N°: 491.
:n.
J',
878.
Zondag 10 November.
neming
sen
egarandeerde
over de
Mark
•den.
!ompie.
dienst
leg
J.
Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht.
4
luuda.
Senr.,
iiburg.
21'4
BINNENLAND.
BUITENLAND.
Variation op een oud therria.
1.
fl
franco, en uiterlijk tot Zaterdags-voormiddags ten 10 ure.
drêunen
wij
eldei
n
vèrlangen is het
«halve vast-
andere gedachten te
i eenvoudig
NOOTEN.
wonnen Gei
lden prompt
i met be-
aande trek-e
De winsten
jjn door den
Staat
•garandperd.
ioeg
door
M aan
genomen. Het spreekt over het algemeen een
et de
(otterdam
DAG,
ten.
VRIJDAG
JSÉN 4 Co. t
lilden 60 et.
ReieiiHinark
lilden 80 ct.
ReieiiHinark
DO ct. oder
Reichsmark
e origineele
egen franco
ar de verste
en.
loonhoven
2 uur.
30 minuten.
VRIJDAG
nHOVEIMECOURANT
lij benevens
wapen voor-
laats gehad
tanvrage de
kracht wórdt indien het de goedkeuring van twee de gebeurtenissen in Turkije.
Het nieuwe ultimatum dat de onderkoningva i
’Ier Engelsche regeering aau
spanning
o dat de ziekte ne
ig gebied blijft zulk
Wel bleek dat het
igeland tegénover de regeering
r niet zoo uitdagend is geweest,
n -
n -
n -
n -
n -
n -
n -
ti -
a -
o -
a -
n -
o -
o -
Q -
aanden
dit is een
tên, met
mder de
EN voor dit
in Schoon-
botterdam
anker met
cèrs. Prijs-
jield-loterij
loten bevat,
ft* M
ga
Prijs der AdvertentiënVan 1 tot 5 regels ƒ0,50. Iedere
regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending
Deze Courant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag
verzonden. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70,
Franco per post door het geheeld rjjk 0,80.
6,000 Mark.
Mark
k 2000
in - 1500
n - 1200
n - 1000
500
300 -
250
200
150
138
135
124
120
100
O*
67
50
40
20 w
in 7
S. W. Ni VAN N0OTEN te Schoonhoven
.Üitgevm
N
«Ir.,
De toestand van Èuropa heeft tegenwoordig
vèel overeenkomst met dien van een ernstig
ktankeop het oogenblik dat de ziekte het top
punt bereikt en de omgeving in spanning
verkeert omtreht het verloop
men zal. Ook op staatkundig
eene spanning hperschen.
optreden van Ent w
te St. Petersburg niet zoo uitdagend is geweest,
als de eerste berichten deden vermoedenen dat
de geruchten van pen verbond met Frankrijk,
Italië en Oostenrjjk niet alleen voorbarigmaar
zelfs ten(penemale onwaar waren; wel blijft de
Russische regeéring, in tegenspraak met hare
officieuse en andere organenverzekeren dat het
haar oprechte wensch is, het verdrag van Ber
lijn in alle deelen getrouw uit te voeren, doch
de handelingen van het bezettingsleger in Turkije
en de toestand in Rumelië en Macedonië zijn
zoo moeilijk met die verzekeringen te rijmen
dat de bestaande onrust alleszins gewettigd is.
Dat Rusland er nog niet aan denkt om voor
eerst het bezette grondgebied te verlaten, blijkt
ook uit de proclamatie door Prins Dqndukoff, de
zer dagen aan de bewoners van Zuid-Bulganje
uitgevaardigd. De Prins betuigt daarin zijn dank
aan de gemeenteraadsleden van Philippopel, dat
zij hem geholpen hebben om alle takken der ad
ministratie in Rumelië te regelen op de wijze
als in noordelijk Bulgarije geschied is, en stelt
tevens aan de inwoners den gouverneur-generaal
voor, aan wien hij het bestuur heeft opgedra
gen. En dit geschiedt geheel buiten de Euro-
peesche commissie omaan welke volgens artikel
18 van het Bbrlijnsche tractaat de organisatie
van oostelijk Rumelië, binnen een termijn van
drie maanden na de uitwisseling der ratification,
was opgedragen! Door zulk eene willekeurige
wijze van handelen, moet opstand, die in be
ginsel slechts de ondermijning van het Turksche
bestuur ten doel heeft, Wel nieuw voedsel ont
vangen, en reeds daarom alleen mag de bewe
ring, dat de beweging door Rusland in de hand
gewerkt wordt, wel eenigSzins gegrond heeten.
