Zondag 23 Juni. N°. 471. iorkamer N. EFTER, erat geconser- ?1 zijn natuur- en bliksmaak lerscheiden is, ING. SIKES, nolens, Hool- i Wortelsnlj- verken, Vee- [IRES. Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht. B KORT. ewcrth. WUü ktt-k, irijscoutanten tald te NES, D. JS BUITENLAND. BINNENLAND. Verduitsching. S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven Uitgeven. 2 maal in rekening gebracht. RH spu iden 'andeau Deze Cöurant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag verzonden. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70. Franco per post door het geheele rijk 0,80. 4 isioen zij on treken J. C. ij wien Prjja- men zjjn. Nederland: Dordrecht. )ON, Goeo. ioven. 'E HUUR. bij de Boek- NOOTEN te •8 voornoemd, neester. L. 8. ANHANDEL msoht zich te 3 duizend aanbreagen, lijke rekening nen. undel, aan de lN NOOTEN 8888. OUDERS der nemens om op is ten 10 ure, mbliek bij en- »n; n van den e kerk der )p, met alle len daaraan V. p. Wrfof., éért tot rj' brleknprUsen igen te Rome ilericalen deel- ns twee zetels; ■ÖEOÏÏHHI GOMT werken, dan zou taal noe- Groenlandsch zijn ligdc boek- Minokani! rWfgen, 12' tntbiédé itt Rotlef rf, 61e hom 'rtuwh toet l«l T«.U rif MfWDioo:i «eeOBBM; Alle Binnenlandsehe Adverientiën, waarvan de plaatsing 3 maal wordt opgegeven, worden slechts 2 maal in rekening gebracht. inverbeterlijke ff en HOOI- Jb. Gemelde i alle anderen, ade; ten 2de dat ook onef- slooten even d; tea 4de dat n de onderste ie nooit doet Juni 1878, den Heer A. Meerkerk, e bekomen en eentehuis van li 187 8 zal lelharni». WOOD in N van MIT- BX van iHO- EL8ON8. lD bekroonde oor Zieken, len, dat in r Duitschers ons bezielt; zulk een sluiting is verre van ons verwijderd. Integen deel, de vreemdeling die in ons midden door kloeken arbeid, door ijver en overleg de concur rentie met goed gevolg het hoofd biedt, verdient onze achting, en gaarne willen wij hem ten voorbeeld stellen aan het jonge Nederland. Maar de gansche schuld daalt neder op het hoofd van den landgenoot, die niet waakzaam en werkzaam genoeg was, die er niet voor heeft gezorgd dat er geen plaats meer was voor den buitenlander, die het zonder blikken of blozen aanziet dat hem de vruchten voor den neus worden weggeplukt. Wel zijn er die met nurksehen wrevel het succes van den Duitscher toeschrijven aan min der prijzenswaardige hoedanigheden. Zijn bruik baarheid stellen zij voor als slaafschheid, de hel derheid waarmede hij de goede kansen weet op te sporen als inhaligheid, zijn stalen volhar ding als onverzadelijke gelddorst. Doch de be wijzen liggen voor het grijpen, dat dit oordeel valsch is, en alleen wordt uitgesproken om eigen tekortkomingen^ te bedekken. De waarheid is dat de jonge Duitscher bij den aanvang van zijn werkkring zijn behoeften weet te beperkenen geen duizend gulden ’s jaars noodig heeftwan neer hij slechts drie honderd kan verdienen. Waarheid isdat hij voor zwaren arbeid niet terugdeinst, als deze hem een schrede verder kan brengen op de baan die hij betreden heeft dat hij geen glacé-han’dschoentjes aantrekt omdat hij het natuurlijk bedeksel zijner handen te goed acht tot het aangrijpen van zijn gereedschap. Waarheid isdat diezelfde Duitscher den moed heeft om de kwade kansen onder de oogen te zien en er niet in de eerste plaats naar streeft om langs vooruit stap voor stap gebaande wegen een zorgvuldig aangegeven doel te bereiken. Dat laatste is juist het groote gebrek