Zondag 21 Juli.
N°. 475.
1878.
ÏW,
kerk.
igen.
rKN,
ilo,
JT,
m.
«onhoven.
Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht.
-
BINNENLAND.
BUITENLAND.
T act.
den ver-
bij den
iris.
aar, tegen
Aanmel-
in diëtist
1,05 h 1,15
f50, 3de
Deze Courant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag
verzonden. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70.
Franco per post door het geheele rijk 0,80.
i voor En-
ichten wol
1,18 k 1,36
b 26 stuks.
(O0TE1C
944
9
ng
ren
Vlaamsche
60.
Vlaamsche
aassche en
Zeeuwsche
6,80, Over-
r f3,40 tot
1,00 h 5,20.
m Winkel
io og loon,
3 te Bles-
ILand-
ide, naby
k een
I
m handel;
i 30 voor
Alle Binnenlandsche Ad verten tienwaarvan
de plaatsing 3 maal wordt opgegeven, worden
sleehts 1 maal in rekening gebracht.
■■ÖVfflSffl COURANT
invoer van
ien de han-
prijzen be-
270 320,
;en f 160 a
f2H 40,
5Üh53
fo,00h
j vertelde, een pi
I vroolijk gezicht,
op audiëntie was g°-
zeer hoopvolle toezeggin-
Minhoven.
1878.
rs J. Van
gev.
veren,
lammeren,
of geiten.
[ual. 70 ct,
jal. f 1,05,
s per kilo.
Londen 46
Prijs der AdvertentiënVan 1 tot 5 regels ƒ0,50. Iedere
regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending
franco, en uiterlijk tot Zaterdags-voormiddags ten 10 ure.
I
oerdrn,
irden
UIGEN,
i minste
akkeessche
e f8,50 A
j f 7,90 k
0 h 7,80.
rm. winter
Zeeuwsche,
ordinaire
ve f 7,60 A
het Con;
^chillig
aangezier
De t o
naar Londen is
anden.
f24 a 25,
ct., 2de
i24, vette
F, schapen
veren 22 a
6 kö per
f2,50 a 3.
Het wetsontwerp op het lager on
derwijs is 1.1. Donderdag met 52 tegen 30 stemmen
door de Tweede Kamer aangenomen. Tegen de
wet stemden de antiwevolutfonnhirekatholieke
en eenige conservatieve leden, terwijl vóór de
wet werd gestemd door de liberale leden van
alle schakeeringen en ook dopr den Gorinchem-
schen afgevaardigdeden heer W. C. M. Begram,
die, tot de conservatieve richting gerekend wor
dende zich thans op nieuw als een onafhankelijk
afgevaardigde deed kennenwien het belang van
hot neutraal onderwijs nauw aan het hart ligt.
Zooals men weet, zullen thans de anti-revo-
lutionnairen het verzoek tot Z. M. den Koning
richtenom deze wet niet te bekrachtigen. In-
tusschen blijkt, dat deze verzoekschrift-beweging
lang niet bij alle orthodoxen instemming vindt.
Zoo schrijft de heer Van Weede van Dijkveld te
Utrecht, een welbekend orthodox man het vol
gende stuk in het Utrechtsche dagblad:
„Volkspetitionnement al dan niet?
„Jk antwoord zonder omweg: Geen volkspe-
titionnement.
„Waarom?
„Niet omdat het onwettig zou zijn. Geens
zins de grondwet waarborgt dit recht aan ieder
Nederlander.
„Evenmin omdat de onderwysquaestie niet van
dat belang zou kunnen wezen, om het gansche
Nederlandsche volk er in te mengen.
„Maar omdat mijns inziens de voorstelling van
het dreigend gevaar dat nu tot een volkspetiti-
onnement aanleiding geeft, eene onjuiste, ik
mag het niet terughouden, naar mijne innigste
overtuiging eene onware is.
„Aan het christelijk gezinde volk in Neder
land wordt de gewetensvraag voorgehouden
Wilt gij niet eene school met den bijbel?
„Dit volk antwoordt uit óén mond: „ja”, en
tot dat volk behoor ik.
