F. 334.
ZONDAG 7IN0VEIBER.
1875.
-4^
WEEKBLAD VOOR DE KRIMPENER-, ALBLASSER- EN LOPIKERWAARD EN OMSTREKEN.
1
Praatjes over Kunst.
BUITENLAND.
OVERZICHT.
BINNENLAND.
■II
Uegensl
aamde
5
7
stoffelijke be-
ang
itselu
o deel.
i.
S. W. TST. VAN NOOTEN,
Uitgevers.
285
ÏW/.
251/,
66’/.
100
268
288
101
100’/4
Deze Courant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag
verzonden. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70.
Franco per post door het geheele rjjk 0,80.
rUcUM MAAL wordt «pgeft/M, worden
■ieohte TWEE MAAL in rekening gebracht.
98»/,
95»/,
SCHODNHfl VENSCHE COURANT.
110
83‘/4
77.
827t
98%
9?l7i.
96%
88
Prys der Advertentiën Van 1 tot 5 regels ƒ0,50. Iedere
regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzen
ding franco, en uiterlijk tot Zaterdags-voormiddags ten 10 ure.
77.?
99%
46
14’/4
88
13»/*
40
17%
I 14" 4
53%
I '9%
»2%
102
102%
94
8V/8
70%
997.
100
168
374
365
61711
61»/*
65
■Nov. 6
—Aug. 5
-Juli. 5
-Oct. 5
1854. f
1860.
i64.
k 5
6
7
5
6
6
6
6
5
M
3
3
5
5
5
st. 100. 5
ik.
ol.
T^M.
pC.,.29 Oct.
H 68
- 75%
4 90»/*
3 93
3 93
3
8
3
IM6. 5
5
1t 1U00. 5
i 1000. 5
2e leen. 4}
.867/69. 4
8
6
5
100. f
i.
Een der zinrijkste mythen, die uit de grijze
oudheid tot ons zijn gekomen is ongetwijfeld
die van Orpheus. Hij, de njkbegaafde zoon
van de Muze van het lierdicht, kwam op zijn
zwerftochten m aanraking met woeste menschen-
stammen die in holen leefden zich met plan
tenwortels voedden geen let minste begrip had
den van beschavingzich in bijna niets onder
scheidden van de dieren des Wouds. Maar hoort,
daar laat de vreemdeling zijn betooveren^le stem
klinken hij vergezelt zijn lied met de tonen
zijner lieren de naakte spelonkbewoners komen
te voorschijn, zij scharen zich rondom hem,
luisteren met ademlooze inspanning naar de
nimmer gehoorde tonen. Een gevoelgelijk
nooit te voren in hun gemoed trilde, bezielt
henhun kart wordt ontvankelijk voor zachtere
gewaarwordingen enals straks de zanger zal
optreden als leidsman en leermeesterals hij
hen zal trachten te gewennen aan het leven m
een geregelde maatschappij en aan de beoefe
ning van den landbouw dan zal zijn woord
een gunstigeu bodem vindenwaarin het welig
zal opgroeien. Jaouder den invloed van Or
pheus’ stem zullen zij hun bosschen verlaten en
steden gaan bouwen de verdelgende strijd die
hen vroeger aan wolven gelijk deed zijn, zal
plaats maken voor geregelde samenwoning. Zulf»
de wilde dieren zwichten vodr den invloed van
bel liedleeuwen en tygers komen zich aan
Orpheus’ voeten nedervieien. Boomen neigen
hun toppen tot hemde bloemen openen hun
kelken naar de zijde vanwaar zijn stem klinkt.
Ook op de onbezielde natuur doet zich zijn
invloed gelden waar zijn stem zich doet hoo-
ren bedaart het onwederzwijgt de stormm
verrukking smelten de rotsen weg en Op het
maatgeluid zijner her voegen de steenen zich
van zelf tot muren samen.