van onze jonge lieden uit den „beschaafden” middelstand. Het wisse te kiezen voor het Onzekerein sommige opzichten niet te misprijzen, speelt hun parten. Hun ideaal is een vaste, liefst staats-betrekking en - wanneer het dan een zoodanige kan zijn, die hun hersens niet al te veel vermoeithun tijd voor een niet al te groot gedeelte in beslag neemtwant ziet u'n mensch moet toch ook genieten en hun een behoorlijk inkomen met pensioen op den ouden dag verzekert dan zijn zij onder dak. Vandaar dat duizenden pasgeboren Nederlanders reeds in de verbeelding hunner ouders optreden ais sollicitanten naar een ainbtenaarsbaantjevandaar dat honderden hun leven lang blijven solliciteerenen in die ein- delooze sollicitatie-bemoeiingen alle onafhanke lijkheid van karakter inboeten. Middelerwijl roe pen handel en zeevaart, koloniën en nijverheid om heldere hoofden en rappe handenhun oor wordt door die roepstem niet getroffenof, in dien aldan laten zij haar stil passeeren immerszij hebben daar net hun zwarten rok aangetrokken om op audiëntie te gaan bij den Ministervan wien zij gehoord hebbendat hij een postje te begeven heeft, of zij moeten naar mijnheer A. of baron Van B., om zijn voorspraak te verzoeken... Maar de buitenlander hoort die stem weldaar komt hij aansoms arm genoeg maar daarom zooveel te meer genegen om wat te verdienen. Wacht nog een jaar of wat, en onze landgenoot is nog dezelfde onderdanige sol licitant, die de voorportalen der ministeriëele departementen belegertterwijl de vreemdeling reeds een mooi eindje op weg is om een man in bonis te worden. Wanneer we hier een voorname oorzaak mee nen aan te wijzenwaarom het Duitsch element in Nederland gaandeweg een ongewenschte ver sterking erlangtdan willen we daarmee niet te kennen gevendat het allen jongen Neder landers aan geestkracht ontbreekt. Dat zou ook te dwaas zijn om van te spreken. Ons verwijt treft alleen het jongste kind van Jan en Jan netje, ge kent hem wel uit Potgieters Proza, den zeer bezadigden maar uiterst lamlendigen Jan Salieen het is waarlijk geen overtol lige weelde hem nu en dan eens onder handen te nemenal is het ook niet te vreezendat hij er zich al te veel van zal aantrekken en de tering krijgen. Hij leeft nog al vrij gezond omdat hij zich nooit aan heftige gemoedsbewegingen overgeeft. Er zijn nog andere redenendie verduitsching van het Nederlandscho volk in de hand Als gij sommige lui hoort pratenuan er geen barbaarschergeen ongeschikter zijn dan „het Hollandsch”, zooals zij haar men. Het Hottentotsch on C er nog welluidend bij. In elk geval is zij vol komen ongeschikt om als voertuig voor hun uitingen van kunstgevoel te dienenen daarom zal het hun wel nooit gebeurendat zij een Nederlandschen dichter aanhalen Schiller en Göthe en Heine, dat zijn hun mannen, of dat zij een melodie met Nederlandsche woorden zingen. Zelfs zijn er zanggezelschappen ten platten landedie oneindig liever een Duitsch lied op de bespottelijkste manier radbraken, dan dat zij zich bepalen tot composities met tekst door een onzer eigen dichters gegeven. We hebben een geest van uit- jonge dame gekenddie fragmenten van mevr. - Lim Schneithers Duitsche vertaling van Heye’s goómhten van’bniten geleerd, doch van het Oor spronkelijke nooit gehoord had. We lazen kort geleden in de courantendat de Zandvoortsche predikant Ds. Swalue een „Zandvoortsch Volks lied” heeft gemaaktwaarvan tegelijkertijd een Duitsche overzetting verschijntWelnuals