1877.
ZONDAG 8 JULL
F. 421.
ECHT
O,
WEEKBLAD VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT.
AREN.
ODE
IT
HEID,
us werk rnoet
iHTS.
[OOP,
Publiciteit.
BINNENLAND.
SCHOONHOVENSCHE COURANT
aan huis.
rertegenwoor-
zijd
chti|
jedoel
jaand
gemeenteraadszitting
G jp- a.
Adres in
Lr. Smid te
tewns aan
logen zoowel
gebied, en is
te spreken
le Haven te
Deze Courant wordt geregeld, iederen Zaterdag-middag
verzonden. Prys: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70.
t Franco per post door het geheele rijk 0,80
Alle binnenlandse he Advertentien, waarvan de
ylaatring 8 maal wordt opgegevtm, worden leekte
2 maal in rekening gebracht.
een
8e'
en hoog loon,
franco, ouder
Adres franco
het Bureau
Zn.,
Oostzijde,
bruik van ng-
op tebre<fcp.
NUÜ'l'KN.
diezelfde be*
water, dat
w, doch thans
waardoor de
geworden om
en die onder
Woerden
[ECHTS ge-
'ER VLIST,
zen frauco.
l-HOEK,
verlangt ten
steldbeid van
e recept Van
t Chetoidten.
attent maakt.
FIIVG.
lijn door ons
bbele doozen,
sluitend ver-
we gehad- en niemand
w om te zijn. De góden zijn
1 van hun tronen m
licht gehuld; zij hebben
APPU VAN
lijden,
1 Augustus
EID.
rder bij de
Rotterdam
loven, heeft
engen, dat hij
iling van het
ssement Rot
regen om in
illige-Lan-
Polabroek,
coop, Wist,
eeuwoude,
jipen a/d
«kkerkerk,
L en in al hare
jeren en Ver-
oederen te
mud,
te Schoon*
•eboden
lillard
;ich met ge-
IV, aan het
ien.
-het oorlogs-
„v—v „—rjjvigheid in
J-ssen, bij Braila en
islag begonnen, is al
iten, te Katarass en
_„t evenwel met
blijkbaar te veel
moerassige bodem in
hinderpaal voor den
tt zouden zijuwaren
beter voorbereid. Zij boden
.„„‘and en brachten den vijand
Bij Bieia leden de Russen bhj-
rsproken Turksche berichten een "be-
Ook gelukte bet hun d? door de
o pontonbrug bij Sistowa't zij dan al
en door storm en onweer, gedeeltelijk
ofschoon zij niet konden verhiiid;::_
die spoedig weer hersteld hadden.
lelft der Russische legermacht (drie
legercorpsen) staat t'
oer, terwijl de hoofd;
Abdul Kerem-Ps
het midden van
Een van de eigenschappen waardoor onze tijd
zich gunstig onderscheidt van vorige eeuwen
is het streven naar openbaarheid. Wat voorheen
in het verborgen wegdook, als konde hetgeen
daglicht verdragenvertoont zich thans voor
elks oog. Van handelingen, die men vroeger
slechts bespeurde aan de gevolgen die zij na
zich sleepten, dus "wanneer het te laat was er
eenigen invloed op uit te oefenenziet men
thans het geheele verloopmen kan opklimmen
tot de oorzaken vermoedelijke uitkomsten be
rekenen zich dekken voor gevarendie in de
verte komen opdagen.
In den goeden ouden tijd wierpen zij die
ons regeerden ons bun zegeningen in den schoot
of welzij stortten de fiolen huns toorn» over
ons uit, al naar hun welgevallen, uit een on
genaakbare hoogtewaar zij troonden als Jupiter
op den Olympus. Het brave volk bad maar
het hoofd te buigen en het goede zoowel als
het kwade met een dankbaar en ootmoedig hart
aan te nemen. Te vragen om welke reden
overkomt ons ditof waar is de oorzaak
van dat allesdat kwam nooit in iemands
hersens op. Het was besloten in den raad der
góden, daarmee uit. Straks, als gezegde
góden goedvonden een geheel tegenovergesteld
besluit uit te vaardigen dan was *t ook al
weer goed.
Die tijden hebben
behoeft daar rouwig
afgedaald van bun tronen in het ontoegankelijk
licht gehuld; zij hebben een menschelijk kleed
aangetrokkén en moeten er nu in berusten, dat
gewone stervelingen hen nu en dan in de
kaart zien.
Openbaarheid is een noodzakelijk gevolg van
de veranderde maatschappelijke verhoudingen.
