r. 42t
1877.
Z0NDA6 1.JULI.
EEST
VóJulij.
m ROTTBR-
S GRATBN-
iet rt-EsrasR-
[baar tot Haan-
LEIEN,
•waren,
PEN EN
TUIGEN.
?oranizen
BID.
VAN
REN Jr.
WEEKBLAD VOOR ZUID-HDLLAND EN UTRECHT.
BINNENLAND.
BUITENLAND.
OVERZICHT.
Een nationaal huldeblijk op
vreemden bodem.
jrii
md.
de
van hot»]
ring,
het
de geleerden
ding
tine,
f welke in 1880
sijkte MATEN
Deze Courant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag
verzonden. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70.
Franco per poet door het geheele rijk0,80
j ter verkié-
.amer zijn in het
•k en Draad
>KKEN enz.
enen, BUIZEN
en SCHOOR-
extra beste
Stalen HOOI»
1 TEER, KOOL,
snz.
ivraag.
DEN.
SMNWEH1 CHANT
JD
regeering s
'üog wat de
.vi. gevallen
dat Mi
klissen |i
lijk stelde jii
l J .1'1
N NOOTSN,
;en.
S, BANKEN,
NS 'en KIN-
«verkiezende met
onder den prijs
•rdt afzonderlijk
10 Cent franco
Bekende
BREUER,
lecretaris.
TH.
w schil 26JM),
a 21, boter: lite
r half kilokaas
orerlooper» f 10
19 A 17» vetto kal-
nuchterc idem
?eel f 5,00, Zeeuw-
lloude Wolkam-
Prjjs der Advertentie»Van 1 tot 5 regels /OjSO. Iedere
regel meer 0,10. Groote letter* naar plaatsruimte. butOr
ding franco, en uiterlyk* tot Zaterdaga-voormiddags ten 10 ure.
wijten, die vóór den Maarschalk snn (dtB weder
instelling der offloieele eaodidatann) en dat >U*t
van beleg slechti ifi derf uitenten nood aalweedea
afgekondigd. Men «iet hieruit dat de regeeriag stee
goed inziet welk gevaarlijk spel zij speelt; h»re ver
antwoordelijkheid en hare nederlaag zullen dkarffoor
des te grooter zijn als zij het spel verliest.
Maandag jl. is het besluit der Kamer van Aks
vaardigden medegedeeld, die daarop dadelijk uitéén
ging nadat de President iu een kort afscheidswoord
het goede had erkent, dat zij voor Frankrijk tot stand
bracht. Over drie maanden zullen dé verkietiUgéM
plaats hebben tijd genoeg dus voor de regeering om
de uitgestrekte macht, aie zo ia dien tuwobeiitüd
bezitten zal, ten nadeele van het land te misbruiken.
Doch ook de Republikeinen zullen niet stil zitten.
De 393 leden, die in zulke duidelijke Wóordtó de
laad afkeurden, hebben zich als één man
herkiesbaar gesteld en schaarden zich daarbij alien
om hetzelfde program. Ook de minderheid ran den
Senaat sloot zich daarbij aan. De Septemberdagen
zullen dus niet zonder strijd zijn.
Strijd in tweeërlei zin. Want al is de Weg orer
de rivier door de Buaisn reeds gebaand, ook da
strijd in het Oosten is daarmede nog niet aan het
einde. Men mag zelfs nog niet eens vau bet beau
van bet einde spreken, tenzij de Turken volhatpaa
in hunne onbegrijpelijke zorgeloosheid, die den óYéc-
tooht voor de Kussen betrekkehik gemakkehjk rnaAkte.
Op twee plaatsen tegelijk had die plaats, nl. te Braüa,
waar troepen werden overgebracbt op stormvlottan,
en te Galatz, waar in weinige dagen tijd onder de
oogen van den vijand een brte gebouwd werd. Een
groot gedeelte van den oever tnsschen Toeltsja en
Dojan is reeds door de Russen beset, die nu echter
eerst een weg moeten aanleggen om hun geschut te
kunnen vervoeren. De Turken trokken zich terug tot
aan de zeer sterke stelling Tsjeruawoda-Koeitendsje.