de melodie in den smaak valt, dan durven we wed den dat van de lippen onzer schoonen veel vaker de Duitsche dan de oorspronkelijk Noder- landsche tekst zal gehoord worden. Wel hebben in den laatsten tijd beroemde zang- gezelsehappen krachtige bewijzen geleverddat zij die dwaze voorkeur niet deelen; wel is bij meer dan één gelegenheid geblekendat onze taal, mits men haar niet verknoeie, in geschiktheid voor de begeleiding en inkleeding van muzikale gedachten voor geen enkele behoeft onder te doen, maar ’t zal nog wel eenigen tijd duren eer ons beschaafd publiek van die waarheid is doordrongen. Niettemin, wij begroeten die po gingen met dankbare vreugde, en dat zij met succes zullen worden bekroond, gelooven wij niet te mogen betwijfelen. Indien de voor ons beschikbare ruimte het toeliet, zouden we nog meer oorzaken aangeven die het nationaliteitsgevoel bij ons volk dreigen to doen verflauwen, en tevens, gelijk we hier reeds deden, het genees- of behoedmiddel aan wijzen. Thans moeten we den lezer vragen, in het volgend nummer nog eenmaal het woord over dit onderwerp te mogen voeren. De belangrijk heid der quaestie is, dunkt ons, een voldoende verontschuldiging. Overzicht. HedenVrijdagheeft de vierde bijeenkomst plaats van de vertegenwoordigers der groote Mo gendheden die in Dultechlands hoofdstad in co”w|gs vereenigd zijn. De vergaderingen wor de.. .net tusschenruimte van een of meer dagen gehouden, ten einde de premiers in de gele genheid te stellen om de verschillende te be handelen punten vooraf met elkander te bespre ken. Zoo hebben dagelijks conferenties plaats tusschen Schouwaloff, Beaconsfield, Salisbury, Andrassy en v. Bismarck. De groote bladen1 die eigen correspondenten naar Berlijn hebben afgevaardigd om het nieuws aldaar te verzame len weten veel te vertellen van hetgeen in het congres en daarbuiten tusschen de vertegen woordigers verhandeld wordtdoch èn de onbe duidendheid dier berichten én de vaak vermake lijke tegenstrijdigheiddie daarin heerschtbe wijzen dat de verplichting tot geheimhouding van het behandeldein de eerste bijeenkomst opgelegdbehoorlijk wordt nagekomen. Alleen omtrent het voorgevallene in de eerste zitting den 13den dezer, heerschtovereenstemming. Op beleefde uitnoodiging van den Oostenrijkscheii premier nam de Duitsche rijkskanselier den pre- sidialen zetel in en opende de vergaderingen met een overzicht der te behandelen quaestie en het daarop betrekking hebbende verdrag, alsmede met de regeling der werkzaamheden. Die eerste bijeenkomst werd op de „gebruikelijke” wijze gevolgd door een galadiner waarbij de Duitsche kroonprins voorzaten waarbij een toon heerschte zoo vriendschappelijk en eensgezind alsof er geen vraagstuk meer bestond. Omtrent de al- of niet toelating van de afge vaardigden van Rumanië Servië Montenegro-, Griekenland, Perzië, enz. is, voor zooveel bekend is, nog geen besluit genomen. Sommigen beweren, dat die vertegenwoordigers niet tot het congres zullen worden toegelatendoch op andere wijze in de gelegenheid zullen gesteld wordenhunne belangen voor te dragen. Ook over het terug trekken der Russische en Engelsche troepen van voor Constantinopelwaarover mede tusschen Schouwaloff en Beaconsfield onderhandeld wordt, schijnt tot nu toe geene overeenstemming verkre gen te zijn, beide blijven nog steeds hunne oude stellingen innemen; de Engelsche vloot bij de Prinsen-eilanden. Wat den grondslag der onderhandelingen be treft, mag