DING.
N’. 484.
Zondag 22 September.
1878.
LEN,
ichte recept
rnisten.
ar attent maakt,
wirvo.
ijn door ons in
bele doozen, to.
I uitend verkrijg-
Wed.
Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht.
ZOON,
laven, Oostzijde,
gebruik van na-
iloop te brengen.
BUITENLAND.
Niet voor, maar over Onze
Jongens.
BINNENLAND.
I
waarvan
o
G.
van
het aan
zucht naar
lito f 1,05 i 1,25
qual. f 60, 3de
Uf.yOQTEM.
f
■OlfflOmSffl COURANT.
had
pss
leei
S. W. N. VAN NOOTJbN te Schoonhoven
Üitgevfrt.
I gedaan worden
des voormiddag»
het afnemen
die er nu 1
vluggen handel;
f27 h 30 voor
zwaardere soort
25 dezer groote
nu
>rt
0. Jarige korte
)0.
jandsche f 205
o.
Alle Binnenlandsche Advertentiën,
de plaatsing 3 maal woplt opgegeven, worden
slechts 2 maal in rekening gebracht.
TEN.
ual. 54 cf., 2de
j f 24 a 26, vette
f 6 a 8, schapen
te kalveren 21 a
dem f 4 h 8 per
poters f2,60.
6,00 per Heet.
September 1878.
eentebestuur,
taris
NIN
ring van
terkelijk
Is het
iwsche f 6,00 k
a f5,50 h 6,75.
Overm. winter
0 ii 6,80, Zomer
van Krimpen
ere goedkeuring
r 1878, des voor-
ADKAMER van
Deze Courant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag
verzonden. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70. j
Franco per post door l$et geheele rijk 0,80.
like Zeeuwsche,
11,00, ordinaire
blauwe f7,30
ngeen ordinaire
7.40 tot 8,10.
en Vlaamsche
f6,40.
en Vlaamsche
>rt f 6,90 i 7,30,
ii 6,70, Nieuwe
zakmaat f 6,40 a
5.40 h 6,10.
>eder f3,50 tot
Nieuwe inland-'
:ilofokvarkens
r stuk.
lito f 1,20 h 1,28
15 de 26 stuks,
langev. 1 paard,
'raskalveren, 14
jn of lammeren,
jokken of geiten.
2de qual. 66 ct.,
ste qual. f 1,00,
alles per kilo,
/oor Londen 45
een gedeelte
hoogen en
de bestaande
der gemeente.
,rin of daarop
LIJKEN- te-
1 met water-
t metselen
N V0ET1NG
an een IJZE-
jlevering van
iigde materi
ën.
ikele inschrijving
en voor het ge-
te, Flakkeessche
lindere f7,50
10,50, mindere
Prijs der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels 0,50. Iedere
1 regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending
franco, en uiterlijk tot Zaterdags-voormiddags ten 10 ure.
zegeld en door
m onderteekend,
voorzien var» het
r of op den dag
neester ter hand
ezonden worden,
n de Gemeente-
'iinptn aan den
a by den Heer
gezag van den prügel, in den
>f roede, te herstellen. Grootje
er óón duivel uitslaat, komen
voor in de plaats,” en ze sprak waar
in beter te vervangen is. Geef uw zoon het I van Bebel, dat hij dezelfde party, die hjj nu
”'^h voorbeeld van een’strenge plicht»- als landage vaarlijk bestreed, vroeger meermalen
ing. Laat hem zien, liefst zonder dat te hulp riep tegen zyne partijgenooten van heden.
I Naar aanleiding van deze beschuldiging, die
door den Rijkskanselier bestreden en leugen
achtig genoemd werd, ontstond er een vrij he
vige woordenwisseling waarin ook de voorzitter
van den Rijksdag betrokken werd. Bebei eischte
n.l. dat zoowel de afgevaardigde die de sociaal
democraten met landverraders had gelijk gesteld
als de Rijkskanselier die den afgevaardigde
Fritsche een leugen ten laste had gelegd, tot
de orde zouden geroepen worden, ’t welk de
voorzitter echter weigerde.
