N°. 470. Zondag 16 Juni. 1878. nboot ihoven. SWIJK lottordam Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht. KORT. ild te t. IES, .EN, tecept, waar- ikt, zijn zeer en werken. N 1878, DAG. js morgens R. De beslissing nabij. baat idschen 9NIG. Mei 1876. Igaame, dat gunstig be- BINNENLAND. BUITENLAND. tigd Godeputeerc Antwerpen hebben en dubbele Zn- van den Noot krachtig J voor uouden, Aan het t Zn.Gouda by B. J. R. den H&rtogi Oudewater er an •gens 9 uur. k'onds 5 uur. >nds 8 uur. Deze Courant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag verzonden. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70. Franco per post door het geheele rijk 0,80. SGHOONHOVENSCÏÏE COURANT. erbeterlijke en HOOI- Gemelde die anderen, 0; ten 2de it ook onef- ilooten even ten 4de dat 1 de onderste nooit doet Zij zijn uit- a het bloed sht, laxee- vordt instan- rerzooht, wei bij niemand volgens het verkrijgbaar n Steden en emde Dèpöt- et, voorzien ng van de Apothekers, rindt op het rzegeld zijn, intelijk daar 0 wel toe te Alleen die Handteeke- 1 te wachten taksels. 1 muiih NOOTEN. Toevallig vergat de Minister hierby do teeqsphiUende jeugd uit onze omstroken tot voor beeld aan te halen. van den zetter. Prijs der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels/0,50. ledero regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco, en uiterlijk tot Zaterdags-voormiddags ten 10 ure. s het aloude jn met roem ik, zijn door 1 uitsluitend S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven Uitgevers. ..nfeAij zer zelveu uitgaan, wat onzes inziens het ewug mogelijke stelsel is. Ook het voorstel van twee soorten van schoolopzieners blijft, onder eenigszins gewijzigden vorm, bestaan. Wij sluiten thans ons overzicht. De dagblad pers, die zich ten aanzien van de onderwijs- quaestie aiet onbetuigd heeft gelaten en k-> heeft medegewerkt om de belangstelling de school zelve te wekken en levendig te ho heeft haar laatste woord gesproken. overleg tusschen Regeering en Tweede Kamer is thans het lot der wetsvoordracht, en daarmede van onze jeugd gedurende vele jaren, opgedragen. Moge de liberale partij er in slagen, nog menige verbetering aan te brengennog menig onderdeel, welks regeling naar de meening van hen die de volksschool waarlijk liefhebben, onvoldoende moet geacht wordenmeer tot zijn recht te doen komen. DIRECTIE. EN LIJK* r K, bureau isterdam, M. Veg D, 321. iven, B. Ver haven, J. B. volger van J. Bosch, firma op de Hoog- Krimpen 1, J. T. Ter- st. Leerdam, den Oudsten. Linschoten, n Harmelen. recht, A. van euw-Lekker- Rotterdam, nst. Schoon- ht, Altena 372. Vianen, 8 weerman. Eindelijk zal dan spoedig het lang verwachte tijdstip aanbrekeA, waarop de volksvertegenwoor diging uitspraak zal doen over de plannen der Re geering met betrekking tot de onderwijswetgeving: de voorbereiding in de sectiën der Tweede Kamer is geëindigdde Minister van Binnenlandsche Zaken heeft geantwoord op de bedenkingen, tegen zijn voordracht ingebracht, het openbaar debat zal Maandag een aanvang nemen. Nog een korten tijden de schoolquaestie zal, gelukki gerwijze van den rooster der parlementaire werk zaamheden verwijderd en uit den maalstroom der politieke kansberekeningen op het droge gehaald worden. Wel zullengelijk reeds in een vorig artikel werd aangetoondnoch de ultramontaan- schenoch de antirevolutionaire partij het vraag stuk voor opgelost rekenenwel is van hen te verwachten dat zij nog menigmaal zullen naplei ten op de gehouden