij niet door wettelijke bepalingen afdoende georganiseerd isleeft zij bij den dageeue toevallige meerderheid kan haar elk oogenblik omverwerpen. Die organisatie tegen te werken was steeds het streven der monarchale partij onder leiding van den hertog de Broglie. Ook thans nog, nu de constitu- tioneele wetten eindelijkdank zij de samenwerking van alle gematigde partijen en de zelfverloochening van de uiterste linkerzijde aan de orde gullen komen, geeft zij den moed niet op. In Buffetden verkapten Bouapartist, vindt, zij een gewenschten medestander in het ministerie, en het moet erkend worden, dat deze dan ook dieft toeleg niet onder stoeien of banken steekt. Al de bezwaren door hem te berde gebracht tegen de samenstelling van de nieuwe commissie van 30, tegen de veranderde volgorde ia de behandeling der wets ontwerpen enz. mochten echter niet baten en zoo werd tot nog toenaar den weusch der hnkerfractién, eene crisis vermeden. Ook de aanneming der consti- tutioneele wetsontwerpen is vrij wel verzekerd nu de regeering zich niet schijnt te zullen verzetten tegen eene wijziging in het ontwerp op de openbare mach ten strekkende om het recht van oorlogsverklaring bij de vertegenwoordiging over te brengen. IJdcie vertroosting. Karei bezweek nog dien zelf den nacht, in tegenwoordigheid vau zijn vaderlijken vriend en weldoener, ja aan zijn hart; want bij de laatste bloeduitstorting der met ruw machinaal geweld geklemde long, was hij gewekt en nam hij r hem dierbaar geworden jongeling in de armen. vergeefs klopte den lijder dat warme, sterke des grijsaards tegen de slapen ais om hem levenski te zettenalle liefdealle opoffering is ver^" »t gebroken oog stamelde Karei tot den grijs naam en stierf. Dat zijn v houding aam Heeft het je berouwd? Integendeel, vader! zei Vijver. Welnu, laat dan ook deze jonge menschen niette lang wachten Eenmaal goed gekozen, éénmaal in staat om eigen brood te verdienen moet je den tijd, die een dief, een roover, een verwoester is, de gelegenheid niet geven om uw kinderen aan te tasten. Toegestemd Volkomen met u eens, vader! sprak Vijver. En jij, direkteur? vroeg de oude man aan Karei. Karel zag met glanzende, lachende oogen zijn meisje aan en deze, haar grootvader omhelzende, dankte voor beiden. Zij waren op het toppunt van hun geluk en ik wenschte hier mijn taak voor afgewerkt te mogen houden om aan elks verbeelding over te laten wat voortaan het hart von Lotje vervulde, wat Karei vlijtiger dan ooit deed arbeiden. Doch, helaas! 't Ging tegen November. De dag des huwelijks was bepaald. Hun huis was gereed. De liefde en de vriendschap hadden samen de jonge lieden uitgerust. Vijver én zijn vrouw, Daniëlla en Johanna, Ernns en zyn zwager, allen hadden de handen inéén geslagen om grootvader ’t werk te helpen voltooiendat hij zoo krachtdadig en edelmoedig bevorderd had. De Mb ting voor Rienstra was in de stad algemeen. En Mag dat zoo blijven? Voorzeker niet. Bekendheid met onze kolo niën moet op het programma eener beschaafde opvoeding een veel ruimer plaats innemen dan tot heden het geval is. Evenwel, wij hebben goeden moed. Reeds doen zich verschijnselen bij menigte op, waaruit wij meenen te mogen afleiden, dat behoefte aan meerder kennis zich doet gevoelen, en dat krach tige pogingen worden aangewend om in die be hoefte te voorzien. In de letterkunde van het tijdvak waarin wij leven komt Indië ineer tot zijn recht. De ge schriften van Van Hoëvell, Multatuli en Van Rees hebben zich een plaats veroverd in de harten van al de ontwikkelden onder ons volk, vooral omdat zij in hoogst boeienden vorm nut tige kennis verspreiden. Voor de meer weten schappelijke beoefening van Indische land- en volkenkunde komt de eerepalm toe aan de tal rijke, weldoorwrochte geschriften van Professor Veth, vanwien gezegd kan worden dat hij meer dan iemand heeft gearbeid voor een betere waar- deering van en zuivere begrippen aangaande