•p.
f
'H
r. 392.
ZONDAG 17 DECEMBER.
1876.
loven.
1
LP.
WEEKBLAD VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT.
REN,
ABAK-
voet wor.
ders
een nette,
en be-
t geld,
binnenland.
BUITEN LAW D.
OVERZICHT.
M
HJK.
Altijd dezelfde.
SCHODNHDVENSCHE COURANT
ADSOEP.
kCT.
Deze Courant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag
verzonden. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70.
Franco per post door het geheels ryk 0,80.
S. W. N. VAN NOOTEN,
Uitgaven.
sn ia u.
ien p’“
gevoele
liakerfn
Prys der AdvertentiënVan 1 tot 5 regels /0,50. Iedere
regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzen
ding franco, en uiteriyk tot Zaterdags-voormiddags ten 10 ure.
jt.
ie tegen booge
ig; aangevoerd
ïbt en qaal.
a 1,45 per kilo,
voor Engeland
biggen fl,00
ird6 paarden,
skal veren, 12
of lammeren,
of geiten.
qual. 72 et,,
1. f 1,15, 2de
t kilo.
Voor Londea
3de qual. f 66,
vsche f 11,20 a
asche f 10,50
f 11,25 11,60,
'10,50 i 11,80.
amsche f 8,20
mntsche f8,00
iche en Over-
indere f 5,80 a
e f5,50 i 6,30.
.00 kilo.
1,25 5,40, ge-
Alle btnnenlandtche Advertentie*, waarvan de
plaatsing 3 maal wordt opgegeven, worden elechts
2 maal in rekening gebracht.
r,
)ven.
VIJGEN,
ram, f 8,00
f 2,00.
v J,10.
m 0,60.
0,85.
maar aanstonds, als alles gebeurd is, hervat hij
even kalm zijn bezigheden, als ware er niets
bijzonders voorge.valien. Er zijn er, die dien
ouden man bewonderen, hem benijden zelfs,
omdat hij zoo heldhaftig berust in ’t geen nu
eenmaal niet te veranderen valt. Hoe, is dat
berusting? Is die koude, hartelooze man ons
ideaal? Waarlijk, oneindig sterker voelen wij
on? aangetrokken, zelfs door de wildste uit
barsting van wanhoop, dan door de vischachtige
koelheid die hij ten toon spreidt.
Wie geen gevoel heeft voor een verwijt, wie
al wat men hem toevoegt als een krulhond van
zich afschudt, en met hetzelfde effen gezicht daar
staat, hetzij men hem zegent of dat men hem
vloekt, - hij is onze man niet, hij staat op
een laag standpunt van zedelijkheid. Tegenover
zoo iemand wordt het taaiste geduld gebroken
als een broos net, en wij zouden geneigd zijn
hem toe te roepenhKerel, in ’s Hemelsnaam,
word dan toch eens driftig, opdat we zien kun
nen dat ge niet heelemaal bevroren zijt.”
Nu is het best mogelijk, dat zulke men
seden zonder hartstocht heel bruikbare, heel
practische, heel solide lui zijn, ’t Is zelfs aan
te nemen, dat zij, door nooit toe te geven aan
de dwaze opwellingen die op anderen haar in
vloed doen gelden, zich menig pijnlijk uurtje
sparen. Er is reden om te onderstellen, dat zij.
die zich nooit verontwaardigd toonen, wat er
ook wordt gezegd of gedaan, zich niemand tot
vijand maken en alzoo weinig gevaar loopen,
in hun kalme rust te worden gestoord. Doch
tegenover dit nog zeer twijfelachtig voordeel
staat een ontzettend verlies aan levensvreugde.
De gloed, die anderen weleens verteert maar
nog vaker verwarmt, is een hun onbekend ge
not, en wanneer zij meenen, dat zij bijzonder
bevoorrechte wezens zijn, dan moeten zij tevens
erkennen, dat de oesters hen nog overtreffen.
Immers, ook deze maken hun huis steeds grooter
en sterker, en zijn nog onbewegelyker dan zij.
Wel mogen wij niet vergeten, dat ook aan
het ander uiterste gezondigd wordt. Lieden,
die bij de minste aanleiding in verrukking, in
geestdrift geraken, wier verontwaardiging door
de geringste kleinigheid wordt gewekt, en die
op boogdravenden toon bewonderen zonder dat
er veel buitengemeens wordt vertoond, zijn ge
lijk aan een stroovuur, dat helder opvlamt maar
spoedig ia uitgebluscht. Doch in elk geval, bij
een stroovuur kan men zich beter warmen dan
bij een ijsklomp.
