ört, TER, 1877. N". 435. ZONDAG 14 OCTOBER. AND, 1EN, □gewas cht, i 1877, dra lig RECHT- k ERSEL. WEEKBLAD VOOR ZUID-HOLLAND EN UTRECHT. I 14, ten, ELEN, Dames- n, Spreken is Zilver - Zwijgen is Goud. BINNENLAND. BUITENLAND. OVERZICHT. SfflOMHDVENSCHE MT angerak. te Lopik. illeskop. looping* kjotin. t ter lezing Qerstol en Deze Courant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag verzonden. Prys: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70. Franco per post door het geheeld rijk 0,80 S. W. N. VAJST NOOTEN, Uitgevers. e medekiezers STATEN in BOEKEN, Alle binnenlandeche Advertentiën, waarvan de plaatsing 3 maal wordt opgegeven, worden elechte 2 maal in rekening gebracht. itingen geeft aar. verbood herbergen of mogen echte* groot aande in Frank) groot beho nwoordiger te e zien voor- f, zijn voor- 8TATEN op J ENZ. ’rijzen. mC. HID- jn vooihan- van de storen oeden, ^eeren, KEN, EERSELS, neii in de kunst, aangenaam te zijn voor personen met wie wij dagelijks omgaan, tegenstelling met velen, iri wier oóg een geslo ten mond een waarborg ia van ^degelijkheid*’ en //diepzinnigheid”, durf ik beweren dat spraak zaamheid even goed een sociale deugd is als bijvoorbeeld beleefdheid en oprechtheid. Bij de opvoeding onzer kinderen moeten wij ook dit punt niet voorbij zien; laat ons goed opmer ken, hoe zij zich gedragen in elkanders omgang, en of zij er inderdaad eenige moeite toe doen, dien omgang voor allen aantrekkelijk te maken. Het spreekt van zelf dat ik een uitdrukke lijk voorbehoud maak ten aanzien van den babbelaar quand-même. Overmaat schaadt, zegt het oude rijmpje, en nergens is dat meer waar dan hier. De praatzieke leuteraar is een van de treurigste verschijningen op het tooneel onzer samenkomsten, en niet zelden betrappen wij ons op den niet heel christelijken wensch, dat hij zijn praatjes mocht zitten verkoopen boven op een van de kgroote pyramiden van Egypte- Spreken is zilver, zegt het spreekwoord. Spréken en praten is niet hetzelfde, hoewel sommigen het onderscheid in *t gehee| niet zien. Spreken is de meer deftige vorm dien men kiest om bepaalde gedachten bij4 anderen te doen ontstaan; praten doet men zonder er iets om te geven of een ander er veel wijzer door wordt. Spreken is een cantate, praten een studentenliedje. In onze goeie dagen wordt ontzettend veel g e- sprok e n. Bedenaars van allerlei slag vragen de aandacht vAflt hoorders van allerlei kaliber; men steekt redevoeringen af van ontzagwek kende afmetingen, houdt verhandelingen die van de wisseling der uren geen notitie nemen, doet mee aan verschrikkelijke debatten en in ’t oneindige loopeude discussiën, en dat met zelden alleen oin de reputatie te verwerven van //een goed spreker” te zijn. Mannen van veel geestesgaven en die zoo weinig mogeiijk behept zijn met de ijdelheden van de massa, zien we op dit punt dikwijls vrij prik kelbaar; alles mag men' van hen zeggen //in ’t ordentelijke” wel te verstaan, mits men slechts geen twijfel oppert aangaande hun rede naarstalent. Ja, een nog veel ontzettender ver schijnsel dreigt in de toekomst, nu reeds da mes, gerechte hemel! - hier en daar de catheders bestormen en haar auditorium ver gasten; dames, die vast niet genoeg hebben aan de wapens waarmede zij de sterkere helft des menschdoms in banden slaan, haar schoon heid en haar geest, maar die nog daarenboven haar vlugheid va» tong en de kracht harer longen willen aanwenden als de mitrailleuses ter wereldverovering. En aangezien niet wei nigen van de bedoelde mannelijke en vrouwe lijke //sprekers” er