„Maar juist deze vraag is nu niet aan de
orde. De aanhangige schoolwet ontneemt ons
de christelijke school met den bijbel niet, dié
de wet van 1857 had mogelijk gemaakt. Wel
bemoeilijkt zij haar bestaan, hoofdzakelijk hierin,
dat dit veel grooter geldelijke offers zal ver-
eischen.
„Ik vraag mijzelven af: Is het wenschelijk
een volkspetitionnement uit te lokken, om eene
financieele quaestie, waartoe deze moet worden
teruggebracht
„Mijn antwoord is: neen. Maar zeer zeker
indien het gold gewetensvrijheiden in dat geval
zou ik onder de eerste voorstanders behoord
hebben.
„Maar nu sta ik het volkspetitionnement niet
ter zijde; want mijn geweten wordt niet bezwaard
door het dragen van een dubbel aandeel in de
kosten van het onderwijs, dat aan de Nederland
sche jeugd wordt verstrekt, èn op de openbare
èn op de bijzondere school.
„Of dit billijk heeten ihag? Ik wil dit hief.
Sj. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven
Uitgeven.
Overzicht.
Berlijn is tot zijne vorige rust en kalmte terug
gekeerd. Na twintig zittingen heeft het Euro-
peesche congres zijn arbeid voltooid en zijne
bijeenkomsten gestaakt. Die arbeid is neerge
legd in 64 artikelenop perkament gedrukt en
bekrachtigd door de onderteekening van de ver
schillende gevolmachtigden en de zegels der 7
groote statendie aan het congres deelnamen.
Het verdrag van St. Stefano is opgegaan in het
verdrag van Berlijnzooals de nieuwe overeen
komst bereids gedoopt isen zhl door die ge
daanteverwisseling die gepaard ging met vrij
belangrijke wijzigingen ook van den inhoud»,
voorzeker meer waarborgen van stabiliteit aan
bieden.
Toch koestere men geen overdreven verwach
tingen omtrent de duurzaamheid der tot stand
gekomen schikkingen. De Oostersche quaestie
is niet opgelostmaar slechts eene schrede nader
gebracht tot hare oplossingdie misschien binnen
kortoren of langeren -tijd uit de nieuwe toestanden
volgen zal. De schoone afscheidsredevoeringen
waarin huido. wordt gebracht aan den „geest van
verzoening”jen de „onderlinge welwillendheid”,
die bij de beraadslagingen heerschten; het een
drachtig aa\zitten aan een zelfden feestdisch
hebbeïl slechts betrekkelijke waarde, als meh er
op lethoe de naijver en het onderling wan
trouwen intusschen druk samenspannen óm nieuwe
combinaties te vormen. Dezelfde rol die Engeland
wat Klein-Azië betreft op zich namzal, volgens
een bericht uit Constantinopel aan de Times
Oostenrijk ten aanzien der Turksche provinciën
in Europa op zich nemen. Naar luid dier be
richten zou de Porte in eene bezetting van Bosnië
en de Herzegowina hebben toegestemdonder
voorwaardendat Oostenrijk een eventueel ge
meenschappelijk vijandig optreden van Rusland
Servië en Montenegro zou verhinderen. Derge
lijke conventiesmen zal het moeten erkennen
boezemen geen groot vertrouwen voor,, de toe
komst inen dragen reeds de kiemen van nieuwe
conflicten in zich. Liever echter dan nu reeds
zorg voor die toekomst te hebbenletten we op
den nieuwen staat van zaken die het verdrag van
Berlyn heeft daargesfêld. Beperkt binnen de
engere grenzen die het verdrag aan wij stont
heven van het Suzereinschap over een aantal
gewesten, die zich dat gezag slechts noode lieten
welgevallen en voortdurend aan hunne verplich
tingen moesten herinnerd worden; gebonden
door de autonomie aan andere provinciën ver
leend of nog te verleenen, zal de Turksche re-
geering, als het haar ernst is met hare reeds zoo
lang beloofde hervormingen, nu gemakkelijk de
hand aan het werk kunnen slaan. Zij kan nu
béter dan vroeger het geheel overzien en wordt
misschien zult gij ontdek-
>el gemakkelijk niet gaat.
in
igret
door
den.
terugkeer van den Engelschen premier
.„..L.. is een ware triomftocht geweest,
waarbij voor zijne tegenstanders geen plaats was.
