N°. 489. 1878. Zondag 27 October. rassen, enz. MEN, NGEN 'ING er 1678, 0 uur, IHTHUIS Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht. IJ d e 1 h e i d. TER. o. in INIG '- en ’AS t. BINNENLAND. BUITENLAND. ber 1878, I Teen- en ber 1878, ber 1878, HT, )EK VAN )EK VAN is door den koning onti zóó lang, Rijs- en lere inlich- an Notaris jrkerk, zal Anuterdamsche vertaling van het woord „Artis.” gemeente emeenten. [KOETS, im tevens geven. want ju, ook ohIh in ijk; do jd al» eor.ih» knel"* TER’S franco ER GOES, EN Az., ri ACHT, evestigdon len als in ken- ILLER erwon-' de dag pan een x peller hout Malnz. Jan. 1878. jdt, heeft nomen, en it. Directeur. SCHT fa il fl. 1,— js-. Teen-, n Boomen. ber 1878, n.Gouda B. J. R. n Hartog; bij P. van Idenburg. eelt zich te Gorinchem aanbe- als één onder igekomon Van der ïheid, ■in gen Ier middel S. W. N. VAN NOOTEN Sch oonhoven Uitgevers. on niet uitge- ten, welke rerkoop en terwijl da- E. LAN- ■OlWfflSffl COURANT. K, 9DALEM, re Houtge- Mijn doel was evenwel niet, met u te praten over ijdele dingen, doch over ijdele menschen. En dan geloof ik op den voorgrond to mogen stellen, dat maar zeer weinigen onder ons geheel vrij zijn van dat zwak. Men treft het reeds aan bij individuen in den natuurstaat. Daar Deze Courant wordt geregeld iedoren Zaterdag-middag verzonden. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden f 0,70. Franco per post door het geheele rijk 0,80 Alle Binnenlandscho Advertentiën, waarvan de plaatsing 3 maal wordt opgegeven, worden slechts t maal in rekening gebracht. die meermalen de grondvesten der jeugdige gadering aan de Provinciale Staten een missive bliek deden schudden, vertoont Frankrjjk doen toekomen, daarbjj, verzoekende diligent te worden gehouden met hot uitbrengen van een praeadvies omtrent een adres van de heeren P. Crans o. s., om een subsidie uit de provinciale fondsen, voor don aanleg va» een haven te Sche- voningon on een kanaal van Scheveningen naar Vlaardlngen. Blijkens oen telegram van den Gouverneur-Generaal van Nedorlandsoh-Indië van 17 dezer, heeft ook Toekoe-Moeda Bait zich den 13dcn te Kotta-Radja openlyk onderworpen. Do bogrooting voor 1879 d'er gemeente Haastrecht bedraagt in ontvangst f 7697,58), in uitgaaf f 7609; die der gemeente Vlist in ontvangst ff2462,22, in uitgaaf f 2462. ♦—Door don gemeenteraad van Reeu- wijk is de begrooting voor 1879 vastgestold in ontvangst op f 14103,44 on in uitgaaf od f 14102,53». F Woensdag werd te ’s Hage aan- bosteed: het maken van vijf dwarskribbeh langs den rechteroever van de rivier de Lek, onder de gewoonte Jaarsveld. Minste inschrijver was do hoor A. G. Ilujjskes te Hedel, voor f 19,900. Zaterdag is te Gorin.L steed: het maken van twee batterjjen, a ondor Brakel on óón onder Poudoroyen, hot behoor der genie te Gorinchem. Ingei 3 inschrjjvingsbilietten, als: van C. „v, Meijden Az., te Hardinxveld, voor f236990; C- I). Kloijn te Moerdjjk, voor f251000; J. Smit VII te Kralingen, voor f248000. Do begrooting bedraagt f200000. K Door Burg, en Weth. van Vroeswjjk’' Prijs der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels /0,50. Iedere regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco, en uiterlijk tot Zaterdags-voormiddags ten 10 ure. maanden verblyf hielden; hun zal een nieuwe verblijfplaats kunnen worden' aangewezen. Na do aanneming van de wet sloot de Rijks- kanselier, die vóór de eindstemming was binnen gekomen, namens den Keizer de vergadering mot eeno dankbetuiging voor den volbrachten arbeid en den wensch, dat de Rijksdag, indien het tjjdvak van 2J jaar de duur der wet niet voldoende mocht blyken om het beoogde doel te bereikende regeering dan verder de behulpzame hand zou bieden. Met het gebrui kelijke driemaal, „Hoch” voor don Keizer ging de vergadering uiteen. Terwyl de Duitsche Rijksdag uiteenging verzamelde do Keizer van Oostenrijk, als Ko ning van Hongarije, de leden van den Hon- gaarschen landdag rondom zich tot hervat ting der werkzaamheden. Voor velen zal de openingsrede wel niet