Overigens verdient nog aangestipt te worden
dat Bebel alle verband tusschen het socialisme
en de aanslagen op den Keizer ontkende en tot
staving daarvan verlangde dat de resultaten van
het rechterlijk onderzoek in zake beide aanslagen
zou worden openbaar gemaakt. Voorts dat de
Rijkskanselier verklaarde hot algemeen stemrecht
niet uit beginsel maar als' een „Frankforter
traditie” had aangenomen; nogtans kon hij niet
toegeven dat het algemeen stemrecht door de
jongste gebeurtenissen veroordeeld werd. Verder
ontkende hij niet, nu en dan eens met sociaal
democraten gesproken te hebbenen zelfs voor
stander te zijn van productie-vereenigingendie
hij in Engeland had leeren kennen, maar van
de pogingen om met de sociaal-democraten een
verbond of eene schikking aan te gaan was
nimmer sprake geweest.
Welk lot het wetsontwerp wacht, valt ook
nog moeielijk te vóórspellen. Ook het rappoi
der commissie in wier handen het gesteld i
kan daarop nog grooten invloed uitoefenen.
De Keizer blijft steeds in beterschap toenemen.
Hij kan de rechterhand weder gebruiken en
rijdt alweer te paard. Het zal echter nog wel
eenigen tijd duren, alvorens hij de teugels van
het bewind weder in handen neemt.
De gele koorts in Amerika is gelukkig aan
1 mi dank zij de koeler temperatuur
heerscht.
Biggen voor En-
Magere biggen
f30h70.
m aanvoer van
mg vee, was de
melijk vlug.
ien f260 h 320,
vaarzen f 160
hokkeling-ossen
5, nuchtere dito
Het komt mij voor, dat we thans lang genoeg
de klagers aan het woord hebben gelaten. Wij
gaven hun behoorlijk gelegenheid, hun grieven
van a tot z te luchten. Thans een enkele
tegenwerping.
Is ’t wel waar, dat onze jongens ongezegge
lijker zijn dan hun vaders, grootvaders enz. tot
en met de Batavieren toe, in hun knapentijd
zijn geweest? Is er inderdaad vorminderii
plichtgevoel te bespeuren? Bestaat er wc.
vrees voor toenemende verwildering? 1
aan geen twijfel onderhevig, dat genotzucht het
leidend beginsel dreigt te worden van het aan
komend geslacht?
Wat mij betreft, op grond van eenige onder
vinding, zou ik die vraag niet gaarne beves
tigend willen beantwoorden. In onze jongens
jaren was het niet beter gesteld dan thans, en
ouden van dagen, mits zij eerlijk zijn en onbe
vooroordeeld, zullen hetzelfde verklaren. Het is
dan ook een feit, dat de meeste klachten over
onze jongens worden aangeheven door hen die
geen kinderen hebben, en in wier hart geen
sprankje liefde gloort voor de levenslustige schare.
Niettemin, vergelijkingen zijn op het terrein
dat we thans bewandelen, onmogelijk te maken.
Er hangt te veel af van onze persoonlijke ziens
wijze en opvatting, terwijl de statistiek ons ge
heel en al in den steek laat. We willen aan
nemen, dat verbetering in het moreel karakter
van onze jongens hoogst wenschelijk is; dat
er alle reden bestaat om bij hen meer zucht
voor orde, een hooger gestemd plichtgevoel te
wekken, en dan vragen we: Hoe daartoe te
geraken
Niet door het
vorm van plak oi
zei reeds; „Als je
er zeven
heid.
Evenmin verwacht ik heil van het bezigen
van godsdienstige oefeningen als tuchtmiddel,
’t Gebeurde vroeger weloens dat men een jongen
die iets verkeerds had gedaan, een h'öbfdstuk
uit den Bijbel, een psalm, of eenig formulierge
bed van buiten liet leeren, opschrijven, opzeggen,
enz. Zou daar ook de reden te zoeken zijn,
dat zoo menigeen in later tijd zekeren onwille-
keurigen afkeer voor godsdienstverrichtingen niet
kon onderdrukken? De godsdienst is geen po-
litiereglement, de godsdienstleraar geen politie
dienaar. De kwalen van onzen tijd zijn voor
een deel geboren uit langdurige miskenning van
deze waarheid.