Er is een hemelsbreed verschil tusschen den
stoïcijn, die zich met kracht en macht heeft
verstaald en verstompt tegen alle indrukken,
en uit dien hoofde door de zwaarste rampen
kan worden getroffen zonder een spier te ver
trekken, en den ernstigen mensch, die diep
gevoelt en toch de kracht bezit om te berusten
in ’t geen een Hooger macht over hetn be
schikte. De laatste heeft een strijd gevoerd,
waarin hij overwinnaar bleef, en is uit die
worsteling veredeld te voorschijn gekomen; de
eerste heeft zijn menschelijke natuur geweld
aangedaan, en zijn beste neigingen verstikt.
Koelbloedigheid kan een deugd zijn, doch
dan moet zij de vrucht wezen van de omstan
digheden. Wie kalm weet te zijn in het ge
vaar, bezadigd tegenover een hartstochtelijken
aanval, beredeneerd in het bestrijden van ver
keerde maatregelen, zal beter zijn doel berei
ken dan een ander die zich dadelijk laat op
winden en door zijn gevoel o verheerschen. Af aar
de onuitstaanbaarste wezens zijn zij, Van wie
gezegd kun worden dat zij noch heet noch koud
worden. Daar komt nog bij, dat men onder
hen niet zelden lieden aantreft, van de meest
cynische zedeloosheid.
Een godsdienstleraar verhaalde mij onlangs
het volgeude:
Eenige jaren geleden kwam ik in aanraking
met een persoon, op wiens levensgedrag zeer
veel viel af te wijzeu, zoodat ik mij geroepen
achtte hem daarover onder vier oogeu het een
en ander te zeggen. Hij bleef voor mij staan,
met de hand m den broekzak, zoo oQverschii-
lig mogelijk. Ik begon hem op zeer kalmen
toon het verkeerde van zijn handelwijze onder
het oog te brengen, hij hoorde mij aan, zei
niets, en trok de schouders op. Geen trek op
zijn gelaat veranderde. Ik moest wel beproeven,
die er heersclit in het binnenlandsch bestuur en den
willekeur der ambtenaren, doen denken aan eene pro
vincie in Turkije.
De toestand in laatstgenoemd land, de zoogenaamde
Oostersche quaeatie, houdt nog steeds *Ue hoofden en
pennen in beweging. Nu eens luiden de verschillende
berichten gunstig voor een vreedzamen afloop der
conferentie, waarvan thans eindelijk het voorspel ia
begonnen, dan weder overstemt het gekletter der wa
penen de oorlogstoebcreidselen, die nog altijd op groo
te schaal worden voortgezet, elke vredelievende ge
dachte. Met de feiten voor oogen dat zoowel Rus
land als Turkije van top tot teen gewapend staan,
gereed om door het «waard te beslechten wat de be
raadslagingen niet vermochten, is het meer dan moei
lijk eene gissing te wagen omtrent den vermoedelyken
afloop van de beraadslagingen der conferentie. Het
langdurig en herhaald overleg, dat er plaats had tus
schen den Engelschen gevolmachtigde en die der andere
Mogendheden, maar vooral met den Russischen gene
raal Ignatieff, geeft nochtans recht te denken aan een
ernstig streven om de verschillende meeningen nader
tot elkander te brengen. De berichten aangaande de
eerste sitting van de toogenaamde voor-oonferentie
ademen dan ook een verzoenenden geest.
De nieuwe Turksche grondwetmet zooveel ophef
aangekondigdschijnt voorloopig weder opgeborgen
te sijn en in verband daarmede de conservatieve
Groot-Vizier in sijne betrekking hersteld. Omtrent de
gescuiedenis dier grondwet doen sommige bladen me-
dedeelingeudieindieo zij waar sijnwat niet on
waarschijnlijk is, recht geven om aan geen beloften
van hervorming meer geloof te slaan, tensij de uit
voering degelijkd. i. door kracht van wapenen ge
waarborgd worde. Een paar samenzweringen, deser
dagen in Coustantinopel nog tijdig ontdekt en verijdeld,
waarvan een ten doel had den herstelden ex-8nltan
Murad weg te voerenzijn misschien kunstgrepen
zooals men die ook wel in Spanje pleegt te vertoo*
nen om de confereerende Mogendheden duidelijk te
makendat er met den Oud-Turkschendweepzieken
geest van een groot deel der bevolking moet gere
kend worden.