Ook bij Kalafst en Roetsjoek maken Je Russen aan
stalten voqr. den overtocht. Ia KleinAaië bleef de
stand van zaken ten naastenbij onveranderd. Ia de
nabijheid van Kars hebben nog altijd gevechten plaats
tussohen het garnizoen en de belegeraars. Dese gaan
steeds voort met niéuwe versterkingen oo te wéi'pfen
en de forten te beschieten. Nabij Bajazid heeft eene
ontmoeting plaats .gehad waarvan beide partijen aieh
de eer der overwinning toeêigenen. Van
wordt echter erkend dat de plaats is ingesloten door
de Kurden.
De Montenegrljnen wijken nog steeds, zij *t
ook voet voor voet, voor de Tuksche wapenen. Van
beide zijden wordt moorddadig gevochten. Een laatste
beslissende slag wordt bij Cettiöje te gemoet gezien.
Oostenrijk en Engeland "blijven bij de too-
neelen die in het Oosten voorvallen steeds een oog
in *t zeil houden. Beider verhouding tot Rusland is
nog niet zeer geruststellend. Oostenrijk soekt slechts
eene aanleiding om/rfjne troepen over de grease* te
zonden en zich zoodoende een aandeel te versekeren,
als het op het verdeelen van den bult tal aankomen.
Leest men de stukken die tussohen de Britacbe en
Russische hoven in den laatsten tijd gewisseld sjja,
en die het Engelsch gouvernement dezer dagen jw
blioeerde, da» zou men tot de slotsom komen, dat er
weinig gevaar voor een vredebreuk bestaat. Rusland
bewilligt tot zekere hoogte alle eischen die Engeland
stelt, en wil de gewichtigste quaestiën in gemeen ong-
leg regelen. Dat Engeland met die verklaringen nog
niet geheel tevreden en gerustgesteld is, bewijst het
gerucht eeaer ophanden leeaing voor militaire doel
einden en de weinig geruststellende speech door
een der Ministers op een gastmaal in Trinitj-Hotfle
gehouden.
De Belgische regeering heeft het beruchte art. 46
der wet op de verkiezingen, vóór dat dese in behan
deling kwam bij den Senaat, ingetrokken. Dd libe
ralen zijn daarmede echter nog niet tevreden; «ij eischeu
dat de wet de priesters met de overige burgers gelijk-
steit en hen dus even als deze straffen zal als «ij
een ongeoorloofden invloed op de verkiezingen uitoe
fenen. Tot zifóver zal de regeering ebhter wel niet
gaan?
S. W. N. VAN NOOTEN,
Uitgevara.
Mijn wensch is, dat uit vrijwillige bijdragen
êen gedenk teek en, eenvoudig en smaakvol, worde
geplaatst op het graf van John Lothrop Motley,
op het kerkhof Kensal-Green. te Londen, als
een bewijs van erkenning van de groote dien
sten, door hem aan ons volk bewezen.
Het zij mij veroorloofd, die diensten nog
eens nader te omschrijven.