zeer opwekkend ge weest zjjn. Het gezicht van een demissionair Kabinet en de aankondiging dat ’s lands weerbaar heid en financiën dringend voorziening eischen, zijn weinig in staat om tot opgewektheid te stemmen, terwijl do offers, welke de bezetting van Bosnië eischte, eeno sombere schaduw moet werpon over het feit der gelukkig volbrachte bezetting Novi-Bazar is echter nog steeds niet jn hot bezit van Oostenrijk en Turkije schijnt al het mogelijke in het work te stollen om er Oostenrijk van terug te houden. Met Rusland verkeert de Porte in den laat- sten tijd op zeer .gespannen voet, ’t Is niet alleen het dralen van den Sultan in het onder- teekonen van het additioneel verdrag, maar ook het gemis aan bescherming der christen-onder- d an o n in de strekan die door het Russische leger ontruimd zijn. De Russische gezant eischt waarborgen tegen dergelijke mishandelingen, alvorens de Russen voortgaan met de ontruiming van het grondgebied. De gezant van den Onderkoning van Indië is eindelijk uit*Kaboul teruggekeerd, doch zonder eenige verklaring die op een amende hono rable gelykt. De Emir van Afghanistan eindigt zijn brief mot deze woorden: „Doet*wat gij wilt. De uit slag ligt in Gods hand.” Schier allo bladen stommen hierin overeen dat de oorlog nu onvermijdelijk is. Ook de Ministerraad die daarna gehouden werd, zal wei in dien zin beslissen. J)o lialiaansche premier is door den koning belast met de vorming van oen nieuw kabinet, dat, meer dan ’t geval was met de afgetreden ministers de uitdrukking zal zjjn van het staat kundig programma door den premier ontwikkeld. Volgens het beweren der Neue freie Preise zou de Italiaanscho geestelijkheid, daartoe gemach tigd door het Vaticaanvoortaan in haren eed bij de aanvaarding harer function af te leggen het koninklijk patronaat erkennen. Van de ondorhandelingen tusschon Berlijn en Rome vernoemt men niets meer. De Duitsche officieuse Norddeutiche allgemeir.e Zlg. koestert geen groote verwachtingen. Do Koning wordt 28 dozer op het igverwacht. Aan den oud-Minister van Mr. C. Th. Baron van Lynden van naar bericht wordt, de opdracht God. Staton van Zuid-Holland heb- Het beroemde gezegde van den Prediker waarin het woord dat ik tot opschift koos driemaal voorkomt, heeft reeds tot zooveel dui zenden sermoenen aanleiding gegeven, dat men haast genoodzaakt is verschooning te vragen indien men er toe overgaat hei getal mot nog één te vermeerderen. Toch waag ik hetop straffe van de ongenade mijner lezeressenhet vreeselykste wat een courantenschrijver kan over komen en wel met des te meer gerustheid omdat ik er van overtuigd bondat geen van haar in ijdelheid boven de andere dochteren Eva’s uitsfeekt. Dus zou alleen de schoonste helft des men- schelijken geslachte mot die zwakheid zal ik maar zeggen behept zijn O’t mocht watik zou zelfs de verdediging op mij durven nemen van do stellingdat zij er juist het minst mee te doen heeft, en dat, waar die eigenschap zich bij haar vertoont, deze in den regel een beminnelijk karakter aan neemt,hetgeen bij u, mijn waarde heer vol strekt het geval niet is. Doch laat ons geregeld redenoeren midden in het onderwerp vallen als een hongerde musch in een hoop tarwe. Ijdelheid kan zoowel een attribuut zijn van menschen als van dingen. Men gewaagt van ijdele verwachtingenijdele vreesijdele klach- I ten, ijdele pogingen, enz. Daar zijn lieden, die i al de genoegenswelke de aarde aanbiedtijdel noemen, en met innig medelijden, soms ook met met een minder welwillend gevoelnederzien op ders, hen voor wie het leven zelfmet zyn bonte men- geling van lief en leed, eenige aantrekkelijkheid bezit. Wij zullen hen natuurlijk van deze som bere beschouwing niet af zoeken te brengen al is zij volkomen in strjjd met onze begrippen. Van zulk een poging weet men vooruit dat zij „ijdel” is. Daar zijn nog anderen, die van de vermaken zooveel hebben genoten, dat zij er meer dan verzadigd van zijnbovendien heeft hun jacht naar losbandigheid hun zenuwgestel geschokthun humeur in den grond bedorven