""SF 1875. N‘. 389. ZONDAG 12 DECEMBER. z: I WEEKBLAD VOOR DE KRIMPENER-, ALBLASSER- EN LOPIKERWAARD EN OMSTREKEN. ’*7.. Praatjes over Kunst. BUITENLAND. OVERZICHT. SWEDE COURANT kijkt, als liever 5 81 Schotel onze ziel S. <fc W. N. VAN NOOTI^Sr, Uitgevers. 5 6 Ui 102>/, Deze Courant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag verzonden. Prys: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70. Franco per post door het geheele rgk 0,80. 259 “’7. 9S>/, .7 ..i Alle bi anaal and tok Advertantiln waarvan de plaatsing DRIE MAAL wordt opgegeven, worden ■laobti TWEE MAAL in rekening gebracht. 94 17«/, 15>/. 5P‘/U 104 89 10P/, 101# 93 si;1/» »M7, 98V. 1W 656 64* 64'/, 480 590 “0‘/, 101*/. 9ó>/. 964 111 «1% «7u 69 10«7. .04»/, voornamelijk de te voorschijn aan het lijldie van de oude Uneken Prys der Advertentiën Van 1 tot 5 regels ƒ0,50. Iedere regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzen ding franco, en utterly k tot Zaterdags-voormiddags ten 10 ure. 4. 8 8 3 3 3 i 1816. 5 5 ft noou. '1000. 5 e leen. 4} •67/69. 4 5 5 .4 5 00. I<h'. 6 stukje van het gehalte van #Het levend doode snijderpaar,” rDakompian dagatiweer” enz. van buiten leeren, en daar treden zij op de planken, schreeuwen hun //rol” uit, tot groot pleizier van zeker publiek, dat zich rin de we reld niet kan begrijpen, dat die jongen* zoo knap zijn I” Ik zou van die dingen niet spreken, aange zien ze eigenlijk niet waard zijn dat we ona er mede bezighouden; doch ik zie in het toe nemend aantal rederijkerskamers van dat ge halte een wezenlijk gevaar. Het beetje smaak, dat ons volk nog bezit, wordt er voor goed door uitgedoofd; de lieden worden daardoor geheel onvatbaar voor waar kunstgenot gemaakt. Daarom betaamt het elk, die prijs stelt op het schoonheidsgevoel van ons volk, dergelijke ver- eenigingen van onhebbelijke kunstbroeders zijn ondersteuning onvoorwaardelijk te onthouden. H—e. ■Aug. 6 luli. 5 n DcL 5 U54. i860, f 4. r 5 5 6 7 5 6 6 6 6 ft 4| 3 3 rel. 5 ft 5 loi. de toetsen te laten vliegen. Als dat lang genoeg geduurd heeft, de eene zijde alsof ze aan ’t een pak slaag De bas bromt als een vertoornde beer, de discant gilt, als schreeuwt zij om erbarming. Maar geen genade kent zij die thans haar gaven ten toon spreidt. Haar vingers strekken zich uit om de onmogelijkste accoorden te grijpen. Vraagt u naar den titel van het stuk De dame speelt niet van ’t blad zij fantaseert! Mooi, prachtig, heerlijk, wat 'n talent 1 Klatergoud meneermuziek is nog iets anders dan vlugheid van vingeren, en een goochelaar is nog geen kunstenaar. Wanneer wij op een zoogenaamde» vrijen dng een schilderij en-museum gaan bezoeken, en acht geven op de gesprekken van eemge onzer me debezoekers dan maken wij soms kennis met zeer eigenaardige soort van kunstbeschouwing die echter aigemeener is dan men wel denkt zelfs onder zoogenaamd beschaafde lieden. Daar staat een burgerjuffrouw voor een doek, een zoogenaamd //stilleven”; haar bewondering uit zich m deze woorden //Gus, kijk die koperen ketel eens mooi blinkenen dan die koperen emmer van binnen I Waarlijk, je zoudi er je hoed in^ kunnen zien op te zetten I ’t Is net ol onze Mie ’em geschuurd heeft, en die kan het, dat verzeker ik je I” Busken Huet schreef ergensdat de loeping der kunst is, hartstochten te wekken. Nu zou ik wel eens willen wetenweike hartstocht op dit oogenblik in den eerzaïnen boezem van ge zegde juffrouw is ontbrand I Iets verder aanschouwen we een schilderstuk van hetzellde genrewe zien er opeen (joo- den haas, een dito haan, een insgelijks leven loos snippenpdar, in gezelschap van een tarbot en een schelvisch, die mede den geest hebben gegeven. Vooral de gelaatsuitdrukking des laat- 7 Sectie. 7 869. 