Indië. (lok het werk van Prof. Van der Lith, ffNe- derïandsch Oost-Indië, beschreven en afgebeeld voor het Nederlandsche volk” verdient hoogen lof, en kan door ieder, die omtrent onze kolo niën wenscht ingelicht te worden, met vrucht worden gelezen en herlezen. Nog kunnen wij er op wijzen, dat in tal van tijdschriften, zelfs van novellislischen aard, Indië met wordt vergeten. Menige boeiende novelle is ons in den laalsten tijd onder de oogen ge komen, waarvan de lezing niet alleen zeer nuttig, maar ook aantrekkelijk is te noemen. En 't is zeker waar, dat nu en dan romans verschijnen, die omtrent het Indische leven, zoowel onder in boorlingen als vreemdelingen, kostbare mededee- lingen bevatten. Behalve onze letterkunde zijn er nog twee machten, van wier streven wij in deze veel verwachten. De eerste is de dagbladpers. Zij moet zich be ijveren, 'Indische zaken grondig te bespreken. Vooral in die bladen, van welke gerekend kan worden dat zij het meest door niet-deskundigen worden gelezen, is het noodig, aan de mededee- liug van bijzonderheden over Indië of Indische politiek duidelijke verklaringen toe te voegen. Men moet niet alles maar als bekend onderstel len, en de veeltijds voor het groote publiek vrij onverstaanbare berichten geven gelijk zij daar liggenmet een heldere toelichting zou de be- langstelling worden gewekt voor dingen, die men derd. Van ’t hoofd tot de voeten rilde hij, toen hij den zoo welgeraaakten, krachtigen knaap van vroeger daar zag liggen, onkenbaar schier door doeken en heebtstukkeu en pluksel. Hij wilde Karei niet vermoeien, ’t U’as hem boven dien te veel op eena, den bloeienden jonkman van gisteren zóó te ontmoeten. Karei, sprak bij, met al de zelfbeheersching die hij verzamelen kon, Karei, gij leeft en dat is onze hoop. Wees stil en kalm. Wees de oude kerel. Ik kom dadelijk t- Met deze wooi hij buiten de slaaf kant vasthouden, aangegrepen, kromp vallen zun zonder de vriend. Toen de oude Vijvi vertelde de fat 4 hem zijn vrees voor 't verzoek de fabrikant d< vangen had en d uitlegde, zag hij in, was geweest; dat Ki Maar hij leeft? den laatdteu wal verslag des dokters. Hij leeft, spra dat is waar, 01 bij» getroffen aard bezielde vóór ik dc Wees gij r kunt gij mij op die Zelf ten goede komen. Dé goudmijnen van Peru hebben Spanje niet voor verarming behoed uitbreiding van hfindelsbetrekkingén met toepas sing van vrijzinnige handelsbeginselen daarente gen kunnen nooit missen, schatten voort te bren gen. In dien zin vooral moet en zal Indië 0113 verrijken. Doch, indien het waar is, dat Nederland zon der zijne koloniën in Zuid-Oost-Azië nooit zou geworden zijn wat het thans is, dan moeten wij tevens met schaamte belijden, dat onze bekend heid met Indië zeer veel te wenschen overlaat. Wij zijn in dat opzicht maar al te zeer gelijk aan de leden van het gezin, waarvan wij’ aan het begin van dit opstel spraken. Ook wij verge noegen ons niet zelden met de voordeelen die het bezit van Indië afwerpt, maar beschouwen bekendheid met Indië als een zaak die ons niet aangaat. Natuurlijk hebben wij hier niet onze aanstaande Indische ambtenaren op bet oog. In dit opzicht is sedert de dagen van Jan Compagnie een ko lossale vooruitgang te bespeuren. Als wij na gaan, wat slag van volk er toen vaak naar Indië werd gezonden, dan mogen we thans niet anders dan tevreden zijn. Toen gingen er vaak lieden heen, met wie in het vaderland geen huis was te houden: diep verdorven avonturier, die hun slechte neigingen ook onder den evenaar bot vierden, en ons prestige geheel zouden hebben uitgewischt, indien er geen andere, kloeke, edele Nederlanders geweest waren, die het met klem handhaafden. Men vergelijke slechts de beschaafde vprmen van de hedendaagschü Neder)andsch-In- dische kringen met den tijdtoen de Heeren Raden van Indië des avonds zich amuseerden op een vlot op de rivier van Batavia, en daar, met de naakte beenen in het