De anti-Turksche beweging in Kngelnnd neemt
steeds grooter proportion aan. De bestuiten der 'na
tionale conferentie”, deser dagen te Londen gehouden
en door vele staatslieden van naam bezocht, sullen
zeker wel zonder invloed blijven op de gedragslijn
der regeering. Over ’t algemeen toonen de Engetsche
bladen zich ook niet minder ingenomen met de ronde
verklaringen van prins v. Bismarck in den Rijksdag
en vroeger afgelegd, dan in Duitsohland zelve,
waar zelfs de ultramontaansche party in den Rijksdag
hulde bracht aan het goede regeenngsbeleid van den
njkskanselier. 't Is echter te vreezen dat die goede
stemming met lang aal aanhouden. Weldra komt de
derde lezing der juridieke wetten aan de orde, en
’t is bekend, dat de bondsraad zich niet heeft kunnen
vereenigen met de liberale opvattingen van den Rijks
dag ten aausien der vervolging van peradelicten. Een
conflict kan haaat niet uitblnven.
Officieel is thans besloten nat Duitsohland als zoo
danig geen deel zal nemen aan de Panjsche tentoon
stelling van 18781° om den kwijnenden toestand
waarin de Duitsche industrie verkeert; 2° om alle
aanleiding tot vijandige demonstraties tusschen beide
volken weg te nemen.
De uitvoering van de wet, waarbij de fueroa,
voor rechten, der Baskisohe provinciën en van Navarn
(Spanje) worden afgesebaït, ondervindt in die ge
westen grooten tegenstand. Zoowel de liberalen als
de clencalen verzetten er zich tegen. Men eischt
dat het der bevolking sal worden toegestaan zich
door een jaarlijksche bijdrage af te koopen van het
contingent. De regeering deukt er aan om de provin
ciën in staat van beleg te stellen en aldus tot onder
werping te dwingen.
In Mexico heeft weder eene revolutie plaats ge
had. De presid nt Lerdo de Tejada is door een op-
roerigen generaal Porfirio Diaz verjaagd en gevangen
genomen, waarop deze Zich tot president deed proda*
meeren.
NB. De Maarschalk-presideat en Jules Bimoa heb
ben ter elfder ure nog getransigeerd. Eerstgenoemde
heeft Dufaure opgeotferdde laatste heeft er in toe
gestemd Berthaut als Minister van Oorlog te behou
den. Dufaure wordt vervangen door Martel, een lid
der gematigde Linkerzijde.
Z. M. heeft aan den letcn luite-
nant-kwartiermeeater bij de dd, schutterij te
Gouda D. J. Van Vreumingen verleend den
persoueelen rang van kapitein.
Bij Kon. besluit is op zijn ver
zoek eervol ontslag verleend aan Mr. G. W.
graaf Van Rech teren van Appeltere, als heem
raad van het polderdistrict Maas en Waal,
provincie Gelderland. t
Bij Min. beschikking is aan W,
D. Carsjens, tot wederopseggens, vergunning ver
leend voor een stoombootdienst tusschen Am
sterdam, Leiden, Boskoop, Gouda, Botterdam
en Haarlem, tot vervoer van personen, goede-
deren en vee.
Op 81 December a.s. is bet 25
jaren geleden, dat de heer S. I. Van Nooten-
benoemd werd tot Burgemeester der gemeente
Jaarsveld.
of een nog ernstiger toon meer ingang bij hem
zon vinden; dezelfde onaantastbaarheid, die een
stekelvarken hem zou benijd hebben. Einde
lijk werd ik zelfs min of meer heftig, ’t
effect veranderde niet. Toen g’ng ik j, maar
heen, want de man ^ergerde mij zoo, dat ik
gevaar liep hem te gaan uitschelden. Ware
hij driftig geworden, of had hij mij gramstorig
gevraagd, met wat recht ik mij met zijn pri
vaat leven bemoeide, dan zou ik hem klaar
gekregen hebbennu evenwel was er niets met
hem te beginnen.
Een flegmatiek njensch, al is er ook op
zijn zedelijkheid niets aan te merken, is in den
regel zelfzuchtig in de hoogste mate. Voor
belangen die de gansche menschheid of een deel
daarvan raken, heeft hij geen hart, derhalve
zal niemand hem er ook toe krijgen zich ten
bate van het algemeen welzijn, ’t zij stoffelijk
of geestelijk, eenige moeiteeenig offer te ge
troosten. Hij kan zich met verheffen boven
het alledaagscbe, zijn blik reikt niet verder dan
de beperkte horizon, waar binnen hij zijn slak
kenleven voortzet en ten einde brengt. Als de
vooruitgang van hem afhangt, dan is ’t er
treurig mee gesteld; want hij zal de mensch
heid geen schrede verder brengen op haar baan.