Zoowel te Dover als te Londen werd hij door
eene ontzaglijke volksmenigte opgewacht en
door de autoriteiten verwelkomd. Welke be-
looning voor hem is weggelegd is nog niet bekend.
In Duitschlaud trekken, nu het Congres is
afgeloopen, toebereidselen voor de verkiezingen
van den nieuwen Rijksdag weder meer de aan
dacht. De tijd en misschien ook wel de afleiding
die de bijeenkomst van het Congres gaf, hebben
de eerste indrukken, door de ontbinding en door
hetgeen daaraan voorafging te weeg gebracht,
aanmerkelijk gewijzigd en de gemoederen be
daard. De liberalen-jacht begint te verminde
ren en aan de mogelijkheid om door vereeniging
van het centrum en de conservatieven ééue groote
conservatieve meerderheid in het leven te roe
pen, gelooft niemand meer. De verhouding tus-
schen de regeering en den clerus is onveranderd
gebleven en niets wettigt de meaning dat daarin
spoedig verandering komen zal.
aan groote gevaren blootstelt. Aangezien hij mjnder bei
iemand is met een hoog gevoel van zelfstandig- i
heid}.weten wu vooruit, dat, zoo wy het hem
afraden dit slechts strekken zal om hem in zijn 1
voornemen nog meer te versterken. Wat te doen?
Oals wij tact bezittenzullen wij het middel
vinden om hem tot nadenken te brengenzonder
dat wij zijn eigenliefde behoeven te kwetsen.
Twee personen zijn in gelijke mate welwillend
gezind jegens hun onderhoorigen. Maar de eerste
kan met al zijn goedheid niets anders gedaan
krijgen dan dat zij tegenover hom een toon van
familiariteit aanslaanweinig verschillende soms
van grofheidterwijl de tweede hen op zijn
wenken ziet vliegen en ten allen tijde door hen
wordt gerespecteerd. Met een enkel woord is
dat raadsel op te lossen de laatste man bezit
tactde andere niet.
Daar gaat een echtpaar ten huwelijk. Bruid
en bruidegom .behooren tot onze bekendenen
wij weten dat zij enkele eigenschappen bezitten
met die van de wederpartij in strijd. Hot bruidje
bij 'Voorbeeld, is een beetje zorgeloos en houdt
van uiterlijk vertoonhaar aanstaande is wat
aan den zuinigen kant en wil liefst laag bij den
grond blijven. Zulke tegenstrijdigheden doen
zich meer vooren zijn in den aanvang geen
hinderpalen voor hot ontstaan eener vurige liefde.
Dochhoe zal het later gaanals de eerste zak
zout roods voor een deel gebruikt zal wezen en
de speelman het dak heeft verlaten om elders
zijn deuntje te Adelen Zullen de punten van
verschil langzamerhand weggeslepen worden, of
zullen zij ontaarden in punten van geschil? Zal
het leven van dat jonge paar een voorsmaak
worden van het paradijs of van de hel
Dat hangt slechts van één ding af. Namelijk
van de omstandigheid, of zij tact bezitten. Want
in den echtelijken staat, met zijn talrijke blyde
en tragische momentenkomt er in dat opzicht
ook heel wat kijken.
mocht er nu onder de lezers iemand zijn
die mij toevoegt: „Alles goed en wel, maar wat
is dan nu toch eigenlijk tact dan antwoord
ik net als keizer Wilhelm aan den Franschen i
gezant Benedetti liet geven bij de beroemde
ontmoeting te Ems„Ich habe ihn nichts mehr zu
sagen.”