De welsprekendste redenaar, de diepzinnigste
denker zou zich te vergeefs inspannen, om beter
en duidelijker de macht en de roeping der Kunst
te schetsen. Aan de mythe van Orpheus hebben
wij genoeg: wij vragen, na haar gehoord te
hebben niet ecus, wat Kunst is, een defi
nitie trouwens die moeielijk te geven is. Tot
het domein der Kunst behoort alleswat den
mensch verheft boven het stoffelijke wat zijn
ziel doet gloeien vqor het schoone, zijn booze
driften doet zwijgen, edele hartstochten in hem
opwekt. De kunstdie langs den weg van het
oog en van het oor tot de ziel spreektis voor
het menschelijk levenwat de zonneschijn is
voor het landschap. Zonder haar is alles grauw
en toonloosmet haar wordt alles met een too-
vergloed overtogen.
Onbeschrijfelijk schoon is de natuur, en on
telbaar zijn de heerlijkheden, waarmede Gods
hand al het gesc|iapene versierde. Maar de
natuurmensch, de ruwe, onbeschaafde zoon der
wildernis gevoelt daar niets van. Voor hem
heeft elk voorwerp dat zijn oog aanschouwt
slechts een zeer betrekkelijke waarde. De har
monie van het geheel maakt op hem geen in-
drukbij hem is niets te bespeuren vau de
macht, die overeenkomst eu contrast op ons
uitoefenen. Hij mist, hetgeen een geestig schrij
ver whet zesde zintuig” heeft genoemd, het
schoonheidsgevoel, en dat gemis maakt,
dat hij slechts gedeeltelijk mensch is. Het is
de kunst, die dat gevoel moet wekken en ver
volgens bevredigen.
Wij allen hebben weinig op met iemand, die
durft beweren dat een fraai schilderstuk, een
schoongevormd standbeeld hem onverschillig
laat, dat hij geen oog heeft voor de lijnen van
eemg gewrocht der bouwkunst, dat de tonen
der muziek hem koud laten, dat geen dichter
ter wereld voor hem een woord heeft. Al zij
die man of die vrouft in ieder opzicht onbe
rispelijk, wij gevoelen ons door' zulk een niet
aangetrokkén, ons instinct zegt ons, dat hem leti
ontbreekt, en, gelijk in zooveel andere geval
len, hoeft dat instinct ons niet bedrogen. Wie
Zoo dikwijls eene Duitsohe rijksdag-zitting geopend
wordt, is men geneigd zich den tijd terug te denken,
toen het oud< Muitsehe keizerrijk op de pumhoopen
van een ander keiserrijk herrees. Ditmaal echter is
hiertoe bijzonder aanleiding omdat de redewaarmede
de nieuwe zitting geopend werd, onwillekeurig herin
nert aau een woord dat de laatste Eransohe Keizer
slechts korten tijd voor zijn val in trotschen over
moed uitsprak: .Het keizerrijk de vrede1' zoo was
ongeveer ook de zin der woordenwaarmede minister
Delbrück namens den Keizer d.e evenals de Rijks-
kanseher door ongesteldheid verhinderd was zelftegen-
te zyn, de zitting van den Rijksdag opende.
laatste twintig jaren was de vrede nooit zoo
Hel publiek evenwel was goed .ernkerd als thans en het was den vasten wil d diplomatieke betrekkingen met de Neder-
Opiedme Uetoonatellmg LÜT S’^nZ^ wX regeermg door/» Veneaudaanscben
telkens keerde zijn arbeid staatkundige ontwikkeling had haren geregelden loop; gezant bij het Nederlandsche Hof, is de VOT-
rt.
2e Sectie. 7
1869. 7
869. 5
7
6
-. .3
3
1C H T E N.
