1876.
ZONBA& ^'SEPTEMBER,
N°. 379.
WEEKBLAD VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT.
■U/M
n
*7.
BUITENLAND.
OVERZICHT.
BINNENLAND.
Praatjes over alles en nog wat.
SCMHOVEHE COURANT
1)
^7.
16‘/.
j 17,
A
00 T.EN
I
S. W. N. VAJST NOOTEN,
Uitgevers.
•9‘7i.
>2
19
105
9>/4
99
13«/4
19
Deze Courant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag
verzonden. Prys: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70.
Franco per post door het geheele ryk 0,80
7.
7.
‘7i.
0 7.
idea eu
deren.
den
89
850
1021/4
7 2 Vs
®7/is
80
b f 7.70i
7,90.
rinter »ak-
OvermaM-
suwsche en
Overmaas-
58
29 V< 4
«7.
*Vi.
8
6
03 7.
06 Vs
22 a 23,
J. 72 4
i f 26,00
ipers f 8
1.6vette
ire idem
k 4,00,
stuks.
ugevoerd
lal.j 2de
,80.
Engeland
Ff 1,50 i
1 paard,
eren9
emmeren,
geiten.
72 ct.,
1,95, 2de
t Londen
Prya der AdvertentiënVan 1 tot 5 regels 0,50. Ieder»
regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzen
ding franco, en uiteriyk tot Zaterdags-voormiddags ten 10 ure.
'7.
>7.
16
5
771.
iual. f 68.
f 8,80
i f 8,50 i
0 4 10,60,
0 a 10,40.
ae f 7,80
>he f7,50
en Over-
e f6,70i
k 5,20.
00 kilo.
van on
als de vo-
l de beste
idere qual.
f 40 k 125,
50 k 54 et.
10 a 14.
16 per kilo.
ge Zeeuw-
,30, jarige
Vlaamsche
:n blauwe
//Raar volk, die Hollander,” zei onze Ier.
Met nog meer recht zouden wij kunnen
zeggenr/Raar volk, die Engelschen.” Zij roe
pen moord en brand, als in het hart van China
de Britsche vlag niet behoorlijk wordt gerespec
teerd en hebben dan dadelijk schepen en ka
nonnen en troepen disponibel om den aange-
danen hoon te wrekendoch het komt er min
der op aan, dat die lieve Turkjes daar voor
hun pleizier schandalen hebben uitgehaald, zoo-
als men haast in geen enkel tijdperk van de
geschiedenis meer ontmoet. Zij maken een
drukte van belang, omdat de geleerden nu en
dan bij hun wetenschappelijke proefnemingen
een hond of een kat aan stukken snijden,
en vermoorden zelf op meedoogenlooze wijze
honderden Fidsji-eilanders, die geen ander
kwaad hebben gedaan dan dat zij hun onaf
hankelijkheid wilden bewaren. Zij leggen den
man die zijn vrouw half kreupel slaat eenige
dagen gevangenisstraf op, maar als een jonge
ling in een onbewaakt oogenblik een meisje
heelt verteld dat er wel kans is dat hij haar
vroeger of later zal huwen, en gezegde jonge
ling bedenkt zich later, dan wordt hij veroor
deeld tot een schadevergoeding die hem de
tranen over de oogen doet loopen.
Wat het eerste punt betreft, de houding
der Britten ten aanzien van de Turksche gru
welen in Bulgarije en elders, men zou kun
nen zeggen dat niet het volk, maar de regee-
ring daarvoor verantwoordelijk is. Tot op
zekere hoogte is dit waar. Het volk als zoo
danig heeft geen deel aan de kunstgrepen der
diplomatie, en staat geheel buiten het warnet
van intrigues, dat de Heereu diplomaten zoo
aardig in elkander weten te vlechten tot zij er
zelf geen eind meer aan weten te vinden.
Hadde Engeland zich aangesloten bij de stap
pen, in de eerste helft van dit jaar aangewend
om Turkije te herinneren aan zijn verplichtin
gen tegenover zijn Chri.teu-onderdanen, dan
zou de tegenwoordig, oorlog naar alle waar
schijnlijkheid met zijn uitgebroken, en de op
stand in Bulgarije, die waarlijk zoo heel veel
niet te beteekenen had, zou wel met een sisser
zijn afgeloopen. Maar de heeren die den troon
van Engeiauds Koningin omringen wilden nu
eenmaal niet hebben, dat die goeie beste
Turk, dien men in Europa in het algemeen
en in den effectenhoek in het bijzonder zoo
slecht missen kan, onder curateele wordt ge
steld. Zijn woeste buien wil men hem niet ai
te hoog aanrekenen, dat ligt zoo in zijn
Oosterschen aard, en hij heeft toch ook wel
©ogenblikken dat hij zich fatsoeulyk gedraagt.
