1876.
T. 381.
ZONDAG 1 OCTOBER.
WEEKBLAD VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT.
V
’7.
’«7.
3
»7„
272
1229
9’7.
97'/,
91'/,
De ziel van de Negotie.
BINNENLAND.
BUITENLAND.
f
’■A
stapel doen
89
5
108»/,
7
en
an MOUTEN
Deze Courant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag
verzonden. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70.
Franco per post door het geheele rgk/0,80.
S. W. 3ST. VAJST NOOTEN,
Uitgevers.
plaatsing 3 maal wordt opgegeven, worden slechts
2 maal in rekening gebracht.
6
5
6
7
5
6
6
6
6
5
8
3
5
5
5
5
5
gemach-
bij de
c-n
ï1
i
s
3
3
3
3
5
5
5
5
5
4J
4
8
5
5
6
f
5
5
5
t
oogenblik
«ouder land
smming
sterk
18
1041/,
37
9a
M'/.
SÜHOONHOVENSCHE WIT
Prijs der AdvertentiënVan 1 tot 5 regels ƒ0,50. Iedere
regel meer f 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzen
ding franco, en uiterlijk tot Zaterdags-voormiddags ten 10 ure.
22 Sept
75'/.
99»/,,
100
98
14'/,
527,
1100*/.
89'/,
9*8’/.
98’/,
897,
Sr
98
93
310
302
57’/,
567,
207
561
130
701/,
12»/,
34»/,
42?/i.
7
7
8
5
7
6
3
3
N.
jhil, f 22 A 23,
te qual. 72 A
kaas f 26,00
iverloopers f 8
14 17vette
nuchtere idem
2,70 A 3,20,
er 100 «tuks,
per heet.
igaaugevoerd
le qual.; min*
raardere karen
kaasmarkt.
10 A 1,40.
voor Engeland
■eren f 20 A 60.
Aangevoerd
askalveren, 25
of lammeren,
n of geiten.
qual. 74 ct.,
d. f0,95, 2de
r kilo.
Voor Londen
3de qual. f 70.
wsche f 8,50 A
assohe f 8,30 A
f 10,00 A 10,60,
f 9,50 A 10,40.
lamsche f 7,50
bantaohe f7,20
sche en Over-
lindere f 5,50 a
f 3,50 A 5,00.
f240; nieuwe
100'/,
93
nvoer van on*
el weder flauw
i, mindere qual.
tijdkoeien f 120
r Engeland 52
,30» van 6A 8
A 1,46 per kilo,
je-jarige Zeeuw-
i0 a 10,90, jarige
sche, Vlaamsche
dere en blauwe
sche winter sak*
5,90, Overmaas-
re Zeeuwsche en
1,10, Oremaas-
Maandag jl. heeft Z. Exc. de Minister van
Financiën/daartoe door den Koning,
tigd, de Staatsbegrooting van 1877
Tweede Kamer der Staten-Generaal ingediend,
en als naar gewoonte bij die gelegenheid de
zoogenaamde millioenen-speech van stapel doen
loopen.
’t Is een benijdenswaardig voorrecht, zoo met
ontzagwekkende getallen te mogen spelen. Wij
arme stervelingen, die reeds betamelijken eer
bied koesteren voor een cijfer met drie nullen
er achter, kunnen ons moeielijk voorstellen in
welk een gemoedstoestand de man verkeert, die
over roiliioenen spreekt alsof het de meest al-
ledaagscbe zaken van de wereld zijn, en de
daarbij behoorende //tonnen” schier geen aan
dacht waard behoeft te achten. Waarlijk, in
onze eeuw van gouden-kalf-aanbidding vaart ons,
bij de beschouwing dier forsebe getallen, een
rilling door de leden; we ontdoen ons van
schoeisel, want de plek die wij betreden is
heilig. In dien grootschen tempel, uit klin
kende schijven en ritselende biljetten opgetrok
ken, is de Minister van Financiën de Hooge-
priester; de uitdeeler van alle verhevene ge
nietingen. Het schemert ons voor de oogen
bij het staren op al die dikke cijfers; onze
ooren suizen bij het aanhooren van de toover-
achtige taal, die van achter de traditioneele
hGroene Tafel” wordt uitgesproken.
Zoo’n begrooting van uitgaven, ten bedrage
van 115 millioen met nog een heele schep
guldens, een handrol centen en de nimmer af
wezige halve cent, geeft heel wat te denken.
