1880.
Zondag 11 Januari.
N°. 552.
LA.
Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht.
s. w.
lerdag
zijnde
ruimd.
LR.
L
BINNENLAND.
rad
BUITENLAND.
De Koiiirigin 'deir aarde.
r<
rijgbur bij
do
rat tot dit
o
orvaderen,
hot weer onrustig. Sommige
per kilo.
macht
f66, 3d«
•OTEN.
Deze Courant wordt geregeld ioderen Zaterdag-middag
verzonden. Prys: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70.
Franco per post door het geheels rijk 0,80.
te Schoon-
>ekomen.
gestremde
el in, vee
tsche en
4 W. N.
al. 70 ct.,
i 34, vette
Ischapen
Iveren 21
o f6110
0, Zeeuw-
30, Roods
Gedeputeerde Staten van
■OfflOfflME CÖMT.
lonhoveu.
Fan. 1880.
J. Bok en
Jong en
da, ouders
idse.
tanden.
Brassen,
its af, te
IOTEN te
•r. isael
irk, Spry-B
yi«n
.nlMCl
g.wlnly I
n vooraf-
N. VAN NOOTEN te Schoonhoven,
Uitgevers.
Alle Binaenlandsohe Advertentiënwaarvan
de plaatsing 3 maal wordt opgegeven, worden
slechts 2 maal in rekening gebracht.
M).
,00.
skerk zijn
t vergeten
wanneer
het barre
j maanden
-Zombla
ardig, zóó
ooge mate
voor alle
te Kabul,
f oereid, mits uuku
chten hersteld werd
>kken. Dezo zullen ditmaal ech-
niet zoo spoedig aan
krijgen een gevoel van schaamte, wanneer oen
ander met voorvallen bekend is die niet door
ons zijn vernomen, al zijn deze van soms zeer
luttele waarde, en al kunnen wij niet verwachten
dat de geschiedschrijver zich er ooit mede zal
bezighouden. Hoe wij over die eigenaardigheid
denken, en wolko waarde wij er aan toekennen,
komt er minder op aan, o
en derhalve bevredigd moet worden.
En dat is nog niet eens het gewichtigste deel
van don arbeid, die gevorderd Vv.di.
die hun tijdgenooten willen voorlichten. Niet op
allen maken de gebeurtenissen denzelfden indruk;
niet altijd wordt er eenstemmig gedacht over de
oorzaken on de gevolgen. Toet
vooral aan. Hetgeen gisteren l
een waarschuwing zijn voor bedonof,
toestanden zich zien ontwikkelendie
der gewenscht volkomen,
zon kunnen opmerkendaar kan het zijn nut
- *3 nemen Is er
tegen de gevolgen,
Hing f20. p
aar wicht
idel vlug.
oor Enge
re biggen
kalveren
en de ontevredenen.
van het vorige jaar is
wj den
zijne jeugdige go-
rytuig gezeten was. Do on-
iz genaamd, die twee re-
wjelke b":j— 1-
igevoerd
reren, 11
immeren,
i geiten,
al. 70 ct,
il. fl,05,
per kilo,
inden 42
beroepende op de ongunstige
dezer hebben van hun recht ge-
om de wanbetalers van hunne
rerjagen, en doze maken nu ge-
zich tegen het openbaar gezag
Ierland vooral, waar zooveel
smeulen, is dit een veront-
Te Carnaroe heeft er reeds een
Prijs der AdvertentiënVan 1 tot 5 regels 0,50. Iedere
regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending
franco, en uiterlijk tot Zaterdags-voormiddags ten 10 ure.
eigen kleeding. Al maken zij geen vertoon van
onfeilbaarheidzij verdedigen toch hun inzichten
met vertrouwen op hun goed recht. Een
tjMgb w <li» <m*£l*Ankoljjklioid is bosohaafdbeit.
van toon: slechts slaven schelden elkander uit,
en hier behoort het werkelijk tot do uitzonde
ringen als in do polemiek eens uitdrukkingen
worden gebezigd die men liever achterwege
moest laten.
