1876.
ZONDAG 10 SEPTEMBER.
N°. 378.
WEEKBLAD VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT.
BUITEN LAND.
OVERZICHT.
Het Nutsrapport in zake het
Middelbaar Onderwijs.
1 T85-
BINNENLAND.
SCMHOVEU COURANT
kunde
5
7
5 Sep*
iNUUThN
S. W. N. VAN NOOTEN,
Uitgevers.
Deze Courant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag
verzonden. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70.
Franco per post door het geheele rijk 0,80.
820
Alle binnenlandsche Advertentiën, waarvan de
plaatsing 3 maal wordt opgegeven, worden slechte
2 maal in rekening gebracht.
en
len
5
5
5
5
4
8
8
3
3
3
3
5
5
5
5
4
8
5
5
5
f
5
ft
6
7
5
6
6
6
6
5
3
8
t
5
5
5
5
5
7
7
3
5
7
ft
8
3
191/,
m»/é
88
9‘7i.
Naast deze beiden,
onderwijs is, staat een
middel in zoekt tot
verdere studiën.
zoo goeu
blijft dan
te nopen,
der Turks
stane pro<
-:ihtigs
100
«7.
q -
- 77.
8'7..
«»7.
«93
97
96'/,
96*/,
»8‘7..
89'/.
1031/,
70-/,
«7.
807.
msatie. We willen thans haar verslag vluchtig
overzien, zonder in beoordeelingen te treden;
alleen stippen we nog aan dat één van de leden
der Commissie, de heer Dr. D. J. Steyn Parvé,
Inspecteur van het Middelbaar Ouderwijs, -
iemand dus, die meer dan anderen het recht
heeft een zelfstandig oordeel uit te spreken,
«bezwaar heeft gemaakt het rapport te ouder-
teekenen, op grond dat hij op verscheidene be
langrijke punten zich niet met het gevoelen van
de meerderheid der Commissie heeft kunnen
vereenigen.”
Aan drieërlei behoeften moet het m. o. voldoen.
«Voor een aanzienlijk deel der aanstaande bur-
99‘/,
987*
977*
1^7*
52 ia/1*
1007.
767.
83’/*
097.
997.
89»/.
79
65»/,
927.
92
58
«l7i.
268
560
-Z:
1*7.
88'/.
47
103'/,
i««7.
De volgende officicele mededeeling werd dezer dagei
door de Turksche regeenng aan de Mogeudhedei
gericht
r De ernstige ziekte waardoor Sultan Murad ia aan
getast, lü dagen iia zijne troonsbestijging, is voort
durend in hevigheid toegenomen, zoodat de teugels
van het bewind onmogelijk langer in zijne handen
konden berusten. Overeenkomstig de wetgeving die
he en Ov*r-
idere f 5,80 a
5,5015,50.
r 8100 kilo.
heden gehjk-
iburige Lex-
deren aan de
sedert eenige
len. Pryzen:
nindere qual.
D, «ti.ren f 50
kalveren f 6
r kilo, fokyar-
i 1,52 per kilo.
jarige Zeeuw-
i 10,60, goeda
ie, Vlaamach.
ire en blauwe
sche f 7.80 k
,60 8,00.
ie winter uk*
Prys der AdvertentiënVan 1 tot 5 regels ƒ0,50. Iedere
regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzen
ding franco, en uiterlyk tot Zaterdags-voormiddag. ten 10 ure.
Tot zoover wat de Hoogere Burger
school en baar aanvulhngsinnchtingen betreft.
V<.or de kinderen der kleine burgerij (kleine
winkeliers, mindere ambtenaren, handwerkslie
den en kleine landbouwers), voor welke de meer
omvangrijke leerstof van deze school niet wordt
verlangd, voor wie de leertijd dier school te
lang is, dus voor hen die tegenwoordig een be
perkt meer uitgebreid Lager Onderwijs genieten,
moet de gewone burgerschool dienen, met drie
jarigen cursus en nog meer beperkt program
(Nederlandsche en één vreemde taal, aardrijks
kunde en geschiedenis, wiskunde, plant- en dier- «At
kunde, natuur- en scheikunde, boekhouden, lnl
staatsinstellingen van Nederland en staathuis
houdkunde, teekenen en gymnastiek). Aan deze
moet zich een avondcursus aansluiten voorzoons
van kleine landbouwers. Zij toch kunnen in den
regel geen gebruik maken van de school met
vierjarigen cursus en daarna van de landbouw
school; zij moeten in betrekkelijk korten tijd
een afgerond onderricht hebben ontvangen, in
verband met den arbeid die hen wacht.