reden waarom zij met af keer al wat maar naar vermaak zweemt den rug toekeeren. En niet slechts verklaren zij het feestgewoel en het luid ruchtig genotwaaraan zij zich voorheen met zooveel hartstochtelijkheid overgaventhans hun aandacht onwaarddoch zij strekken dok hun veroordeeling of minachting uit tot edeler uit spanningen die u en mij toch alles behalve ijdel voorkomen. Eenvoudig is hun zin voor elk genotwelk ookverlamd geraakt. Een prachtig landschapeen liefelijke bloemeen heerlyk kunststukeen gelukkige menschen- groephet suizen van den wind en het bul deren van den stormeen kalme zomeravond en een verbolgen zee’t is alles voor hun oor en hart stom. Het leven ziet er voor hen heel naargeestig uit: zij zijn zoodanig „geblaseerd”, dat niets hun smaak meer streelen kan. Als een Engelschman zoo iets overkomt, en het hem niet aan fondsOn Ontbreekt, dan gaat hij zjjn verveelziekte een poos over het vasteland rond kruien en op een mooien morgen schiet hij zich vs.oor het hoofd of hij laat zich van de bergen te pletter vallen. Daarmede is zijn on geneeslijke „spleen” genezen, en mylords le vensgeschiedenis is afgesloten. Hebt ge bijgeval wel eens opgemerktdat er „jongelui” zijn, ja, op mijn woord, zeer jonge lui zelfs, die hun best schijnen te doen om ook met zoo’n soort van levensbeschouwing, voor den dag te komen Ik heb er een paar gekendmet gezichten zoo ernstig als een doodgraver waar van elke trek de wereld scheen toe te roepen „Wat zijt ge toch povere liedendie in zulke nietige dingen nog behagon kunt scheppen en u zelfs niet schaamt ze te bewonderen. Gij staat daar voor een schilderij ie gapen net als een hannekemaaiervoor eenolïrant in den Apentuin, of luistert naar ’t geen ge een „heerlijke sym phonic” noemt als kinderen naar een draaiorgel. Doet als ik„bewondert nietsdat staat chic 1*F Laat ons dien wereldwijzen jeugdigen oudman- notjes niet hard vallen. Gewoonlijk hebben zij zichzelven die verheven inzichten niet geschon ken waardoor zy alles „jjdel” noemen. Hun opvoeding heeft hen er noodzakelijk toe ge bracht, want och, men Jmaakt al zoo vroeg den geest der critiek vaardig over het jonge Nederland. hebben we bij voorbeeld de hoeren en dames Vuurlanders; heel gezellige Ipi, die maar één klein gebrek bezitten, namelijk dat zij vreemde lingen beschouwen als materiaal voor soep en worst, zij maken van hun toilet zoo bijzonder weinig werk, als zich maar denken laat. En toch, gebeurt het soms dat zij zich opschik ken, dan verven zij zich met kalkbrij, spierwit, teekenen op die grondverf eenige zwarte en roode figuren, en dragen dan de borst wel een half voet hooger dan gewoonlijk. We moeten echter eerlijk er bijvoegen, dat niet slechts persoon lijke ijdelheid hen aanzet om zich mooi te ma ken, maar ook de begeerte om het teder hartje van het een of ander aanvallig Vuurlanderin- netje te veroveren. Met soortgelijk idyllisch oogmerk hebben wij immers ook wel eens dwaze stukken vertoondDe oude ridders vochten om een goedkeurenden blik uit een paar schoone oogen tegen leeuwen en ongeloovigen, en een kennis van mij, die aan de koningin zijns harten zijn voortreffelijkheid in mannelijke oefeningen wilde laten zien, sprong in haar bijzijn over neen, in een breede sloot, zoodat hij modder had tot aan de kraag van zijn jas. Maar zouden nu diezelfde ridders de onge loovigen, en mijn bekende de moddersloot, on gemoeid hebben gelaten indien er geen dulcinéa in ’t spel was? Wel neen, want er is een macht, grooter nog dan die der liefde, een drijfveer, sterker dan dorst naar goud, een hartstocht, onverzadelijker dan gierigheid het is de be geerte naar roemEn wat is roemzucht anders, dan een bijzondere vorm waaronder de ijdelheid zich vertoont? Wij kunnen er nu eenmaal niet tegen, dat onze medemenschen van ons doen geen notitie nemen. Onze naam, al is hij ook gelijkluidend met die van een honderdtal andere Nederlan- moet zweven op de lippen van velen. I Daarvoor getroosten wij ons- allerlei moeite. We nomen werkzaamheden op ons, die, ja wel het