discussiën en de gevallen beslissing maar het spreekt van zelfdat het hun moeielijk zal zijn de belangstelling voor het conflict tusschen particulier en neutraal te doen voortduren. Na de bekrachtiging der wet zal een zucht van verademing de gemeenschappelijke borst van Nederland ontsnappennu men zich met andere dingen zal mogen gaan bemoeien. Dat gedeelte van de Memorie van Beantwoor ding waar de Minister de grieven der reeds ge noemde partijen in de Tweede Kamer behandelt gelijk zij zijn nedergelegd in de nota’s A en B, toegevoegd aan het afdeelings-verslag, maakt op allen die het behoud van de openbare neutrale volksschool op prijs stelleneen hoogst aange- namen indruk. Het is een meesterstuk van be toogenden stijlhet beginsel dat aan ons school wezen ten grondslag ligt, wordt met klem ge handhaafd en met talent verdedigd. In hot ar senaal der tegenpartij vindt de Minister niet zel den zijn krachtigste wapensuitspraken van den gewezen, alles behalve liberaal gezinden Minister Van Rappardof van den vader der antirevolu tionaire politiek, Groen van Prinsterer, worden geciteerd om het „non possumus” te motiveeren waarmede de eischen van de overzijde zijn ge wezen van de hand. Eerstgenoemde staatsman legde in de Tweede Kamer-zitting van 11 Juni 1857 deze verklaring af: „Eindelijk ben ik tot de overtuiging gekomen, dat openbare scholon, van staatswege daargesteld, toegankelijk moeten zijn voor alle kinderen zonder onderscheid van godsdienstige gezindheiden dat alzoo de op richting van openbare scholen voor verschillende gezindheden met de Grondwet onbestaanbaar is.” Groen van Prinsterer zelf heeft destyds in een brochure het voorstel bestreden, volgens hetwelk in sommige gevallen van rijkswege subsidie zou worden verleend aan bijzondere scholen, opge richt en onderhouden met het doel om tegemoet te komen aan godsdienstige bezwaren. Thans evenwel hebben de onderteekenaren der Nota B (antirevolutionairen), zich op een terrein ge plaatst, waarop discussie ophoudt mogelyk te zijndoordien zij het standpunthetwelk de wetgever van 1857 heeft ingenomen en dat bij het tegenwoordige ontwerp niet werd verlaten met beslistheid te eenenmale ongrondwettig hebben genoemd. Onder de benaming „vrijheid van onderwijs” verlangt men voor de kerk het uitsluitend, recht van onderwys te doen geven terug; men verlangt een school over welke zjj heerschappij voert en waarvan de Staat öf de kosten heeft te betalen, öf de handen af te trekken. Naar het oordeel van den Minister past in elk geval een dergelyk stelsel niet in de hedendaagsche burgermaatschappij. Deze be hoeft een school, staande buiten, niet gericht tegen de kerk. Van hem zal nooit een voor stel uitgaan, met dit beginsel in strijd. Handhaaft alzoo de Regeering haar voordracht in elk opzicht tegenover de bestryders van het neutraal beginsel, ook de concession die zy toe staat aan de eigen geestverwanten met betrek king tot sommige onderdeelen der conceptwet hebben weinig te beteekenen. We zouden kun nen zeggen, da* we dit betreurenwij zijn stellig van meening, dat de Minister niet ver genoeg is gegaan om het vraagstuk van de school voor vele jaren van de baan te schuiven. Indien de herziening reeds nu de sporen draagt van eer lang nieuwen aandrang tot nieuwe herziening te wekken, dan komen we aan geen einde, en blijft de lagere schooi, veel meer dan voor haar welzijn dienstig isr het voorwerp van discussiën in kiesverenigingen en van strijd bij de stem bus. De wet van 1806 heeft haar öOjarig ju- bileüm overleefd, haar zuster van 1857 mocht het slechts tot den jonkvrouweiyken leeftjjd van 21 jaar brengen, maar het is te vreezen dat schoolwet Nö 3, thans in het geboorte-stadium verkeerende, nog veel vroeger zal bewyzen niet te zijn opgewassen tegen de klimmende van hét mMabwhappel^k laven, ’t Js uueewuaaj niet anders, verstandelijke ontwikkeling wordt Alle Binnenlandsche Advertentiën, waarvan de plaatsing 3 maal wordt opgegeven, worden slechts 2 maal in rekening gebracht. 