Hennep f 22,00 a 23,00;
er 68 a 71 ct., wei-
kiio; kaas f 26 a 30,
overloopers f 6 8,
neren 18vette kal-
onuchtere idem f 7,00
ui kleingee! f 2,60 a 2,70,
a 1,70, roode 1 2,10 per
peren f 8,00 per uectol.
it vluggen bandek
net buitengewoon vluggen
en. Prijs; le qoal. f30 a
rdere wicht tot 1 38.
zal alhier eene feroote
iboter f 1,3011,42.
biggen voor Engeland 24
we dito f 7 18graskal-
;t. Aangevoerd 3 paarden,
tte en graskalveren, 3
ihapen of lamineren, 373
ren of géiten.
ct., 2de qual. 60 ct.;
2de qual. 75 ct.Scha-
per kilo, Voor Londen
e qnal. f 683de qual f 66.
b, Zeeuwsche, Flakkeesche
0,25, dito mindere f 8,80
9,75, dito mindere f 8,25
he en Vlaamsche f 7.40 a
aassche en Noordbrabant-
keesche en Overmaassche
mindere f 5,20 a 6,40, dito
mindere f 5,00 i 6,u0.
3,80 a 4,80 tot 5,80, lange
brabantsohe f205 per 2100
he en Vlaamsche f 8,60 a
indere soorten f 8,00a 8,60.
O.
er. Bij een aanvoer van
de handel heden williger
roeien (225 a 275, mindere
en f 120 a 180, vare koeien
10 200, graskalveren f28
o 54 a 58 ct. per kilo; die van
per kilo, fokvarkens van
eiboter f 1,28 a 1,32 per kilo,
l'arwe. Puike jarige Zeeuw-
aassche f9.40 a‘J,bO, goede
«like Zeeuwsche, Vlaamsche
9,50, mindere f 8,20 i 8,60.
W.N.vanNOUTEI* i
ontroven.
Onverkocht naar zijn Werkplaats terug,
werd hem door kunstkoopers nu en dan geld
voor zijn werk geboden maar zulke onbedui-
pende sommendat bij die aanbiedingen met
verachting eu verontwaardiging van de band
wees. Dat is zoo de gewoonte van heeren
makelaars in kimstwerkenzij mesten zich vet
met de beste levenssappen van de discipelen der
kunsten veneolden zich dan nog wel dat zij
als bachermn» van het talent optreden. Een
dier beunhazjm was oprecht genoeg om te ver
klaren, dat de arbeid van onzen artist wel meer
waard» zou hebben als de schilder zelf maar
eerst dood zou zijn dan zou het publiek we]
gretiger worden.
Dit bracht hem op een schitterend denkbeeld.
Ofschoon hij bemiddeld genoeg was, om den
koopprijs van zijn schilderijen te kunnen mis
sen, hinderde het hem toch geweldig, dat zijn
werk niet hooger werd geschat, dat hem er
voortdurend een prijs voor werd geboden, waar
mee slechts een verver van uithangborden tevre
den zou geweest zijn. Op zekeren dag verspreidde
zich het gerucht, dat onze schilder plotseling
was overleden. Zijn begrafenis had met ^plle
plechtigheid plaatszijn testament werd geopend
en daarin was bepaald dat zijn nagelaten werken
publiek zouden verkocht worden en wel om de
twee jaar vier stuks. De orde van den verkoop
was nauwkeurig door hem aangegeven. Nu
kwamen de liefhebbers opdagen. De vier eerste
schilderijen brachten goede prijzen op. Twee
jaar later werd er nog veel meer voor besteed,
en bij den derden verkoop kwamen zelfs kunst-
.^iiiwi» «h buitenland om van -cL» gele,
genheid te profiteered Onze schilder was in
middels onder een vreemden naam in Noord-
Amerika gearriveerd. Hij zette daar zijn arbeid
voort en vond er die waardeenng, die België
hem niet had kunneii schenken. Het spreekt
van zelf, dat hij zich niet weinig vroolijk maakte
over de geestdrift, die thans zijn naain in zijn
vaderland opwekte. Ja, todh zijn oude verza
meling geheel was uitverkocht, wist zijn vriend^ wei.,
die alleen in het geheim was, nog een zekefr
getal uit de Nieuwe Wereld toegezonden stukkarn,
voor fabfJachtige prijzen te verkoopen, onder
voorwendsel dat het schilderijen waren die W het
zoo jong aan de kunst ontvallen meester indep zal, i
tijd aan zijn vrienden teu geschenke had ge
geven. Eerst toen hij werkelijk gestorven was
kwam de mystificatie aan het licht. De koopers
bepaalden zich tot de betuiging, dat zij haar
ireen origineelen zet” vonden.