Sómmige lui, die niets eerbiedigen, en over
elke zaak een grap willen debiteeren, vertellen
wel eens dat de beeren financiers met getallen
weten om te springen als een goochelaar met
zijn ballen, en dat het geen kunst is, een be
grooting te doen sluiten; men behoeft slechts
de cijfers een beetje handig te groepeeren, hier
dit, daar dat getal hier een saldootje van
vorige diensten, daar een restantje uit een nog
met geheel uitgeput Indisch potje, en klaar
is het baksel.' Maar laat die spotvogels hun
eigen budget eens op bet papier trachten te
brengen, en wij zullen zien of zij nog zoo
lichtvaardig oordeelen over hetgeen er bij het
rgeldelijk beheer” komt kijken.
Nog anderen trachten ons wijs te maken, dat
financie-ministers de grootste optimisten van de
wereld zijn. Al hebben die heeren Ministers
nog zooveel moeite om het eene eind van bet
jaar aan het andere vast te kuoopen, toch ver
tellen zij met een opgeruimd gelaat dat de
toestand der geldmiddelen //gunstig” of ten
minste //bevredigend” is. Kunnen zij het zoo
niet schikken, dat het vreeselijke woord //te
kort” geheel onuitgesproken blijft, dadelijk voe
gen zij er aan toe, dat het zoo heel erg niet
is, en er middeltjes in overvloed voorbanden
zijn, om dat dreigend monster een //Vade retro',
Satanss” toe te roepen.
Het is ons voornemen met, hier de vraag te
bespreken in hoeverre de heer Van der Heim
ook meedoet aan bedoeld optimisme. Zeker is
het, dat de Begeering, door steeds te wijzen
op de klimmende opbrengst van de middelen,
wel eens uit het oog verliest, dat sommige baten,
in dit gunstige geval verkeerende, juist niet
doen denken aan toenemende volkswelvaart,
getuige o. a. de accijns op het gedistilleerd.
Ook willen wij onzen lezers het verdriet niet
aandoen, een redeneering te gaan houden over
de cijfers zelven; alleen een paar opmerkingen,
waartoe de ministerieel» toespraak aanleiding
geeft zullen ons thans bezighouden.
Z. Exc. doet uitkomen dat het reeds genoemde
bedrag van 115 millioen en nog wat, hoogst
waarschijnlijk nog zal worden overschreden, en
twel inzonderheid, omdat de Begeering van oor
deel was, dat zoolang de leiding van het De
partement van Oorlog aan een interimairen
Minister is opgedragen, bij de begrooting voor
dat Departement geen andere buitengewone uit-
Naquet en Ordinaire hebben de gruweldadenwaar
van de vestiging der eerste republiek en de oottroo-
ning van LoJewijk XVI vergexeld gingen, verheer
lijkt op eene wijze bunder waardig. Voor Gambetta
is het een eerdat zij die hem vroeger als een geest
verwant teldenhem thans veroordeelden en verdacht
maakten.
Ook de onverzoenlijken in Spanje hebben weder
iets van zich doen hooren. Öaioieron en Zorilla,
beide oud-miuisters van de republiekhebben een ma
nifest openbaar gemaaktwaarin zij de republiek en
de constitutie van 1869 terugverlangen, met nietig
verklaring van alle wetten op de monarchie betrekking
hebbende. Na opsomming van vele werkelijk nuttige
en noodige verbeteringeneindigen zij echter met eene
proportioneele verdeeling van alle staatseigendom te
eischenen komen nog met andere socialistische uto
pieën yoor den dagdie allen ernst aan het stuk
ontnemen. De openbaarmaking van dit stuk is echter
niet zpnder beteekeuis op eln oogenblik dat de ex-
koningin Isabella in Spanje weder meer op den voor
grond treedt als vertegenwoordigster der uiterste zijde
in de Katholieke kerk, en dat Don Garlosuit Ame
rika teruggekeerd, aan den redacteur van de Univera
verklaarde immer gereed te zijn tot hervatting van den
strijd. De regeering moge op hare hoede zijn.
Een nieuw reuzenwerk is in Amerika voltooid
de verbetering van de haven van New York. Ten
einde een rotsdie aan die verbetering in den weg
stond te verwijderenhad men 4462 geboorde ope-
ningen gevuld met 52.206 pond van de krachtigste
ontplofbare stoffen. Zondag jl. heeft de ontploffing
plaats gehad zonder het minste nadeel te berokkenen
aan de gebouwendie in den omtrek stonden en die
allen voorzichtigheidshalve ontruimd waren. Het werk
is voor zoover men nu reeds er over oordeelen kan
volkomen geslaagd.