Indien allen, die do pers dienen, trouw blij
ven aan hun roeping, dan dragen zij in niet ge
ringe mate bij aan den vooruitgang en de ont
wikkeling van het Nederlandsche volk.
Daar is iets van aan; toch is die uitspraak
hóógst eenzijdig. Wanneer wo er de geleerden
buiten laten, die natuurlijk hun kennis moeten
putten aan de bronnen, en wel altijd de groote
werken, hun vak betreffende, zullen blijven le
zen, terwijl zij tevens de bestaande schatten
zullen trachten te vermeerderen, dan blijft er
nog een zeer breeze schare goed ontwikkelde
lezers over, wien het aan tijd, gelegenheid
en voorbereiding ontbreekt, om zich aan der-
gclijke onderzoekingen te wijden, en voor wie
het voldoende is, in beknopten vorm datgene te
vernemen wat anderen voor hen hebben opge
spoord, zonder dat zij er bepaald behoefte aan
hebben juist te weten langs welken weg die
resultaten zijn verkregen. Bovendien wil men
gaarne iets weten van het maatschappelijk leven
in al zijn verschillende uitingenhet „van alles
wat” geldt ook op het gebied van den geest.
Nu zou het langste menschenleven op verre na
niet voldoende zjjn om door middel van weten
schappelijke studiën tot die veelzijdigheid te ge
raken die een der kenmerken is van de heden- I
daagsche beschaving; er moet dus een orgaan
zijn, waardoor zij die iets weten wat anderen
nog onbekend is, hun mededeelingen aan het
publiek toevertrouwen.
Ook moet er rekening worden gehouden met
een eigenschap onzer natuur, die naar gelang
komen.
Het getal schrijvers uit vorige eeuwenwier
roem zich tot den huidigen dag heeft staande ge
houden, is zeer gering. Elk volk heeft een zeker
mistenis gevat. De beweegredenen, die hem
tot die daad brachten, zijn onbekenddoch eenige
go- 'medeplichtigen mede gevangen genomen.
heid In staatkundige kringen is het mede nog lang
niet rustig. Martinez-Campos schijnt zich nu
Weder bij de constitutioneelen aan te sluiten;
hij had een samenkomst met het hoofd van
dezen, Sagasta. Voor het tegenwoordige Kabinet
spelt dit niet veel goeds.
Overzicht.
Nu het nieuwe ministerie in Frankrijk een
paar weken oud is gewordenkan men eenigs-
zins den indruk nagaandoor deze schrede links
in buiten- en binnenland teweeggebracht.
In het buitenland en met name in Engeland
Duitschland en Oostenrijk bleef men schijnbaar
onverschillig bij deze verwisseling van personen
ofschoonvoor wie tusschen de regels weet te
lezen, het duidelijk merkbaar is, dat men wei
nig goeds verwacht van deze eerste schrede naar
de democratische republiek. Om een voorbeeld
te noemen halen wij eene zinsnede aAn uit de
Kölnische Zeitungwaar deze hare landgenooten
troost met de gedachtedat dank zij de materi-
eele en intellectueele kracht waarover Duitsch
land beschiktgeen ministerie in Frankrijk mo
gelijk is, dat vijandig tegenover Duitschland zou
staan. Men ziet hetde revanche denkbeelden
zijn nog niet voor goed verdwenenen Duitsch
land acht het noodig zoo nu en dan nog eens de
tanden te laten zien.
Dit moge echter officieus geschieden officieel
ging het gansch anders toe. De Duitsche gezant
te Parijs ging, als een welopgevoed man, den
nieuwen president-minister Freycinet complimen-
teeren en de verzekering gevendat zijne regie
ring goed gezind is jegens het nieuwe kabinet.
Dit haastte zich wederkeerig, bij circulaire aan
de Mogendheden de verzekering te geven zijner
vredelievende gezindheid en eigenlijk zou dus
alles bij het oude blijven, indien niet de Fransche
gezant bij het Duitsche hof, Saint Vallier, die
kalmte was komen verstoren door zijn aanvraag
om ontslag. Wellicht is deze aanvraag om ont
slag van den gezantdie te Berlijn zeer gezien
isslechts een staatkundige zetom de ware
gezindheid van het nieuwe kabinet eens te polsen.