bijzonder op gesteld zijn het //gesproken woord” door den druk te zien verduizendvoudigd behoef ik niemand te zeg gen, welk een ^ansrijke toekomst de mensch- heid te gemoet gaat. n Desalniettemin” zou ik gaarne willen dat het anders ware, De tijden, waarin openbare aangelegenheden in besloten kringetjes werden bedisteld en beslist, waarin de resultaten der wetenschappelijke onderzoekingen aan de blikken van de groote meerderheid werden onttrekken, waarin zwijgen en berusten de boodschap was, zijn voorbij. De aandacht van allen wordt in geroepen voor onderwerpen die allen betreffen; terwijl op de vleugelen van het gesproken woprd menige aanwijzing wordt gegeven, zoowel in het belang van het weten als van hel doen, die voor hel leven van onschatbare waarde is. in nog een ander licht wensch ik ons spreek woord, dat, naar bet mij voorkomt slechts tot op zekere hoogte als een waar woord kan geldente beschouwen. Er zijn omstandigheden, waarin we een be paalde keus moeten doen tusschen spreken en zwijgen. Dat we een oordeel moeten uitspro ken of, door het voor onszelven te houden, het oordeel van anderen onderschrijven. Dat we, waar onze innigste overtuigingen worden miskend en gehoond, waar beginselen die ons heilig zijn duor het slijk worden getrokken, door ons spreken, en wel zeej duidelijk en krach tig spreken, moeten protesteerenof wel, door ons zwijgen //de zaken maar blauw laten” Of het aan onzen landaard ligt weet ik niet, maar dagelijks valt het op te merken dat wij bijzonder veel op hebben met den zm van bovenstaand spreekwoord. Een vzwijger” staat gewoonlijk vrij hoog aangeschreven, welke voor bet overige ook zijn verdere goede of kwade eigenschappen mogen zijn. Wij stellen hem, tegenover den //prater”, voor wien wij dan ook natuurlyk geen zeker sterke sympathie gevoelen. En toch, ook in deze gaat bij ons de natuur wel eens boven de leer. Kent gij er niet in uw omgeving, die bij gezellige bijeenkomsten zeer gewilde persoon lijkheden zijn, omdat- zij zoo aardig weten te praten? Dat zij niet zelden //met spek schie ten,” is waar maar gij neemt hun dat in *t geheel niet kwalijk; evenmin komt het bij u op hun ten kwade te duiden, dat zij dik wijls den bal misslaan en dan opinies verkon digen die kant noch wal raken. Het geheim van hun aantrekkingskracht ligt daarin, dat zij er slag van hebben de verveling te ver bannen, en dat wel juist ter plaatse waar deze ons zoo licht tot haar slachtoffer weet te kiezen. Want, waar verveelt men zich in den regel gruwelijker dan daar, waar men zoogenaamd wgezelljg” bij elkander komt? Heeft men nu zoo iemand beschikbaar, die het talent bezit de lui bij het scheiden naar waarheid te doen getuigen, dat rde tijd is omgevlogen,” een andere vorm voor: //we hebben ons volstrekt niet verveeld,” dan doet zoo iemand bij die gelegenheden opgeld. Daar staat tegenover, dat wij in zaken den man en de vrouw die veel spreken minder goed mogen lijden. We hebben een instinctmatige vrees, dat hij //zijn neus voorbij” zal praten; het komt ons voor dat iemand, die zoo ijverig zijn tong roert, zich in zijn handelingen nog al een enkelen keer moet vergaloppeeren, ge zwegen nog van het gevaar dat hij, indien hij met ons m hetzelfde belang is gewikkeld, in een onbewaakt oogenbhk de gemeenschappelijke geheimen aan de groote klok zal hangen. Vraag één of honderd //practische” liedenals- het op soliditeit, volharding, doorzicht, en andere dege lijke eigenschappen aankomt, dan is men aller minst genegen die toe te staan aan iemand die veel praat. Ik sprak in den aan vang