Maar evenmin moeten wij te hoog gespannen
verwachtingen koesteren van die doldriftige ijver
aars die geen hinderpalen zien en er daarom
ook niet aan gelooven. Zij mogen al een enkele
maal een flink initiatief nemen, zeer vaak
missen zij volharding om te vervolgen, en
ook dat ia zeer noodig.
Jan Cordaat om aan te pakken, Jan Courage
om voort te zetten, liever nog die twee in
ééa persoon vereenigd. Als we dat gedaan
kunnen krijgen, dan zijn we een heel eind ge
vorderd. En wat Jan Salie betreft, hem zetten
we maar in een rustig hoekje, waar hij, wat
ons betreft, versteenen mag. Dan is het zeker,
dat hij raltijd dezelfde" blijft.
Mannen en vrouwen zonder gevoel, zonder
geestdrift, die nooit toornig worden als zij
onrecht zien, nooit verontwaardigd zijn als zy
een broeder of een zuste^ door den laster zien
verscheuren, nooit hun bloed sneller voelen stroo*
men als zij hetgeen hun dierbaar en heilig is
door het slijk zien sleuren of bespotten, de
hemel beware o’ns er voor. In onze eeuw be-
hooren zij zeker niet thuis, en als zij een
vaderland hebben, dat wij hun ook van harte
gunnen, dan is het de Noordpool.
Het wil nog maar niet vlotten met de samenstel
ling van een nieuw Ministerie in Frankrijk. De
zonderlinge wensch van den Maarschalk-fresident dat,
ten genooge der Rechterzijde, eene regeering uit de
Linkerzijde eenige conservatieve elementen naast zich
duide, schijnt ook tuans weder het
blok te zijn, dat in den weg staat
zonden toeataud te geraken. Eene
Ministerie Dufaure te bestendige!
zoozeer door eene weigering van de
wel door het groote verschil van
te bestaan tusschen dezen en de Li
greep meer links had al even weinig
Jules Simon, die daartoe uitgekozen «v
kon schikken naar de voorwaarde Van
om Dufaure en den reactionairen Minister
log, Berthaut, de Zetels te laten behouden,
ken zal dus nog wel een poosje voortdurc-
het den Maarschalk en zijne omgeving, want ook deze
laat zich gelden, gelukt zal zijn het oude Kabinet
te vervormen of wel een nieuw in denzelfden trant
nit te vinden. De Tweede Kamer zet intusschen de
beraadslagingen over de begrooting voort en zorgt
daarbij als altijd voor de noodige afwisseling, door
schandalen toe te laten, die in elke audere vergade
ring ónmogelijk zouden zijn of althans tot de zeld
zaamheden betiooren. Ditmaal was het een afgevaar
digde, tevens chocolade-fabrikant, die, daartoe uitge
daagd, zijn collega de Cassagnac interpelleerde over
een schuld van eenige duizenden francs, ten laste van
diens vader.
Meer dan de afgetredene regeering van Frankrijk,
toont de regeering in Italië hare roeping to begrij
pen door, naar den weusoh der natie, zoo duidelijk
in de jongste verkiezingen uitgesproken, al dadelijk
htige maatregelen voor te bereiden tot regeling
den Binnenlaudsclien toestand des lands Bereids
door haar wetsontwerpen ingediend tot hervor-
j van gemeentelijke en provinciale administration,
terwijl de zaak der openbare veiligheid en orde, die
in verschillende streken van Italië, maar vooral op
Sicilië nog zoö veel te wenschen overlaat, flink door
haar ter harte wordt genomen. Naar de berichten te
oordeelen moet Sicilië, door de volmaakte wanorde
aan zijne
de Heer®
betrekking
i te deelen,
nette
"so Jl.pl.
1ste qual. 80
kaas f28,00
iverloopers f 7
rs vette kaL
luchtere idem
leingeel f 4,00,
kammen f3,00
f 7,30 A 8,20.
-jarige Zeeuw-
a 12,00, jarige
3he, Vlaamsche
ere en blauwe
,20.
iscbe f 8,20 a
8,10 8,50.
:he winter zak-
40, Overmaas-
Zeeuwsche en
geatort f6,80
6,00 k 6,30.
ivoer van on-
heden weder
in alleen vette-
!0 270, min-
.15 100, vare
Varkens, bui-
I ct., die van
ikvarkens van
11,40 per kilo.
NÜOTEN.