water, net zoo lang je never pimpelden totdat zij als blokken door hun bedienden naar huis gesjouwd moesten worden. De tegenwoordige aanstaande Indische ambtena ren genieten een opleiding overeenkomstig de gewichtige belangen waaraan zij zich hebben toe- I gewijdaan uitstekende inrichtingen van onder- wijs worden hun nauwkeurige begrippen mede gedeeld over Indische toestanden, terwijl zij alvorens voor den dienst in N. Indië te worden bestemd, een streng examen moeten afleggen in Indische land- en volkenkunde, taal- en letter kunde. Vroeger moest Indië zich vergenoegen met het uitschot, thans ontvangt het de bloem onzer jongelingschap. Dat alles ontneemt echter niets aan de ge grondheid van onze klacht over de onvoldoende kennis van Indische zaken bij het groote publiek. De bewijzen daarvoor zijn gemakkelijk te vinden. Bij de onderste lagen van ons volk is het in dit opzicht pikdonkere nacht. De man uit de volksklasse weet op zijn hoogst dat //de Oost” hier ver van daan is, dat het er snikheet is, en de. menschen er min of meer zwart zien en veel op apen gelijken. De kleine burgerman weet er nog bij te voegen dat er een ontzaglijke massa koffie, lijst en suiker van daan komt. Maar hij verdiende ze. In geen enkel geluk met Lotje bem verblind; in zelfde gebleven. Zoo o. a ook voor v ders in den omtrek. Nu, voor 'ttentet, z zijn huwelijk nog éénmaal de behulpzamt den. Onder duizend kussen van Lotje Nog toen hij 1 - met Daniëlla geb gertje vermanend stem, bad nog geroepen: tob zijn hoed en doek gewuifd kreeg de oude heer een tc waar Karei wus om onverw oude heer schrikte, maar vi stad nog dien zelfden nacht de oude rterke man daar hem tegen, stom en bleek. Spreek J bevende stem gebad Waar is Sprakeloos voeruo de slaapkamer, waai verminkt, bijna onki Met de handen v een kind, zeeg de oude Karei lag bewusteloos menmaar op deze beki van eeu geluid hem zoo verbleekte, doch wenkte zijn rustbed stond, met de bij hem te laten kotnen. De oude Vijver, spoedig zich voor 't uiterlijk her stellende, was onderwijl uit zichzelf het bed gena- Ln geen enkel opzicht had zijn bem verblind; in alles was hij de Zoo o. a ook voor zijn ambtsbroe- omtrek. Nu, voor 'tteatet, zou hij vóór luwelijk nog éénmaal de behulpzame hand bie- Onder duizend kussen van Lotje vertrok bij. in den wagen zat, waarheen zij hem gebracht had, stak zij haar aardig vin- ud naar bem-op en hij, met zijn heldere w«»rzw>ru»ntot Zaterdag Lotje! en met Den volgenden avond telegram van zijn kollega, rwijld over te komen. De maar verwijderde zich stil uit de n nacht. In vreeselijk weer kwam lar aan, zijn vakvriend trad J.. maar, Zeide de oude Vijver, maar met een zeg 't maar; heeft hij een ongeluk s mijn jongen? jrde de fabrikant de oude Vijver naar ir Karei op een rustbed lag tenbaar. voor de oogen en schreiende als >ude Vijver op een stoel ueêr. toen hij binnen was geko- Icende stem, op dit snikken dierbaar, ontwaakte hij en den heelmeester, die aan hand om den ouden heer welgei liggen, :ken en pl 1de Karei veel op f ik hij, met al de 1 kon, Karei, Wees stil en kalm. terug. 'oorden verwijderde hij zichmaar zoodra ipkamer was, moest hij den fabri- Van de diepste en felste smart hij ineen en zou daar neerge- krachtige ondersteuning van zijn "„/er een weinig bedaard was, ibrikant hem het ongeval en verheelde ergste niet. Toen op Vijvers Jen heelmeester aan 't bed ver- deze nu bij hem zat en hem alles in, dat zijn eerste indruk al te waar Kareis toestand vreeselijk was. riep de oude heer uit, zich achter 1 verschansende tegen het doodelijk □Kiers. orak deze bijna plechtig; hij leeft nog, oude heer, voegde hij er bemoedigend door de innige hartelijkheid die de grijs voor den lijder, ik zal niet rusten ik de zekerheid heb van ‘t eeh of ’t ander, zoo goed en slaap een paar uren. Dan dj op deu dag krachtdadig helpen.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1875 | | pagina 1