—•Bij Zr. Ms. besluit is, met ingang
van den 80sten dezer, benoemd tot Minister
van Oorlog de generaal-majoor H. J. B. Beijen,
directeur van het materieel der artillerie.
Z. M. heeft benoemd tot ontvan
ger der registratie en domeinen te Hardegarijp
C. W. Andreae, thans te IJselstein.
Z. M. heeft een pensioen verleend
aan J. C. Gast, Boomsch-Catholiek pastoor der
parochie Leerdam, van f 289.
De Officier van Justitie te Zat-
fen beveelt alle voorzichtigheid aan bij het gevolg
geven aan bestellingen uit Engeland, waarbij
cheques of kassiersbriefjes in betaling worden
gezonden. Dezer dagen ontving een commis
sionair te ’s Heerenberg vau zekeren J. Webb
Co. 29 Bakersrow mile End E. London,
ter voldoening van eene aanzienlijke bestelling
van aardappelen, waaraan reeds gedeeltelijk
uitvoering was gegeven, een chèque of kas
siersbriefje, dat bij onderzoek bleek van geene
waarde te zijn.
Door den Minister van Binnen).
Zaken zijn de artt. 1, 3, 4, 5, 6 en 7 van
het Kon. besl. van 8 October 1878, betreffende
de veeziekten, niet langer van toepassing ver
klaard op het gedeelte van de gemeente Ben
schop, in gebruik bij J. Maaijen.
Een bij het Departement van Ko
loniën ontvangen telegram van den Gouverneur-
Generaai van Nederiandsch-Indië, dd. 12 dezer,
bevat de navolgende berichten uit Atchin:
Den 4den dezer is de generaal-majoor Wig-
gers van Kerchem met dne kolonnes (het 3de,
12de en 14de bataillon) uitgernkt ter beves
tiging onzer noord-oostehjke linie. Van Oleh
Karang trokken de troepen, na de versterkte
kampong Toeklad genomen te hebben, naar
Lamnjong, dat na hevigen tegenstand bezet
werd. Aan onze zijde sneuvelden 7 minderen,
terwijl de majoor Buempol, de luitenants Ver-
ploegh en Van Driest en 44 minderen gewond
werden. Door het ontijdig springen van een
granaat werd ook de iuitenant-adjudant Van
Vooren gewond. De eerstvolgende dagen wer
den besteed tot het aanleggen eener versterking
te Lamnjong en tot het bou wen eener brug
ter verzekering der gemeenschap met Oleh-Ka-
rang cn Lamprit. Bij het terugdrijven van den
in den omtrek talrijken vijand en bij verken
ningen sneuvelde één mindere en werden 9
minderen en 8 koelies gewond.
Omtrent den algemeenen gezondheidstoestand
wordt gemeld dat zich één enkel cholerageval
had voorgedaan, doch dat koortsen en buik
ziekten vermeerderen.
Een later telegram, van 17 dezer, meldt het
volgende:
Den llden September werden de versterkiiH
r die men thans als onmisbaar
I beschouwt, worden dan onnoodig geoordeeld en
I gesloopt. Het gaat er mee ala met kanonnen
en geweren: de artillerie die thans wordt aan
geschaft, de geweren die heden worden vervaar
digd, zijn morgen verlaagd tot den rang van
oud-roest, zoodra een nieuwe uitvinding weer iets
moorddadigere aan de hand heeft gedaan. Ah
het zoo voort blijft gaan, zal het aanstaand ge
slacht van Nederlanders genoeg te sjouwen heb
ben met de betaling van zijn eigen defensie-
middelen; het gaat niet aan, het daarenboven
nog een gedeelte van ons eigen verdedigings-
tuig te doen bekostigen. Daarvoor moeten wij
zelf weten te zorgen; met andere woorden, de
uitgaven voor het Departement van Oorlog, welke
ook, moeten, hoe zwaar dit ons ook moge val
len, uit de gewone middelen worden bestreden.
Nog één kleinigheid tot slot: De Minister
spreekt van //nog andere groote werken van
algemeen nut.” Zou daar de Zuiderzee-droog-
making ook onder begrepen zijn? En zou de
onzekerheid omtrent de goedkeuring van even-
tuëele leeningplannen, ook oorzaak kunnen zijn,
dat van die heele Zuiderzee in de troonrede met
geen enkel woord melding is gemaakt?