Intusschen heeft de Porte alle beschikbare troe
pen tegen de opstandelingen afgezondentot nog
top echter zonder eenig gunstig gevolg.
Van het oogenblik af aan, dat het geschil
ontstond tusschen de Britsch-Indische regeering
en den Emir van Afghanistanheeft men ver
band gezocht tusschen hetgeen d liar voorviel en
A.VÏ
GOUD- en
zal plaats
inbcr, in het
ISBN, tot de
Z. M. heeft bij het wapen der genie
benoemd tot kapitein van de 2de kl. de 1ste
luit. G. J. Collard, C. J. Polvliet en H. F. W.
Becking, allen van het corps.
Met zekerheid wordt thans mede
gedeeld, dat Z. M. den Koning 15 of 16 Januari
e. k. te Arolsen zoowel burgerljjk als kerkelijk
met H. K. II. prinses Emma in den echt zal wor
den vereenigd. Het hooge echtpaar vertrekt dan
naar het Loo en zal tusschen 20 en 25 Januari
te Amsterdam zijn feestelijken intocht doen.
In de zitting der Provinciale Sta
ten van Zuid-Holland van 1.1. Dinsdag zijn be-
eedigd en toegelaten de nieuw gekozen leden
de heeren Kikkert en Van Dijk van Mathenesse.
Bij -acclamatie is besloten Ged. Staten te mach
tigen tot het aanbieden van een adres van ge-
lukwensching aan Z. M. den Koning met HDs.
voorgenomen huwelijk. De ingekomen stukken,
zijnde 46 nummers, zijn ter tafel gebracht en
deels commissoriaal gemaakt, deels ter visie
^gelegd ter nadere afdoening. De vergadering
is daarop gescheiden tot 14 dezer, tegen wanneer
de verschillende rapporten worden ingewacht
ten einde alsdan een aanvang te maken met de
behandeling der verschillende onderwerpen.
derdes /Ier uitgebrachte stemmen wegdraagt. Er Het nieuwe ultimai
i« dus *üe reden om eerst te beproeven, of wij- B.-Indië op bevel di o.__oo
ziging van dat Xle Hoofdstuk kan worden be- den Emir heeft gezonden doet dat verband nog
werkt, om alzoo den weg te banen tot een alge- v^i.j-
meene herziening, die ook andere onderwerpen
dan, het kiesrecht kan omvatten.
Ten slotte nog een vraag; Kan met grond
Worden beweerd, dat de Rpgeering, door het
niet aanbieden van plannen tot -betere regeling
van het kiesrecht nog in dit zittingjaar, de ge
schiktste gelegenheid heeft laten voorbijgaan?
B ij n azeiden we. Dus niet geheel en ml.
Er zijn pp dit oogenblijr vraagstukken aan
de orde, Un even ingrijpenden aard als de
schoolwet-quaest’ie die het verleden zittingjaar
grootendeels in beslag nam. Ook deze dulden
geen langer uitstel.
Wij bedoelen: vooreerst eene betere inrichting
van het financiewezen, (vermeerdering van in
komsten eri voorbereiding van belastinghervor
ming, beide door de jongste troonrede in het
verschiet'gesteld,) en de Kanalenwet. Als deze
punten van het staatkundig programma worden
afgewerkt, heeft de natie reden tot tevredenheid,
#n kan zij voor dit jaar alle andere eischen
laten varen.
