p.
rziG.
Z0NDA6 11 ÏÏBRUAKL
1877.
F. 400.
ren.
WEEKBLAD VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT.
r,
ITH,
BINNENLAND.
Door eendracht sterk.
BUITENLAND.
OVERZICHT.
SCHOONHOVEN» COURANT
anbod
ten de
en
OOTBN.
ansche
/orden
8. W. N. VjVtST NOOTEN,
Uitgever».
Deze Courant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag
verzonden. Prijs: voor Schoonhoven per driemaanden 0,70.
Franco per post door het geheele rijk 0,80
de voorzijde de gekroonde leeuw
en c’
jvinoiën thans zon-
jhillende havens
eerstdaags te
assor-
50%
an zal
zijner
om toe
haar stem aan
i (5 Ons).
34 Cent.
}30 Cent.
26 Cent,
o of meer,
van prijs.
AUe binnenlandsche Advertentie*, waarvan de
plaatsing 3 maal wordt opgegeven, worden slechts
2 maal in rekening gebracht.
Prijs der AdvertentiënVan l*tot 5 regels ƒ0,50. leden
regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzen
ding franco, en uiterljjk tot Zaterdags-voormiddags ten 10 ure.
op den
at maar
:n in
toe-
het oogent
fenpartij
nenom i
derlijki
De ges
zeker ee
f 83,00, gei
le qual. 76
aas f <6,00
dopper» f 8
vett» kal-
htere idem
geel f 4,00
imers f 3,60
iscbe f7,80
taohe f7,60
e en Over-
lere f5,60 4
f5,00 4 5,80.
0 4 4,80, ge-
rige Zeeuw-
amsche en
lieuwe dito
9,70410,10,
asche f8,00
sche Winter
i 7,30, Over-
>uwe Zeeuw*
1,00 4 6,30, -
1,00.
2,20 a 4,00,
6,50 4 7,60.
r van onge-
weder hoo-
enkele rijpe
f 150 2.10,
ren f 9 a 14.
ider 46 4 49
i be-
geld,
aangevoerd
n qual.
,80 per kilo.
»r Engeland
ggen f 1 tot
srd:l paard,
al veren, 7
lammeren,
lal. 72 et.»
f1,30, 2de
ulo.
oor Londen
le qual. f 74.
he f 10,40 4
kkeesehe en
jnlangs onder
je Tweede Kamen werd
cassatie te Parijs gere-
het vonnis van
verdediging der
bevestigd.
2de luit.; tot 2den luit. C. Witte van de Velde,
P. Goedcwaageu, beiden thans schutter, J. A.
P. Montijn en G. Prince Jr.
Het ontwerp van wet tervervan-
MitHurts opvolger als Groot-Vizier, loopt het oordeel
al eveneens uiteen. Ofschoon hij als een vertegen
woordiger der Oud-Turksche partij gehouden wordt,
verklaarde hij het werk van zijn voorganger te sullen
voortzetten. Zouden de overige mogendheden voor
eerst toch de tactiek van laisser faire willen vol
gen Rusland schijnt er anders over te denken. In
een circulaire aan de kabinettendie deelnamen aan
het conferentiewerkvraagt Vorst Gortschakoff, na
eene uiteenzetting van ’t geen de conferentie bedoelde
en verkreegwat de Mogendheden thans voornemens
zijn te doen. Een vraagdie de onderlinge eendracht
der verschillende kabinetten, waarvan de premier
met zooveel ophef in zijne circulaire gewaagtwel
weer in tweedracht zal doen verkeerenwant juist
deze quaestie wordt als oorzaak van^het mislukken
der conferentie genoemden het oordeel van de
Times over de circulaire wijst dan ook reeds daarheen.
Dit heeft Rusland echter gewonnen, dat indien
het nu alleen, met het zwaard in de hand, Turkije’»
onderwerping aan de eischen der Mogendheden vraagt,
deze tegenover de Porte in een moeielijken toestand
komendaar zii toch niet gemakkelijk de rechtma
tigheid dier eischen kunnen ontkennen.
De vredesonderhandelingen met Servië en Mon
tenegro voorspellen mede nog weinig goeds. Zeg
gen de geruchten waarheid, dan zou Vorst Nikola
zelfs geweigerd hebben over den vrede te onderhan
delendaar zijn volk den oorlog cischt.