Doch daar kwam een stem, ludrukwekkend
als bazuingeschal, de natiën verkondigen dat
daar ginds een volk wordt vermoord. Wie
was het, die de sluimerende verontwaardiging
wist wakker te schudden, die een kreet van
toorn deed opgaan door geheel Albion, en het
zoetsappig glimlachje om de lippen der mach
tigen deed wegsterven? Wie had den moed,
de afzichtelijke tooneelen van dehemeltergend-
ste wreedheid met het helder schijnsel der pu
bliciteit te bestralen, zoodat de wereld zien kon,
welke bloed- eff’ïnoddervlekken het kleed der
negentiend’eeuwsche beschaving bezoedelen
Och ’twas maar een dagbladcorrespondent,
een van die heden, die onze overzeesche buren
met den minachtenden bijnaam van vpenny-
a-liners,” en zekere klasse van onze land-
genooten als rbroodschrijvers” aanduiden: niet
veel bijzonders dus, ten minste in de schatting
van hooghartige Lords en hun geestverwanten
ten onzent. Heeft echter ooit de dagbladpers
eenige aanspraak gehad op den titel van
.Koningin der aarde,” dan is het op het oogen-
i
ben ook de Belgen er bijzondere geschiktheid
voor, een nationale gedachte in groepen en
beelden uit tc drukken, en wel zoo dat ieder
begrijpt en gevoelt, wat dat alles beteekent.
Als wij niet te hooghartig zijn om bij anderen
een lesje te- gaan halen, dan moeten onze
hervormers van volksvermaken eens hun studie
maken van hetgeen de Belgen ons in dit op
zicht ieeren kunnen. Misschien kwam het dan
eindelijk wel zoo ver, dat geen inensch de
kermis meer terug zou wenschen.
Vrijdag den 7den heeft Sultan Abdul-Hamid mea
de gebruikelijke plechtigheid het zwaard van Osma
aangegord en is dus in zijne waardigheid bevestigd
Hij heeft voorts een hat uitgevaardigd, waarbij de
tegenwoordige Ministers in hunne betrekking gehand
haafd wordenen waarin de hoop op een spoedig her
stel van den vrede wordt uitgesproken Ook aan schoon
klinkende beloften van hervorming en bezuinigingen
ontbreekt het daarbij met. Christenen en Muzelman
nen zullen, als .kinderen van hetzelfde vaderland,’’
gelijke bescherming genieten. Het pleit zeker niet
voor den gezonden toestand van de hersenen des nieu
wen Sultans, als hij meent dat na al hetgeen in de
laatste weken omtrent de TurKflOhe begrippen van
gelijkheid eu rechtvaardigheid openbaar werd. Europa
en de publieke meening zich door die schijnschoon*
beloften zullen) laten inj slaap wiegen. Een krach
tige maatregel dient genomen te worden; nl. vrij
verklaring van Bosnië, de Herzegovina en Bulgarije
onder een eigen bestuur en niet meer afhankelijk
van Turkije dan Servië voor deze was. Naar men
verzekert zijn de groote Mogendheden bezig in dien
zin met de Porte te onderljpodelen, terwijl Hofland
aan die ouderhandelmgen kracht bijzet, door het voort
durend verachatfen van hulp aan de Serviërs, zoo in
manschappen als in geld, dat wel niet onmiddellijk
door de regeering maar toch met hare goedkeuring
geschiedt. 4
Hoe zeker men te Belgrado op Ruslands bijstand
rekent, bleek bij een feestmaal, dat te midden dor
droevige tijdsomstandigheden in Servies hoofdstad
gehouden werd. Vorst Milan hield bij die gelegen
heid eene redevoering, waarin hij verklaarde zich ge
heel onder de hoede en bescherming van Keizer Alexan
der te stellen.
De Porte schijnt echter nog niet zoo gemakkelyk
in die eischen der Mogendheden te zullen bewilligen.