Elk beschaafd Nederlander kent de geschied
kundige werken, waarmede Motley voor immer
zijn naarn onvergetehjk heeft gemaakt; inzon
derheid zijn //Opkomst van de Nederlandsche
Republiekwaarin de eerste periode van onzen
worstelstrijd met Spanje op zoo uitnfemend
schoone wijze is geteekend. Het is voldoende,
dat ééne werk te noemen, om aanstonds de
genotvolle oogenblikken te herinneren die wij
smaakten bij de lezing van*zijn prachtige tafe-
reelen. Hier paart zich de historie-ach rijver,
die werkt met streng wetenschappelijke nauw
keurigheid, en die geen moeite ontziet öin uit
alle denkbare oorkonden de waarheid te vinden,
aan de geestdrift van den epischen dichter;
het schijnt ons toe, alsof Motley door zijn on
derwerp wordt aangegrepen, in vervoering ge
bracht; hij verhaalt niet meer, hij schil
dert, zonder echter tittel of jota aan de geschied
kundige waarheid te kort te doen. Hij doet
zulks in een stijl, die elks bewondering moet
wekken; zijn taal is welsprekend en bloemrijk,
en zelfs zij die met alle bijzonderheden van
den bevrijdingsoorlog ten volle bekend zijn,
grijpen toch telkens weer naar Motley’s wer
ken en worden in verrukking gebracht door
den gloed die hfetn vervulde.
Maar het i/Tiiet in de eerste plaats den
ijverigen geschiedvorscher, den keurigen stijlist,
aan wiens graf wij onze hulde willen brengen.
Motley stond tot ons volk in een geheel éénige
verhouding. Nederlands geschiedenis is als het
ware de liefde zijhs levens geweest. Hij, de zoon
der vrijheid, geboren en opgevoed in een land
waar burgerlijke en godsdienstige dwang een gru
wel zijn, hij wilde in de geschiedenis der mensch-
heid opklimmen tot het punt, waar die vrijheid het
eerst in de Nieuwe Geschiedenis een bepaalden
vorm aannam, een levensbeginsel werd waaruit
volken en staten hun kracht putten. Hij zocht
en vond. Niet bij een der natiën die thans
de wereld verbazen door hun legers van vele
honderddmzendtallen, maar aan de kalme
oevers der Noordzee, tusschen Eems en Schelde
ontdekte hij de wieg van het moderne staats
begrip. Hij heeft het voor alle ooren op de
wereld verkondigd, dat terwijl alle andere natiën
zuchtten onder de ijzeren schepters hunner dwin
gelanden, hier een geminacht volk de banier
der vrijheid omhoog <*stak, alles aan haar ten
offer bracht, en niet schroomde de voor dien
tijd ongehoorde verklaring af te leggen: dat
een vorst, die, in plaats van zijn onderdanen tot
zegen te zijn, hen kwelt en onderdrukt en hun
rechten schendt, niet langer aanspraak heeft op
gehoorzaamheid. Alle vrienden der vrijheid heeft
hij gewezen op onze^aderen als op hun voor
gangers; hij heeft dóén uitkomen dat de mensch-
heid in baar geheel de grootste verplichtingen
heeft aau de Nederlander» van vóór drie eeuwen.
En voor ons zelven heeft Motley een ge
denkzuil opgericbt. Met opgeheven vinger wijst
hij op ons verledenhij herinnert den rang
dien wij in Europa eenmaal innamen Als een
aansporing om niet te verflauwen, werkzaam te
blijven en waakzaam, en nooit te dulden dat
de duur gekochte vrijheid worde aangerand.
Terwijl hij den lof van ons voorgeslacht ver*
kondigt in zulk een vorm, dat geheel de be
schaafde wereld naar hem luistert, spoort hij
ons aan om nooit op te houden de waardige
zonen dier dapperen te zijn.
Ziet* aan geschiedschrijvers heeft het ons
gelukkig niet ontbroken. Maar nimmer heeft
een vreemdeling op onze historie zulk een licht
doen vallen als Motley, en daarom verdient hij
met alleen de dankbare hulde van de geleerden
en meest ontwikkelden, - doch ons geheele volk,
als het eenig belang stelt in zijn geschiedenis
en met geheel onverschillig is óver de hoogte
waarop wij bij andere natiën staan aangeschre
ven, behoort den grooten schrijver te vereeren.
Aan de geheele wereld toonen, dat wij de
ingenomenheid van Motley niet onwaard zijn,
'en 1 Augustus
t.
handel was heel
gevoerd 160 par-
a qnal.mindere
,25 1,40 per kilo.