heeft gelegen. Als zij een goede bui heeft, dan
is zij uiterst vervelèndheeft zij daarentegen de
bokkepruik op, dan kom je iu verzoeting ,haar
het raam uit te gooien, zooals laatst zekere Am
sterdammer zijn vrouw niet gedaan heeft. Maar
'7’-, -
bij haar gaat wonen, om haar tot gezelschap te
aangenamen, zooals ze heel aandoénlijk schreef,
j er geen steek van dat ze haar
verwacht, nu moet jij toonen,
dat je tact bezit. Beleedigt ze je, neem er
geen notitie van; houd haar zooveel mogelijk
üi een dragelijken luim, en vind maar alles mooi
en goed wat ze zegt of doet. Denk altijd: elke
dag is er een, en houd het testament voor den
geest. Je weet dat een mooi legaat beloofd is
als je aan het verzoek voldoet. Tact, men kind,
is onmisbaar om door de wereld te komen....
Maar, lieve hemel, is dan die hooggeroemde
eigenschap niets anders dan een kwalijk ver
momde en gebrekkig uitgevoerde huichelarij, die
alleen lieden van beperkt doorzicht er doet in-
loopen, maar bjj mannen en vrouwen van ka
rakter afkeer wekt?
Waarachtig niet, mijn waarde! Ik heb alleen
eens willen vertellen, wat sommige lui er wel
van maken; doch ’t lijkt er in de verste verte
niet naar, dat we hun opvatting tot do onze
i zonden verklaren.
Tact is juist daar het eerste vereischte, waar
men omtrent het beginsel geen twijfel koes
tert, doch nog staat voor het vraagstuk betref
fende de keus van de middelen met behulp
waarvan men het zal doen zegevieren. Die ouders
bezitten hem, «die bij de getrouwe naleving van
hun verplichtingen als opvoeders, zich telkens
afvragen, waar de grens is die de toegevendheid
niet mag overschrijden, waar do gestrengheid
gevaar loopt haar doei voorbij te streven. Van
dezen geldt het, als van zooveel andere zaken
op onstoffelijk gebied, dat wio zoejkt, zeer zeker
vindt; ook dat aan hem, die hoeft, nog boven
dien gegeven zal worden. Wij kunnen wel do
wereld door willen stappen met groote ruiter-
laarzen, en ’t is niet onmogelijk dat we dan
ook komen zullen waar wo wezen willen,
doch er bestaat dan gevaar dat noodeloos som
mige teedere bloemen vertrapt worden. Als we
ons schoeisel, zonder aan de degelijkheid te kort
te doen, een beetje fjjner van constructie maken,
dan komen we er misschien nog beter, en zon
der iets -te hebben gekrenkt. Erkennen we een
maal de noodzakelijkheid, de „wijze waarop”
tot een punt van overweging te maken, dan zijn
we reeds bezig ons pad te effenen, en we zullen
een aantal ruwheden vermijden waaraan we ons
anders gewis gestooten zouden hebben.
Gelijk in lichamelijke beteekenis de uiteinden
der vingers de hoofdzetels zijn van het tastver
mogen, zoo kunnen we ook zeggen dat tact
het gevoel is dat in de vingertoppen der ziel
huist. Hoe fijner deze georganiseerd zijn, des
te beter zullen wij ook de middelen kiezen om
tot ons doel te geraken, des te zuiverder worden
ook de verhoudingen tusschen ons en de personen
met welke wij in aanraking komen.
Alle menschen erkennen dat gij, geachte heer 1
een helder oordeel bezitdat uw overtuiging op
degelijke grondslagen is gevestigd, en het een
gruwelijke miskenning zou zijn, aan de reinheid
uwer bedoelingen te twijfelen. En toch staat
ge vrijwel alleen; in plaats van aan te trekken
stoot gij af; in plaats van de menschen tot uw
inzichten over te halen, noopt gij hen om zich
nog sterker te verschansen achter hun batterijen
van drogredenen en gezochte voorwendsels. Hoe
komt dat toch? Zijn dan de lui het goede zóó
ingekankerd vijandig? Wel neen, het ontbreekt
u eenvoudig aan tact. Op nietige bijzonderhe
den legt gij een gewicht dat volstrekt noodeloos
isge gevoelt niet genoeg dat het soms noodig
is kleine concessies te doen, en dat daarin niets
berispelijks is gelegen. Toen de bekende Friesche
koning Radboud zich zou laten doopen, en met
zijn eenen voet* in het doopvont eerst nog even
tjes wou informeeren waar zijn voorouders zouden
zyn, gaf bisschop Wolfran ten antwoord dat
die geduchte heeren natuurlijk geen ander ver
blijf konden hebben dan de hel, waarop Z. M.