Hoewel nog geen bepaald antwoord is ontvangen,
gelooft men algemeen dat zij weigeren zal een wapen
stilstand te sluiten, die, het moet erkend worden, in
de tegenwoordige omstandigheden dan ook geheel met
hare belangen zou strijden. Wat dus de vermoede-
lijke afloop der onderhandelingcn zal zijn is moeilijk
te gissen.
De stand der oorlogvoerende partijen in Servië,
tusschen Alexiuatz ea Deligrad is eenige dagen ata-
tieuair gebleven; een rusttijd die de Turken gebruik- -
ten om eenige dorpen te verbranden en wreedheden
te plegen aan vrouwen en kinderen. Eerst in de
laatste dagen hebben de Turken den aanval op het
leger van Tschernajeff hervat. De*.e beeft bevel ont
vangen niet dan verdedigenderwijs te haudelen.
In Engeland neemt de*beweging tot afkeuring
der gruwelen in Bulgarije en elders nog steeds in
omvang toe. Gladstone bepleitte in eene druk be
zochte meeting, in de open lucht gehouden, de
noodzakelijkheid dat Engeland zijn traditioneel wan
trouwen tegenover Rusland moet laten' varen en met
langer moet weigeren met de andere Mogendheden
samen te werken. De algemeens menschelijktieid eischt
(zoo betoogde de oud-premier) dat aan deonmen-
scbelijke handelingen een einde worde gemaakt. Elke
regeering, ook de Engelsche, is daarvoor verantwoor
delijk. Hoe deze over de zaken denkt bleek uit net
antwoord door Graaf Derby gegeven am twee depu
tation die gezonden waren om de regeering tot tus-
schenkomst in de Oostersche quaestio te -böwegen.
De territoriale integriteit van Turkije, zoo verklaarde
de Minister, moest behouden blijven. Dit sloot echter
de kans niet buiten om aan de Turksche provinciën
uitgebreider autonomie te verleenen, ofschoon plaatse
lijke beswaren daartegen bestonden. Alles hing echter
af van de volkomen overeenstemming der Mogend
heden, waarover nog steeds onderhandeld werd. Mid
delen zouden worden aangewend om aan de wreed
heden een einde te maken, de daders te doen straf
fen, enz. Het antwoord van den Minister geeft dus
al zeer weinig hoop op eene spoedige beëindiging dor
quaestie, die Europa reeds zoo langen tijd in span-
mug houdt.
Maarschalk Mac-Mahon, de president der Fran-
aohe republiek, doet een reisje door de zuidelijke
provinciën, waar hij overal uitnemend ontvangen wordt.
Aan toespraken o itbreckl liet b j die gelegenheid mot.
De maarschalk gaf daarbij steeds blijk vau zeer vrede
lievende gezindheid. Te Lijon hadden bg gelegenheid
van bet bezoek van den maarsohalk-president eenige
politieke demonstraties plaats, o. a, ten gunste tm
de amnestie. De orde werd echter niet gestoord.
In Spanje blijkt de bepaling der grondwet, die
godsdienst vrij neid toestaat, hoe langer zoo meer een
doode letter te zijn. Aan do protestanten wordt b. r.
verboden hunne godsdienstoefeningen vooraf aan te
kondigen, en in de kerken te zingen. Een en ander
wordt als eene ongeoorloofde demonstratie beschouwd,
Bij koninklijk besluit is het aan
8. I. Van Nooten, burgemeester van Jaarsveld,
op zijn verzoek, verleend eet vol ontslag als
secretaris dier Gemeente tegen 15 October e. k.
goedgekeurd.
Bij koninklijk besluit van 25
Augustus jl. zijn goedgekeurd de besluiten van
de Staten der provincie Zuid-Holiand van 11
Juli 1876 tot wijziging van de reglementen
Alle binnenlandsche Advertentiën, waarvan de
plaatsing 3 maal wordt opgegeven, worden elechfe
2 maal in rekening gebracht.