Men geloove Ook niet, dat de school alleen
in staat is om alle wenschen te bevredigen. Hoe
krachtig haar invloed ook zij, hoe belangrijk
haar aandeel in de volksopvoeding, zij oefent
slechts een gedeeltelijk toezicht uit, en de meeste
klachten hebben betrekking op den tijd, dien
de kinderen buiten de schoolmuren doorbrengen.
Men vergeto daarbij niet, wat de ruwheid der
straatjeugd aangaat, (een der verschijnselen dat
het meest de aandacht trekt omdat het den mees
ten overlaatjf.teweegbrengt), dat de waardigste
representanten van deze soort, de zoozeer ge
vreesde bachi-bozoecks van pleinen en wegen,
gewoonlijk aan de contróle der school onttrok
ken zijn
Plichtgevoel zeker, dat moet de onderwijzer
wekkenanders is de man zijn ambt niet waard.
Doch, mijn waarde vriend, moet ook gij dat
niet doen Zijt niet g ij in de eerste plaats ver
antwoordelijk voor de karaktervorming van uw
zoon? Welnu, dan weet ik een middel, dat door
Overzicht.
Niet minder dan in den staat van zaken in
het Oosten heerscht ook in de berichten van
duur de grootst mogelijke verwarring.
Thans komt de wijsheid weder uit Italië. Een
Italiaansch blad heeft de reden opgespoord en
gevonden waarom Engeland weigert om zich
aan te sluiten bij de overige Mogendheden, ten
einde gemeenschappelijk bij de Turkacbe regee-
ring adh te dringen op eene getrouwe uitvoering
der bepalingen van het tractaatwelke op de
grensregeling met Griekenland betrekking heb
ben. Nieuwe verrassingen wachten Europa. En
geland zou nl. bezig zijn om te trachten zijn
protectoraat ook over Egypte uit te strekken. Ook
de Khedive zou reed» voor deze nieuwe Engelsch-
Turksche overeenkomst gewonnen zijnen aan
Frankrijk zou een aandeel in het beheer der
geldmiddelen van Egypte zijn toegekend plus de
vrnheid om Tunis te bezetten 1
Uit Frankrijk heeft men zich gehaast deze
berichten te logenstraffen, die dan ook hoogst
waarschijnlijk hun ontstaan alleen te danken
hebben aan de onderhandelingen tusschen Enge
land en Frankrijk gevoerd over de hervormingen,
die onder den invloed van beide staten in Egypte
zijn tot stand gekomen.
Intusschen hebben twee mogendhedenwaar
schijnlijk Duitschland en Ruslandzich nu tot de
Porte gewend om aan te dringen op loyale uit
voering van het verdrag en onder aanzegging
dat anders wel eens een nieuw congres kon noodig
geacht worden. Niettegenstaande deze vertoogen
blijft de Sultan volharden in zijn lijdelijk verzet
ten opzichte van Griekenland en eiken eisch om
vergrooting van grondgebied afwijzen. Midhat-
pacha, de eenige hervormer dien het in den
laatsten tijd ernst beheen te zijn met de uitvoe
ring zijner plannen, en daarom dan ook zich de
ongenade van den Sultan op den hals haalde en
zoo langen tijd in ballingschap doorbrachtis
met vergunning van zijn meester thans terugge
keerd en benoemd tot gouverneur van Creta,
waarheen hij reeds vertrokken is. Dat hij nog
altijd de gevierde man van de partij der voor
uitgang is, bewezen de ovaties, die hem bij zijn
terugkeer in Constantinopel gebracht werden.
Oostenrijk heeft het oude plan tot bezetting
van, Bosnië opgegeven en de nieuwe troepen zijn
een nieuwen veldtocht naar een geheel gewijzigd
operatieplan begonnen. In verband daarmede is
het hoofdkwartier van Serajewode hoofdstad
naar Brod verlegd. De tegenstand, dien zij voort
durend ontmoeten, moet ook voor een gedeelte
worden toegeschreven aan hunne strenge wijze
van handelen. O. a. moeten alleen in de hoofd-
stadj Serajewo, reeds 200 personen na kort ver
hoor ter dood gebracht zijn. De onderhandelin
gen tusschoi Oostenrijk en Turkije hebben nog
tot geene overeenkomst geleid.