Doch onmiddellijk daarna is, meenen wij,
het kiesrecht, of, onf in één woord alles te
zeggen, een flink beredeneerd voorstel tot Grond
wetswijziging het eerst aan de beurt. Dat voor
stel zou krninen uitgaan van die „eenige
Kamerleden” die er thans reeds op aandrongen,
en gewis op .dit punt een gevestigde opinio
hebben, anders zegt men zoo iets niet, doch
behoort eigenlijk tot hetgeen van deze Regee
ring wordt verwacht. Vrees voor verplaatsing
van de meerderheid behoeft er niet te bestaan
bjj het denkend en zelfstandig oordeelend ge
deelte der natie is het vertrouwen op het Minis-
terie-Kappeyne ongeschokt, en het zal zijn positie
versterken door krachtig de hand te slaan aan
een belangrijken arbeid.
Maar in elk geval verwachten we, dat de
Regeering thans kleur zal bekennen. Op de
vragen, in het Voorloopig Verslag gedaan, past
een stellig antwoord. Het volk van Nederland
moet weten, in hoeverre de Heeren aan de Groene
Tafel gezeten, geneigd zijn de opflikkering van
publieken geest, dien wij meenen te mogen con-
stateeren, tot een heldere, verwarmende vlam
aari te blazen, door een eind te maken aan den
staat van politieke onmondigheid, waartoe een
Onhoudbaar stelsel de uitnemendste elementen
(Jes volks heeft veroordeeld.
OVerzIeht.
van Ei
Wees zóé scherpzinnig als iemand tbr wereld
en het zal u toch niet mogelyk zjjn uit die
bonte mengeling van vele, enkele erf andere
leden (cijfers staan er natuurlijk niet bjj)^op te
maken wat de liberale partij als zppdanig eigen
lijk wil.
Gaan we de uitee^loopende adviezen kortelijk
na, dan hebben we’ vooreerst te rekenen met
de kamerledendie nimmer hun stem zullen
geven aan zoodanige veranderingals leiden
moet tot de „zeer onstaatkundige invoering van
het algemeen stemrecht,” Dat die invoering op
dit oogenblik en onder de tegenwoordige om
standigheden onstaatkundig zou zjjn, hebben we
reeds toegegeven. Maar elke vermeerdering
van het aantal kiezers is te beschouwen als een
stap in die richting, en dan ligt de gevolgtrekking
voor de hand dat bedoelde leden ieder voorstel
daartoe bestrijden zouden, dus. dat zij niets an7
derji willen dan het thans heerschende systeem, met
al zijn bespóttelijke gebreken en onmogeljjk te
bestendigen leemten. Zelfs de meest behoedzame
censusverlaging, binnen de grenzen door de
grondwet zelve gesteld, zou door heij met een
afkeurend votum woeden getroffen. Wij kunnen
niet gelooven, dat de leden, die deze beginselen
zjjn toegedaan, in de gelederen der vrijzinnige
meerderheid te zoeken zijn.
De „andere leden”, die meenden dat bij in
standhouding der vigeerende grondwet betere
regeling der kiesbevoegdheid zeer denkbaar is,
zijn klaarblijkelijk voorstanders van vermindering
van den census voor de grootere gemeenten. Deze
maatregel wordt voornamelijk aanbevolen om een
eind te maken aan de werkelijk bestaande of ver
meende overheersching van de steden door het
platteland. Werd het echter tot een punt van on
derzoek gemaakt, van welk gehalte de kiezers zou
den zijn, aan wie langs dezen weg dé toegang tot de
stembus word geopend, dan zou het blijkön dat, ja
een zeker getal personen kiezers werden wier ver
standelijke ontwikkeling hun daarop het volste
recht geeft, maar die gunstige invloed zou meer
dan geneutraliseerd worden door den toevoer van
kleine patentplichtigen, kroeghouders niet te
vergeten, die niet hooger staan dan de aller
platste plattelander. Het groote kwaad, dat niet
het verstand, maar de opbrengst aan de Schat
kist over de kiesbevoegdheid beslist, zou niet
worden weggenomen, doch eenvoudig zich onder
broedere verhoudingen vertoonen. Nog altijd
zouden zeer velen uitgesloten blijven, die, geen
hoofden van huisgezinnen zijnde, weinig, aan
directe belastingen betalen, en niettemin om hun
wetenschappelijke vorming bovenaan móesten
staan. Toch zouden we, indien de onmogelijk
heid bleek eene andere herziening van het kies
recht tot stand te brengen, ons vóór census-
gelijkmaking verklaren, doch alleen als over
gangsmaatregel, en onder uitdrukkelijk voorbe
houd dat het tapperspatent niet in rekening
werd gebracht.