Ook de beloofde aangekondigde hervormingen laten
zich op een enkele weinig beteekenende uitzondering
nanog steeds wachtenzoodat men veilig mag be
weren dat de gezichtseinder in het Oosten nog wei
nig goeds voorspelt.
Naar het zich laat aanzien, heeft het clerical»
Ministerie Malou in Belgiëdoor het te kwader
ure indienen zijner beruchte kieswet, waarmede het
de liberalen uit de kamer wilde jagenzijn eigen
vonnis geteekend. Door bladen van verschillende
richting toch wordt bevestigddat het kabinet be
sloten heeft het wetsontwerp aanmerkelijk te wijzi
gen bepaaldelijk o. a. wat betreft de* bepalingdat
gepatenteerdeneerst na twee jaren in bat bezit van
het patent geweest te ziinkiesgerechtigd worden.
Zóó gewijzigdzou de wet worden wat zij moest
zijneen middel om aan den onrechtmatigen invloed,
vooral der geestelijkheidop de verkiezingen een einde
te maken, dus een wapen tegen de regeeringspartij
zelve. Dezereeds ontstemd over de zwakheid der
regeering om toe te geven aan de .geuzenpartij”zou
niet licht haar stem aan zulk een ontwerp geven.
De agitatie eenmaal te Antwerpen opgewektwerkt
aanstekelijk. Ook elders hebben demonstratie'» plaats,
die de openbare rust en orde bedreigen, en die, jam
mer genoegde liberale beginselen eer schaden dan
in de hand werken.
In het Pruisische Hoerenhuis is de regeering
geïnterpelleerd over het sequester, waaronder het
vermogen van deü ex-koning van Hannover nog altijd
geplaatst is. De regeering verklaarde niets- liever dan
tot opheffing daarvan te willen overgaandoch achtte
hetoogenblik daartoe niet gekomen, zoolang de Wel-
-‘:j voortging tegen de regeering samen te span-
_>m zoo mogelijk Hannover weder tot een afzou
ten staat onder Wellisch bestuur te brengen,
"eavanceerd-liberalen in Frankrijk hebben yoor-
een te hoogen dunk gehad van Jules Simon.
Ze nemen het dezen althans zeer kwalijkdat hij geen
vernietiging heeft weten te bewerken van het vonnis,
waarbij het orgaan van Rochefort, Les droits de
1’ h o in m evoor drie maanden geschorst en de uitge
ver tot boete en gevangenisstraf veroordeeld is. Dit
orgaan heeft zich nl. schuldig gemaakt aan beleedi-
ging van den Maarschalk president en verdediging der
commune-beginselen. t.
De procureur-generaaldiewegens zijne verdedi
ging van de «gemengde commissies”, onlangs onder
toejuiching van schier de gansche Tweede Kamen werd
afgezet, is door het Hof van t—-o—-
habiliteerd. Dit Hof heeft nl. het vonnis van den
procureur-generaalwaarin die verdediging der ge
mengde commissie voorkwam, bevestigd. Wat de
regeering nu doen zal P
Volgens de officiëele berichten uit Spanje wordt
de conscriptie in de Baskische provincie"
der verderen tegenstand ingevoerd.
De Koning stelt zich voor de verschi
van het Rijk, dus ook die provinciën,
bezoeken.
Z. M. heeft benoemd bij de dd.
schutterij te Gouda: tot Isten luitenant-adjudant
A. Van Reedt Dortlandt; tot Isten luit. C,
G. Van der Post en S. F. 'feeling allen thans
ging der koperen door bronzen pasmunt, U
welk bij de Tweede Kamer is ingekomen, be
helst o, a. de volgende bepalingen:
Bronzen pasmunt zijn: het twee en een
halvecentstukhet een-centstukhet
halve-centstuk.
De beeldenaar der bronzen pasmunt is: Op
2 o 1 7 met het
den bundel pijlenin het met blok-
v»n den Afgevaardigde, die door zijn medele
den met eenparigheid van stemmen tot leider
is uitverkoren. Zij snuffelt in de geschiedenis
der laatste jaren, en komt tot het besluit dat
niemand ongeschikter voor die positie is dan
juist de Heer Kappeijne, aangezien hij het was
die tot de scheuring in de liberale partij het
meest heeft bijgedragen. Maar nu vragen we,
of de liberale Kamerleden dat ook niet hebben
geweten; en als zij ondanks die wetenschap
toch genoemden vertegenwoordiger die gewich
tige taak hebben opgedragen, dan moeten we
wel ten volle vertrouwen, dat hij waardig is
gekeurd de eerste onder zijns gelijken te zijn
en den invloed te bezitten, eenmaal met zoo
veel succes door Thorbecke uitgeoefend.