By de eerste lezing van het wetsontwerp tegen
de sociaal-democraten in Duitschland is het reeds
vrij levendig toegogaan. Het debat eindigde
met de .verzending van het ontwerp naar eene
bijzondere commissie van 21 ledenuit wier
hauden het zeker wel hier en daar gewijzigd
zal terugkomen. Een lid der Duitsch-conserva-
tieve partij, een der oud-conservatieven en een
nationaal-liberaaldoch deze laatste voorwaar-
delyk, verklaarden zich vóór de wet, die ove
rigens door graaf Stolberg, minister Eulenburg
en Von Bismarck werd verdedigd. Een lid van
het centrum, van de Fortschritts-partij en twee
sociaal-democraten bestreden het voorstel. De
Rijkskanselier, die verklaarde niet van plan ge-
weeat te. zyn nu reeds aan het debat deel te
nemen, werd daarin betrokken door het verwijt
„Met het opkomend geslacht, speciaal het
mannelijke, ziet het er hoogst bedfenkelijk uit.
„Eigenlijk gezegd is er haast geen land meer
met de jongens te bezeilen. Van gehoorzaam-
■hoid begrijpen ze niemendal, het woord „tucht”
rekenen zij niet tot de nog altijd gangbare taal
vormen te behooren. Waait hun iets in de
ooren van „vaderlijk gezag,” dan lachen zij zich
half ziek, of grjjpen naar de slaapmuts, die ze
ons willen opzetten. In den middenstand en
hoogêre rangen nemen ongepaste vrijheidszucht,
aanhoudend jagen naar genot, op onrustbarende
wijze toe; in de lagere volksklasse openbaart
zich dezelfde bandeloosheid onder andere vor
men, ruwheid en onverschilligheid, zoo nipt
erger, maar in het wezen der zaak is dat
hetzelfde; er bestaat geen eerbied meer voor
orde, geen plichtgevoel. Nauw aan den ingang
van het leven staande, acht men zich reeds ge- kelingei
heel en al vrij. mnd<> t
„Gelooft niet dat het er bij ons alleen zoo
erg uitziet. Onze Duitsche buren weten er ook
van mee te praten. Hoort b. v. de klacht van
een opvoedkundige uit onze dagen: „Het is
een kenmerkende trek van den tegenwoordigen
tijd, dat men overai de perken eener zekere
tucht reeds in de jeugd weg doet vallen en aan
den jeugdigen mensch een in onbeschaamdheid
en zelfvergoding ontaardende vrijheid van be
weging geeft. Wij zouden kunnen zeggen, dat
er tegenwoordig bres op bres geschoten wordt
in een heilzame gebondenheid, vooral ook der
onmondigen, en gedurig worden do banden losser
van die piëteit, welke toch éven zeker een hoofd
kenmerk van goede zeden als een hoofdvoor
waarde van volksgeluk td noemen is. Dezelfde
vrijheid van alle beperking, die de mondigen
voor zich b. v. in zaken van genot eischen, geeft
men tegenwoordig zelfs aan onmondigen, omdat
men de kracht verloren heeft, voor een heilzame
beteugeling van vrijheidszucht en
genot te zorgen.”
„Evenals indertijd de Romeinsche wijsgeer
Seneca uitriep: „O mijne vrienden, er zijn geen
vrienden meer!” zouden wij tot onze stamhou
der» een redevoering kunnen richten, beginnende
met de woorden: „O beste jongens, daar zijn
geen jongens meer.” Hier ziet men er eenige,
die met ware studentikoziteit zich langs straten
en wandelplaatsen bewegen, thuis komen en uit
gaan als het hun goeddunkt en een kameraad
die bij toeval niet in ’t bezit is van den huis
sleutel, een sukkel noemen. Ginds neemt men
er een groepje waar, die de schrik zijn der rus
tige burgers, de ergerlijkste baldadigheden uit
oefenen, geen levend wezen ongemoeid kunnen
laten, en brutaalweg met de overheid den draak
steken. Ja, en dezulken leert men waarachtig
nog gymnastiek, een heilzaam middel om
hen in staat te stellen zich nog aan gewaagder
guitenstreken over te geven en met nog.grootere
kans van slagen den politie-agent, die hen op
de hielen zit, te ontvluchten.