1 van den rizgenezen j twee jaren Borsthonig EEMMENf seis in den wordt men te zijn, dat - van eene van eene 1. 0,65 van fabriekstem- kiezingen zyn tegen 30 Juli uitgecchreven en zullen waarschijnlijk aan de sociaal-democraten, die thans in den Rijksdag zitting hebben, den zetel kosten. Nu reeds zijn de nationaal-libe- ralpn en de Fortschrittsparty druk in de weer om de verkiezingscampagne te openen. De politie te Berlijn en ook elders heeft han den vol werk met huiszoekingen en arrestaties. Tal van personen die zich beleedigend of on eerbiedig over den Keizer uitlieten, zijn veroor deeld tot gevangenisstraf. De Keizer is her stellende, doch daar zijne geneesheeren rust noodig achten, zal de leiding van ’s lands zaken nog wel eenigen tijd aan den Kroonprins opge dragen blijven. Nobiling leeft nog, doch zijn toestand, ofschoon niet hopeloos, belet verder verhoor vooralsnog. Een zijner broeders, mede sociaal-democraat, is in hechtenis genomen. De verkiezingen tot vernieuwing van de helft der Tweede Kamer, van een deel van den Se naat en tot tenuitvoerlegging van dat artikel der nieuwe kieswet, waarbij het aantal leden der beide Kamers wordt uitgebreidhebben Dinsdag in België plaats gehad. De verwoede strijd tusschen liberalen en clericalen heeft aan eerstgenoemden de zege bezorgd. De liberalen zullen in de Kamer over een tiental, in den Senaat over een vijftal stemmen meerderheid beschikken. Vooral Gent en Antwerpen hebben den doorslag gegeven. Het conservatief-oleri- cale kabinet Maiou heeft ontslag aangevraagd. De verkiezingen hadden plaats naar net nieuwe stelsel, volgens hetwelk de kiezers hun stembiljet ontvangen en de begeerde candidaten aanduiden op het stembureau, zoodat het ge heim volkomen gewaarborgd is. Z. M. heeft benoemd £ot ontvangt der registratie en domeinen te IJselmonde, J. Vi der Laanthans te Medemblik. Bij de Dinsdag in het hoofdkies district Arnhem gehouden herstemming, vooreen lid der Tweede Kamer, zyn uitgebracht 1835 gel dige stemmen. Gekozen is de heer O. Van Reea (liberaal)met 1201 stemmen. De heer Mr. Cre mers bekwam 634 stemmen. Te Sliedrecht is tot lid van den Gemeenteraad gekozen de heer H. Seret Yz., in de plaats van den heer W. J. Schramdie we gens vertrek naar elders voor deze betrekking bedankt had. Tot lid van den gemeenteraad te Nieuwerkerk aan den IJsel is gekozen de heer J. Bos Mz. Voor eene tweede vacature zal eene herstemming plaats hebben tusschen de heeren K. Roos en P. Karreman. Tot wethouder van Utrecht is eergisteren gekozen Jhr. A. L. E. Ram. In de „Staatscourant” van 13 de-e zer maakt de Minister van Financiën bekend de’ Voorwaarden, waarop kan worden ingeschreven lot het bekomen van schuldbekentenissen in eene geldleenmg ten laste van den Slaatgroot f 43.000.000, vaslgesleld bij de wet van den oden Juni 1878 (Staatsblad no. 87.) Aan die voorwaarden is het volgende ontleend Art. 1. Voor de bovenvermelde geldleening worden uitgegeven schuldbekentenissen aan toon der, groot f 