van onzen land aard. Overdreven spraakzaamheid wordt ons door den buitenlander, voor zoover mij bekend is, nooit ten lasta gelegd. Integendeel staan we vrij algemeen aangeteekcnd voor stugge, zwijgende personaadjes, die met woorden zoo zuinig mogelijk zijn, wien het moeite kost den mond open te krijgen voor een luchtig praatje, en die in dit opzicht bijna de grenzen der beleefdheid overschrijden. Het is zeer wel mo gelijk dat er Nederlanders zijn voor wie die beschrijving past; op reis en op publieke plaat sen treffen wij er niet zelden aan op wier stalen borst elke poging om een gesprek aan te knoopen afstuit als een steenworp op een pantserschip. Maar zulke onbeschaamd hooghartige ofie-wel slecht opgevoede individuen te beschouwen ais de typen van een geheele natie, dat gaat, dunkt mij, wat ver. Zeker is het dal wij, óver de grenzen reizende, het doet er niet toe in welke richting, gelegenheid te over krijgen om soortgelijken te onlmoeien als de //lompe Hollanders” voornoemd. I^Dit moge zijn zooals het wil, ’t is zeker dat wij verkeerd doen door de vkunst van praten” niet wat hooger te waardeeren en wat meer te beoefenen. Het goed van’ stapel loo pend gesprek, gekruid met geestige opmerkin gen, aardige gezegden, en nu en dan een woord van ernst en van geestdrift is een van de grootste genoegens die hel maatschappelijk ver keer aanbiedt. Wij zijn aan ons zei ven en aan elkander verplicht, onze bijdrage te le veren in de gezelligheid; wij moeten ons oefe- Prys der AdvértentiënVan 1 tot 5 regels 0,50. Iedere regel meer f 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzen ding franco, en uiterlyk tot Zaterdags-voormiddags ten 10 ure. dat er aan bemiddelingavoorstellen gedacht wordt. Ia Frankrijk regent het maaifeaUa M cuculajrM. Het voorbeeld door een paar bisschoppen gegeven, om hunne onderhoorigen ten gunste der regeering te bewerken, is seiner door allen gevolgd, en aal stoker niet zonder uitwerking blijven. En dan nog schaamt de regeering zich den naam van goavernement des ourés. Hoe ondankbaar I De Fourtou beeft zijne ambtenaren, die zioh tot in het béspotteliike uitaloo- ven om de regeering ter wille te zijn en de openbare vrijheid aan banden te leggenaangeschreven nog strenger te werk te gaan, ’t Is reeds zóóver geko men dat men in zekere plaats aan de logementhou ders verbood republikeinscbe oud-afgevaardigden te voedsel te verschaffen. De Bonapartisten iter doen en laten wat ze willen. Welk loei ze hebben in 't geen op dit oogenblik trijk geschiedtblijkt genoeg hieruitdat de grootste helft der officieele candidaten tot hunne party behoort. Hoe ook uitgedaagd en gesard, blijven de republi keinen hunne kalmte bewaren en op het gezond verstand der natie hopen. Hunne organen gaan voort om den toestand van het oogenblik in *t licht te stellen en te wijzen op zoo menige bladzijde uit 'de geschiedenis die gelijken crisis te aanschouwen gaf. Velen der oud-afgevaardigdendie zioh herkiesbaar stellenheb ben zich tot de kiezers gewend en de handelingen en bedoelingen der regeering uiteengezet. De belangrijkste onder die vele manife^sn zijn die van Jules Qrévy en Gambetta. EerstgetBemde bepleit vooral het goed recht der ontbonden kamer tegenover de anti republi- keinsohe staatkunde der regeering en wyst op het gevaar van eenen mogelijkèn terugkeer van het keizer rijk. Gambetta's manifest is meer harlstochtelyk ge steld en komt hem ook, door eene herhaling der woorden, waarin hij van den president-maarsohalk zegt dat hij zioh heeft te rsoumettro of te démettre”, op eene nieuwe