Sedert het onbeperkt gezag het onderspit moest
delven, en het beginsel der volkssouvereiniteit
een woord medespreektsedert geen alleen-
heerscher meer wetten uitvaardigtmaar het
volk door middel van zijn zelfgekozen vertegen
woordigers die wetten helpt maken sinds
dien tijd zijn natuurlijk ook de zegelen verbro
ken, die de deuren der raadzalen afsloten van
de buitenwereld en eiken onbescheiden luisteraar
den toegang beletten.
Zelfs daarwaar men zonder veel moeite het
stelsel van geheimhouding zou kunnen verdedi
gen heeft men toch begrependat het niet is
in overeenstemming met de eisCfien van onzen
tijd. Ziet bij voorbeeld in de legers van oor
logvoerenden ’t krioelt er waarlijk van-dagblad-
correspondenten die in alle talen en tongvallen
de inlichtingen, door hen verkregen, de wereld
instureu. Het is natuurlijk, drt menig ijzer-
vreterals hij zoo’n beleeid buigenden en met
een half oog alles zienden dagblad-reporter op
zich ziet ai komen, om eemge vinformatiën”
van hem in te winnen, dien dolgraag met een
vloek of zes op den loop zou jagenmaar
daartoe ontbreekt het hem, die als Saul reeds
zijn duizenden verslagen heeftaan moedhij*
schikt zich in het netelig geval en laat zich
behoorlijk door een man van de pers uithooren.
Deed hy het niet, hij zou zich niets minder
dan belachelijk maken evenals er een storm
van hilariteit opging door geheel Europa, toen
men indertijd meldde, dat de zittingen van het
befaamde Turksch Parlement niet publiek zou
den zijn.
’t Is tegenwoordig zóó gelegen wie publi-
citeit vreestof toont te vreezenmaakt zich
reeds verdacht, al heeft hij niet het minste
kwaad iu den zin. Mannen van beleekenis moe
ten er niets op tegen hebben, geïnterviewd
te worden waar zij ook bun schreden zetten,
en vergaderingen waar aangelegenheden van alge
meen belang worden beband^d, moeten haar
deuren zoo wijd mogeiijk openhouden. Regee-
ringa-colleges, die dat laatste met doennade
ren den kant van het despotisme, van de wil
lekeur, waartegen publiciteit zulk een uitstekend
preventief middel is. Het drama, dat men de
Bomerking te
franco brie-
Üaatschappij.
dversmid te
S. W. NT. VAN NOOTEN,
Uitgevers.
wereldgeschiedenis noemtwordt voor een groot A’et altijd
deel als het ware in "de open lucht gespeeld: lot hen on
alleen op hel gebied van de diplomatie,
die verheven kunstwaarvan de beoefenaars
leeren zoo dicht mogelijk langs 't kantje van
eerlijk heen te stappen I op d At gebied moet
nog heel wat onderscheid worden gemaakt tus-
schen wat men ziet en wat men niet ziet,
en wordt er ontzaglijk veel achter de coulissen
gespeeld dat de toeschouwers nooitf aan de weet
zullen komen. Als gij nu zegt, dat zulks niet
zeer in het voordeel van bedoelde kunst pleit,
dan ben ik het van stonden aan met u ééns,
en ik wil zelfs de hoop uitsprekendat een
maal het diplomatiek beleid ais zooveel andere
zaken te voorschijn zal treden uit den nevelen
sluier waarin het thans nog gewoon is zich te
hullen. Gelijk liet nu iskunnen een paar ge
slepen •'staatslieden”, wier belang het meebrengt
dat het water troebel wordt gemaakt, zonder
zich aan groote gevaren bloot te stellen
volk in een oorlog wikkelen, waarvan de
volgen soms niet te overzien zijn. Dat mag
niet lang meer zoo blijven uitbreiding van de
controle der volksvertegenwoordigirfg op de bui-
tenlandsche politieken de wijze waarop zij
gedreven wordt door de gezanten in den vreemde,
is een quaestie die wel eens aan de orde zal
moeteu komen.
Doch ik wil over dit punt niet in liet breede
gaan redeneeren ik zal er alleen bij voegen dat
ik nu juist niet bijzonder Nederlandsche toe
standen op het oog heb. ’t Is meer een alge
meen beginsel, dat hier ter loops wordt aan
geroerd.