De tweede bedenkingwaarmede meb de
liberale eenheid verdacht zoekt te maken, is
dezeDe heeren hebben nu, zooals van ver
trouwbare zijde wordt medegedeeld, een alge
meen program samengesteldover de voornaam
ste punten van het regeeringsbeleid zijn zij het
eens geworden, derhalve, als straks de gelegen
heid zich aanbiedt om door een afkeurend vo
tum het ministerie tot aftreden te nopen, dan
zijn zij gereed de teugels van het bewind in
handen te nemen. Wat blijft er onder die om
standigheden over van het ^welgevallen” des
Kouings in zaken de benoeming en het ontslag
van zijn verantwoordelijke raadslieden? Is dat
niet de macht van het Hoofd van den Staat
tot een hersenschim maken, en de heerschappij'
leggen in handen van een partijleider? En dat
zoo zijnde, voegt het ons dan niet met Mr. A.
Levy uit te roepen: «Geen partijhoofd
maar Oranje?”
Men kan hen die aldus redeneeren de ver
dienste niet ontzeggen, dat zij zeer behendige
lm zijn. Dat woord Oranje klinkt in de ooren
der Nederlanders zeer sterk, en geen wonder.
Eerbied voor het vorstenhuis is ons als aan
geboren, en in naam van dat gevoel is het geen
kunst, de eene of andere constitutioneele ketterij
binnen te smokkelen.
Want een ketterij is het bepaald, wanneer
men het doet voorkomen alsof er verschil van
gevoelen over regeenngsbeginselen kim be
staan tusschen den Koning en de meerrerheid
van de volksvertegenwoordiging. De Vorst staat,
als onschendbaar hoofd, boven de* partijen:
hij regeert, maar bestuurt niet. Al wat tot
het staatsbestuur betrekking heeft, is neder-
gelega in de handen van ministers, die voor I
de uitvoering der wetten hebben te zorgen en
tegenover het Parlement verantwoordelijk zijn
voor de wijze waarop zij zich van die taak
kwijten. Het is altijd een veeg teekenals
ministers zich beroepen op den wil van de
kroon: het eerste kabinet-Heemskerk deed zulks
in 1867 met het beruchte ontbindings-manifest,
en ieder weet wat er het gevolg van is ge
weest. De Minister Polignac kantte zich in
1830, als raadsman der kroon, tegen den wil
des volks, dat een eerlijke naleving der con
stitutie verlangde, - en een omwenteling ver
brijzelde den troon van Karel X. De Heer
MalouBelgisch president-ministernoemde zich
vóór eenige dagen ook //Minister desKomngs,”
en de geheele linkerzijde der kamer maakte
zich vroolijk over het gebruik dat hij van dien
titel maakte.
Inderdaad, een gouvernement dat den steun
van de meerderheid in de volksvertegenwoor
diging mist, is onbestaanbaar. Er moet over
eenstemming wezen tusschen de beide machten
die elkander aanvullen; het uitvoerend gezag
kan niet tegenover de mede-wetgevende macht
staan en die stelling handhaven met een be
roep op het koninklijk welbehagen. Juist dan
zou gebeuren, wat men zich den schijn geeft
als iets geheel onmogelijks te beschouwenmen
zou den Koniug vernederen, door van hem een
partijhoofd te maken. Het ideaal van een con
stitutioneel Vorst is hij, voor wien al zijn on
derdanen volkomen gelijk zijnhij is de hand
haver der wetten en, wanneer er botsing is
ontstaan tusschen het Ministerie en het Parle
ment, dan is het niet het belang van personen
of van partijen, dat den Vorst leidt bij het
nemen eeuer beslissing, maar uitsluitend het
belang des lands. De personen komen daarbij
volstrekt niet in aanmerking.
Slechts zelden vragen wij de aandacht onzer
lezers voor min of meer ingewikkelde politieke
vraagstukken, ’tls maar al te waar, dat er
in de kolommen van dag- en weekbladen meer
wordt gepolitiseerd dan wenschelijk is; het
geen ten gevolge heeft, dat eenvoudige zaken
worden bedolven onder een hagelbui van rede-
neermgen zoodanig, dat men eindelijk de kluts
wel kwijt moet raken?