De am bach tsstand maakt over het algemeen
zeer weinig gebruik van de inrichtingen, die
onder de tegenwoordige wet voor zijn behoeften
bestemd zijnde zoogenaamde burger dag- en
avondscholen. Daarom zou het wenschelijk zijn,
die te vervangen door speciale ambachtsscholen,
waar theoretisch en practisch onderwijs zal ge
geven worden De thans bestaande burger
avondschool, ofschoon die druk bezocht wordt
en alzoo in een behoefte blijkt te voorzien, zal
dan plaats maken voor inrichtingen welke nog
beter aan het doel beantwoorden, te meer indien
zij worden aangevuld door teekenscholen. Van
deze wordt verlangd, dat zij in een winteravond
en rsus bestaan, daar de leerlingen die op een
ambacht zijn, alleen onder die voorwaarde genoeg
vrijen tijd beschikbaar hebben. Het onderwijs
heeft daar ten doe), aan den eenen kant het
mededeelen fap practische vaardigheid in het
schetsen van ontwerpen en het maken van af
beeldingen van voorwerpen, die de werklieden
dagelijks onder handen krijgen, aan den anderen
kant de vorming en ontwikkeling van den ichoon-
heidszin.
Ook het zeevaartkundig onderwijs moet bij
dezelfde wet worden geregeld.
Voor het onderwijs voor meisjes zijn noodig:
vooreerst middelbare scholen met öjarigen cursus,
aansluitende aan het lager onderwijs en eind
onderwijs gevend, hoofdzakelijk ingericht op den
voet van de tegenwoordige Hoogere Burger
scholen. Ten tweede, (voor meisjes uit den klei
nen burgerstand, in geval het Meer'Uitgebreid
Lager Onderwijs opgeheven wordt) een meer
beperkt middelbaar onderwijs, te geven aan scho
len met driejarigen cursus. Eindelijk nog voor
haar, die eenmaal door de uitoefening van ver
schillende vakken in haar onderhoud zullen moe
ten voorzien, en daartoe behoefte hebben aan een
meer professioneele opleiding, zijn industrie
scholen noodig, in den geest van die welke te
Amsterdam bestaat en zooals er ook een te
’s Gravenhage zal worden opgericht.
In afzonderlijke paragrafen wordt vervolgens
gesproken over de bevoegdheid tot het geven
van middelbaar onderwijs, de eindexamens, de
inwendige inrichting der- school, scboolgeldhef-
ting, toezicht, en algemeene organisatie.
vV ij hebben thans het nog al ingewikkeld stel
sel van de Nutscommissie uiteen gezet, zonder
er van onze zijde aanmerkingen aan toe te voe
gen. In elk geval verdient de nauwgezetheid,
waarmede die commissie baar moeilijke taak heeft
ten einde gebracht, onze waardeermg. Bij voor
komende gelegenheid hopen wij op sommige
onderdeden van het rapport nader terug te ko
men. Er is hier stof tot menige gedachte
wisseling, 'die ook zeker niet zal uitblijven.
Hebben wij indertijd, toen liet eerste gedeelte
van het verslag van de «Commissie tot onder
zoek van de werking der wetten cp Lager en
Middelbaar Onderwijs en van haar onderling
verband”, door de Maatschappij tot nut van ’t
Algemeen benoemd, in het licht is verschenen,
onzen lezers een overzicht aangeboden van de
voornaamste beschouwingen, door genoemde com
missie ten beste gegeven, thans, nu zij haar
taak geheel heeft afgewerkt, en dat deel, het
welk uitsluitend de Middelbare school tot het
onderwerp der besprekingen maakt, door den
druk gepubliceerd heeft, achten wij ons ver
plicht ook daaraan eenige ruimte te wijden.
Die school is, ondanks haar twaalfjarig be
staan, nog niet zoo populair geworden als zij
behoorde te zijn. Zij is nog niet wat Thor-
becke van haar verwachtte, de algemeene
voorbereiding tot een groote verscheidenheid van
maatschappelijke betrekking, beroep of dienst.