Zonder overdrijving kunnen wij zelfs zeggen
dat in ons land de autoriteiten zich vrij wel
hébben weten te schikken in de nieuwe eischen
door de noodzakelijkheid voorgeschreven. Het
streven naar openbaarheid wordt zoo min mo
gelijk tegengewerkt: personen, die met de dag
bladpers in betrekking staanworden in deu
regel nog al welwillend toegelaten en voorzien
van die gegevens, welke zij trachten te verza
melen. Dat wil zeggen, bij beschaafde particu
lieren en besturen die ontwikkeling op prijs
stellenwaar dit niet bet geval isziet men
soms wonderlijke dingen gebeuren.
Inderdaad zijn er onder onze landgenooten
nog een groot aantal, die zekeren afkeer heb\
ben van //couranten-mannen” en zich volstrekt
niet kunnen verklaren met welk recht die lie
den den neus steken in andermans zaken. Als
de gelegenheid zich voordoet, zullen zij ook
met nalaten van dien weerzin getuigenis te ge
ven. Laat maar eens een dagblad-correspondent
zich schuldig maken aan het niet haarfijn over
eenkomstig de waarheid overbrengen van een
bericht, - welke welsprekende aantijgingen
worden hem dau dikwijls niet naar de ooren
gegooid, zelfs dan als zijn vergissing slechts
punten van ondergeschikt belang betreft. We
behoeven waarlijk niet met een lantaarn te gaan
zoeken naar voorbeelden ieder öogenblik ont
moeten we personen, die hun verachting voor
hetgeen zij //naamloos couranten-geschrijf” noe-*
men, onder geen stoelen of banken schuiven.
En dan die bestuurs-colleges, voor wie i/pu-
bheiteit” een waar schrikbeeld is? Ook deze
behooren lang niet tot de zeldzaamheden. Een
nog veel te groot getal gemeenteraden onder
anderen zijn met die kwaal behept,
Onze wetgeving kent aan de gemeenten een
ruime mpte van zelfstandigheid toe. Die inrich
ting heeft ontegenzeggelijk groote voordeelen
maar het zou onbillijk zijn de nadeelen geheel
te willen wegcijferen. De oude autocratische
zuurdeesem zit er bij sommige gemeentebesturen
nog in. Wie aan het hoold staat van een be
stuur waar dit het geval isverbeeldt zich nog
te leven in den voormaligen regenten-tijd, toen
de wü van persoon somtijds wet wasen
elk bewijs van verzet werd achtergehouden door
de vrees voor de ongenade van den dwingeland
in het klein. Dat de ondergeschikte ambtenaren
in zulke gemeenten met te roemen hebben op
overmaat van vrijheid, is licht te denken. Ook
die klasse van ambtenaren die, ofschoon door
de gemeente aaugesteld en bezoldigd, toch gere-
keud worden te staan onder bescherming van
den staat, met name de onderwijzers, zijn
.lineen gelukkige positie wanneer het
„Fhen onder de macht van zulk een oud-models
burgemeester heeft geplaatst. Kent ge de ge
schiedenis van dien onderwijzer te Boxmeer, die
een schriftelijk standje kreeg, omdat hij inde
school vlinder-poppen bewaarde, ten einde zijn
jongens door aanschouwing de ontwikkelingsge
schiedenis van die orde van insecten te leeren
En toen de man in zijn verontwaardiging het
zottevan spel- en taalfouten wemeiend
epistel publiek maaktetoen werd hij voor
drie maanden geschorst met verlies van zijn
bezoldiging 1 Of van dien anderen paedagoog
wien een gelijke straf werd opgelegdomdat hij
te veel kolen had verstookt
Stelt u eens voor een gemeenteraad, door zulk
een burgemeester gepresideerd, vergadering
houdende. Aan de orde is de discussie over het
schorsingsbesluit. Daar gaat de deur open,—-
nadat de op post staande veldwachter al zijn
overredingskracht heeft aangewend om de onge
hoorde invasie te voorkomenen een dagblad-
reporter komt binnen, zet zich doodleuk neder
en begiuijt de adviezen op te schrijven, door de
vroede mannen uitgebrachtZou eemge pen
in staat zijn de verontwaardiging te schetsen, die
op dat oogenblik aller gemoed bestormt? En
tochdaar is niets aan te doengemeente
raadszittingen zijn volgens de wet publiek, ’t Zou
mij met verwonderen, ais de voorzitter, teo
einde raad, de vergadering plotseling opbief
om haar weder te hervatten als er geen dwars
kijkers te vreezen zijn.