men thans als vrij zeker aannemen, dat de mededeelingen van het Engelsche dagblad „the Globe” vrij juist en volledig zijn. Die me dedeelingen, ook in dit blad vroeger in hoofd zaak weergegeven, doen zien dat Engeland, in weerwil van vroegere protesten, de veroveringen van Rusland bijna alle zonder uitzondering er kent en zich tevreden steM met eenig bescher mend toezicht over dat gedeelte van Aziatisch Turkije uit te oefenen, ’t welk onder Turksch bestuur blijft. Zoowel in het parlement ais daar buiten toont men zich gevoelig over deze teleur stelling. In de Turksche hoofdstad blijft het nog steeds zeer onrustig. Naar de kenteekenen te oordee- len mag men aan den tegenwoordigen Sultan geene lange regeering voorspellen. Een der laatste mededeelingen omtrent zijn gezondheids toestand luidde, dat Z. M. wel ernstig ongesteld was, doch.... dat zijne geestvermogens tot nog toe niet gekrenkt waren. Do verwachtingen om- I trent de besluiten van het congres vermeerderen de spanning niet weinig. De Turksche gevol machtigden hebben, naar men beweert, in laat om, zoodra het congres besluiten mocht om aan Epirus, Thessalië of aan Bosnië en de Herzego- wina autonomie te verleenen, de vergadering onder protest te verlaten. Naar constitutioneele wijze heeft de Kening van België de vorming van een nieuw Kabinet aan de nieuwe (liberale) meerderheid opgedragen. De bekende Frère-Orban is hoofd van het nieuwe Kabinet en tevens belast met de portefeuille van Buitenlandsche Zaken. Voorts is een nieuw de partement van onderwijs ingesteld, onder beheer van Graux, tot dusver Senaatslid, door Brussel afgevaardigd. De liberale partij jubelt nog altijd over de zoo onverwachte overwinning. Te Gent, Antwerpen en Brussel hebben groote feesten en demonstra ties plaats, waaraan ook de nieuwe Ministers deelnemen. Hunne benoeming is in verband daarmede eenige dagen uitgesteld. Aan de gemeenteraadsverkiezing' (Italië) is ditmaal ook door de cie genomen. Zij wonnen echter slechts 1 de overige vielen aan de liberalen ten deel. Z. M. heeft benoemd tot subst-offi* cier van justitie bij de arr.-rechtbank te Rot terdam Mr. D. R. B. baron van Lynden, thans subst.-griffier bij de arr.-rechtbank te Dordrecht. Z. M. heeft bekrachtigd het aan E. Adema, burgemeester van Harmelen en Veld huizen, op verzoek verleend eervol ontslag als secretaris dier gemeente. Het wetsontwerp tot regeling van het Lager Onderwijs is sedert Maandag bij de Tweede Kamer in behandeling. Door de heeren Moens, Van den Berch van Heemstede en Ver- heijen zijn eenige amendementen op de Wet voorgesteld. Bij den Raad van State, afdeeHng voor de geschillen van bestuur, is 19 dezer in gekomen een koninklijk besluitwaarbij uitspraak wordt gedaan op het beroep van B. C. Van Leeuwen te Sliedrecht, van een besluit van Burg, en Weth., waarbij hem vergunning is geweigerd voor de oprichting eener kuiperjj. Ge handhaafd het besluit van Burg, en Weth. te Sliedrecht en het beroep ongegrond verklaard. In de aanstaande zomervergade ring der Provinciale Staten van Zuid-Holland, zullen een aantal onderwerpen behandeld worden. De provinciale rekening over 1876zooals die ter vaststelling wordt aangeboden, bedraagt aan ontvang en inkomsten f 286,803,65aan geman dateerde uitgaven f 246,559,611, zoodat het dienst jaar een voordeelig slot oplevert van f 40,244,031- De begrooting van kosten van het Provinciaal bestuurvoor zooveel het njks-bostuur is voor 1879, is geraamd