Zooals met bjjna elk kabinet het geval is, dat
verschillende partijen vertegenwoordigtis er
schier geen enkel orgaan in Frankrijkdat het
nieuwe ministerie onvoorwaardehjk met vreugde
begroet. De bladen der Linkerzijde en van het
Linkercentrum nemen eene afwachtende houding
aanterwijl de radicale pers zich niet eens „dank
baar doch niet voldaan” betoont. De „Mot d'ordre"
is zelfs zoo weinig ingenomen met de nieuwe re-
geering dat het de verschillende ministers tracht
te ridiculiseeren.
Men beschouwt over ’t algemeen het nieuwe
bewind als een overgang tot een kabinet geheel
uit de Union Republicaino samengesteld. Daar
toe zou voor het tegenwoordige vooral op zui
vering van het ambtenaars-personeel ’t oog wor
den gevestigd, ten einde zoodoende, als in Frankrijk
gebruikelijk is, de verkiezingen voor Kamer, Se
naat en Algemeene Raden, die in dit jaar moeten
plaats hebben „voor te bereiden”. Heel slim
maar zeker aiet democratisch gedacht I
Van algemeene amnestie wil ook het nieuwe
ministerie niet wetenalleen wil het de amnestie
nog uitbreidenden zou het besluit reeds getee-
kend zijn, waarbij weder aan 300 communards
genade verleend; I werd. Of dit zal bijdragen tot
vermeerdering der binnenlandsche orde en rust
mag betwijfeld worden.
De berichten uit Engeland luiden, wat betreft
den staat van zaken in Afghanistan, gunstiger.
Na de weder in bezitneming van do hoofdstad
Kabul door genBraal Roberts schijnt de tegen
stand grootende^ls gebroken. Mahomed Jan, het
hoofd van den opstand te Kabul, verklaarde zich
tot onderwerping bereid, mits Jakub-Khan als
Emir in zijne rechten hersteld werd en de En-
gelschen terugti
ter wel wijzer zijn, en niet zoo spo
schoonschijnend! beloften geloof slaan.
In Ierland ii
pachters weigeren de pacht te voldoen aan hunne
landheer en, ziet.
tijden. Enkele
bruik gemaakt
pachthoeven te
meene zaak om
te verzetten. I
gevaarljjko vonken
r-p--o rustend teoken. T_
doet om door ondersteuning van onafhankelijke bloedige botsing plaats gehad tusschen de agen-
vi-j— j__ -ten jgj, Open|jai(j macht e.
Op den voorliitsten da»
er een nieuwe loordaansl
Koning van Spiiije, die
malin in een o
verlaat, Otero
volverschoten
digd uit het zoogenaamd „reptiliën-fonds,”
opdat zij eiken maatregel, door Von Bismarck
voorgestelduittrommele als een daad van uit
stekend talent en overleg; aan de Fransche partij
leiders die in een bepaalde courant „hun" orgaan
hebbenomdat de strooman of zetbaas die haar
bestuurt en redigeert, alles onderschrijft wat zijn
patroon goedvindt te zeggen of te doen; aan de
Oostenrijksche bladendie het eigendom zijn van
bankiers of findnciöele weenigingenen waarin
de mededeelingen geen ander doel hebben dan do
baan te effenen voor allerlei speculatie. En het
publiek loopt zoozeer aan den leibanddat het
zich met de meeste gemoedelijkheid zand in de
oogen laat strooien dat het geen enkele poging
igdie Beantwoorden doet om door ondersteuning van onafhankelijke
hedendaagsche leven, bladen den dagblad-zwondel den kop in te drukken.