Ja, die publiciteit van gemeenteraadszittin
gen, zij is op vele plaatsen van ons land
nog een doode letter. Zullen we dat betreu
ren? Zeker zou menig achtenswaardig raads
lid, wiens zaakkennis veel grooter is dan zijn
redenaarstalent, er dikwijls hinder van hebben
als hij veel toehoorders buiten den raad om
zich heen bespeurde; maar mij dunkt, dat zou
wel gewennen, in elk geval, hij werd ook
niet gekozen op grand van zijn gave der wel
sprekendheid, en, goed doen is altijd
nog beter dan goed praten. Daarbij komt,
dat men zich bij meerdere publiciteit ook meer
zou toeleggen op behoorlijke woordenkeus. Aan
den anderen kant zou de belangstelling in ge
meentelijke zaken toenemen, ais van de bespre
king meer notitie werd genomen.
Van zekeren burgervader wordt verhaald, dat
hij, toen eens een enkele toehoorder de raad
zaal kwam binnentreden, dezen vroeg:
rZeg eens, Gerrit, wat kom jij hier doen?”
^Eens luisteren, burgemeester!”
//Zou ’t niet beter zijn dat je aan je werk
ging, in plaats van hier te komen luibakken
en ons de woorden uit den moud te kijken
Waarop Gerrit druipstaartend henentoog.
Die menheer had zeker nog weinig op met
bet idéé publiciteit.
In dit opzicht staat hij nog lang niet alleen.
BUliENLAND.
OVERZICHT.
Er begint bedrijvigheid te heerschen op h.
looneel aan den Donau en toenemende bedn,
Klein-Azië. De overtocht der Kussen, bij
Galatz met zulk een goeden uitslaf u'
zeer spoedig ook op andere punten, t<
Zimnitzavoortgezet. Daar ging het
zoo gemakkelijk. De Turken, die
er op gerekend hadden dat de
de Dobrudscha een natuurlijke
overtocht der Russische legermacht
te Silistria en Bistowa betei
daar bardnekkigen tegenstand -
nog al verliezen toe. j*“
keus de niet ween
paalde nederlaag.
Kuisen gelegde p"
öf niet geholpen door storm en onweer, gedeeltelijk
te vernielenofschoon zij niet konden verhinderen
dat de Russen die spoedig weer hersteld hadden.
Ongeveer de helft der Kuasiscbe legermacht (dr*
of vier van de zeven legercorpsen) staal thans aan
den rechteroever der rivierterwijl de hoofdinaebt van
het Turksche leger, onder Abdul Kerem Pacha, zich
teruggetrokken heeft naar het midden van den be
kenden vierhoek. Terwijl sommigen thans een groo-
ten veldslag nabij achtenmeeneu anderendat de
Turken die vooreerst ontwijken zullen, omdat zij in
weer»- en plaatselijke gesteldneid van het terrein een
duebtigen bondgenoot hopen te vinden. Er beerscht
namelijk eene groote hitteen zoowel ten gevolge
van de armoede der bewoner» als door de aanwezig
heid der Turksche soldatendie daar langen tijd huis
hieldenleveren de kuststreken niets tot onderhoud
Prys der AdvertentienVan 1 tot 5 regels /0,50. Iedere
regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzen
ding franco, en uiterlyk tot ZaterdagM-voormiddage ten 10 ure.
ui i M»
opzoodat alles van de overzijdo der rivier moet
worden aangevoord. Rutaoheh e« Nteopolto bobben
zeer van het bombardement der Russen geleden; eerst
genoemde plaats voorbeen een bloeiende s(ad, is thans
zoo goed als geheel verwoest. In de Dobrudscha trek
ken de Russen schier ongehinderd voorwaarto. Zii
kunnen echter slechts licht geschut met zich voeren,
daar de wegen zeer slecht nju. Te Matsjin, een
plaatsje juist tegenover Braila gelegen, ia onder Rus
sisch toezicht reeds een onafhankelijk bestuur tot
stand gekomen. Een centraal bestuur is in wording.
Geheel Bulgarije rekent op de ouafhoakelükheidsrer*
klaringingevolge de niet onduidelijke beloften door
den Czar in zijne proclamatie aan het Bulgaarache
volk afgelegd. Hij zegt daarin, te komen als redder
der onderdrukte bevolking, als straffer der schuldigen.
Het bestaande wanbestuur zal bij vervangen door eene
geregelde administratieterwijl de handhaving der
orde aan Bulgaarsche vrijwilligers zal worden toe
vertrouwd.
In Klein-Azië waren de Russische wapenen minder
gelukkig. De pogingen van verschillende zijden gelijk
tijdig aangewend om Erzerum te bemachtigenlijn
mislukt en gevolgd doar een nederlaag langt de ge
heele verdedigingslinie. De Russen moesten hunne
stellingen bij Erzerum en Batum prijs geven en loo-
pen zelfs gevaar gedwongen te worden het beleg voor
Kara op te brekenindien dit niet reeds geschied is.