„Dan de scholen. We maken ze hoe langer
hoe ruimer, hoe kostbaarderen zoo aangenaam,
dat men somtijds zelf wenschen zou nog school
jongen te zyn. Allerlei pieuwezoogenaamd
opvoedkundige beginselen worden in toepassing
gebracht. Tegenover het feitdat er veel van
de hersens wordt gevergd, staat ook, dat door
verbeterde leerwijzen de studie gemakkelijker
wordt gemaakt. We stellen onderwijzers aan
bij menigte en van allerlei soorU Straks zal
elke schooljongen er zijn specialen paedagoog
op nahouden. En toch wees zoo goed eens
te vergelijken. Vroeger had je één schoolmeester,
die onder honderdja tweehonderd jongens zoo
danig den wind had dat zij als hazen uiteen
stoven als zij hem maar in de verte zagen aan
komen de leehjke gezichtendie zij uit hun
schuilhoek naar hem trokkenzag hij maar
zelden en diedoor eenvoudig hm te zeg
gen het luidste gejoel kon doen overgaan in
een stilte als die des graf». Daarentegen al
zien de jongens thans een dozijn leeraarshoofd
en hulponderwijzers aankomen zij verzetten er
geen voet om.
„Jakijk dat is eigenlijk de oorzaak van het
kwaad. We hebben die degelijke schoolmeesters
van vroeger niet meerdie begrippen van orde
bij onze jeugd wisten in te prenten. De man
nen die thans de opvoeding in handen nemen
bazelen Zelf ook veel te veel van hun rechten
en zweren bij vrijheid. Op hun plichten trachten
zij zoo veel mogelijk af te dingen en van gezag
willen zij volstrekt niets weten. Bovendien
laat ons het kind maar bij den naam noemen
die verblinde opvoeders versmaden het groote
tuchtmiddelhet stevig rasterwerk dat het ter
rein van het geoorloofde en betamelijke om
perkt de krachtige werking vaa den godsdienst.
't Is net zoo als in een onzer bladen met betrek
king tot den toestand in Duitschland ongeveer
is gezegdDe schoolmeesterdie den ge-
openbaarden godsdienst (mitsgaders een stuk
houteen spaansch riet of een ander prügel-
instrument) ten grondslag van zijn opvoedings
systeem heeft genomen kweekte de helden van
Sadowa. Zijn opvolger, als strijder in den Be-
schavings-kainp optredende, en die dweepte met
de confessie-looze of neutrale schoolheeft van
zijn leerlingen niets anders kunnen maken dan
Hödels. In dienzelfden geest schrijft de straks
reeds aangehaalde Duitsche paedagoog, Dr. Ke-
ferstein „Vanwaar zal de schooi haar het leven
reinigende, veredelende, verdiepende kracht ver
krijgen wanneer zelfs van de onderwijzers en die
zich voor deze betrekking bekwamen, zoovelen zich
losmaken van de eeuwige ankers des levens, en
met de mastelooze boot ronddrijven op do gol
ven; Wanneer zelfs het zout smakeloos wordt,
hoe zal dan de groote massa voor bederf ge
vrijwaard worden? Er is wel geen bijzondere
zienersgave toe noodig, om een treurig horos
coop1 te trekken voor een volk, welks onderwij
zers blinde leidslieden der blinden geworden
zijn, wel in allerlei mode- en lieveling»weten
schappen goed beslagen en in staat hun kwee-
”ngen allerlei theoretische en practische kennis
mede te deelen, maar met de overal zich ver-
toonende frivoliteit ten aanzien van godsdienst
en zedelijkheid behept zijn en hoogstens eenige
brokstukken positieve godsdienstwetenschap,
maar geen spoor van levend godsdienstig gevoel
overgehouden hebben.”
Maandag 1.1. is de zitting der
Staten-Generaal door Z. M. den Koning geopend
met eene troonrede van den volgenden inhoud:
Mijne Heeren!
Het verheugt mij bij de opening dezer zit
ting aan do Staten-Generaal gunstige mededee-
lingen te kunnen doen aangaande den toestand
des land».
Ik waardeer de levendige belangstelling in
het geluk van mijnen beminden broeder aller-
wege betoond en de ontvangst, door de liefde
der natie voor mijn hui» aan zijne gemalin bij
Hare komst op den Nederlandschen bodem bereid.