algemeen belang ten goede komen, dat maken wij ons en anderen ten minste wijs, doch die we even goed, zonder in ’t minst van traag heid beschuldigd te worden, aan onzen buurman konden overlaten. Wij kunnen niet leven zon der president te zijn van de afdeeling dit, secre taris van het genootschap dat, meestal voor het pleizier nu en dan onzen naam gedrukt te zien op een circulaire of in een verslag. Soms rijden we zelfs elkander in de wielen als er iets te doen valt, alleen omdat we voor ons zelven de eer willen veroveren die zaak in orde ge bracht te hebben. Mijnheer A. is lid van Af schaffing, B. van Multapatiorsbond, en beiden steken den draak met elkanders voorstellen om den drankduivel te boeien. Inmiddels zal de drinkebroer nog menig „halfje” naar binnen laten loopen. Ik geloof, als de menschen hun ijdelheid meer ondergeschikt konden maken aan de eischen van het maatschappelijk welzijn, dat er dan reeds heel wat kwaad onderdrukt zou zijn. Indien nu de lezer uit het voorgaande afleidt, dat ik de menschelijke ijdelheid volstrekt geen plaats zou willen gunnen, dan verzoek ik hem die meening te laten varen, ’t Zon er zeer slecht uitzien met de menschheid, als eer- en roemzucht ophielden haar voort te bewegen. Een nuchter en zieldoodend materialisme van het allerminste gehalte moge terstond voor den dag komen met de vragen: „Wat heb j'èr aan?” of „Wat koop j’er voor?" Wij achten hen die zoo redeneeren geen aankijken waard. Roemzucht heeft kun stenaars bezield, mannen van wetenschap de grootste moeielijkheden doen overwinnen, oogen- schijnlijk zwakken met nooit vermoeide krachten begiftigd, krijgslieden Ja, daar komen we juist op glad ijs. De militaire glorie, in menig opzicht een bastaard- loot van den roem. Gelijk Erostratus uit ijdel heid den tempel van Artemis te Ephesus in brand stak, zijn er ten allen tijde van die ijselijk groote mannen geweest, die uit geen ander beginsel het vuur van den krijg deden ontvlammen on geheele volken in een zee van jammeren stortten, ’t Is waar, er wordt dan wel een andere drijf veer genoemd, men heet dan wel te strijden voor „een heilige zaak,” alsof de geschiedenis ons niet leerde hoe hoog dergelijke voorwendsels behooren te worden aangeslagen. Lang zal die treurige toestand nog voortduren zóó lang, 1 totdat de menschheid wijs genoeg is geworden om de valse he glorie te onderscheiden, eerlijk genoeg om eiken moordenaar, al drijft hij ook zijn beroep en gros, den naam te geven dien hij verdient. Als de ijdelheid der „oorlogshelden” niet langer wordt gestreeld, dan sterft het ras uit en de oorlog meteen. Reeds in onze dagen- begint de volksopinie in deze een woordje mee te spreken, en ’t is wel aardig, dat allerlei kunst middeltjes, decoratiën zonder tal, eervolle ver meldingen bij de vleet, moeten worden aange wend om de lui vechtende te houden. Men geeft zelfs somtjjds „ecreteekens” aan allen die aan eenig krijgsbedrijf slechts hebben deelgenomen! ’t Staat zoo fraai als men een massa medailles van allerlei kleur en vorm op de borst heeft Overzicht. De 21e October was een gedenkwaardige dag zoowel voor Frankrijk als voor Duitschland, doch in verschillenden zin. In Frankrijk had dien dag de plechtige uit reiking plaats van de prijzen aan de bekroonden van de tentoonstelling. Was deze plechtigheid op zich zelve reeds eeno gebeurtenis waardig om in de geschied rollen van het jonge Frankrijk te worden opgeteekend en welsprekend genoeg door de eenvoudige vermelding van hot feit, een bijzonderen luister ontleende zij aan de tegen woordigheid van vele vorstelijke personen, maar vooral ook aan do rode door don president Mac- Mahon bij die gelegenheid uitgesproken. Wel moet het hart van den president van nationalen trotsch geklopt hebben, toen hij in tegenwoor- I digheid van zoovolen die getuigen waren geweest I van Frankrijks diepe vernedering, kon wijzen I op de vruchten van eon tijdperk van slechts Loo teru[, zeven jaren, maar jaren van inspanning on arbeid. 