Indi9n wij betreuren moeten, dat echte kunst-
waardeering bij het gros der mensch^n nog
schaars gevonden wordt, dan eiscbt toch de
billijkheid, dat wij ook op de lichtzijde van
onzen tijd het oog vestigen. Meer dan vroeger
ontwaakt bij de meer beschaafden de bewust
heid, dat de kunst een roeping te vervullen
heeft in de wereld, dat zij iets meer is dan
een ijdel tijdverdrijf van menschen die onge
schikt zijn deel te nemen aan de algemeeue
worsteling om het bestaan; dat zij, vooral in
onze dagen van vergoding van stoffelijk bezit,
een tegenwicht aanbiedt, dat den mensch belet
geheel op te gaan in de bevordering hunner
matenëele belangen. De massa moge voor den
kunstenaar geen belangstelling gevoelen, de
besten en edelsten vau ons geslacht drukken
hem met warmte de hand en begroeten hem als
den weldoener der menschheid. 11e.
Wel I de niet te miskennen stilstand in handel en ver
keer mocht niet aan gebrek van vertrouwen in den
politieken toestand worden toegeschreven. En het ia
waar; met legen staande de gebeurtenissen in Tqrkije
het zoogenaamde Oostersche vraagstuk al meer en
meer op den voorgrond dringen; in weerwil van de
spanning die een gevolg is van den nog altyd onbe-
slisten kerkehjk-staatkundigen stnjd; ondanks den on
gezonden toestand waarin een der rijkelandenBeie
ren, verkeert, is er niets waardoor de vrede op het
oogenblik ernstig bedreigd wordt. Maar reeds het
bestaan van die onopgeloste vraagstukken en nog tal
van anderen, moet flbt voorzichtigheid aansporen en
het gevaar niet geheel doen voorbijzien.
Behalve het bekende ontwerp tot herziening van
het Strafwetboekkondigt de troonrede nog een ont
werp betreffende ondersteuningskassen voor WerkiiedeU,
eene uitbreiding van de wet op den letterkundigen
eigendom tot voorwerpen van kunst en smaak en
eene nieuwe en verhoogde belasting aan. De begroe
ting en de wijzigingen in het Strafwetboek zuilen
echter wel het voornaamste gedeelte der zitting inne
men. Laatstgenoemd ontwerp beeft vele leden tegen
den Rijkskanselier vooringenomen en de nationaal
liberalen en progressisten willen van deze vooringeno
menheid gebruik maken om weder mot een vóorstel
voor den dag te komen tot instelling Mn een verant
woordelijk njksministerie.
Naarmate de dag (5 November) nadert, waarop de
nationale vergadering vau Frankrijk hare zittingen
zal hervatten worden de leden al meer en meer spraak- r
zaam. De bladen hebben druk werk om de redevoe
ringen weder te geven die de verschillende partijhoof
den en specialiteiten hier en daar uitspreken. Ook
Gambetta heeft in den vorm van een open brief zijne
gedachten over den toestand medegedeeld. Hij hoopt
alles goeds van de /aanstaande” verkiezingen en van
de nieuwe kamers die daaruit zullen voortkomen. Of
die verkiezingen wel reeds zoo nabij zijn mag men
-x l x x.x_::/_i— ^et de behandeling der kies
wet en van het ontwerp op de drukpers, dat einde
lek gereed is gekomen, zal nog wel geruimen tyd
cfat ten aanzien van die ontwerpen in den boezem der
vergadering hecrscht, nog aanleiding tot een kabinets
crisis die onder de bestaande omstandigheden ook
niet zoo spoedig zal opgelost zijn.