Zien we niet jaarlijks, dat de jongelieden die
zich aanmelden voor het Instituut voor Marine,
voor de Militaire Academie, Voor het surnu-
merariaat bij Posterijen of Staatsspoorwegen,
voor een groot deel afkomstig zijn van de
kostscholen, waardoor sommige dier inrich
tingen een grooten naam krijgen wegens haar
«bijzondere” geschiktheid om de leerlingen voor
dit of dat «klaar” te maken, hetgeen na den
afloop der examens in niet al te nederige ad
vertentiën wordt vermeld? Dat is, men zal het
ons gereedelijk toestemmen, een ongezonde toe
stand, die evenwel verdwijnen zal naarmate men
ten aanzien van het Middelbaar Ouderwijs re
kening houdt met de eischen der practijk en
de vingerwijzingen der ervaring niet verwaar
loost. Al is de wet op het Middelbaar onder
wijs nog betrekkelijk jong, en al draagt zij
het naamcijfer van een groot staatsman, toch
moeten we, bij gebleken onvolmaaktheden, niet
schroomen het woord wijziging uit te spre
ken, al weten we ook dat het bij ons zoo erg
gemakkelijk niet gaat, eenmaal bestaande wetten
een verandering te doen ondergaan.
Dat er trouwens in ons Middelbaar Onder
wijs, gelijk het bij de wet van 18f}8 is gere
geld, gebreken zijn, wordt ook erkend door de
mannen, die in de eerste plaats bevoegd zijn
er een oordeel over uit te spreken. De Ver-
eeniging van Leeraren aan inrichtingen voor M. O.
heeft kort geleden aan haar hoofdbestuur op
gedragen, een prae-advies uit te brengen over de
vraag, in hoeverre wetswijziging wenschelijk zou
zijn, en de conclusie, waartoe dat hoofdbe
stuur is gekomen, luidt ais volgt
«Een ondervinding van twaalf jaar heeft
verschillende gebreken aan het licht gebracht,
welke ons middelbaar onderwijs aanklevendie
gebreken betreffen echter meer den vorm dan
het wezen der zaak; zij kunnen en moeten dus
hoe eer hoe beter weggenomen worden. Die
wegneming kan evenwel niet geschieden zonder
ingrijpende veranderingen; een wijziging der
wet achten wij daarom niet ontijdig, integendeel,
wij zouden haar begroeten als een wenschelijke,
ja, als een dringend noodige zaak.”
Evenzeer heelt de Nutscommissie het een en
ander af te wijzen op de tegenwoordige orga-
«bil, f 22 4 23,
He qui.l. 72 4
kaaa f 24,00
iverloopers f 8
12 4 16; vatte
nuchtere id«n
4,00 4 5.00,
>r 100 stuk*.
g; aaugevoerd
qual.; 2de
oor Engeland
)iggen f 1,50 4
Aangevoerd:
kalveren23
)f lammeren,
ot geiten.
qual. 74 ct.,
f0,98, 2de
kilo.
Voor Londen
3de qual. f 64.
sche f 9,60 4
4 9,50. jarige
k 10,00, dito
Vlaamsohe en
ikkecche- en
ache f7,20 4
uteche f7>00
che f 8,00 4
i-Brabantsche
gers is een algemeene ontwikkeling en be
schaving noodig, maar ook voldoende; aan een
ander deel behoort een onderwijs van meer
speciale strekking verschaft te worden, ge
richt op het vak, dat zij later zullen uitoefenen.
Naast deze beiden, voor wie het m. o. eind
de rde groep, die er het
voorbereiding voor
Zoowel de Hoogere Bur
gerschool als de Vakscholen en de Gymnasién
belmoren derhalve tot het gebied van het Mid
delbaar Onderwijs. De laatste zijn echter door
de pas tot stand gebrachte Wet bij het Hooger
Onderwijs ingtdeeldde vakschool is door Thor-
becke mede buiten aanmerking gelaten, met uit
zondering echter van de Polytechnische- en de
landbouwschool.
De ondervinding leert, dat slechts een klein
gedeelte der leerlingen het onderwijs tot in de
beide hoogste klassen van den öjarigen cursus
blijft volgen; de meesten erlangen dus een afge
broken vorming. De school met Bjarigen cur
sus zou beter aan de algemeene behoefte beant
woorden, omdat zij, nadat de leerling haar heeft
doorloopen, hem behoorlijk tijd laat om zich voor
zijn maatschappelijken werkkring te gaan bekwa
men, ware het niet dat haar program te
uitgebreid is om het in drie jaren uit te werken.