:n voor Engeland
re biggen f 1,25
6. Vachten wol
uni. Aangpvoerd
graakal veren59
i of lammeren,
:en of geiten.
per kilo.
io. Voor Londea I
54, 3de quid, f.48.
enwache f 11,80 4
Flakkeeache en
Vlaamacbe f 9,50
brabanteche f9,00
ceesebe en Over
ite Zomer f 6,60
f4,20 4 5,60, ge-
pede en minder»
55 per 2100 kilo.
aanvoer van on
del beden vrij le-
uirp vorige prijaen
itijdig te houden
halve de paar-
igevoerd.
irin» 52 54 <rta.,
kilo, fok varkens
tek.
f UB i 1,20 per
arige Zeeuwadw,
i 12,30, puike
I* dito f 11,80
1 a 11,60, Zomer-
laamictie Winter
6,604 6,80, Over-
Nieuwe Zeeuw,
d f6,70 4 7,00.
lache en Flakkee-
U&amsöhe f 9(3o
Ier f3,60 4 4,60.
Bij Kon. besluit i», op z|jn fèt-
zoek, eervol ontslag verleend aan A. B. Van
Tienhoven, als dijkgraaf van het waterschap
Vervoornepolder
en zijn benoemd: J. Kortlever, tot hoog
heemraad in het hoogheemraadschap de Vyf
HeereulandenJ. Van der Breggéu Aa, tot
hoogh. in het hoogheemr. Rijnland en Jhr.
Mr. H. De Pesters, tot hoogheemraad fa
het hoogheemraadschap van den Lekdijk Bene-
dendams en IJieldam.
Bij de herstemming
zing van een lid der Tweede Ka
kiesdistrict Delft uitgebracht 2508 stemmen; van
onwaarde 28. Gekozen is de heer Mr. A. M.
Schagen van Leeuwen met 1416 stemmen. De
heer 8. Gille Heringa verkreeg 1060 stemmen.
In het kiesdistrict Almelo zijn uitgebracht 2188
stemmen. Van onwaarde 28. Gekozen de heer
H. A. Insioger, aftredend lid, met 1121 stemmen.
Op Mr. G. M. Van der Linden waren 1038 stem
men uitgebraebt.
Aan het Departement van Biu4
d^nns volk gevoel heeft voor de waardeering
van zijn verleden, en gaarde een offer wil bren
gen om den vreemdeling die Motley’s graf be
zoeken zal te doen zien dat een wederzijd
se he vriendschap de Nederlanders en den
Amenkaanschen schrijveé bindt, dat is het
doel van mijn voorstel. Ik wenich op een
waardig monument de woorden te doen plaatsen
//HST NSDERLaNDSCME VOLK AAN DEN GESCHIED
SCHRIJVER VAN ZUN HELDENTIJDVAK.”
Het op te richten gedenkteeken zij inder
daad een buidebewijs van ons volk, niet
van slechts enkele uitstekende personen. Laat
ieder in zijn kring, die voor het plan sympathie
heeft, aan de minder ontwikkelden doen weten
en vooraf ook doen gevoelen wat Motley
voor ons deed, en ik twijfel niet, of ook de
weinig gefortuneerde zal zijn gave willen reiken
om in den vreemde onzen naam als natie op
te houden. Het komt mij voor dat het niet
zoo heel moeieiijk is, voor deze zaak geest
drift te wekken. Wie zal niet gaarne bereid
gevonden worden, om daar ginds, op Engel-
schen bodem, onze vlag te laten zien bij de
meest vreedzame, de meest eervolle, de meest
vriendschappelijke demonstratie die men beden
ken kan.