1 justitie Mr. Niettegenstaande milliarden aan den overwinnaar I Sandenburg, is, t moesten geofferd worden, in weerwil van den gedaan het huwelijkscontract op te stellen, crisis die zich allerwege op het gebied van han- —God. Staten van Zuid-Holland hen del en nijverheid deed gevoelen; trots de stor- ben ter behandeling in de aanstaande herfst ver men die meermalen de grondvesten der jeugdige u-adorini? aan de Provinciale fltatan onn republiek deden schudden, vertoont Frankrjjk zich thans weder aan de spits der Mogendheden van den eersten rangjong on krachtigeere- palmen uitreikende aan hendie zich op het gebied van kunst en nijverheid dio onderschei ding waardig maakten. Ja waarlijkde over wonnene van gisteren is thans op zijn beurt overwinnaar 1 Op fiere en toch bescheidene en waardige wijze bracht de president-maarschalk in zijne toespraak oen en ander in herinnering on do uitbundige toejuichingendie hem daarbij te beurt vielen bewezen dat Europa zich in die overwinning verheugt en eerbied heeft voor die bewontlorens- waardige krachtsontwikkeling der Fransche natie. Dienselfden dag bekrachtigde de Bondsraad den jongsten arbeid van den DilitMrIieii rijksdag, door zijne goedkeuring te geven aan het wetsontwerp waardoor de regeering eon der vijanden van het ovon-oude Duitsche rijk onschadelijk hoopt‘te ma- ken. De zoogenaamde Hocialisten-wet is Zaterdag jl. door eene meerderheid van 72 stemmen door den ryksdag goedgekeurd na eerst weder aangevuld te zijn met de artikelen, die bij de tweede lezing niet de'voroischto meerderheid hebben kunnen vinden. Op grond van do weder in eere herstelde artikelen zullen periodieke geschriften voor goed verboden kunnen wordenwanrteer eon nummer wegens verspreiding van niet-geoorloofde socia listische stellingen zal verbeurd verklaard zijn. Socialistische agitatoren zullen uit een plaats kunnen gebannen worden, behalve uit hunne woonplaatswanneer zij daar laAger dan zes hangen, en men is er niet minder trotsch op als ^en Hf&Vfyop zijn snoer glaskoralen. ’t Is verwonderlijk, hoe velerlei zaken als voorwerpen van ijdelheid worden aangewend. Mijn buurman links is letterlijk de slaaf ge worden van zijn knevel, enkel omdat hij zich in het hoofd gehaald heeft dat er geen fraaiere in de wereld bestaat. (Waar de man de inbeel ding vandaan heeft weet ik niet; de mijne is minstens even mooi, ’t verschil ligt alleen in de grootte.) Om dat bekoorlijk lichaamsdeel goed te doen uitkomen, en aan de algemeene bewondering prijs te geven, trekt hij z’n gezicht in een bepaalde plooi; met de meeste behoed zaamheid steekt hij een sigaar aan er mocht eens een half centimeterlje‘afbranden, en do snor is niet geassureerd! Enfin, de man heeft er akelig veel last van. Een nichtje van mij is ijdel op haar tandjes. Nu, ze zyn ook in sommige opzichten aan pa reltjes gelijk, maar ik bid u, wat verdienste steekt daar nu eigenlijk in En wie kan het goedkeuren, dat zij die ^gevaarlijke wapenen bijna onophoudelijk laat zien? Zou zij er oen haar gelukkiger door worden, indien de eenparige ge tuigenis van al de ingezetenen dezer gemeente alflps luidde: „Mejuffrouw Louise T. hoeft de mooiste tanden van do gohoolo stad Een man had de ijdelheid te verklaren dat niemand harder schreeuwen kon dan hij. Dat is hem ten minste eens te pas gekomen toen hij in ’t water lag. Van oen ander weet ik, dat hij er zich op beroemde, do grootste eter van Noord- en Zuid-Holland te zijn. Of hij gelijk had, kan moeielijk bewezen worden, wél heb ik iets van zijn heldenfeiten gehoord,— en dat was om er respect voor te krijgen. Van ijdelheid, die zich in kleedorentooi ver toont, zullen we ditmaal niet spreken, hoewel er veel van te vertellen valt. Alleen moet ik nog opmerken, dat ik ook deze met toegevend heid boharijflld wil zi«n, want, als we haar geheel willdn wegcijferen, dan zouden we moeten terugkeeren tot do onpractische beestevellen- dracht van KeltenKimbren en Teutonen. En daartoe wil ik geen uwer aanmoedigen, ’t zij hoer of dame.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1878 | | pagina 1