Er moet dus een middelweg worden gevonden,
en die is mogelijk, door de drie jaren uit te
breiden tot vier, en het program eenigszins in
te krimpen. Als regel moet gesteld kunnen wor
den, dat de jongelieden op twaalfjarigen l<ef-
tijd tot die school worden toegelaten; dat zou
mogelijk zijn, indien men afstand deed van den
eisch, dat zij reeds eenige vorderingen hadden
gemaakt in de kennis der Fransche taal. Die
taal behoort in haar geheel op de Burgerschool
thuis. Voorts moet tusschen Duitsch en En-
gelsch de keus worden gelaten.
De school met vierjarigen cursus, die, zooals
de wetgever van 1863 het gewild heelt, de al
gemeene school moet worden voor de burgerij,
zal voor velen voldoende zijn. Er moet even
wel voorzien worden in de opleiding van hen,
die meer kennis wenschen op te doen dan zij
verkrijgbaar stelt. Jongelieden die naderhand
in nijverheid, handel of landbouw hun werk
kring zullen vinden, moeten een opleiding kun
nen erlangen, die in verband is gebracht met
hun toekomstige bestemming, en waarbij aan
enkele vakken een beslist overwicht over alle
andere wordt gegeven. In dien zin behooren
afzonderlijke nijverheidsscholen, handelscholen
en landbouwscholen op de Hoogere Burgerschool
met vierjarigen cursus te volgen. Langs dien
weg blijveu de aanstaande burgers zoolang mo
ge lijk gemeenschappelijk onderwijs genieten, het
geen beter is dan dat men hen terstond na het
verlaten der lagere school een speciaal vakon-
derricht doet ontvangen. In de eerste plaats
toch is het op 12-jarigen leeftijd nog met te
bepalen, welke richting de knaap moet inslaan
ten tweede zou -eenzijdigheid in de vorming er
hel gevolg van zijn; eindelijk zouden volledige
vakscholen slechts in enkele gemeenten kunnen
bestaan.
Scholen voor den handel. Meer en meer wordt
een grondige opleiding in de speciale handels-
richting een vereischte, niet alleen voor deu groot
handel in onze groote koopsteden, maar ook voor
dien in andere gemeenten. De steeds toene
mende verplaatsing van de jongelieden naar de
zeesteden eu van deze naar ae koloniën zet
aan den wensch naar een speciale opleiding
kracht bij.
Ook voor den toekoinstigen fabrikant is het
noodig dat hij, alvorens de maatschappij in te
treden, grondige studiën kan maken van de
vakken die*in de richting der nijverheid liggen.
Wiskunde, theoretische en toegepaste mechanica
en kennis van werktuigen, teekenen en boek
houden treden daarbij op den voorgrond.
De scholen voor den landbouw moeten in
een twee-jarigen cursus die theoretische kennis
aanbrengen, die voor het exploiteeren van groote
landbouwondernemingen onmisbaar is te achten.
Daarbij moet gezorgd worden voor aanraking
met de practijk, door het onderhouden van proef
veld, proeftuin en proefstal, het beproeven van
werktuigen en het bezoeken van boerderijen.
de troonsopvolging in het Ottomaniache rijk regelt, is
Abdul-Hamid tot Keizer uitgeroepen.'*
Op even eenvoudige wijze als van dit gewichtig feit,
als ware het eene ailedaagsche gebeurtenis, aan de Mo
gendheden werd kennis gegeven greep de troonsver-
wisseling zelve plaats. Nog slechts weinige dagen ge
leden werd bericht, dat eene commissie van deskun
digen alle hoop gaven op spoedig en geheel herstel
vau den Sultan en het gerucht aldus tegengesproken,
dat hem reeds vroeger van den troon vervallen ver
klaarde. En zietzonder dat iets naders omtrent den
gezondheidstoestand van den rtieken mau" wordt ge
meld, komt een telegram plotseling der wereld ver
kondigen dat hij langer ongeschikt is om aan het
hoofd der regeering te staan, en reeds vervangen door
,Abdul-Hamid. Murad is in het paleis Tehegaremge-
interneerd en sp. edig zal men nu het bericht ran den
»gebruikelijken” zelfmoord kunnen te gemoet zien.