Het plan van uitvoering, dat ik voorloopig
heb gameend te kunnen ontwerpen, en dat
natuurlijk zoo noodig gewijzigd kan worden,
lujdt als volgt(Zie de in de noot genoemde
couranten
1. Ons volk worde opzettelijk herinnerd aan
Motie s verdiensten en meer nauwkeurig bekend
gtmaakt met zijn werk. Daartoe houde men,
in het aanstaand winterseizoen, een of meer
volksvoorlezingen, in iedere gemeente van ons
land waar personen worden aangetroffen die zich
met die zaak willen belasten.
2. Bij die voorlezing heeft een inzameling
van bijdragen plaats voor een op te richten
Motley-monument.
(Een bepaalde maand worde voor het een
«n ander bestemd. Na dien tijd worde de lijst
van bijdragen gesloten. Het dan aanwezig be
drag worde aangewend voor een gedenkteeken,
waarvan zoo mogelijk de eerste steen moet
worden gelegd op den eersten verjaardag van
Motley’s overlijden (2t) Mei.) Mocht de bij
eengebrachte som, zulks toelaten, dan kan een
gedeelte worden besteed om een volksuitgave
te bevorderen, hetzij van Motley’s werken ia
bun geheel, hetzij van een bloemlezing daaruit.)
3, De verschillende plaatselijke comité’s voor
deze zaak benoemen de leden voor een com
missie, die zich met de voorloopige stappen en
de verdere organisatie zal belasten.
Met deze beknopte aanwijzing wil ik eindi
gen, na nogmaals een beroep gedaan te hebben
op aller nationaal eergevoel.
Beemster,
25 Juni 1877. H. C. van der HEIJDE.
De 22e Juni »wa» een dubbel aaerkwaardige dag
in de geschiedenis der laatste week. De Kussen be
gonnen toen den met goeden uitslag bekroonden over
tocht van deu Dpnau, en dreven het versterkte Turk-
sche observatiecorps voor aich uit; terwijl deFran-
sohe Senaat dienzelfden dag over het lot van de
Kamer van Afgevaardigden besliste. Zooals verwacht
werd was die beslissing naar den wensch der regee
ring. Met 149 tegen 130 stemmen nam de Senaat
het voorstel tot ontbinding aan doch niet nadat een
paar leden nog eens kalm en bedaard het onwettige
en ongemotiveerde van de regeeriugsdaad en het ge
vaarlijke streven der nieuwe regeering hadden in het
licht gesteld. Jules Simon weerlegde achtereenvolgens
alle beweegredenen, die de president in zijn boodsenap
had aangevoerd, om zijne handelwijze te rechtvaar
digen en kwam toen tot de zeker door de groote
meerderheid gaarne aangenomen slotsom, dat minder
de vrees voor het radicale spook de aanleiding was
van den kunstgreep van 16 Mei, maar wél de aan
neming der beruchte motie tegeu het woelen en drij
ven der clericale partij. Na Jules Simon verdient
vooral opmerking de bestrijding die het voorstel vond
van de rijde van Berthauid en Laboulaye, die acker
geea van beiden tot de radicalea behooren, en wier
redevoeringen juist daarom een diepen indruk achter
lieten. De regeering streed met de oude wapenen.
Op oeae vraag wat de Maarschalk doen zou indien
de natie het gevallen kabinet in het gelijk stelde,
antwoordde »(j, dat Mac-M»hoa, niet bet Cabinet
hierover te beslissen had, maar dat dit zich verant
woordelijk stelde voor zijne daden. Voorts verklaarde
de minister dat de regeering de per®nen zal a»n-
AUt hwinenlandache Adverientien, waarvan de
plaatsing 3 maal wordt opgegeven, worden elocktt
2 maal in rekening gebracht.
Slechts enkele dagen waren verloopen, sinds
de telegraaf ons het smartelijk bericht bracht,
dat een beroemd burger van Amerika, de groote
John Lothrop Motley, wiens hart zoo warm
klopte Voor de geschiedenis van on» volk, en
die een belangrijk deel zijns levens had gewijd
aah de studie van ons verleden, in Engeland,
in de hrinen van zijn naaste betrekkingen
was gestorven.