Radboud de heele plechtigheid er aan gaf om
niet ontrouw te worden aan zijn dapper voorge
slacht. Ware Wolfran een man van tact ge
weest, of was hij zoo volkomen zeker van zijn 1
zaak? dan zou hij waarschijnlijk een ander
bescheid hebben gegeven en de volvoering van
zijn taak, —.de invoering van het Christendom
in de Nederlanden, vrij wat gemakkelijker
hebben gemaakt.
In het dagelijksch leven doen zich tallooze ge
vallen voor, waarin diezelfde eigenschap van
onberekenbare waarde is. Ik sprak zoo even van
de opvoeding emzer kinderenen op dat gebied
alleen zouden we over ons onderwerp een uit
gebreid sermoen kunnen leveren. Gij en ik, wo
zijn ook in de wereld om elkander op te voeden
en onbewust arbeiden we aan die taak, al dra-
gen we reeds grijze haren. Hier hebben we een
vriend óm iets te noemendie een plan koes
tert ’t wélk hem, als hij er zich AAn waagt,
amoeielijkt in de uitvoering harer plan
nen, waarbij tot dusverre al te voel rekening
moest gehoudpn worden met verschillende belij
denissen en met behoeften die lijnrecht met
elkander in strijd waren. Behalve de organisa
tie van Bosnië en de Herzegowina, door het
Congres aan Oostenrijk toevertrouwd, is ook de
grensregeling met Griekenland nog een belang
rijk punt. Tot nog toe blijkt niet dat deze re
geling reeds een punt van overweging uitmaakt
tusschen de beide regeeringen. Integendeel
wordt uit Constantinopel bericht, dpt de Porte
vast besloten is om Griekenlands verlangen naar
uitbreiding zjjner grenzen in Epirus en Thessalië
desnoods gewapenderhand te beletten. Dit be
richt, dat trouwens in overeenstemming is met
do handelwijze der ongeregelde troepen in die
provinciën, die aldaar deerlijk huishouden, zou,
indien het bewaarheid werd, de besluiten van
is te niet doen en zeker niet onver-
de toeziende Mogendheden worden
Beproef eens, een nauwkeurige bepaling van
dat woord te geven;
ken dat zulks zoo hei
Er zijn vi
onmogelyL
antwoord achterwege moet blijven op de vraag:
Ja, wat is het toch eigenlijk?
Tact is gevoel in beperkten zin. Dat zou
men, zonder groote vrees van tegenspraak, kun
nen zeggen. Indien ge nu die verklaring vol
doende acht, dan hob ik er vrede mee; wat mij
betreft, ik kan niet helpen dat zij mij bijzonder
weinig bevredigt.
Men zou er haast een raadsel van kunnen
makenWie het heeft, die weet wat het is,
maar wie het niet heeft, dien kunnen we moeie-
lijk uitleggen wat het is. En evenwel, won-
derbaarlyke tegenstrijdigheid in de menschelijke
natuur, men schermt iflet dat woord bij iedere
gelegenheid, en het minste wat van iemand ge-
zegd wordt dien men niet geheel en al onder
den last dér afkeurende kritiek wil verpletteren,
maar toch behoorlijk stellen in het licht waarin
men hem beschouwd wil hebben, dat luidt
’t Is eigenlijk jammer van hem: ’n knappe vent,
een vlijtige vent, een brave vent zelfs maar
hij bezit geen tact.” En daar gaat ge, mijn
waardelaat men u verder alle deugden en be
gaafdheden toeschrijven, zelfs van meening
zijn dat na dood de oprichting van een
standbeeld of monument iets zal zijn dat geen
uitstel kan lijden, ondanks dat alles is uw
vonnis geveld, ’t Mooiste is dat er geen termen
aanwezig zyn, om den man die het eerst in ’t
publiek zoo over u oordeelde, wegens luster te
recht te doen staan.