7 3 5 7 6 n 347, TEIL uep gelling f 20,00; 70 4 11 ot, w*- •i iaat I 28 32, erloopers f 8 i 10, 15 k 21vette kat- ‘ontere idea f8,00 eiugeei f2,70 a 3,00» 0, roode l 9,10 per a f 7,00 per eeitol*; iet vluggen hendel, vaarkoeteu f 1/0 «te vaarzen t 80 i [evoerd 5 partijen; ■i.«01,40 ïgen voor Engeland difo f 7 20. ingevoerd: 1 paard, Uvvren, 8 nuchtere n, 5öU varkens, 183 2de qual. 69 et,; qual 40 et.; Scha- kilo. Voor Londea 168, 3de qual f 66. iwsche, FlMkkeetcEe <euWe f 9,30 h 9,M, fff» en Noordbrabaht- en Overmtuurtchs f 5,50 6,00, dito J MJ 1,00 tot 5,80, lange 8 per 9100 kilo. VluMMCüe f8,60 i rorten (8,00*8.60. ka de strenge kOttdk vee aan de lijd, die *el opruimdrin. ^80, miuawèqtul 130 kilo 15 i M 8 weken f7 *19. k98» 1,32 per *110, ■uk». E uike j*rigc Zeeuw 19.90 hv.üd, goede tuweebe, VliMtuKibe nderc f 7;8O a 8,90, Vlaamacbe f 7,90 i ■hé f 7,003 7,40. UmNÖQWW 1. ui. Er heerscht bij ons ook veel wansmaak, er wordt ontzaglijk veel klatergoud bewonderd. Houd mij ten goede, dat ik die beschuldi ging met een paar voorbeelden poog te staven. Trachten wij echter elkander goed te verstaan. Gelijk op menig ander gebied is ook op dat der kunst plaats voor meer dan één opvatting. Een Fuga van Bach zal met door eiken toon kunstenaar juist op dezelfde wijze worden voor gedragen dé Fransche organistdie het nieuwe orgel in het Paleis voor Volksvlijt inwijdde, speelde de compositie» van dien groeten meester over het algemeen in een sneller tempo dan waaraan wij gewoon zijn. Twee goede decla mators zullen hetzelfde dichtstuk ten gehoore geven en weder bemerken wij onderscheid. Maar beiden voldoen aan ons kunstgevoelaan de maeliendie wij met volle recht aan een be weide voordracht stellen en dan is ook alles in orde dan voegt het den een niet, den andere van wansmaak te beschuldigen. Doch hoortdaar heeft een dilettant den catheder beklommenen vangt aan ons het vers «De gevangen wagen” te genieten te ge ven. Vrecselfjk zwaait hij met zijn armen, wild rollen zijn oogen als volgen zij de beweging der wielen van het door den Vlaamschen dichter bezongen voertuig. Zijn stem davert door de zaalen vooral spant hij alle krachten in om de rrr’s dof te laten rommelen. Het zweet stroomt hem langs het voorhoofd als hij ge daan heeft en het applaus der vergadering zijn aftocht vergezelt. Hoe prachtigzegt de kritiek »’t was waarlijk of je den wagen langs de steenen boorde rollen 11” Klatergoud mijn waarde; immers ik vraag u welke snaar van diep gevoel al dat geschreeuw en gerol en gerommel in uw hart beeft doen trillen Een jonge dame plaatst zich 'oor het klavier. Attentie, asjeblieft, want mejuffrouw staat be kend als een pianiste van ongemeene verdienste. Zij preludieertdoor haar tedere vingers met oogverblindende snelheid over <L rK._._ dan gooit zij haar armen vau naar de anderezij kruist ze boksen is. De toetsen krijgen dat haar heugen zal. van de Kunst sprekenen daarbij niet met een enkel woord van ons Tooneel te gewagen,-— dat zou niet mogelijk zijn. Ik ben echter niet voornemens er veel van te zeggen juist omdat er zooveel reden tot klagen isdat dit gedeelte van mijn onderwerp wel een afzonderlijke behan deling vereischt. Het Tooneel is de leerschool des maatschap- pelijken levens: het dient om menschelijke harts tochten zichtbaar voor te stellen. En daarom ergert het onsals wij op de planken een taal hoorendie niemand anders bezigtgebaren ziendie iemand in het dagelijksch leven naar een gekkenhuis zouden doen expediëeren toe standen aanschouwenzooals niemand ooit be leeft. Ons hinderen die zuchtende minnaars die sissende verradersdie bulkende jaloersche vrouwendie krijschende booswichtendie tee- mende fatsoenlijke luiwaarmede wij in de comedie kennis maken. Er is nog veel meer. Een tragische voorstelling werkt op ons gevoel, roert in ons hart de