Uit Elngeland verneemt men in den laatsten tijd
bijna niets dan van ongelukken door aanvaring van sche
pen, enz. Thans heelt er weder een spoorwmjongeluk
in Ierland plaats] gehad. Een expres-trein werd dooreen
anderen trein aangereden met dit gevolg, dat een per
soon gedood en verscheiden anderen zoodanig gekwetst
rerden, dat hun leven zeer ernstig in gevaar is. Do
„Jrijkheid der plaats hebbende Spoorwegongelukken
bbeu aanleiding gegeven tot oprichting van een
ids waaruit de nagelaten betrekkingen van spoor-
j-beambten, die bij het vervullen van hun taak
leven verliezen gesteund zullen worden. Te Derby
daartoe een weeshuis gebouwd worden.
In Griekenland heeft het nieuwe kabinet zijn
programma blootgelegd. Het stelt zich voor het belas
tingstelsel te hervormen, de miuisteneele verantwoor
delijkheid te regelen, eene nieuwe kieswet in te die
nen en een landweer daar te stellen. Of het ook in
staat zal zijn ook al die goede plannen ten uitvoer
te brengen
In Spanje nog altijd dezelfde werkeloosheid. De
berichten uit Madrid spreken wel dagelijks van nieuwe
voordeelen die behaald zijn, en van toenemende tuch
teloosheid onder de Carlistische troepen, doch met
dat al houden deze zich uog steeds staande en gaan
zelfs nog aanvallenderwijze te werk. De troepen uit
Catalonië zullen nu die in het noorden versterken.
Ook uit Turkije valt geen nieuws te melden. Ge
vechten van belang vallen met voor; alles bepaalt
zich tot schermutselingen, die wel den haat doen
toenemen, doch niet het einde van den opstand doen
voorzien. Intusschen is de Groot-vizier plotseling ziek
geworden, misschien wel, omdat hij naar denzin van
den Sultan al lang genoeg geregeerd heeft.
Z. M. heeft benoemd tot officier
van justitie bij de arr. rechtbank te 's Gra-
venhage Mr. J. G. Patijn, thans officier van
justitie bij de arr. rechtbank te Rotterdam; voorts
tot officier van justitie bij de arr. rechtbank te
Rotterdam Mr. A. J. Roest, thans subatituut-
officier van justitie bij de arr. rechtbank te
’s Gravenbage.
Z. M. heeft aan den majoor W. De
Lange Jr., Kom mandant der dd. schutterij te
Goudaden personeelen rang van luitenant-
kolonel verleend.
BijdeWoensdag in het hoofd kies
district Haarlemmermeer plaats gehad hebbende
verkiezing van een lid der Tweede Kamer
zijn uitgebracht 1067 geldige stemmen. Gekozen
de heer F. J. J. baron Van Heemstra met 648
stemmen. Op Jhr. Mr. J. W. H. Rutgers van
Rozenburg waren 415 stemmen uitgebracht.
Ten gevolge van het afbreken
volstrekt geen sympathie gevoelt voor lunst,
moge zijn rzaken” naar eisch behartigen, moge
zich niet schuldig maken aan moord of dief
stal,onze man is hij niet. Onze reinste
genietingen kan hij niet mede gemeten; wat
ons het hart doet kloppen van verrukking merkt
hij |met op, -—in één woord, hij is m onze
samenleving misplaatst.
Naarmate een volk toeneemt in beschaving,
zal bet ook zijn kunstenaars hooger waardeeren.
Waar wij den man, die het penseel of den beitel
hanteert, met minachting zien behandelen, daar
hebben wij geen nadere aanwijzing noodig om
te weten dat de benaming //beschaafde natie”
nog niet mag worden toegepast. En wanneer
ik u thans herinner, dat er bij ons een spreek
woord bestaat, hetwelk nog altijd uit den mond
van ons volk wordt gehoordsDe kunst loopt
om brood”, dan meen ik u de gevolgtrekking
gerust te kunnen overlaten.