1000, alsmede onderdeelen van schuldbekentenissen, groot f 500 en f 100. De renten dier stukkenad vier ten honderd in hot jaar, izijn op halfjarige coupons, verschij nende lo. Juni en lo. December, betaalbaar te Amsterdam, in de hoofdplaatsen der provinciën (met uitzondering van Noord-Holland) en te Rotterdam. Art. 2. De schuldbekentenissen worden, na voorafgaande openbare uitloting, voor haar no minaal bedrag afgolostvolgens een bjjgevoogd plan van amortisatie. De loting en aflossing geschieden jaarlyks, voor de eerste maal in het jaar 1881, na minstens eene maand vóóraf te zyn aangekondigd. Tot vroegere of meerdere aflossing dan het plan aan wijst, is de Staat ten allen tijde bevoegd. Art. 4. De prijs van uitgifte is 981 percent van het nominaal bedrag der schuldbekentenis sen, met rentegenot voor de inschrijvers te be rekenen van 1 Juli 1878. Art. 5. De inschrijving geschiedt op Don derdag en Vrijdag den 20sten en 21sten Juni 1878, van des voormiddag» negen tot des na middags vier uur, ten kantore van den Agent van het Ministerie van Financiën te Amsterdam (Spinhuissteeg B 8), of van de Betaalmeesters te ’s-Hertogenbosch Arnhem 's-Gravenhage Rotterdam, Dordrecht, Middelburg, Utrecht r LeeuwardenZwolleGroningen Assen en- Maastricht. Na het laatstvermelde tydstip worden geen» inschryvingsbiljetten meer aangenomen. Formulieren der inschryvingsbiljetten zijn aan de genoemde kantoren kosteloos verkrijgbaar. Art. 7. Mocht het gezamenlijk bedrag der inschrijvingen de som van f 43.000,ÓqO over treffen, dan zal dit laatste bedrag in zoo na mo gelijke evenredigheid tot het bij elk? ipscbry- ving verlangde worden toegewezen. Overzicht Parijs en Berlijn! twee namen die vele her inneringen opwekken aan gebeurtenissen die nog slechts enkele jaren oud zijntwee wereldsteden, waarop ook thans weder aller aandacht geves tigd is. Maar nu Parijs in feesttooi, Berlijn in onrust. Wo wijzen slechts op dit contrast, zonder ver band te willen zoeken tusschen de toestanden van het verleden en het heden. Nu op het vre defeest, dat in Frankrijks hoofdstad ten aan- schouwe van duizende vreemdelingen, die steeds elkander afwisselen, alles zorgvuldig geweerd is en wordt, wat den ouden broederhaat weer zou kunnen opwekken, zijn ook beschouwingen die aan de oude veeten herinneren misplaatst. Niets verstore de feestvreugde eener natie, die met recht trotsch mag zijn op haar heden, en, na een jfcijd van strijd en van onrust, met goed vertrouwen de toekomst mag te gemoet gaan. De geschiedenis van den laatsten tijd heeft bewezen dat Frankrijk geen zedebedervend cae- sarisme behoeft om zijnen roem en nationale eer naar buiten op te houden. Ook de repu bliek, zooals zij op dit oogenblik door eerlijke en gematigde mannen vertegenwoordigd wordt, was hiertoe in staat; zonder kunstmiddelen en vorstelijken praal wist zij voor Frankrijk de plaats in den rei der eerste Mogendheden te her winnen. Als zoodanig ging ook de Fransche Minister van Buitenlandsche Zaken, Waddington, met Vele zijner buitenlandsche collega’s op reis naar Berlijn, om in den raad der groote Mogendhe den over het toekomstig lot van Turkije te be schikken en recht te doen tusschen de volkeren, die meer rechtstreeks in het Oostersche vraag stuk zijn betrokken. Als een gunstig voorteeken wordt het be schouwd dat in het congres Engeland, Oosten rijk en Rusland vertegenwoordigd zijn door hunno eerste Ministers, zoodat de gedachtenwis seling rechtstreeks en zonder omslachtige en tijdroovende