De toestand van opstand in deu Kaukasns maakt het
ook moeielijk hulp van daar te ontbieden. In de
Zwarte zee houdt de Turksche vloot zich altijd nog
onledig met het beschieten van kustplaatsen. Zij werd
bet laatst te Odessa gezien, zich naar Sebastopol be
gevende. Mogeiijk zal men daar, evenals te Suchum*
Kaleh, eene landing beproeven.
Nauwelijks hebben de Russen voet aan wal gezet
in Bulgarije, of de argwaan van Engeland en Ó(M-
tenrijk wordt op nieuw opgewekt en gevoed. De
proclamatie van den Russischen Keizer aan het Bul-
gaarsche rolk doet de rerzekeriugeB rau «goea ver
overingen te bedoelep” en niet «te zullen regelen
zonder voorafgaand overleg met de MogeudbodM**,
iir twijfel trokkenzooah uit den toon der pers m
beide staten genoegzaam blijkt. In hoever men recht
heeft ook het vertrek van het Engelsche eskader naar
de baai van Bezika, met de gebeurtenissen in verband
te brengen, zal de toekomst wellicht leeren. Ook
Oostenrijk bezet zijne zuidelijke grenzen.
In Frankrijk blijft alles nog steeds rustig, niet
tegenstaande de regeering steeds voortgaat met hare
uitdagende maatregelen. Zondag jl. had de gewone
jaarhjksche wapenschouwing in tegenwoordigneid van
den Maarschalk Mac-Mahon te Parijs plaats.
Ook toen is alles, misschien wel tegen den zin en
de bedoeling der ,regeering van de orde" rustig ge-
bleven. Op bevel juichte men van de oflicieeletri- W
bune: «Leve de Maarschalk". Deze maakte van de
seboone gelegenheid gebruik om, indien de natie zioh
ai tegeh zijne politiek mocht verzetten, den Kransohen
soldaat voor zich te winnen. «Gij begrijpt uwen plicht
en ik reken op o zoo sprak hij—tot verdediging van
de hoogste belangen des lands. Ik beu er zeker van
dat gij mij zult helpen in de handhaving van den
eerbied voor de wetten en het gezjig in de uitoefe
ning mijner roeping, die ik tot het einde toe tal
blijven vervullen.”
De verkiezingen voor de algemeene raden zijn uit
gesteld tot na afloop der verkiezingen voor de Kamer
van Afgevaardigden, die vermoedelijk 16 September
zullen plaats hebben. Hoewel de regeering in woor
den en daden zich niet onbetuigd laat, (de wijzigingen
in het ambtenaars-personeel houden nog altijd aan eu
voor goede instructies wordt de noodige zorg gedra
gen) zijn de organen der keizerlijken en royalisten
nog maar half tevreden. Zoo had men geweuscht
dal niet alleen de verkiezingen voor de Algemeebe
Raden waren uitjesteld, maar dat ook de zittingen
van die Raden geschorst waren; men vreest het vrije
woord. Mac-Mahon en zijne regeering hebben ove
rigens eene zware taak te vervullen: de orde eo tucht
te handhaven onder de conservatieven die niet ge
woon zijn naar één wachtwoord te luisteren.
Duitaohland’s rijkskanselier is van Vertin naar
Berlijn, vandaar naar Schoenhausen en vervolgens we
der naar Eriedrichruhe gereisd. De dagbladen ontfee-
nen aan dit heen- en weertrekken in deze tijdsom
standigheden natuurlijk stof te over voor allerlei ge
waagde beschouwingen. De Keiser vertoeft nog al
tijd te Ems.
In de Dinsdag geopende corner*
vergadering der Prov. Blaten van Zuid-Holland,
bracht de voorzitter allereerst hulde aan de
nagedachtenis van de sedert de vorige verga
dering overleden heeren Droogleever Fortuijn
én Van Houten, zitting gehad hebbende res
pectievelijk voor de hoofdkieadiatricten Gouda
en Rotterdam.
Vervolgens werden door drie commiaaiëa de
geloofsbrieven onderzocht van de herbenoemde
e» nieuwbenoemde leden. Nadat die comtnis-
si én tot toelating hadden geadviseerd, legden
de leden de bij de wet gevorderde eeden af.
Omtrent de verkiezing van den heer Mr. J.
Fortuijn Droogleever had de commissie echter
gemeeud uit het proces-verbaal te moeten re*
leveeren, dat de zegela van de buseen der