Meer overeenkomstig ons vèrlangen is het
denkbeeld der Kamerleden die, na voprafgegape
Grondwetsherziening, losmaking van den census
bepleitten. Men weet het, Artikel 76 van onzfe
Constitutie, en vooral het laatste gedeelte, Geh
betalende in de directe belastingen eene som,
die, overeenkomstig met de plaatselijke gesteld
heid, doch niet beneden het bedrag van f20
noch boven dat van f 160, in de kieswet zal
worden vereischt”) is héf groote struikelblok,
*t welk een rationeeje wijziging van het stem
recht tegenhoudt. Het is reeds lang genoeg
duidelijk, dat het door Thorbecke op den voor
grond geplaatst verband tusschen verstandelijk
en geldelijk vèrmogen een droombeeld is, en nu
we, na eene proefneming van dertig jaren, tot
die overtuiging zijn gekomen, is het meer dan
tijd geworden, om den grondwettigen boei langs
grond wettigen weg te verbreken. Naar onze
meening behooren de aangehaalde woorden ge
heel te vervallen, terwijl de regeling van het
kiesrecht aan den gewonen wetgever moet wor
den opgedragen.
Grondwetsherziening echter, ’t behoeft niet
meer herhaald te worden, is uiterst momelijk
gemaakt door het Xle hoofdstuk 4(„van Verande
ringen”).' Er moet een bepaald voorstel worden
gedaan wat men wil veranderd hebben. Thorbecke
legt in zijè „Aanteekeningen op de Grondwet,”
deel II, den vollen nadruk op dien eisch, waar
hij zegt: „De hervorming der Grondwet vooraf
telkens binnen zekere perken gesloten, wordt die
algemeene onzekerheid, die schudding van het
gansche gebouw vermijd, welke eene oproeping
dér grondwetgevende macht zonder bepaalde
taak zou vergezellen. De wet moet niet enkel
verklaren, waar verandering of bijvoeging aan
den Koning en de gewone Statengeneraal noodig
schijnt, maar reeds het ontwerp zélf der
verandering behelzen, zoo als het door de Tweede
Kamer, in dubbelen getale vergaderd, met de
Eerste en den Koning zal kunnen worden aan-
genomentf’ Wordt het voorstel aangenomen, dan
volgt ontbinding der beide Kamers, samenroe
ping der nieuwe, (ofschoon de Tweede niet in
dubbelen getale, zooals de constitutie van 1815
voorschreef), en deze beraadslaagt in vereenigde
zitting over het Ontwerp, dat eerst dan van
duidelijker uitkomen. Volgens de verzekering
van een ambtenaar 1 van het Engelsche Depar
tement van Oorlog zou in dat stuk van den Emir
o. a. geëischt worden de verwijdering van den
Russischen gezant, die nog altijd te Kaboel ver
blijft, en het in acht nemen eener'1 strikte on
zijdigheid. Aan den Emir is eene maand tijd
gelaten om zich te verklarenluidt dat antwoord
weigerend of ontwijkend, dan zullen de gereed
staande Engelsch-Indische troepen waarschijnlijk
niet langer dralen met het beginnen der vijan
delijkheden.
De Oostenrljksche premier,graaf Andrassy,
zal zich thans voor de vertegenwoordiging des
lands hebben te verantwoorden, wat betreft het
aandeel dat de regeering genomen heeft in de
tenuitvoerlegging van het vredestractaat. Hoe
de conimissie, belast met hét ontwerpen van een
adres van antwoord op de troonrede, over het
régeeringsbeleid denkt, blijkt duidelijk gene
uit de bewoordingen van dat adres, dat ook d<
de Kamer met overgroote meerderheid is
afkeurend ^oordeel uit en bevat zelfs eene bede
tot den Keizer, dat deze acht geve op de onrust,
die zich van de bevolking heeft meester gemaakt,
sinds over het lot des Rijks buiten de vertegen
woordiging om beslist'wordt. Ook deHongaar-
sche volksvertegenwoordiging oppert dezelfde
grieven togen de regeering en was slechts met
moeite te bewegen om een aanvang te maken
met hare werkzaamheden: de verkiezing der
delegatiën. Aan beide takken van volksverte
genwoordiging is een afschrift van het vredes
tractaat overgelegd.