Evenwel, er worden somtijds quaestiën in het
debat gebrachtwaaromtrent het noodig is dat wij
een gevestigde overtuiging bezitten. Menig
maal zijn wij het aan ons zei ven verplicht,
deel te nemen aan discussiën over afgetrokken
onderwerpen, vooral wanneer er door hen die
zich onze geestverwanten en bondgenooten noe
men, meeningen worden verkondigd die, wer
den ze in toepassing gebracht, een noodlottigen
invloed zouden uitoefenen op de kansen voor
de zegepraal onzer beginselen.
We staan thans aan den vooravond van een
belangrijke beslissing; alle partijen in onze
Volksvertegenwoordiging monsteren haar strijd
krachten, en, naar het zich laat aanzien zal
het jaar 1877 een gewichtige plaats innemen
in onze parlementaire geschiedenis. Van de
vier partijen in onze Tweede Kamer is de
liberale de eenige, die zonder bondgenooten
haar stellingen kan verdedigen en de aanvallen
der vereenigde tegenstanders afslaan;, op ééa
voorwaarde evenwel, dat zij volkomen aanéén
gesloten zij, één lijn trekke; en dat haar
leden zich niet laten vervoeren door zekere
begrippen van zelfstandigheiddie, in theorie
misschien goed klinkende, in de practijk tot
verbrokkeling van krachten en daardoor tot
onmacht leiden.
Wanneer eens onze nationaliteit bedreigd
werd door een buitenlandschen vijand, zouden
dan niet alle Nederlanders, onverschillig van
welke kleur of richting, naar de wapens grij
pen, met terzijdestelling van alle twistpunten,
om eerst het gemeenschappelijk gevaar af te
wenden? Welnu, hetzelfde geldt ook hier: de
liberale zaak, dat is, de zaak van den voor
uitgang op zedelijk en stoffelijk gebied, wordt
bedreigd, feller misschien dan in geruimeu tijd
het geval is geweest. Welk verschil van in
zicht de strijders voor dien vooruitgang ook tot
dusver moge verdeeld hebben, daar mag voor
het oogenbhk geen sprake van zijn. Als één
man moeten zij post vatten op de wallen,
indien zij niet willen overvleugeld Worden.
De liberale kamerleden hebben dat ook zoo
begrepen. Zij vormen weder een georganiseerde
partij. De machteloosheid van vroeger jaren,
een gevolg wellicht van het ontbreken van
den groeten aanvoerder, den vader van onze
constitutioneele staatsinstellingen is afge
schud, een nieuwe periode van krachtigen
bloei is aanstaande.
Ware die eenheid niet tot stand gekomen,
wij zouden de toekomst met bezorgdheid te
gemoet gaan. Onze tegenstanders zijn waak
zaam en voorzichtig: in afkeer van liberale
verbeteringen en hervormingen geven zij elkan
der niets toe, en met elke zwakheid onzerzijds
weten zij uitnemend hun voordeel te doen.
Thans echter behoeft geen vrees ons te
bezielen: onze voorgangers in den strijd staan
gereed.
Nu zou men verwachten, dat bij alle vrij
zinnigen slechts blijdschap moest hcersehen over
deze openlijk verkondigde eensgezindheid. Toch
w dat zoo niet. Alweer heeft die verderfelijke
aoort van cntiek, die wel doldriftig afbreekt
maar vaii opbouwen geen begrip schijnt te
hebben, haar stem doen hooren. Gelukkig
vindt zij over bet algemeen weinig weerklank
haar groote woorden stuiten af op het gezond
verstand van de groote meerderheid en het is
te voorzien dat voor haar welsprekendheid met
Veel lauweren zijn weggelegd.
In de eerste plaats richt de oppositie in
het liberale kamp haar pijlen tegen deii persoon
niets houdbaars in het dilemma: Een
partijhoofd bf Oranje. Wie die onderscheiding
maakt, miskent ten eenenmale den geest van
onze Grondwet. Wanneer te avond of morgen
de heer Heemskerk door verschil van gevoelen
met de meerderheid der Tweede Kamer genoopt
wordt, zijn portefeuille neder te leggen, en de
Koning belast b. v. den heer Kappeyne met de
samenstelling van een nieuw Kabinet, dan ge
schiedt zulks niet omdat de heer Kappeyne zulks
wil, ook niet tegen den wil des Könings, dus
zijns ondanks, maar alleen omdat het lands
belang die oplossing der crisis voorschrijft en
een andere verbiedt.