snaren van het mededon gen niet door een zeker aantal dooden maar door het zielelijdendat ons plastisch wordt geschilderd onze tooneelspelers denken er anders over, en handelen hierin trouwens geheel naar den verbasterden smaak van het publiek. Zij geven ons stukken te aanschouwen, waarin de //bloedbak”, dien Kinker in een zijner pa- rodiéen vraagt, goed te pas zou komen: een half dozijn woorden, mishandelingen, gevechten, een paar krankzinnigen, die op het tooneel huu geknjsch doen hooren, als waren het wilde die ren, zie daar de fraaiigheden waarop men ons onthaalt. Het publiek vermeit zich daarin met hetzelfde wreedaardig genot, als waarmee de straatjongens een koe zien slachten. Ik wil nu nog niet eens spreken van zoo menig pro duct van vreemden bodem, waarin alle begrip pen van zedelijkheid met voeten worden ge treden van zoo menig kwetsend tooneel, waarin grove dubbelzinnigheden worden uitgesproken door vrouwen wier gevoel voor betamelijkheid even licht is als het kleed dat haar dekt. Dc echte tooneelkunstenares, een Mevrouw Kleine, bij voorbeeld, zal zich nooit verlagen een rol te spelen, waarin iets voorkomt dat den toets der reinheid met kan doorstaan. De minst aanstootelijke tooneelstukken van onzen tijd zijn nog, mijns inziens, vooreerst de zoogenaamde spectakelstukken: De Reis om de Wereld, Asschepoester, en dergelijken; ten tweede die soort van drama’s, waarin eemge van de beste romans ziju verwrongen door een soort van procédé, waarin vooral een Duitsche dame, Mevrouw Birch-Pfeiffersterk was. Maar, om die laatste tooneelwerken goed te beoordeelen, noodig ik u uit, Currer Bell’s Jane Eyre of de Wees vaq Lowood, Buiwer’s Nacht en Morgen, of de familie Beaufort, en Dickens’ NeLy te lezen, en tracht vervolgeus de tooneel- stukkeu te zien, uit genoemde werken getrokken. Als ge dan onbevangen zijt in uw oordeel, dan zult gij met mij erkennendat in de //drama tische bewerking’’ bijna mets is overgebleven van het voortreffelijke, dat die romans keuinerkt dat zij óns elk oogenblik doen denken aan //thee met witte puntjes”, zooals de juffrouw haar laatste aftreksel noemt. Van de comedie naar de //rederijkerskamers”, il n’y a qu’un pas. Zij toch zijn bet, die de ingezetenen va:i eep groot getal kleinere ge meenten het eenig dramatisch genot verschaffen, dat voor hen verkrijgbaar is. ik betuig dan ook volle sympathie met die gezelschappenvelen zijn er, die zich met ernst op haar taak toe leggen. Die taak is verre van gemakkelijkzij moeten niet alleen de kunst voor zichzelf be oefenen, maar bovenal den smaak van hun pu bliek vormen. En dat zegt nog al iets. Maar ook hier is klatergoud, en niet weinig ook. Er bestaan in ons land zoogenaamde re derijkersgezelschappen welker leden letterlijk niet lezen kunnen; met in denzin, zooals Mul- tatuh dat bedoelt: deze werpt die beschuldiging naar het hoofd van elk die zijn meest duistere frazen met mooi vindtneen, ik bedoel het hier in de gewone beteekenis van het woord. Toch willen die lui hun gaven, o Hemel, welke gaven! toonen zij maken afspraak met een herbergier, gaan het een of ander sten is frappant: hij herinnert levendig aan den blik, waarmee een zijner bloedverwanten, die door den schrijver van Piet Paaltjen’s bi ographic eemge dagen op een warme stoof il gelegd, ons aankijkt. Doch de gelijkenis val het een en andér laat niets te wenschen over. Dat is ook de jneening van een deftig heer, die met verrukking al die doode beesten be kijkt, als ware hij een restaurateur die ze voor dien dag wil opdisschen. //Magnifiek! Dat mag eerst kunst genoemc worden. Zoo’n trouwe nabootsing van de na tuur is heerlijk I” Neen, Mijnheer! dat is geen kunst, dat is op zijn hoogst kunstig geploeter. Dat gedierte daar geeft u volstrekt mets te den ken, het