Voor zulk een werk zou een leemng zeker
niet misplaatst zijn. Geld, en veel geld, is im
mers niet alleen de ziel van de negotie, maar
inzonderheid van een karweitje zooals dat.
OVERZICHT.
De staatkundige gezichtseinder in het Oosten begint
op te klaren. Zooals de zaken zich thans laten aan
zien, bestaat er gegronde hoop dat de crisis zonder
geweldige schokken zal plaats grijpen. Verschillende
omstandigheden hebben daartoe bijgedragen. In de
eerste plaats de gematigde houding der Russische
regeering, die bereid is, ter wille eener vredelievende
oplossing, haren eisch tot vorming van een groot Sla
visch rijkwaarvan 'zij wel niet bet hoofd doch wel
de ziel zou zijnte laten varen. In de tweede plqats
liet optreden der Engelsohe regeering, die, wakker
geschud door de krachtige stem der openbare meening
daar te landezich niet langer heeft laten weerhouden
door hare antipathie tegen Ruslandaansluiting heeft
gezocht bij de overige Mogendheden en nu met dezen
de Porte tot rede heeft trachten te brengen. En dit
schijnt beter te zullen gelukken dan men aanvankelijk
meende te moeten vermoedendank zij misschien ook
voor een deelhet beter staatsinausbeleid vau Abdul-
Hamiddie geen gehoor geeft aan de oorlogzuchtige
inblazingen van zijn omgeving.
De wapenstilstand van 10 dagen is gevolgd door
een nieuwen wapenstilstand, die de Mogendheden in
de gelegenheid moet stellen om de vredesvoorwaar*
den te bepalen. Die voor waarden hebben tot basis de
overeenkomst door Engeland aan de Porte voorgesteld,
medegedeeld in het jongste «verzicht. De onderhan-
delingen worden door Oostenrijk gevoerd.
In Servië wil men echter van zulk eene vreedzame
oplossing, waarbij het gouden droombeeld van een
grooten Slavenstaat met Vorst Milan als Koniug in
rook verdwijnt, niets weten.
Slechts noode lieten de Vorst en de vertegenwoor
diging zich overhalen om geen gehoor te geven aan
de roepstem van het leger, dat Vorst Milan tot
Koning uitriep, op een oogenblik dat er veel gevaar
bestond een Koning «ouder land te proclameeren.”
De oorlogzuchtige stemming daar te lande, niet wei
nig gevoed door het zoo sterk vertegenwoordigde Rus
sische element met generaal Tchernaieff aan het hoofd,
zal door den invloed der Mogendheden wel krachtig
moeten onderdrukt wordenwil zij niet aau een her
stel van den vrede in den weg staan. Bij een ge-
wensebte overeenstemming der verschillende kabinetten
bestaat daarvoor echter geen gevaar.
Daartoe in staat gesteld door de talrijke giften,
die van allerwege, vooral uit Eugeland toestroomen
is men in Bulgarije druk bezig om den nood te lee-
nigen en wal verbrand of verwoest werd te herstellen.
Ook de Porte stelde eene som van 1.800.000 piasters
daarvoor beschikbaarwel een bewijs dat zij de stem
-der openbare meening in Europa verstaan heeft. Ove
rigens schijnt Abdul-ilainid te begrijpen dat de ledige
schatkist geen buitengewone uitgaven duldtzeer prak
tisch zeker zond iiij dus aan den Keizer van Marokko
in plaats van een meer kostbaar cadeau acht vrouwen
uit den harem vau wijlen Abdul-Azis ten geschenke I
De Keizer van Duitschland vertoeft op dit oogen
blik in den Elzaswaar bij door de bevolking wordt
ontvangen en begroet, op eene wijze die zeker alle
verwachting moet overtreffen. Weissenburgde plaats
waar de Duitschers hunne reek» van overwinningen
openden, tooide zich in feestgewaad om den overwin
naar van gisteren te huldigen; de pers wedijvert om
het groote belang van bet bezoek van den Keizer in
het hebt te stellenzoodat de stemmen van hendie
met den nieuwen toestand nog geen vrede hebben
niet vernomen worden.
Bij gelegenheid van de herdenking der eerste revo
lutie, 22 Sept, 1792, hebben de onverzoenlijken in
Frankrijk weder een bewijs van leven gegeven.
Alle binnenlandsche Advertentiën, waarvan de I gaven moesten worden nangevraagd, dan noodig I ste.ikte plaatsen,
zij n tot voortzetting van reeds aan gevangen 1,1
werken en tot betalingen krachtens bereids ge
sloten overeenkomsten. Vandaar dat de ont
worpen Staatsbegrooting voor den dienst 1877
een veel lager bedrag aanwijst dan de som,
waartoe zij later verhoogd zal mopten worden.”