We hebben over dit bezwaar eenigszins uit
voerig gesproken, aangezien het den grondslag
uitmaakt van het parlementair stelsel, het uit
gangspunt van onze constitutioneele staatsin
stellingen. Het is zeer noodig dat we daar
omtrent geen twijfel koesteren, want het ont
breekt onzen vijanden en valschen vrienden niet
aan fraaie redeneeringen, waarmede zij het Ko
ninklijk gezag als door duizend gevaren bedreigd
voorstellen. Men make zich niet ongerust; de
liberalen, hoe vaster aaneengesloten zij zijn, zul
len zich des te loijaler onderdanen toonen van
den Oranjevorst, omdat zij verzekerd zijn van
een getrouwe naleving van de grondwet en een
onwankelbare handhaving van de instellingen,
op haar grondslagen opgericht.
Door eendracht sterk. De natie moet weten,
wat zij van de liberale partij te wachten heeft,
en welke waarborgen deze aanbiedt voor de toe
komst. De gelegenheid daartoe zal niet uit-
blijven? In den aanvang van deze Week werd
de zitting van de Tweede Kamer hervat, en de
onderwerpen die in behandeling zullen komen
zijn van het uiterst gewicht. De vrijzinnige
partij toone nu slechts, dat het haar ernst is
met haar beginselen; geen transactie, waardoor
dierbare volksbelangen benadeeld kunnen wor
den, maar daarentegen ook een geest van
verzoening omtrent geschilpunten van mindere
beteekenis. Veel heeft de liberale partij in den
laatsten tijd moeten hooren, zoowel van tegen
standers als van vrienden, en de verwijten,
tot haar gericht, waren lang niet onverdiend.
Thans moet zij haar terrein herwinnen, de sym
pathie van geestverwanten buiten de Kamer
versterken, en zelfs haar vijanden achting af-
dwingen door vastberadenheid en beleid.
Nog weinige maanden scheiden ons van de
verkiezingen. En zoowel als de verdeeldheid
der liberalen in vroeger jaren menig kiezer heeft
doen overloopen naar de vijandelijke gelederen
of ten minste tot /rthuis blijven” doen beslui
ten, - zoo moge thans de houding der vrij
zinnige volksvertegenwoordigers het omgekeerde
gevolg hebben. In ieder geval, de natie
heeft met gespannen aandacht den blik naar
's Gravenhage gericht.
De invoering der nieuwe grondwettige instellingen
in het Turksohe Rijk gaat met zonderlinge en gansch
onverklaarbare verschijnselen gepaard, zooals men ze
elderi in Europa te vergeefs zou zoeken. Midhat
Pacha, de vader der wet, die met goedkeuring van
den Sultan en onder toejuiching van het volk, het
programma der nieuwe beginselen ontwikkelde, ver-
- dedigde tegenover het vereenigde Europais plotse
ling, terwijl hij nog ter nauwernood een begin van
uitvoering had gegeven aan dat programma, van zijne
waardigheid als Groot-vizier .niet eervol'' ontheven
en opgevolgd door een nieuw bestuur met gelijke
opdracht. En dat, terwijl nog daag» to voren een
circulaire aan de buitenlandsche Mogendheden van
hem wa» uitgegaandie als ’t ware in antwoord op
Ruslauds memorandumten stelligste protesteerde
tegen eiken aanvaldie van vreemde zijde zou on
dernomen wordentegen ’a lands autonomie en inte
griteit. De geheele Europeescbe pers verdiept zioh
in gissingen, wat de aanleiding en vooral wat de
ware beteekenis dezer persoonsverwisseling kan zijn.
Is het de nederlaag der nieuw-Turksche partijder
nieuwere beginselen m. a. w. een terugkeeren
ouden wegof een toegeven aan Rusland dat u
al te zepr gevoelt het grootste aandeel te dragei
de nederlaagwaarmede de conferentie voor de
ziende Mogendheden eindigdeof welwat even goed
mogelijk isis zij een protest tegen den geest van
verzoeningsgezindheid tegenover Servië en Montenegro
in de laatste dagen ten toon gespreiddus een eerste
schrede op den weg, die onvermijdelijk tot oorlog,
ook met Ruslandleiden moet. Liever dan ons
aau gissingen te wagen, wachten wij de naaste toe-
komst af. Omtrent den penoon van Edliem-Pachazwaaru