Mijne betrekkingen met de Buitenlandsche
Mogendheden zijn van den meest vriendschappe-
lijken aard. Zee- en landmagt onderscheiden
zich bij voortduring door ijverige pligtabetrach-
ting. De inspanning verdient allen lof, waar
mede onze krijgslieden in het Noorden van Su
matra zich kwijten van hunne moeyehjke taak.
De meeste takken van Volksbedrijf leveren
stof op tot dankbare tevredenheid. Vooral de
landbouw bloeit en verblijdt zich in het voor
uitzicht op een ruimen oogst.
De »taat onzer ftnantiën wijst aan, dat het
oogenblik gekomen is om op versterking der
rijksmiddelen ernstig bedacht te zyn. Voor
stellen, in dien geest ontworpen, zullen U wor
den voorgelegd en verband houden met de plan
nen omtrent eene hervorming der bestaande
belastingen, welke wordt voorbereid.
Het onderzoek van een Wetboek van Straf-
regt is zoover gevorderd, dat de indiening van
het ontwerp nog in deze zitting mag worden
tegemoet gezien.
Op de belangen van het openbaar onderwijs
blijft mijne aandacht aanhoudend gevestigd. Tot
uitvoering der Wet op het hooger onderwijs en
tot invoering der nieuwe Wet op het lager on
derwijs zal op Uwe medewerking beroep worden
gedaan.
De algemeene gesteldheid onzer Ooat-Indische
bezittingen mag bevredigend worden genoemd.
Werd de rust elders niet verstoord, de goede
verwachting werd niet verwezenlijkt, die in het
vorig jaar scheen te mogen worden gekoesterd
omtrent den loop der zaken in het noorden van
Sumatra. De handhaving van on» gezag aldaar
vorderde op nieuw buitengewone maatregelen.
Voor Suriname werd voorloopig de gelegenheid
tot het vermeerderen der werkkrachten weder
geopend. Zoowel hier te lande als inNederlandseh-
Indië bragt de weldadigheidszin milde offers tot
leniging der rampwelke het eiland Curasao
getroffen heeft, dat zwaar dooreen orkaan werd
geteisterd.
Wetsontwerpen van verschillenden aard zullen
U worden aangeboden. Belangrijke werkzaamhe
den, mijne Heeren wachten u. Mogen uwe be
raadslagingen onder Gods zegenin het alge
meen belang tot gewenschte uitkomsten leiden.
Ik verklaar de gewqne vergadering der Staten-
Generaal geopend.
I geen beter te vervangen is. Geef uw zoon het
dagelhkiph voorbeeld van een’strenge plicht»- als land8gévaarlijk‘’bestreed
vervuiling. Laat hem zien, liefst zonder dat 1 te hulp risp tegc" -
gij er een sermoen over houdt, dat het geen Naar aanleiding
offer van u is, en dat gij er niet onder loopt
te zuchten, wanneer gij geen haarbreed van
uw plicht afwijkt.
Ongetwijfeld, -de onderwijzer, voor wien het
woord „christelijke en maatschappelijke deugden”
geen holle klank is, moet zijn leerlingen doen
inzien, levendig doen beseffen, dat zucht naar
genot niet de drijfveer van onze handelingen,
dat het vermaak niet het doel van ons leven
mag zijn. Doet hij het niet, dan ware het beter
dat hij een baantje zocht bij de gemeente-reiniging
of zoo iets. Maar, mijn lieve mijnheer en me
vrouw, wat denkt ge nu wel over het resultaat
van die leerlingen, als de voorbeelden
die gij uw kinderen geeft, daarmee in lijnrechten
strijd zijn? Als uw kinderen zien, dat gij uit
gaan, pronk, klatergoud, gezien worden, en al
dergelijke beuzelingen en nietswaardigheden al»
de ernstigste zaken ter wereld beschouwt,
dat gij daaraan alles opoffert, dat uw ziel smacht
naar de feestzaal als de vingers van den vrek
naar een nieuw goudstuk?
Komtlaat ons de hand steken in eigen
boezem, en niet voortdurend zitten weeklagen
over onze jongens, die waarlijk zoo kwaad niet
zijn als sommige lui ons zouden willen wijsmaken.
deze beschuldiging, die