v 5 maken op de belang- I In dit opzicht geloof ik dat wij Nederlanders
stelling van de geslachten die na ons zullen eenig recht hebben, ons zelven een pluimpje
i te geven. De Koningin der aarde is hier wer
kelijk Koningin: men heeft haar geen ketenen
om de fiere leden geslagen. Onze journalisten
schrjjven wat zij denken en treden op in hun
Gedeputeerde Staten van Zuid-
Holland hebben ambtshalve aangevuld de ge-
meentebegrootingen a. van Ouderkerk a/d IJsel
met een som van f375, afgeschreven van de
onvoorziene uitgaven, ter bestrijding van de kos
ten voor een tweeden veldwachter; b. van
Woerden met een som van f985, met welken
het subsidie aan het Armbestuur is verminderd,
en van f 1000, van de onvoorziene uitgaven af
getrokken, ter bekostiging van het maken en
voortdurend onderhouden van een gemeenschap
pelijk jaagpad langs den Rijn, tusschen-Utrecht
en Leiden. Beide gemeenten hadden geweigerd,
de bedoelde uitgaven en inkomsten op de be
groeting te brengen.
Van particuliere zijde wordt uit
den Haag gemeld, dat daar vrij algemeen het
gerucht verspreid is, dat H. M. de Koningin
zich in gezegende omstandigheden bevindt. Dit
zou de reden zijn, waarom H.H. M.M. van het
plan hebben afgezien, om naar Arolsen te ver
trekken, ten einde den verjaardag van HDs.
huwelijk in den familiekring aldaar te vieren.
Van 30 Nov. tot 27 Dec. 1879 zjjn
door longziekte aangetast: in Noordbrabant 5
runderen, in Zuid-Holland 4 runderen. Totaal
9 runderen. In het vorige tjjdvak van vier
weken was één rund door die ziekte aangetast.
In de vereenigde vergadering van
Rijnland van 7 dezer is het maken dor gebouwen
en grondwerken,- ten behoeve van het stoomge
maal te Katwijk, gegund aan J. Visser Gz. te
Papendrecht en A. J. Schouten te Alfen, voor
f 213.780, zoomede het verdiepen van het Kat-
wijksche uitwateringskanaal aan H. Bennik H.Rzn
te Vreeswjjk voor f 42.600.
De Commissaris des Konings in
N.-Holland was 1.1. Donderdag met den hoofd
ingenieur te Vreeswijk, om den toestand van
den Noorder-Lekdijk na te gaan.
Overstrooiningen.
Eéne ontzageljjke ramp heeft de
provincie Noord-Brabant getroffen. Zaterdag
vleide men zich nogdat door den voorspoedigen
ijsgang op de Maas het gevaar geweken was,
toen Zondag-middag de Maasdijk aan de Drie
huizen onder Teeffelen bezweek. Geheel de
Maaskant is eene zee geljjk. Aanzienlijke dorpen,
als OssMegenOijen en TeeffelenEmpelLith
eu Lithoijenzijn grootendeels overstroomd.
Nadat de Maas zoo schrijft men uit Ojjen in
den nacht van Zaterdag op Zondag een onrust
barende hoogte had bereiktzoodat het water
reeds hier en daar over den dijk begon te loopen
terwijl men bezig was geweest met kistingen aan
te brengen, ontdekte men tegen 12 ure, dat er
een grondverschuiving aan de binnenzijde van
den dijk had plaats gevonden. Deze nam zoo
snel toe dat er aan geen redden meer te denken
viel. Weldra verkondigde het klokgelui, dat de
dijk bezweken was en stroomde de rivier met
donderend geweld den polder binnen. In korten
tijd was alles als ’t ware in een zee herschapen.
Gelukkig, dat de ramp over dag plaats had en
maatregelen genomen konden wordenom de be
woners der laagste huizen met hun have en goed
in veiligheid te brengen, althans zooveel moge
lijk. Veel moest natuurlijk worden achtergelaten.
De dijk was weldra vol van huisraad en vee.
Den volgenden morgen zijn in den Bosch uit
den Haag aangekomen de heeren baron Taets van
Amerongenadjudant, en Jhr. Van den Bosch,
ordonnance-officier van Z. M. den Koning. Na een
bezoek bij den Commissaris des Konings zijn zij
per rijtuig naar Oss vertrokken, om van daar per
vaartuig naar Oijen en Teeffelen te reizenten
einde zich in persoon van den toestand dier ge
teisterde streken te overtuigen en daarvan aan
Z. M. verslag te doen.
Uit ’s Hertogenbosch zijn eenige detachemen
ten infanterie vertrokken, teneinde de slachtof
fers der overstrooming hulp te bieden, of zoo
mofMijk, de waterkeering te houden. Ook zijn
een aantal linnen tenten derwaarts vervoerd, die
strekken moeten om do ongelukkigen van huis
vesting te voorzien.