correspondentie kan plaats hebben. De vergaderingen hebben plaats in het nieuwe paleis van den Duitschen Rijkskanselier, die als voorzitter fungeert. Vermoedelijk zullen de Sta ten wier belangen door het congres geregeld moeten worden, doch die niet vertegenwoordigd zijn, zooals Rumanië, Servië, Montenegro en Griekenland, alsnog worden uitgenoodigd aan de besprekingen deel te nemen. Omtrent de wij zigingen, die het verdrag van St. Stefano zal ondergaan worden nog steeds de meest tegen strijdige berichten verspreid. Nu eens heet het, ow— .v -dat Batum tot een vrijlftven zal worden ver- wier ouders zulks zouden kunnen begeeren^ klaafdj onder garantie der Mogendheden; dan arricht te geven is wel geen reden om den weder dat Engeland Batum en Kars aan Rus land wil zien toegewozen, mits Bajezid Turksch blijve. Ook over don afstand van Antivani aan Montenegro heerscht groote spraakverwarring. Oostenrijk zou hiermede nooit genoegen willen nemen. In den stand der toeziende legermachten is eene kleine verandering gekomen. De Engelsche vloot heeft als maatregel van gezondheid hare oude ligplaats bij do Prinsen-eilanden weder op gezocht, en de Russische troepen zijn over de geheele lijn iets achterwaarts getrokken. Deze laatste beweging ging, naar men beweert, ver gezeld van eene nieuwe opeisching der Metingen, ditmaal door Duitschland ondersteund. Ter wijl van de eene zjjde verzekerd wordt, dat Frankrijk als voorwaarde voor zijne deelneming aan het Congres, bedong dat geene andere pun ten, dan die welke tot de Oostersche quaestie betrekking hebben, zouden behandeld worden, beweert men van andere zijde, dat Rusland een voorstel zal doen om gemeenschappelijk maat regelen te beramen tegen de woelingen der soci- aal-democraten, een gerucht dat vrij zeker alleen zijn ontstaan dankt aan de spanning, waarin Duitschland ten gevolge der jongste moordaan slagen verkeert. Die spanning is nog vermeer derd door het voorstel tot ontbinding van deu Rijksdag dat door Pruisaen by den Bondsraad is ingediend en door dezen dadeljjk met eenpa rige stemmen is aangenomen. De nieuwe vei1- bij toeneming onmisbaarder; de school moet aan die behoefte kunnen voldoen, of zij blijft beneden haar taak. Om ons tot het voornaamste te bepalen: de Regeering blijft bij haar gevoelen, dat bepalingen omtrent de kleinkinder of bewaarscholen in de wet, regelendo hot lager onderwijs, niet aan haar plaats zijn. Die scholen vallen niet onder art. 194 der Grondwet, dat slechts overal voldoend lager onderwijs, van overheidswege te geven, beveelt, en men mag van een organieke wet gelijk de thans aanhangige geen magazijn van voorschriften maken omtrent allerhande, of schoon nauwverwante zaken. Eerst wanneer deze Wijzigingswet tot een eindbeslissing is ge bracht, kan zij het voorbereidend onderwijs, ge legen buiten en voorafgaande aan de gewone lagere school, bestudeeren en aan de orde stellen. Omtrent het herhalings-onderwijs behoudt de Minister de bekende uitdrukking „voor zooveel doenlijk,” die echter nader verklaard en toege licht wordt zóó, dat de meeste bestrijders dier woorden er vrede mee kunnen hebben. Onver biddelijke dwang zou in deze niet tot het ge- wenschte doel leiden; vooral in ons land is dit zelden het goede middel geweest. Zijn er ge meentebesturen, die uit nalatigheid verzuimen het herhalingsonderwijs in te voeren, dan zijn rde Staten daar om ze te dwingen, en de verplichting vervalt eerst dan, wanneer het schooltoezicht de onmogelijkheid constateert. Ook