’t Was Zondag, den 8én Juni, tegen den
middag.
Er waren op dat oogenblik zeker weinig
Nederlanders, wier gedachten niet vertoefden
bij bet Hnis ten Bosch, binnen welks wanden
de laatste ure heenvlood van een leven, ons
allen zoo dierbaar. De laatste berichten omtrent
den toestand der Vorstelijke lijderes werden
nog eens hagelezen, of er ook nog een straal
van hoop uit op te Vangen was, maar
helaasiedere overpeinzing eindigde met de
verzuchting: rWie weet, of de slag niet
reeds is gevallen I”
In dat onvergefelijk uur zat ik voor mijn
schrijftafel. Mijn gedachten dwaalden van het
Koninklijk sterfbed af naar de lijkbaar van den
man, die zoo menigmaal de eer genoot door
de Vorstin met ingenomenheid te w.orden ont
vangen, wiens levensgroot portret aan de wan
den van Haar zitkamer prijkt, en die in de
waardeering welke zijn arbeid van Haar zijde
ondervond gewis niet het geringste deel van
bet loon voor zijnstreven genoot. Het kwam
mij voor als een bitter spel van het lot, dat
de gevierde schrijver zoo kort vóór het
toen nog gevreesde overlijden van zijn
Doorluchtige beschermster weggerukt werd.
’t Kop wel niet anders, of een levendig ge
voel van dankbaarheid voor 't geen Motley
voor ons volk heeft verricht, moest op dat
oogenblik bij mij opwellen. Het kwam mij
voor, dat bij al onze beschaafde landgenooten
een soortgelijk, gevoel wel zou heerschen, en
dat het alleen op deu achtergrond werd gedre
ven door de gedachte aau het nog veel smar
telijker verlies dat ons boven het hoofd hing.
De wensch, dat eerlang een zichtbaar bewijs
mocht gegeven worden dat wij met geestdrift
zijn bezield voor de nagedachtenis van den
man die onze nationaliteit zoo krachtig heeft
liefgehad, rees bij mij op^ en ik greep naar
de pen om mijn denkbeelden in den vorm van
een courant-artikel wereldkundig te maken.
Sedert zijn ruim drie weken voorbijgegaan.
Gedurende dien tijd heeft de dood der Koningin
aller gedachten zoozeer bezig gehouden, dat er
voor andere overwegingen weinig plaats was.
Toch mocht ik ondervinden, dat mijn //Voor-
stel” met onopgemerkt was weggevloeid in den
afgrond waar een oneindig aantal andere plan
nen in de vergetelheid verzonken liggen; van
onderscheiden zijden ontving ik de verzekering,
dat mijn denkbeeld voor verwezenlijking vatbaar
is, en men gaarne daaraan medewerking wil
verleenen. Ik heb et nogmaals ernstig over
nagedacht, of mijn plan niet behept kon we
zen met al de gebreken die een //opwelling
vau het oogenblik” soms aankleven, maar
ik meen tot de conclusie gerechtigd te zijn,
dat het kansen van slagen aanbiedt. Evenwel,
niet op eigen gezag kom ik tot die gewaagde
onderstelling; ik leid haar af uit betuigingen
van instemming, mij van gerespecteerde zijde
toegezonden.
Daarom ook maak ik gebruik van de betrek
king die mij aan de Schöonhovensche Courant
verbindt, om in haar kolommen een woord te
spreken ten gunste van hét bedoelde denk-
beeld, en om de lezers dier Courant te
verzoeken, het in overweging te nemen.
jHet bedoelde artikel komt voor in de Purme-
render Courant van Woensdag 6 Juni, en ij ook
overgenomen in de Zaanstreek van 17 Juni. Het
laatste nummer van *Euphonia” maakt er melding
van en begroet mijn denkbeeld m»t een sympathie,
waarvoor ik den Redacteur mijn dank betuig.