Laatst was ik op een stoomboot in de nood
zakelijkheid, de gesprekken ^an te hooren van
een drie- of viertal .kooplui; de heeren spraken
zoo luid dat ik wèl hooren moest, of ik zou
naar het dek moeten gegaan zijn, en daartoe
was het in de eerste helft van Juli wel koud
genoeg. De waarde van een handelsartikel werd
in discussie gebracht; een der sprekers vroeg
zijn metgezel, hoe hij op hot idee gekomen was,
eon ongunstig gerucht te verspreiden over do
waar in quaestie, wetende, dat daarvoor geen
reden bestond. De ander haalde de schouders
op en zei met een glimlach: „Och, wat zal ik
daarop antwoorden dat weet je net zoo goed
als ik, 't is handel. Daartegen kwam de
vierde in verzet; hij begon heel kalm te rede-
neeren over eerlijkheid, en opperde de stelling,
dat er voor oen koopman geen andere soort van
goede trouw bruikbaar geacht moet worden dan
die bij andere lieden gangbaar is; dat hande
laars er geen dubbel geweten op mogen nahou
den, één kant voor hun zaken, de andere helft
voor hun private aangelegenheden. De discussie
werd langzamerhand belangwekkend, vooral toen
nommer vier, ik weet niet of ook deze tot den
koopmansstand behoorde, niet zonder nadruk ver
klaarde, dat elk negotiant, die in zijn zaken den
minsten schijn aanneemt van beginselen in toe
passing te brengen die in het dagelijksch leven
den toets der kritiek niet kunnen doorstaan, den
voet zet op een helling die rechtstreeks voert
naar den afgrond der zwendelarij. Meteen stond
hij op en verliet de kajuit, om een luchtje te
gaan scheppen denk ik. De anderen keken hem
zwijgend na, en toen hy uit het gezicht was,
zei een" van hen„’t Blijft toch altijd maar de
zelfde rare shuiter, die Dinges: z’n ideeën zijn
niet kwaad, maar hij overdrijft verschrikkelijk;
de man heeft niks geen tact.
Een vriend van mij vertelde, oen paar jaar
geleden, met een heel vroolijk gezicht, dat hij
bij den Minister van op audiëntie was ge
weest, en van Z. Exc. zeer hoopvolle toezeggin
gen had ontvangen. Wel waren hem geen stel
lige belofteh gedaan, doch de Minister-vond
zijn aanspraken zoo gegrond, dat hij niet twij
felde of.... kortom, binnen veertien dagen zou
een beslissing genomen worden die, naar hij
hoopte, aan mijns vriends wenschen zou te ge-
moet komen. De veertien dagen verliepen, en
de beslissing kwam inderdaad, maar precies
in tegenovergestelde richting als mijn vriend had
gehoopt. Toen hij in het bijzijn van anderen
zich over die teleurstelling beklaagde, en zelfs
zijn bevreemding, zoo niet meer, uitdrukte over
de alles behalve correcte behandeling, door hem
ondervonden, werd hem toegevoegd„Och jon
gen, je komt pas kijken in de wereld, en je weet
dus niet dat zulke hooggeplaatste heeren er bo
venal prijs op stellen dat allen, die zich bij hen
aanmeldén, ofider een aangenamen indruk ver
trekken. Dat is'Hact, weet ge? Voor het
overige doet de Minister precies zooals hij ge
daan zou hebben als gij niet bij hem waart
geweart.”
„’t Is Wasfr, iti’n dochtéi1,” zegt een mama, „jé
tante ia hét lastigste zoëschlp dtf óóit zéiW
kjjk, zij heeft schijven, en wij niet; en nu ge
I bij haar gaat wonen, om haar tot gezelschap te
verstrekken en haar laatste levensjaren te ver-
u u al meende zij
v^n die dingen in de wereld, die men J eindje weldra
lijk missen kan, en waarbij niettemin het d-* K