De algemeene toestand der geheele Maasstreek
is ellendig.
Een ooggetuige schrijft van 6 Januari het
volgende: Bij „De Driehuizen” was een wiel,
die uit overoude tjden dagteekeut, want niemAnd
weet wannear hij ontstaan is. Ten gevolge
daarvan as de dijk aldaar zwakker dan elders
en niet bestand tegen den sterken aandrang Van
het vereenigde Maas- en Waalwater. De dijk
bezweek en in een oogwenk tijds had het woeste
element een gat geslagen van 125 meter.
I Ook te Lith was de toestand zorgelijk. Zater-
beiden hun doel I dag-nacht en Zondag hebben we langs den ge-
o
V?
Die verheven naam wordt somtijds aan
pers gegeven. Met welk recht?
Om dezo vraag te beantwoorden, moeten we
eerst onderzoeken, langs welken weg de meeste
menschen tegenwoordig hun kennis opdoon, niet
alleen van de dageljjkscFie voorvallen on gebeur
tenissen van meer of minder belang, maar ook
van toestanden, ontdekkingen, staatkundige en
maatschappelijke verhoudingen, kortom, van
al wat er merkwaardigs is of ontstaat op dit
benedenrond. En dan kunnen we het feit niet
voorbijzien, dat een groot deel van de ruimte,
die voorheen werd ingenomen door hel boek, van
lieverlede werd veroverd door het tijdschrift, het
dagblad, het weekblad.
Enkelen beschouwën dit als een bewijs van
achteruitgang. Het pleit niet, zeggen zij, voor
den ernst van onze tijdgenooten, dat zij geen
smaak meer vinden in het doorwroeten van
groote werken, die eenig vak van wetenschap
grondig behandelen,'' en dat zij liever te hooi
on te gras de losse gegevens opnemen, die in
de kolommen der periodieke geschriften verspreid
liggen. Dat laatste is de dood voor de oud-
Nederlandscho degelijkheid, dewijl het de op
pervlakkigheid in de hand werkt. Men wil
liever veel weten dan goed Weten, en stelt er
meer prijs op over honderd dingen te kunnen
„meepraten” dan over één zaak een grondig en
gegrond oordeel te kunnen vellen.
aantal grootscho figurenwaarop het trotsCh is
mannen en vrouwen wier werken steeds ter hand
genomen worden door de beoefenaren der lette
ren, die dichters en «chryrer» ew
wjjsgeeren in verrukking brengen maar waar
mede het gros der natie toch weinig gemeenschap
onderhoudt. Wat weten de meeste Engelschen van
hun Shakespaere en hun Milton meer dan den
naam en een paar titels van stukkendo Fran-
schen van Molière en Racinede Duitschers van
Schiller en Göthe, de Nederlanders van Hooft
en Vondel? Natuurlijk bedoel ik hier hen niet,
die een meer volledige opvoeding genoten heb
ben en op de school in kennis werden gesteld
met de werken der genoemde schrijvers, we
hebben hier bepaaldelijk voor de aandacht de
groote massa, do honderd min twee of drie per
cent, onder welke een groot getal personen die
ten volle aanspraak kunnen maken op den naam
van „beschaafden.”
Schrijvers dus, die haar den palm der onster
felijkheid dingen, jagen meestal een hersenschim
na. Zij, die woorden weten te vinden waaraan
hun tijdgenooten behoefte hebben, en gedachten
uitspreken die het gemoed veredelen en het ver
stand verhelderen van het geslacht waartoe zij
behooren, werken niettemin voor de toekomst,
ja, voor do eeuwigheid, al wordt spoedig hun
naam aan de vergetelheid prijs gegeven. Want
het goede zaad, door hen uitgestrooid, brengt
vruchten» voort van blijvende waarde. Vandaar
dan ook, dat de edelste denkers het niet beneden
zich achten, de schatten van hun geest te stor
ten in den vergankelijken vorm van een bro
chure of van een courant-artikel, hetwelk heden
met ingenomenheid ontvangen, met geestdrift
gelezen, morgen naar do vier windstreken ver
strooid raakt zonder een stoffelijk spoor achter
te laten. Zij weten, dat hun arbeid niet ver
loren is; het voedsel dat zij uitreikten wordt
opgenomen en verwerkt, tot heil der maatschappij.