op f 76,547,00. Volgens het begrootingsontwerp der eqkel pro vinciale en huishoudelijke inkomsten en uitgaven voor het volgende dienstjaar wordt ter bestrij ding der uitgaven voor gemeld jaar, evenals de inkomsten geraamd opeen bedrag van f245,073,12, gevorderd de heffing van 7 opcenten op de hoofd som der grondbelasting (gebouwde en ongebouwde eigendommen) en van 4 opcenten op die der per- soneele belasting. Voor deze heffingen behoort de vereischte machtiging te worden aangevraagd. De post: tegemoetkoming aan gemeenten in de kosten tot behoorlijke inrichting van het lager onderwijs, wordt in vergelijking met 1878 tot een verminderd bedrag van f50,000 voorgedragen in afwachting van de beslissing omtrent het bij de Wetgevende Macht aanhangig ontwerp van wet op het lager onderwijs. Behalve deze begroetingen hebben Gedepu teerde Staten aan de Vergadering foegezonden een voorstel, om aan de heeren J. W. J. Mandeau en J. F. Van Paasschen, tengevolge eener reor ganisatie van de 5e afd. der prov. griffie eervol ontslagen met 1 Juli e. k. als adjunct-commiezen der lp en 2e klasse, eene gratificatie voor eens toe te kennen respectievelijk van f800 en f600, voorstellen om ongunstige adviezen aan den Ko- ninguit te brengen op de aanvragen der gemeenten Koudekerk, Goudriaan en Herkingen om subsidie in de gewone kosten van het lager onderwys; voordrachten om aan den Koning gunstig te ad- viseeren op de aanvragen der gemeenten Oud- Beierland en IJselmonde van dezelfde strekking. Verder zijn over tal van adressen van gemeente besturen dezer provinciën om subsidiën voor de kosten van het lager onderwijs de adviezen van Gedeputeerde Staten nog niet openbaar gemaakt, Behalve een aantal ontwerpen tot intrekking, wjjziging of vaststelling van polderreglementen zijn nog voor doze zomervergadering o. a. aan hangig gemaakt: een adres van de ingezetenen der gemeenten Woerden, Rietveld en Barwouts- waarder, verzoekende de verbetering van den Ouden-Rijn, van de brug te Zwammerdam tot aan de gemeente Woerden, hoofdzake lijk door het yergrooten der sluis te Bodegraven en het verwijden der bruggen te Zwammerdam, Bode graven en Nieuwerbrng; een verzoek der ge- Prjjs der AdvertentiënVan 1 tot 5 regels ƒ0,50. Iedere regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco, en uiterlijk tot Zaterdags-voormiddags ten 10 ure. Nooit hebben we ons geschaard aan de zijde van hen die meenden dat onze Oostelijke buur man binnen luttele jaren ons hutje bij zijn paleis zou trekken. De zoogenaamde „Pruisenvrees die nog kort geleden sommige kleinzielige Ne derlanders in slapelooze nachten deed klapper tanden van angst, heeft nimmer onze aliedaagsche kalmte verschalkt. Daarmee willen we volstrekt niet ons zelven een brevet uitreiken van buiten gewonen moed en koelbloedigheidverre van daar 1 Evenmin konden we sympathie gevoelen voor een andere, ongetwijfeld veerkrachtiger soort van Nederlanders, die, in het midden latende of an- nexatie-politiek al dan niet ons vaderland tot voorwerp zou kiezen, zich dag en nacht zaten te verdiepen in de oplossing van dit vraagstuk „Gesteld, dat Duitschland ons aanvalt, wat zul len wij dan doen? Waarop de een sprak van „onderwerping op de beste voorwaarden die be dongen kunnen worden,” gelijk die goede Bata vieren deden toen de legioenen van César hen op het dak vielen, terwijl een ander, krijgs haftige? van natuur, een uitgewerkt plan van defensie ontwierp en publiceerde, dat in