is stom als die schelvisch, het wekt geen enkele reine of verhevene gewaarwording. Kunst is geen slaafsche nabootsing van de doode natuur, zelfs met van de levende: zi geeft slechts de natuur weder, maar geï dealiseerd, in haar aangrijpendste vormen voor gesteld. Of liever, om juister te spreken, zij tracht in onze ziel denzelfden indruk te wek ken, dien de aanschouwing van een schoon na tuurproduct eeu bevallig of verheven natuur tafereel bij ons teweeg brengt. Zie gindsch bloem- en fruitstukhet geeft ook niet* dan een copie van natuurvoortbrengselenmaar hoe zeer wordt ons aesthetisch gevoel daar bevre digd, wat schoone harmonie van kleuren, wat bevallige ineensmelting vau tinten. De klein geestige, peuterachtige nauwkeurigheid iu som.- mige werken van Gerard Dou perst ons slechts een matige bewondering af: daarentegen brengt een Stormachtige Zee van Schotel onze ziel nader tot den Oneindige Het spreekt wel vanzelf, dat wij onzen be wonderaar van lijken niet op deze onze kunst beschouwing onthalen voor hem en zijns gelij ken zou dat noodelooze moeite zijn, Er is geen vak van kunst, waarbij het zoo zeer op idealiseermg van de natuur aankomt K als de Beeldhouwkunst. De helden van den beitelwier werken de oudheid voor ons be waard heeftbegrepen dat goed. Alles is vol komen menschelijk aan den Appollo aan de groep van Laocoön, aan de Venus van Milo en toch hoezeer treft ons het ideaal van man nelijk schoonvan menschelijk lijden van vrou welijke voortreffelijkheid door de drie genoemde vermaarde beeldhouwwerken voorgesteld. Doch ook hier dreigt een gevaarover het algemeen trachten de tegenwoordige beeldhouwers te veel de natuur op zijde te streven en prikkelen daardoor wel de verbeeldingskracht, maar wek ken geen verhevener gewaarwordingen. In den regel hebben de mannen en vrouweudie zij uit het marmer roepente weinig kleeren schoone, klassieke draperie schijnt hun de navolging met waard. Nog erger worut dit, indien, gelijk door sommige Itali- aansche beeldhouwers geschiedt, aan het mar merbeeld een natuurlijke vleeschkleur wordt ge geven, hetgeen, als ik mij met vergis, door middel vau een al kooksel van tabaksbladeren wordt gedaan. Elke kunst werkt voornamelijk met twee elementen overeenstemming en tegenstelling harmonie en contrast. De indruk, door con trasten teweeggebracht, is somtijds bijzonder kiachtig, doch dun moet er toch zoodanige verwantschap bestaandat een éénig denkbeeld den geest vervult. De voorstelling van een rijke dariie en een bedelende vrouw op hetzellde duek kan de ziel treffenomdat het contrast aan een hoOgere hatmome doet denkenevenals in de muziek efen dusgenoemde wanklank (dissonant) alleen dan aangenaam ié voor het gehoor, als hij terstond daarna wordt opgelost. Maar wat zegt ge wel van een kunstproduct als het gip sen model van hel //Kindergeschenk” aan den Konrag, waarvan ongetwijfeld de afbeelding u bekend is? We zien daar een oranjeboom, en daarboven een kolossaal uurwetk, als zinne beeld van oen'lijd. Nu vraag ikhoe is het mogelijk, dat een oranjeboom de drukking van zulk een zwaar lichaam kan verdragenzonder dat de takken er onder bezwijken r Over wansmaak en klatergoud op het gebied Het blijkt van achteren dat de verkoop der Snez- kanaalaaudeelen aan Engeland, met geiieel buiten Frankrijk om is gegaan. De Times deelt een paar diplomatische stukken mede, die tusschen de re geer ingeu der beide landen over deze zauk gewisseld zijn. Duidelijk is daaruit op te maken dat de transebe regeenng liever had gezien dat de aandeelen in han den der booiété générale, die het kanaal tot stand gebracht beeft, waren overgegaan. Zoowel om eene herleving der oude ijverzucht tusseben Erankrijk en Engeland te voorkomen als om het groote belang dat de Engelsche handel