aangaande het belangrijke punt van den leerplicht blijft de Minister bij zijn gevoelen. Wel erkent hij, dat de voorstanders van de in voering van dien maatregel meer veld winnen, niettemin mag de Regeering naar haar oordeel daartoe niet overgaan voordat twee voorwaarden vervuld zijn. Vooreerst behoort de volksover tuiging, die de wet schraagt, en die in de straf welke den nalatige treft de rechtmatige boete doening ziet voor een laakwaardig oiïderlijk ver zuim, meer algemeen in de gemoederen doorge drongen te zijn. Ten tweede kan de Regeering nog niet beschikken over de middelen tot be hoorlijke uitvoering der wet. Daarenboven, de bestrijders der openbare school schilderen haar af als een plaats des verderf», en de hartstoch ten, door hen opgewekt, zijn hevig genoeg om tot verzet aan te vuren, zelfs tegen de wet. Be denkt men nu, dat het schoolverzuim vermin dert, dat ten slotte alles neerkomt op een meer of minder en dat men door bevordering van het schoolbezoek het kwaad gaandeweg, zoo niet met wortel en tak uitroeien, dan toch tot kleinen omvang terugdringen kan; eindeljjk, dat ook in die landen, waar leerplicht inheemsch is, de toepassing dikwijls te wenschen overlaat,— dan schijnt het niet voorzichtig, door een over ijld besluit de ingenomenheid met de openbare school in de waagschaal te stellen en aan den tegenstand, waarmede zij te worstelen heeft, nieuw voedsel te geven. Er komt bij, en dit doet in elk geval de schaal overslaan, dat de gelegen heid om aan alle kinderen, die zich mochten aanmelden, voldoend lager onderwijs te verschaf fen, nog moet worden geschapen. Niet.slechts de schoolgebouwen schieten te kort, er is boven alles gebrek aan genoegzaam onderwyzers-personeel. Wij hebben deze ministeriëele verklaring bijna in haar geheel aangehaald; ieder onzer lezers zal dadelijk inzien, dat tégen de gebezigde ar gumenten veel, zeer veel is, in te brengen. Daar evenwel .de quaestie van den leerplicht reeds sinds lang van allo kanten is beschouwd, en bo vendien de beraadslagingen der volksvertegen woordigers dit punt niet onbehandeld zullen'la ten, willen we er het zwijgen toe doen. Dat er geen onderwijzers zijn om alle kinde ren v-:-- -"2-r ‘„_o onderricht te geven is wel geen reden om den leerplicht niet in beginsel vast te stellen met een behoorlijken termijn voor de uitvoering; het is echter wel een verschijnsel, bekend ge noeg trouwens, dat voor de Regeering een spoor slag moest zijn om door verbetering van de po sitie en de uitzichten der onderwijzers een groot getal jongelieden voor de lagere school te win nen, die thans hun keus vestigen op een ander beroep dat betere waarborgen aanbiedt. Dat is evenwel niet geschied; de Minister handhaaft zijn minimumcijfers, verklaart een geregeld stelsel van bevordering onuitvoerbaar, blijft in gebreke den financiëelen toestand te regelen van hen, die bezitters van de hoofdacte, niet aan het hoofd eener school geplaatst kunnen worden. Alleen wordt het uitzicht geopend, dat het laatste bij Koninklijk Besluit zou kunnen geschieden, wet telijke regeling ware onzes inziens verre ver kieselijk. Nu wordt eenige verzachting en verdui delijking aangehracht in de beruchte schorsings- artikelen, terwyl ook afgezien is van het voor schrift volgens hetwelk de sohoolinrichting met klassen-verdeeling enz. geheel buiten het hoofd der school om moest worden voorgesteld. De Minister doet nu het een en ander

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1878 | | pagina 1