Gelijke attentie had de Fransche regeering
voor de vertegenwoordiging aldaar. Zij voegde
echter bij het afschrift van het tractaat hog een
bundel bescheiden, te zamon het zoogenaamde
„gele boek” vormende, voorpl belangrijk omdat
het'licht werpt over de verhouding met Enge
land. Een oogenblik verkeerde die goede ver
standhouding in -gevaar, door den ongunstigen
indruk dien het eerste bericht van de annexatie
van Cyprus door Engeland in Frankrijk maakte.
Nadere ophelderingen van Lord Salisbury, waarin
deze de verzekering gaf dat het Engelands wensch
was om eerlijk met Frankrijk samen te werken tot
het verzekeren en beveiligen van Egypte’s be
langen, nam het misverstand weg en herstelde
het goed vertrouwen.
De uitslag van de verkiezingen van gedele
geerden voor de kiescolleges geeft grond voor
de verwachting dat de ^Republikeinen bij de op
handen zijnde gedeeltelijke vernieuwing van den
Senaat ook in dat lichaam de meerderheid zullen
erlangen. De tegenwoordige Senatoren doen
intusschen hun best om de rechterzijde nog
zooveel mogelijk te versterken. Als secretaris
werd de conservatieve candidaat met eene meer
derheid van 19 stemmen gekozen;
slecht voorteeken voor de republikeinen,
het oog op de drie vacaturen, die er ou»-.
levenslange senatoren moeten vervuld worden.
De Tweede Kamer is hare werkzaamheden
begonnen met het onderzoek der nog niet ge
heel afgehandelde geloofsbrieven. Een verkie
zing, die van Leroux, is reeds ongeldig ver
klaard; gelijk lot zal wel te beurt vallen aan
de Cassagnac, wiens geloofsbrieven thans on
derzocht worden.
De geloovige Katholieken in Italië zullen
voortaan weder aan de stemmingen deelnemen.
Zooals men zich herinneren zal was hun dit
door Paus Pius ontradende tegenwoordige Paus
schijnt daaromtrent echter andere gedachten te
koesteren.
Alle Binnenlandsche Advertentiën, waarvan
de plaatsing 3 maal wordt opgegeven, worden
•lechta t mul in rekening gebracht. n
De« schriftelijke gedAchtenwisseling tusschen
Regeering en Volksvertegenwoordiging, die jaar
lijks de openbare behandeling der Staatsbegröo-
ting voorafgaat, en waaryi het resultaat van het
afdeelings-onderzoek over de verschillende hoofd
stukken dier begrooting is nedergèlegd en door
do Ministers wordt besproken, biedt gewoonlijk
gelegenheid aan, om eenige algemeene beschou
wingen te leveren over belangrijke staatkundige
onderwerpen. Ook ditmaal heeft de Tweede
1 Kamer hUUr zienswijze medegedeeld óver eenige
“vraagstukken, diezsedert lang in de dagbladpers
zijn besproken.
Vooral Jjetgèen in het Voorloopig Verslag oytjr
Hoofdstuk 1 gezegd is van het kiesrecht achten
wij vin gewicht. Men weet hei, jattr op jaar
i de slagen op datzelfde aambeeld, zonder
dat tot nog toe die ijver tot eenige ^uitkomst
geleid heeft; doch dé leden der Tweede Kamer
verdienen onzen dank, dat zij zich niet hebben
laten ontmoedigen, en b>j yernieuwing toonden
dat het hun ernst is met; de begeerte om de
grondslagen van ons constitutioneel leven aan
eene degelijke herziening te onderwerpen.