Dat is nu juist geen heel pleizierige verkla
ring. Die uitgaven voor Oorlóg zijn waarlijk
de nachtmerrie voor de stuurlieden der Staats-
hulk, en zijn te meer bezwarend voor kleine
Staten, dewijl deze niets liever willen dan zoo
min mogelijk vechten. Maar dat is nu eenmaal
zoo. Al krijgen we over eenige eeuwen de door
Victor Hugo en anderen voorgespiegelde Re
publiek vau de volken van Europa, dan nog
zal er oorlogsmateriëei en zullen-er bedienaars
daarvan noodig zijn, al is het maar alleen, om
kermis-enthousiasten te kalmeeren. Doch bij
•die wetenschap kannen we niet nalaten te
wenschen, dat er eens een begin gemaakt wordt
met een doortastende herziening en verbetering
van ons belastingwezen. Algemeen wordt er
kend, dat in ons •land de nijvere burgerklasse
het meest wordt gedrukt, en dat zal natuurlijk
nog meer het geval worden naarmate men, al
het andere latende zooals het was, het budget
van Oorlog gedurig tot een hoogër cijfer op
voert. Werden b. v. de bezittingen in de doode
hand en de kapitalen en portefeuille aan
een billijken cijns onderworpen, dan zouden aan
de schatkist aanmerkelijke fondsen toevloeien,
zonder dat handel en industrie er in het minst
onder te lijden hadden. De troonrede heeft het
uitzicht geopend op nieuwe belastingvoorstellen;
wij hopen dat -de Minister in dat geval een
gelukkiger greep zal doen dan met zijn vorige
plannen, die zulk een storm van oppositie ver
wekten dat ze niet eens in behandeling kwa
men.' Nederland is volstrekt niet arm, het
komt er maar op aan de rechte beurzen te
vinden.
De tweede opmerking geldt de woorden,
waarmee de Minister zijn toespraak eindigde
ff Ik moet herhalen, dat is reeds de eer had
in 1875 op te merken: Indien de Begeering
na 1876 op dezelfde wijze wil voortgaau met
het bouwen van spoorwegen en het voltooien
van het vestingstelsel en nóg andere groote
werken van algemeen nut tevens wil onderne
men dan zullen ten slotte buitengewone mid
delen onvermijdelijk worden.
fflk voeg er thans nog bijdat het oogen
blik nadert, waarop een beslissing in dit op
zicht zal moeten worden genomen.”
De Minister geeft met die woorden duidelijk
te kennen, dat hij ernstig denkt aan een lea
ning. Beeds bij herhaling en van onderscheiden
zijden is de wenschelijkheid daarvan betoogd, en
Nederland verkeert in zoo gunstige omstandig
heden, dat wij naar alle waarschijnlijkheid min
der moeite zouden hebben om langs dies weg
geld te bekomen dan de Verheven Porte of de
Begeering te Madrid. Maar leeningen hebbeu
altijd dat bezwaar, dat zij een verhooging van
de belastingen voor rentebetaling noodzakelijk
maken niet alleen voor het tegenwoordig ge
slacht maar ook voor de nakomelingschap. Men
bezwaart de natie der toekomst met een schul
denlast, waarvoor zij niet m alle omstandighe
den zich dankbaar zal betoonen. De quaestie
is evenwel, tot welke doeleinden het geld, uit
een leening voortvloeiende, gebezigd moet wor
den. Voof blijvende werken van algemeen nut
is dat buitengewone middel aan geen bedenkin
gen onderhevigniemand kan van ons eischen,
dat wij op eigen kosten maar bouwen en spoor
wegen aan leggenwaterwegen verbeterenkana
len graven, om het ons nageslacht zoo gemak-
kelijk mogelijk te maken. Zelfs is er grond voor
de wenschelijkheid dat ons geheele spoorwegnet
met de opbreagst vau een speciaal daarvoor
bestemde leening aangelegd en door den Staat
geëxploiteerd ware geworden.
Doch de Minister zou ook //het voltooien van
het vestingstelsel” uit diezelfde //buiténgewone
middelen” willen bestrijden, en daar is, dunkt
ons, wel iets tegen te zeggen. Vestingen toch
zijn diugen, die maar voor een tijd goed blijven
over eenige jaren hebben weer andere inzichten
aangaande de defensie veld gewonnen, en ver-