Ik wil aannemen, dat gij omtrent de opvoe
ding uwer kinderen de meest vrijzinnige begin
selen zijt 'toegedaan, dat gij, met name in de
keuze van een beroep, zoo jnin mogelijk dwang
wilt uitoefenen. Wil uw zoon boer worden,
goed, heeft hij lust in den handel, nog beter;
meent hij aanleg te hebben voor eenig vak van
wetenschap, gij zult hem naar vermogen daarin
ondersteunen. Maar als hij eens verklaarde
schilder of muzikant te willen worden, erger
nog, indien hij u beleed een onweerstaanbare
neiging voor het tooneel te gevoelen! Hoezeer
zoudt gij al uw overredingskracht aanwenden,
om hem van dat nootlottig besluit terug te
hrengeu, om Um u «Um iimuou, dat hij; ndn»
hij er bij volhardde, nooit met eere door de
wereld zou komen.
Die wijze van beschouwing inag niet eens
worden aangemerkt als een bewijs van bekrom
penheid. Zeker, ieder vader die zijn kind lief
heeft zal hem, tenzij hij zelf tot de pnesteren
der kunst behoort, met weinig ingenomenheid
een kunstenaarsloopbaan zien kiezen, omdat hij
wel weet, dat het pad, hetwelk den bppefenaar
der kunst naar de onsterfelijkheid moervoeren,
met vele doornen is bezaaid.
De maatschappij toch, die voor
langen inderdaad met een valkenblik is begiftigd,
heeft al bijzonder weinig oog en nog minder
hart voor het zich ontwikkelend talent. Steeds
op haar eigen voordeel bedacht rusteloos bezig
met het verzamelen van schatten die in cijfers
kunnen worden uitgedrukt, ontbreekt het haar
aan tijd en aan lust om zich bezig te houden
met de idealen van onpractische dweepers die
droomen van lauweren even alsof men van
lauweren ook eten kan Hoe vaak worden niet
de eerste vleugelslagen van het genie met een
glimlach van minachting, met een afkeurend
schouderophalen begroet I Hoe vaak voelt met
de jongelingdie zijn gansche jtiel heeft uitge
stort ineen eerst kunstgewrochtzijn geestdrift
bezwijken onder den ijsregen van de onverschil
ligheid! Hoe menig uur van bittere vertwijfeling
doorleeft de dichter niet, als een harde, met
zelden onrechtvaardige kritiek aan zijn schepping
alle kunstwaarde ontzegtboe menigmaal
vraagt hij zicli met in wanhoop af, of hij wer
kelijk roeping heeft gevoeld, of met een valsche
waan zijn verbeelding op het dwaalspoor heeft
gebracht I Zelfs, als een aanvankelijk succès zijn
arbeid kroontals hij met vaste hand de hin
derpalen heeft omvergeworpbndie zijn ontwik
keling in den weg stonden dan nog is mis
kenning vaak zijn loon en willen zijn tijdge-
nooten nog maar niet overtuigd worden dat er
iets grootschiets onsterfelijks is gewrocht.
Boven het graf wan menig kunstenaar had reeds
de herfstwind vele malen het loof doen verdor
ren eer aan zijn arbeid de hulde werd gebracht,
waarnaar hij gedurende zijn leven te vergeefs
had gedorst.
Ik herinner mij hier een anecdote uit de
loopbaan van een Belgisch schilderdie de waar
heid van deze laatste opmerking kan bewijzen. UelOrtt k
Jaren lang bad hij met inspanning gewerkt, en kaiseheï
een aantal schilderijen vervaardigdwaaronder woordig
volgens het oordeel zijner kunstbroeders echte 1“ de la
meesterstukken waren. Het publiek evenwel was 8oed Ter
met van die meening. Op iedere tentoonstelling
zond hij in, maar t
X
van
root""*
en vei
wijzigingen
)orm
imd ontw<
vooi
iistei
inali
kou
de
kamers -
w.v ,v...v....gen wel reedi
met recht betwijfelen,
het ontwe’
is gekomt
aanzien van d.
5Cht,