had bij de instandhouding van den waterweg, wilde Lord Derby de gelegenheid om voor Engeland een groot aandeel in de onderne- mingen te verkrijgen niet laten voorbijgaan. Hij troostte dus z.iju Eranschen collega met het vooruit zicht, dat wellicht te eeniger tyd hierdoor eene ad ministratie of een syndicaat, waarin alle zeevarende mogendheden zoudeu vertegenwoordigd zijn, de plaats van de beslaande Suez- Kanaalmaatschappij zal inne men. Van republikeinsebe zijde vooral wordt het beleid van den Franschen minister Decazes in deze zaak zeer veroordeeld en slechts met moeite was de Na tionale vergadering onder den eersten indruk van het gebeurde er toe te bewegenom het ontwerp betref fende de rechterlijke hervorming iu Egypte, dat juist aan de orde moest komen, in behandeling te nemen. Van verschillende zijden wordt het ontwerp, dat eene nieuwe regeling vau de rechtspleging vau Fransche onderdanen iu Egypte bedoelt, dau ook fel bestreden. Gelukkig voor deu minister dat de lust der vergade ring om ernstige zaken te behandelen niet zeer groot meer is, nu de ontbinding der kamer nog vóór het einde dezer maand als een voldongen feit mag be schouwd worden. De beide daartoe strekkende voor stellen toen zijn urgent verklaard en nog deze week zal de vergadering overgaau tot het verkiezen der 75 Senatoren, die volgens de bepalingen der grondwet door haar moeten benoemd worden. Alles is voor die verkiezingen in rep en roer. De groep Lavergne- Wallon, die in deu laaUten tijd weder meer naar de rechterzijde overhelt, zal zeker ook ditmaal weer dep doorslag geven. Ook met de verkiezingen voor de Cortes in Spanje schijnt hst thans ernst te worden. Met de uitgifte der stembriefjes is ten minste een aantang gemaakt. Het is er echter nog ver van af, dat de voorwaarde, gesteld voor de bijeenroepmg der wetge vende vergadering de onderwerping der Carlisteh, dus het emde van den burgeroorlog vervuld is. liet gewone beletsel, ongunstig weer, heeft op nieuw den veldtocht, die met zooveel opbel aangekondigd en met zooveel vertrouwen te geinoet genen werd, doen uitstellen, en tot het begin van Januari verschoven. De voornaamste hoofden der Carlisle/), aan wie dus weder de noodige tijd is gegeven om zich voor te be reiden, zullen eerstdaags te Durango bijeenkomen, om middelen lot voortzetting van den oorlog te beramen. Met het onderdrukken van den opstand in Turkij* gaat het mede al niet veel voorspoediger. Bij de scher mutselingen, die voortdurend tusschende opstandelin gen en de Turksche troepen plaats hebben, lijden de laatste meestal de nederlaag en dit verhoogt natuur lijk den moed en de volharding der insur^euten. Dezer dagen maakten zij zich meester van het lort Garansko, dat tot op het laatste oogenblik door de Turken dapper verdedigd werd. Toch, hoeveel moeite Turkije heeft, om zich in de rei der Europeesche mogendheden'staande te houden, zijn er nog slaatjes die wenéchsn onder heerschappij van den Sultan te staan. Drie kleine staatjes, tusschen het gebied van deu Iman van Mas- cat en de provincie Nedid gelegen, hebben zich dezer dagen vrijwillig onder die heerschappij geschaard. Nog altijd houdt men zich in den JJuitsohon rijks dag met de behandeling der begroeting bezig. De be raadslagingen, die, met uitzondering van een paar posten op de begrooting voor ElzasLotharingen, vrij kalm gevoerd worden, werden in de vorige week plotseling onaangenaam gestoord, door het uitbreken van brand in de vergaderzaal. Gelukkig werd hel ongeval spoedig bemerkt en in den aanvang gestuit, zoodat reeds den volgenden dag de zittingen konden hervat worden. Von Bismarck heelt persoonlijk de beraadslagingen over het nieuwe ontwerp Strafwetboek in den Rijks-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1875 | | pagina 1