Het feit op zich zelve zal wel geen grooten invloed
uitoefenen op den gang van zaken in Turkije en den
afloop van den oorlog. De nieuwe Sultan zal, als zijne
voorgangerstrachten het vermolmd staatsgebouw door
beloften van hervormingen voor ondergang te behoe
den doch eindigen met niets te doen. Of de Mogend
heden zich daarmede ook ditmaal tevreden zullen
stellen is een andere vraag, waarop wellicht spoedig
het antwoord zal gegeven worden. De Serviërs heb
ben hun zaak verlorennieuwe en geduchte nederlagen
hebben hun uit hunne laatste en sterkste stellingen
rjoed als verjaagdzoodat hun niets anders over-
op den invloed der toeziende Mogendheden
Wat deze zullen stellen tegenover de eischen
tsche regeeringdie alleen met elk der opge-
jviüciêa afzonderlijk wil onderhandelen en de
gewichtigste punten doorblijvend wil bezettenis nog
niet bekend. Alleen wordt gemeld, dat er eenstem
migheid bestaat tusschen de verschillende kabinetten,
wat zeker van het grootste belang is. Het is dan ook
niet te denken dat Engelandnadat de natie zoo
duidelijk hare afkeuring over de Turksche gruweldaden
heeft uitgesproken langer, hetzij bedekt of openlijk,
de Porte zal durveu steunen of zich verzetten tegen
eventueele pogingen der Mogendheden om degelijke
waarborgen te eischen tegen eene herhaling dier too-
neelen. Alleen door ijverig daartoe mede te werken,
zal de regeering den ongunstigen indruk, door hare
staatkunde vau vergoelijking te weeg gebracht, kunnen
wegnemen. Het is reeds zoover gekomen dat men op
eeuc meeting het ontslag van den premier Disraeli
eischte. Ook Gladstone heeft zich bij de beweging
aangesloten.
In Duitschland werd de verkiezingsstrijd op aan
gename wijze afgewisseld door de luisterrijke viering
der September-feesten. Als een gelukkig teekea des
tijds mag men het beschouwen, dat minder het feit
van den veldslag van Sedan (2 September) daarbij op
den voorgrond treedtdan wel de wedergeboorte van
het Duitsohe rijkde nationale eenheidwaarvan op
het slagveld van Sedan de eerste grondslag werd
gelegd.
Een schooner feest nog werd in België gevierd,
een feest dat zeker het zijne er toe zal bijdragen om
de Noord- en Zuid-Nederlandscbe broeders op nieuw
een schrede nader tot elkaar te brengen. Te Gent
werd de herinnering gevierd aan de zoogenaamde paci
ficatie van Gent, die, zooals de inscriptie van den bij
deze gelegenheid onthulden gedenksteen op het stad
huis vermeldt, een Verbond tot stand bracht tusschen
de verschillende provinciën der Nederlanden, waarbij
zij elkander beloofden rongeveinsdelyck en in goeder
trouw te o i der houden eene vaste ende onverbreckeiyke
vriendtschap ende vredeende elkander 'tallen tijde
by te stane met raedt en daedtgoedt ende bloedt
en waarby Keizer Karei en Alva’s bloedplakkaten op
het stuk van religie werden geschorst.*’
Z. M. heeft bij besluit vau
tember goedgevonden
1°. met te verleenen het ontslag, gevraagd door
HD. Ministers van Buitenlandsche Zaken, vaa
Justitie, van Binnenlandsche Zaken, van Marine
en van Financiën;
en met ingang van 11 September e. k.
2°. op hun verzoek eervol ontslag te verleenen
aan Jhr. G. J. G. Klerck, HD. Minister van
Oorlogen aan Mr. W. baron Van Goltstein
HD. Minister van Koloniënonder dankbetui
ging voor de vele en gewichtige diensten, door
hen aan den Koning en aan den lande bewezen
3°. aan HD. Minister van Marine, W. F.
Van Erp Taalman Kiplijdelijk de functiën van
Minister van Oorlog op te dragen tot den 30aten
September e. k.; en
4°. tot Minister van Koloniën te benoemen
Mr. F. Alting Meeslaatstelijk president van
het Hooge Gerechtshof van Nederlandsch-Indië.
De nieuwe Minister van Koloniën,
de heer Mr. F. Alting Mees is te Apingadam
geboren. Hij studeerde aan de Gromngsche
Hoogescbool en bekleedde ia Indië de betrek
king van president der Javasche Bank en nu
laatstelijk van president vau het Hooggerechts
hof m Ned.-Indië. Nog slechts sinds korten
tijd was hij uit Java in Nederland teruggekeerd.