Een paar jaar geleden maakte ik het traject
tusschen twee door geen spoorweg verbonden
plaatsen per diligence: de gezelligste manier
van reizen als men erg landerig is. Onder
de passagiers bevond zich een Ier; hij ram
melde een vreemdsoortig Engeisch met een nog
wonderlijker Nederlandsch door elkander, zat
op den bok bij den conducteur, en kortte
zich den tijd met een zwart fleschje, dat hij
in den tijd van drie uren ook trouw driemaal
aan een halt met jenever liet vullen. Gul
hartig bood hij nu en dan eenigen van zijn
medereizigers het fleschje aqn, dogh deze be
dankten, -— hetgeen hem eindelijk de verkla
ring afperste: z/Kaar volk, die Hollander,
maak de jeneef, wil niet z..p.”
Zoo kan men toch gemakkelijk een certifi
caat van goed gedrag bekomen. Indien onze
vriend zijn land- en volkenkunde op het arti
kel Nederland een weinig beter had uitgewerkt,
bij zou wellicht een geheel andere conclusie
hebben getrokken. Tot op den dag van heden
lusten onze landgenooten, en bloc genomen,
wèl jenever. Zie maar eens in Amsterdam,
alwaar in de achterbuurten misnoegen en wrevel
heerschte over het begin van uitvoering dat
gegeven is aan de kermisveroordeelingzou die
beweging (in miniatuur gelukkig I) niet het
allermeest wprdeu veroorzaakt door de echte
drinkebroers, die, ja wel altijd gelegenheid
vinden om er een borrel op te zetten, maar
toch de kermis beschouwen als een tijd waarin
het flink staat een extra dozis in te nemen?
Vergeten we daarbij den man niet die achter
de toonbank staat, en niet m gebreke zal geble
ven zijn den geest van het misnoegen bij ziju
trouwe bezoekers te wekken.
Toch zijn er ook wel lieden, die de afschaf
fing der kermis bij raadsbesluit afkeuren, en
die noch door hun eigenbelang als neringdoen
den, noch door hun trek naar uitspattingen
daartoe genoopt worden. Zij meenen, dat
volksvermaak, in welken vorm ook, nu eenmaal
onmisbaar is, en dat, zoolang de pogingen die
men bij ons aanwendt om de volksvermaken
te veredelen, nog zoo bitter weinig resultaat
hebben opgeleverd, het beter zou zijn het be
staande te dulden, zorg dragende er de scha
duwzijde zooveel mogelijk van weg te nemen.
t^Wij kunnen gerust zeggen dat de wijze
waarop iemand zich amuseert het peil van ziju
beschaving aan wijst. En nu bestaat bij ons
een streven om eerst de vermakelijkheden
geheel en al te hervormen, in de meening, dat
de volksaard dan van zelf zich daarnaar schik
ken zal. Men organiseert bloemen fees ten, mu
ziekuitvoeringen, en dergelijken meer, die wel
opgang maken, maar toch de groote massa koud
laten. De onbeschaafde bewoner der achter
buurten vindt geen behagen in h blommetjes”
en //ineziek”; voor hem zijn de geschilderde
versierselen der kermistent aantrekkelijker dan
de rijkste verzameling van bloemen en blade
ren, en kliuken de Turksche trom en de gil
lende klarinet van Calp en van Bi anus heer! ij
ker dan een concert van Dunklers kapel, ’tls
treurig, maar wat er aan te doen? Zagen
we maar kans om eerst de menschen beter
te maken; zonder eenigen twijfel zou dan
eenmaal de tijd geboren worden, dat de ker
mis zonder tussclienkomst van gemeenteraden
haar eigen dood stierf. Dat zou de natuur
lijke weg zijn.
Opmerkelijk is het zeker, dat onze landge
nooten er zoo weinig slag van hebben, zich te
vermaken. Als men een Nederlandsch volks
feest vergelijkt met hetgeen België somtijds te
aanschouwen geeft, getuigen de dagen der
Pacificatie-ieesten te Gent, dan moeten we
ons bedroeven over het gebrek aan élan, 't
welk ons volk daarbij kenmerkt, hen optocht
bij onze zuidelijke broeders brengt alle gemoe
deren in beweging: bij ons is het een ding
waarnaar men eventjes gaat kijken zonder er
Verder meer notitie van te nemen. Nu heb-
blik dat de moedige Mac Graham, «commis
saris” van Daily News, als haar eerste mi
nister optreedt.
Het valt overigens niet te ontkennen, dat
de Britten zeer eigenaardige denkbeelden heb
ben omtrent internationale betrekkingen. Een
paar voorbeelden willen wij daar nog van aan
halen.