’t Is pnzen lezers bekend, dat wij voorstanders
zjjn van het algeméén stemrecht - als einddoel.
Maar tusscherf dit en de (tegenwoordige regeling
gaapt een wijde klovp1 die maar niet zbo op
eenmaal kan worden overgesptongen. 'Haar te
dempen, en aïzoo geleidelijk, de gewenschte her
vorming voor te bereiden, opdat gÓèn schokken
hét gebouw onzer binnenlandsche staatkunde doen
waggelen, en het gevaar voor oridennijning der
verschillende factoren van het staatsgezag worde
vermeden, moetfhet streten zijn van ieder dié
het wel meent mqt het vaderland en in de po
sitie verkeert op den gang van za^én invloed
uif te Oefenen.
En, al moge h«t nu waar zijn dat in den
boezem van de liberale meerderheid der Tweede
Kamer nog gefen overeenstemming heerscht om-
i trent de vraag,- hoever de uitbreiding van het
kiesrecht zich voorloopig moet uitstrekken en
langs welken weg vermeerdering van hè,t getal
zelfstandig oordeelende en handelende kiezers
verkregen zal worden, toch komt het ons on-
wa^arschijnlijk voor, dat bjj de Regeering nog
geen vaste overtuiging aangaande de „electorale
quaestie” bestaat. Een Kabinet, dat eene flinke
meerderheid achter zich heeft, mag zulke hoofd
vraagstukken niet met gesloten oog voorbijgaan
en zeer zeker zouden we een onmogelijke on
derstelling opwerpen, indien we het vermoeden
uitspraken dat het im den Ministerraad geen
punt «|jl overwegiftg uitmaakt of uitgemaakt
he#ft; Daarom zouden we bjjna geneigd kijn
ohs te scharen aan de'zijde van die „eenige le
den” (der Tweede Kamer) die er „een grief van
maakten tegen de Regeering, dat in het tegen
woordig zittingjaar geen voorstel tot herziening
van het kiesrecht zal worden aangeboden.” Wij
hopen, dat de heer Kappeijne onbewimpeld, gelijk
wij van hem gewoon zijn, zjjn. zien^wjjze omtrent
dit punt zal mededeelen. Bijna, zouden we
durven zeggen, is de gelegenheid om de lang-
gewenschte hervorming van het kiesfecht tot
irtand te brengen, 'zoo gunstig als zij ooit kan
worden.
Aanstonds zullen we dat Woordje bijna toe
lichten, na eerst te hebben aangegeven wat in
het Voorloopig Verslag van de Commissie van
rapporteurs wordt gezegd.
„Men meende, dat de wenschelijkheid en de
noodzakelijkheid der medewerking van een grooter
aantal kiezers tot de keus van de leden der
Volksvertegenwoordiging sedert lang in het oog
vallen. Eenige leden waren van oordeel dat
losmaking van den zoogenaamden census niet
denkbaar is zonder grondwets-herziening. Indien
men dus voor die losmaking gestemd is, dan
moet dat middel te baat worden genojpen. An
deren daarentegen meenden, dat bij instandhou
ding der vigeerende grondwet betere regeling
der kiesbevoegdheid zeer denkbaar was. Ove
rigens waren er leden die nu reeds verklaarden
dat zij nimmer aan eene zoodanige verandering
in ons kiesstelsel hun stem zouden geven, die
leiden moet tot een in hun oog zeer onstaat
kundige invoering van een algemeen stemrecht.
Bij de behandeling van dit punt verhieven zich
stemmen voor eene grondwets-herziening in meer
rfgemeenen zin en dus niet enkel met het oog
op eene hervorming van het kiesrecht. Anderen
wilden dat men slechts zou besluiten tot wjjzt-
ging van Hoofdstuk XI der grondwet. Daardoor
kon de weg tot verdere verbetering worden ge-
L'» baand.” f
*t Is waar, het kruisvuur van die verschillende
meenin gen en inzichten maakt ons niet veel
wijzer, eri zeker is het bekende gezegde, dat
uit den schok der gevoelens de waarheid te
voorschijn springt, hier niet van toepassing.