Wij Nederlander? hebben in het buitenland
den naam, van bijzonder koplzinnig, hartetoch-
teloos, flegmatiek te zijn. De //Hollander,”
zoo redeneert de vreemdeling, verwondert zich
over niets, blijft kalm onder de meest afwisse
lende lotgevallen, is onvatbaar voor geestdrift;
zijn gemoedsstemming is gelijk aan een gekris
talliseerde watervlakte, waarover de stormen
heen vliegen zonder dat er eenige verandering
op te. bespeuren is. Nu is het wel waar, dat
reizigers van naam, die door eigen aanschou
wing ons volk hebben leeren kennen, een ge
heel andere meening hebben verkondigd, en
het belachelijke en onhoudbare van zulk een
vooroordeel aangewezenmaar wanneer men
eenmaal een kwaden naam” heeft, dan ont
groeit men dien niet licht, eu zoo blijft men ons,
tegen beter weten in, beschouwen als het vleesch-
geworden flegma, ’t Spreekt van zelf dat bij
die beoordeeling de gebruikelijke glossen niet
achterwege blijven.
Zou ons niet gemakkelijk vallen uit te
ziften, hoe wij aan die reputatie zijn gekomen,
en dat is hier ook minder noodig. W ij weten
maar al te goed, dat de Nederlandsche natie
een staalkaart aanbiedt van alle mogelijke tem
peramenten met hun onderscheiden schakeerin-
gen, even goed als elke andere.
Dat wij in onze naaste omgeving personen
kennen van een hoogst kalme geaardheid
altijd ^doodbedaard”, is zeker. Maar nu is het
wel opmerkelijk, dat zoo iets vrij algemeen wordt
beschouwd als een deugd, en dat het in veler
mond als een lofspraak klinkt, wanneer vau
iemand gezegd wordt, dut hij valtijd dezelfde”
is. Hartstochtelooze menschen worden voorge
steld als modellen ter navolging, zoodat zij, die
zich niet in ’t bezit van zulk een gelijkmatig
humeur mogen verheugen, alle reden hebben
om van schaamte in hun schulp te kruipen.
\Ligt waarschijnlijk wel aan on?, maar wij
kunnen ons niet onvoorwaardelijk met die ziens
wijze vereenigen. Wij maken wel degelijk on
derscheid tusschen een door het verstand be
oefende zelfbeheersching, en een aangeboren
gebrek aan gevoel. Zonder blind te zijn voor
de gevolgen, die de gramschap somtijds na zich
sleept, kunnen wy toch moeieiyk sympathiseeren
met menschen, die door niets ter wereld tot
toorn zijn op te voeren.
Dat een rhinoceros geen zweepslagen voelt,
is volstrekt geen reden om dat dier een brevet
van voortreffelijkheid uit te reiken. Daarvoor
is hij dikhuidig zoogdier. Maar de redelijke
mensch kan zijn ziel niet zoodanig pantseren
zonder nadeel aau zijn karakter, of, om juister
te spreken, zonder geheel afstand te doen van
zijn aanspraak op hetgeen wij gewoonlijk ka
rakter noemen.
Wij treden een sterfhuis binnen, op het
oogenblik dat een dierbare afgestorvene, een jonge
moeder, zal worden weggedragen. Daar zit haar
echtgenoot, stom van smart; ter nauwernood
geeft een snik nu en dan zijn boezem lucht.
De gedachte aan zyn verlies is zoo veplette-
rend, dat hem zelfs kracht tot denken ont
breekt. Maar zie, zijn kind komt binnen,
arm schaap, op jeugdigen leeftijd beroofd van
zyn beste beschermster. Op dat gezicht ver
mant hij zich; bij vreest den invloed van een
te sterk gewekt gevoel op dat zwak gestel; en,
hoeveel moeite het hem ook kost, hy tracht
door een vriendelijk woord een straal van blijd
schap te doen nederdalen in ’t gemoed van den
kleine. Dat is juist het tegengestelde van
gevoelloosheid, dat is een verhevene zelfbe-
heersching, een schoone overwinning op zyn
hartstochtelijke droefheid.
Niet ver van hem zit een andere nabestaande,
de vader der overledene. Strak was zyn ge
laat toen hij kwam, strak blijft het bij al de
treurigheid om hem heen. Zijn plicht, of het
maatschappelijk g bruik, schrijft hem voor dat
hij bij de sombere plechtigheid tegenwoordig
möet zijn> en dien plicht wü hij volbrengen,
regï
uenu
groote strmkei-
om tot een ge-
pogiug om het
is mislukt, niet
i premier, dan
“voelen dat blijkt
.«..ractiën. Een
ng goed gevolg, daar
ien werd, zich niet
Mac-Mahon,
van Üor-
Het zoe
nen, tot dat
rant ook deze
kracht
van d
zijn c
ming
rerschillende