In den laatsten tijd heeft de Transvaal-
republiek zeer de aandacht getrokken, en wie
niet geheel vreemd is gebleven aan de alge-
meene belangstelling in dien jeugdigen staat,
zal zich nog wel weten te herinneren met hoe
groote moeilijkheden de Hollandsche Boeren
indertijd te worstelen hebben gehad, eer de
Bngelschen hun het bezit der nieuw bezette
woeste landstreken niet langer betwistten. Thans
doorleeft de bevolking aldaar een andere crisis
zij moet de aanvallen afslaan van de Kaffer
stammen, die het niet goed vinden dat de
gronden, welke zij toch niet in cultuur brach
ten, door anderen worden benuttigd. Het is
de oude strijd tusschen beschaving en barbaarsch-
heid, een strijd die onvermijdelijk is en op
den ondergang der laatste moet uitloopen.
Maar wat zegt de Engelschman er wel van?
Zonder ,4e rekenen dat Britsche kooplieden den
Kaffers oorlogsmateriëel leveren, dat is hun
met kwalijk te nemen, dewijl zij dit zelfs aan
de vijanden van hun eigen land zouden doen,
maken zij zich op om Enropa opmerkzaam te
maken op het onrecht dat er in is gelegen
dat de gronden der Kaffers door een landbouwend
volk worden geëxploiteerdeven alsof nooit een
eukele Brit zichjdat heeft veroorloofd;-geraken
zij in schijnheiligen toorn, over de beperking
van de vrijheid dier inboorlingenwien men
zelfs niet vergunnen wil een grond in eigen
dom te bezitten waaruit zij geeu voordeel weten
te trekken- bepeinzen zij reedsjde mogelijkheid,
om den Transvaalbewoners de handen te. bin
den en hen te doen afzien van het bescha
vingswerk in Zuid-Afrika.
Een andere vertoomng. De Koning van Da
homey moet schatting betalen aan Engeland.
Ofschoon het voor zijn zwarte Majesteit een
groote eer moest zijn, op die wijze bij te dra
gen tot Albion’s grootheid, schijnt hij, wil-
deman daar bij is J die eer niet hoog genoeg
te schatten; ten minste, op een goeien dag gaf
hij er de brui van, en toen men hem aan zijn
plicht herinnerde, noodigde hij de lui uit om
zijn kruid te komen ruiken. Nu, zoo iets laat
een Engelschman zich geen tweemaal zeggen:
hij zal dien rekel wel mores ieeren. Maar nu
wil ’t geval, dat er in ’t hartje van Dahomey
eenige Europcesche kooplieden waren gevestigd,
die, onvoorzichtig genoeg, zich niet uit de voe
ten maakten toen de lucht betrok. Natuurlijk
heeft de Negervorst die lieden nu in verzekerde
bewaring genomen, en hij dreigt ze allen te
zullen vermoorden, zoodra de vijandelijkheden
uitbreken. Men behoeft er niet aan te- twijfelen
of de Vorst bij deze bijzondere gelegenheid woord
zal houdenwant het is bekend dat hij om een
paar honderd afgeslagen hoofden net zooveel geeft
als een Britsch jachtliefhebber om een paar snip
pen. Een gek geval voor John Buil, met waar?
O neen, hij weet er wel een mouw aan te passen.
Die gevangenen toen, hoe weet men het zoo
nauwkeurig! zijn bijna allen Fransclien, en
juist zij zijn het, die den Koning van Dahomey
hebben opgestookt niet toe te geven aan de
eischen der Engelschen. Als dus 8ire op een
mooien voormiddag aan zijn bedreiging gevolg
geeft, en van liun hoofden een pyramide bouwt,
dan—never mind John Bull wascht zijn
handen in onschuld.
Het omgekeerde moest echter een plaats heb
ben oorlogstoebereidselen van de Franscheu
moesten eens oorzaak ziju dat het leven van
Britsche onderdanen in een of anderen hoek van
de wereld gevaar liep ge zoudt eens hooren
wat een opschudding dat in de Engelsche dag
bladpers zou te weeg brengen l
Zoo heeft elk volk zijn (/eigenaardigheden”,
en op dat onderwerp voortbabbelende, zouden
wij best een paar uurtjes zoek kunnen brengen.
Als het mij vergund wordt wil ik daartoe nog
Wel eeu bijdrage leveren maar voor heden
genoeg.