Groot is de verantwoordelijkheid van de die
naren der pers. Al willen zij niet gerekend
worden, als leiders der openbare meening op te'
treden, zij vormen toch een harer krachtigste
organen. De verschijnselen die zich voordoen
in het zedelijk leven van hun tijd, moeten zij
met een onbevangen blik waarnemendaar,
waar de publieke opinie gevaar loopt, op een
dwaalspoor te geraken, of zich te doen mede-
sleepen door onjuiste voorstellingen, behooren
zij hun stem te verheffen, zonder te vragen of
hun taal ook dezen of genen zal mishagen.
Waar zij maatschappelijke krankheden zien woe
keren, ongerechtigheden zien plegen, offervuur
zien ontsteken op de altaren van valsche góden,
is het hun duurste plicht waarschuwend op te
treden, en de stem van waarheid en van recht
zoo
1 ken, dat men eindelijk wel gedwongen is, naar
hen te luisteren. Er ligt iets profetisch in hun
werkkring; het zedelijk ideaal, waarnaar hun
landgenooten zich te richten hebben, moeten zij
ongerept bewaren, en de banier van vooruitgang
en volmaking hoog opsteken, als een baken te
w a - - w midden van de stormen des levens.
zij zich in verschillende vormen uit, nieuws- of Niets is verachtelijker dan een schrijver, die
weetgierigheid wordt genoemd. Alle dagen heb- l zijn pon verkoopt; die prijst hetgeen hij moest
ben er gebeurtenissen plaats, waarmede wij per- laken, die verdedigt wat hij moest bestrijden en
soonlijk niets te maken hebben, en die ons ei- een overtuiging uitspreekt v.elke de zijne niet
gealijk heel Weinig belang moesten inboezemen. J is, alleen omdat men hem er voor betaalt. Beter
Toch willen wij er van op de hoogte zijn. Wij is het, duizendmaal ter goeder trouw ongelijk te
i hebben, dan op commando een opinie te uiten
r welke men persoonlijk niet onderschrijft. De
Koningin der aarde behoeft eerlijke ridders, geen
vuige slaven; een natie, die dit beginsel niet
ongeschonden bewaart, gaat den ondergang te
gemoet.
a wij er aan toekennen, Meent iemand dat er zulke onedele publicis-
genoeg dat zij bestaat, ten niet bestaan of nooit bestaan hebben? Dan
I moet hij even denken aan den toestand der dag-
wordt van hen
loordaanslag gepleegd op
Hje, die met zijne jeugdig!
en
lonzalez
loste, i
bladpers onder het Tweede Keizerrijk, toen de
gunstelingen van Napoleon III er een leger van
goed betaalde, talentvolle vleiers op nahielden,
die dagelijks in de couranten de loftrompet staken
over het regeeringsbeleid van den Keizer en zijn
Toch komt het daarop ministersaan de half en heel-officieuso pers in
■-Tin geschieddekan Duitschland, die van hoogerhand wordt bezol-
waar we J!—1 -,k -J
ons min-
en waarvan wij de
kiemen en meer dan dat binnen onze eigen gren-
hebben de vraag in overweging te
ook eenige kansons te dekken tege
zooals die elders zijn te aanschouwen Het
alzoo van het uiterste belang die gebeurtenissen
met een helder oog te bezienze niet voor te
stellen als op zichzelf staande voorvallen, doch
als onmisbare schakels in de keten van feiten.
Wanneer er in den tegenwoordigen tijd ge
sproken wordt van de persdan bedoelt men
daarmee juist het samenstel van geschriften
meest van geringen omvang, die beantwoorden
aan de behoeften van het 1
zonder eenige aanspraak te maken op de belang-