vervolging te staan. In bewoordingen die aan duidelijkheid niets te wenschen overlaten, kenschetst hij dqn toestand zooals die reeds gedurende ruim vier maanden voortduurde. Hij roept de natie toe, eindelijk weder hare rechten te hernemen en uitspraak te doen over de handelingen wener regeering, die haar miskende en onderdrukte. Hy heeft goed geloof in het gezond verstand der natie: Mijne innige overtuiging, die op vaste gron den steuntveroorlooft mijnu acht dagen ous van de stembus scheiden (bet manifest is van 6 Oct.), zonder eeuige vermetelheid de verzekering te geven, dat Frankrijk ten spijt van -de praktijken, die de vry- heid van stemmen belemmeren den administratieven druk van zich schudden zalde officieele candidatuur en hare dieuareu zal brandmerken verre van zich werpeu zal dp koniugsgezinden de keizerlijken, de clencalen, de schurken, zoowel ais de geweldenaars!** Zal de dag van heden aan zijne verwachting be antwoorden!' Z. M. heeft benoemd: tot inspec teur voor het geneesk. staatstoezicht voor Gel derland en Utrecht H. L. Verspijck, thans adjuhct-inspecteur voor het geneesk. staatstoe zicht voor Noord-Brabant en Limburg; tot directeur vau ’s rijks veeartsenijschool te Utrecht. A. W. H. Wirtz. Z. M. heeft J. D. De Bloeme, thans rijks-ontvanger te Kampen, benoemd tot ont vanger der directe belastingen, in* en uitgaande rechten en acctjnsen en van den waarborg van gouden en zilveren werken te 's-Hertogenbosch. Men meldt uit Den Haag: Nadat de heer Kappeyne Woensdag 11. door den Konmg was ontvangen, heeft hij eer-gisteren eene conferentie gehad met den Directeur van het Kabinet des Konings. Bij de II. Dfhsdag gehouden ver kiezing van een lid vuor de Provinciale Staten in het hoofdkiesdistrict Uselstein waren inge leverd 790 Stembriefjes, waarvan 4 van onwaarde. Er werden uitgebracht op de hh. Jhr. Mr. W. H. De Beaufort 360 st., J. A. H. Borrel 185, Mr. C. H, T. A. Hooft Graafland 153, R. A. Verploegh Chassé 62, Mr. D. J. H. Van Eedeu 22, terwijl C. W. E. Van Voorst van Beest, J. C. De Geer, J. J. De Geer van Üudegeiu en E. Sonnenberg elk ééne stem bekwamen. Er moet dus eene herstemming plaats hebben tus schen de heereu De Beaufort en Borrel. Bij de herstemming voor een lid der provinciale staten vau Utrecht, in het hoofd- kiesdistrict Amersfoort, is gekozen de heet W. Beukers, burgemeester van Bunschoten. Tot lid der provinciale staten van Zuid Holland is in het hoofd kiesdistrict Leiden gekozen de heer H. U. Hatteveit te Leiden met 313 stemmen. De heer R. G. 8. baton Van Khetnen van Rhemenihuizea ver kreeg 146 stemmen. Blijkens een bij het departement vau kolomen ontvangen telegram zijn den 23 September jl. door een storm groote verwees de oe^n //paarlen voor dy zwijnen” ggoien, - geen In ^notite doen om lui, die we toch niet tot onze meening zullen overhaien, hun ongeiijk te doen inzien. In zulke oogenblikken, als die keus van ons gevorderd wordt, kon de bewuste spreek wijze ons zeer gemakkehjk op bet verkeerde spoor brengen Want indien we dan, over wegende dat spreken zilver inaar zwijgen goud is, voor het laatste opteeren, dan zullen we mogelijk wel een behoorlijke mate van voorzichtigheid aan den dag leggenmaar tevens zoo onbetwist den naam van lafaard verdienen als ooit iemand die den vijand zijn rug liet zien. Of wel, als in onze tegenwoordigheid wordt gelasterd, als men diefstal pleegt aan den goeden naam van wien het ook zij, als men, op de bekende listige manier, onderstellingen in élkanders oor fluistert die natuurlijk heel spoedig zich, ontwikkelen tot ^zekerheden”, en we nemen dan een lijdelijke houding aan, wd, dan zijn we/ niets meer en niets minder dan medeplichtigen. Geen mensch kan van ons vorderen dat we ons borg stellen voor de repu tatie van anderen; maar, - als wij er stellig van overtuigd zijn, als we de bewijzen kannen leveren dat hetgeen van iemand wordt verteld laster is, dan mogen we niet zwijgen, wat ■er ook op het spel staat. Spreekwoorden, beweren sommigen, zijn de geconcentreerde wijsheid van het voorgeslacht, ik zeg er niets tegen, maar wensch alleen dat men -ze niet gebruike als spijkers om er het gezond verstand aan te verhangen. Op de juiste (gzing en behoorlijke toepassing komt het aller meest aan. Voor allen die zich evenmin als wij kunnen Vereenigen met het misbruik dat van de bo vengenoemde guud-en-zilver frase wordt gemaakt, heeft de onsterfelijke leeke dichter een ander woord geschonken, dat wij, als de gelegenheid zich pre>enteert, er wel naast mogen plaatsen. Het heet: vAls u het hart tot spreken dringt, Zoo spreek I” In ’t voorbijgaan zal het dan niet kwaad zijn, ook 'de onmiddellyk daarop volgende re commandatie in acht te nemen: Maar wat gij spreekt of preekt of zingt, Hou’ steek!” ’t Gewichtigste nieuws van het Europeesohe oorlogs- tooneel is de verwisseling van opperbevelhebbers der Turluohe legerafdeehngen. Al is het ook laat; in den tijdmen sonijnt het nog eeus op andere wijze te willen beproeven. Mehemet-Ali, aie het Donau: leger tegenover deu Russischen kroonprins aanvoerde', is benoemd tot bevelhebber der afdeeling die tegen Montenegro moet ageeren. In zijn plaats komt Sulei- man-paoha, die tot dusver in den Shipka-pas bevel voerde en op zijn beurt vervangen wordt door Reouf- pachaden generaaldie bij het begin van den oorlog den pas zoo spoedig aan generaal Gourko prijs gaf. Het ongunstige weder belette in de laatste dagen alle operaties. De eenige schermutselingen die plaats hebbenziju een gevolg van de voortdurende poging van Chefket- Pacha om Osmans leger van levensmid delen ammunitie eu nieuwe manschappen te voorzien. Nu eens gelukken deze pogingen dan weder komen zy ten bate der Bussendie den aanvoer bult makeu. De Rumaniers gaan iutussebeu steeds voort hunne loopgraven al nader en nader tot de lurkscho ver schansingen te b/engen, zoodat een nieuwe aanval dit jaar toch nog in hel plan schijnt te liggen De Turksehe regeering weigert aan Rusland toe te staan houtvlotten langs de rivier aau te voeren, tot op- nohtiug van ziekenbarakkenomdat ze vreest dat het hout dienen moet om winterkwartieren voor de troe pen daar te stellen. Aangaande de jongste gevechten nabij Kars in Klein- Azië geleverd, blijkt tlians, dat de Russen, onder generaal Mehkoff, dia aanvankelijk eenige voordeelen behaalden, ten slotte de nederlaag leden en bet slag veld voor den vijand moesten ruimen. De verliezen aan Russische zijde worden op 10.00aan de zijde der Turken op 8000 man geschat, tzodat bet. zeer bloedig most toegegaan zijn. Servië zond weer troepen naar de grenzen. Men beweertdat prins Milan 't eindelijk eens geworden is met Rusland en diens bondgenoot zal worden. Al is dit beweren reeds meermalen ongegrond geblekenónmo gelijk is het niet. In Engeland schijnt men nog niet te wanhopen aan de mogelijkheid, dat de oorlog met dezen veld tocht een einde neemt en geen meu ve warde onder nomen. De minister £>ir otalford Nortlicole sprak dezer dagen in dien geest. Hij achtte eene verras sing niet onmogelijk. Het blykt intuMClien uit niets

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1877 | | pagina 1