geval van nood ontegenzeggelijk aan niemand betere diensten kan bewijzen dan aan de Duitschers zelve. We hebben nog met een andere groep van landgenooten kennis gemaakt, die aldus rede neerden „Wat zou er, afgezien van alle in den grond toch kleingeestige nationale vooroordeolen, eigenlijk voor kwaad in steken, als we metter tijd een deel uitmaakten van het Duitsche Rijk P Onze taal als volkstaal zou niet verdwijnen, even min als bijvoorbeeld in Frankrijk het oud-Gal- lisch en in Spanje het Baskisch heeft opgehouden te bestaan, terwijl we, als algemeene taal voor beschaafde kringen, het Duitsch zouden winnen, ’t welk op vrij wat uitgebreider gebied wordt geschreven en gesproken dan het nagenoeg bui ten de grenzen onbekende Nederlandsch. De rijke schat van Duitschland’s letterkunde zou ook ons ten dienste staan: onze dichters en schrijvers, onze geleerden zouden, door de Duit sche taal te bezigen, door zooveel dozijnen ge lezen worden als nu door enkelen. Onze bron nen van welvaart zouden milder vloeien, als zij door een groot Rijk werden ontgonnen; het ne- derdrukkend gevoel van onze kleinheid Halt 1 indertijd hebben we niet zonder veront waardiging die fraaie argumenten hooren uit pakken, en thans zouden we ons zelve wel bij de ooren willen trekken, omdat we ze zoo dood bedaard nederschrijven. We hebben dat ook niet gedaan, om ze met een ernstig gezicht één voor één te wederleggen. We zullen er slechts ons beginsel tegenover stellen, dat begrepen is in dezen wensch Mochten wij allen, irt welke omstandigheden we ons ook bevinden, ons nationaal karakter, onze volkséénheid, door alle middelen die ons ten dienste staan, ongeschonden bewaren. Moch ten we het nageslacht de noodzakelijkheid be sparen, om te wyzen op sporen van verduit sching gedurende de tweede helft der negen tiende eeuw, gelijk die der vorige zich kenmerkte door verfransching. De laatste heeft ons zuur genoeg opgebroken, de eerste zou niet minder noodlottige gevolgen na zich slepen. Bestaat er eenige reden voor die waarschu wing? Laat ons zien. Heeft het nooit uw aandacht getrokken, dat voornamelijk in onze groote steden, het Duitsch element bijzonder sterk is vertegenwoordigd? Zie de adresboeken eens na, het krioelt er van Duitsche familienamen. Laat uw gedachten eens gaan over de handelsfirma’s, over de industriëele vennootschappen, ook daartoe heeft Duitschland oen betrekkelijk hoog contingent geleverd. Be zoek de publieke uitspanningsplaatsen, bij elke schrede vangen uw ooren Duitsche klanken op. Stel u in kennis met groote handels-kantoren, zelfs die Nederlanders aan het hoofd hebben, en menige lessenaar is door een Duitscher bezet. Heeft het omgekeerde ook over de Oostehjke i grenzen plaats? Vindt men ook daar een sterk Nederlandsch personeel, zoodat er slechts sprake i kan zijn van wederkeerigheid Hebben de groote handelssteden, op niet te grooten afstand van die grenzen gelegen, zooals Hamburg en Bremen, ook haar Nederlandsche vereeni^ingen en clubs Bepaald niet. De balans slaat ontegenzeggelijk in ons nadeel door. Zelfs in onze Oost-Indische bezittingen openbaart zich hetzelfde verschijnsel te Batavia en andere hoofdplaatsen van ons ge bied aldaar worden groote zaken gedaan door Duitsche firma’s. Wanneer we, niet zonder leedwezen, dit feit constateeren, dan is dit niet omdat zekere nati onale tegeningenomenheid ten aanzien van de

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1878 | | pagina 1