Zondag 8 Februari. N°. 556. 1880. KEN jieterij, J Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht. KJES IERS. UES fransche toestanden. BUITENLAND. Overzicht. BINNENLAND. ’■IDE crkrijgbaar bjj s wat tot dit &ZOON. f te Schoo n- Cents. E 8 rijk hebben in de afgeloopen week elk een stuk tbieden. raren, Gelling f20 ik f80, 3de NOOTKT. Deze Courant wordt geregeld lederen Zaterdag-middag verzonden. voor Schoonhoven per drie maanden 0,70. Franco per post door het geheele rijk 0,80. n voor Enge* igere biggen re kalveren de zoo goed dgië en het s 1 beest aan handel zich nsmarkt was 'ette varkens 5 naar wicht Handel vlug. fl,60è 1,70 KJES en grootten. SCHOOlfHOVEIfSGHE GOÜRAÏÏT. S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven, Uitgeven. Cents. luimige ge* in komische svatten een ER VOOR- Prijs der Ad vertentiënVan 1 tot 5 regels /0,50. Iedere regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco, en uiterlijk tot Zaterdags-voormiddags ten 10 pre. b Werktuigen A. en herstellen IWERKTUI- PANNEN- 3RMMACHI- 1 stuks steenen 'ERSEN, enz. IW.N.VAN £N. qual. 75 et, 30h32, vette i10,schapen kalveren 20 dito f4 h 6 5,20, Zeeuw-* '4,80, Roode iks. Aangevoerd kalveren, 10 f lammeren, qual. 70 ct., qqal. f 1,15, les per kilo. Londen 44 Schoonhoven, luari 1880. en D. Van Iers C. Hoo- ibert Gerrit, iria Cornelia, M. Bugs. •en, weduwe rende Duitschers tot het uiterste voerde, én dien organiseerde niet slechts met onbezweken moed, <wu«uuHib»iui»[>i«kou vuiuumimg mus maar ook met een beleid waaraan door do over- Bjj>ns gaan Kabinéts-veranderingen winnaars later de warmste hulde werd gebracht, gemerkt voorbij onze ambtenarenva Bij de geschiedenis der Commune wist hij zich juist genoeg op een afstand te houden dat hij niet met zijn Parijsche geestverwanten word ge compromitteerd en evenmin zóó beslist partij tegen hen trok dat Belleville hem niet tot zijn vertegenwoordiger in de Nationale Vergadering kon kiezen. Gedurende het presidium van Thiers, en ook onder dat van Mac-Mahon, zeilde hij zoo behendig tnsschen het radicalisme en de regee- ringskringen door, dat hij als het ware de brug vormde, langs welke de geavanceerde denkbeel den toegang zochten te verkrijgen. Door deze zoogenaamde opportuniteits-politiek heeft hij on getwijfeld de republiek belangrijke diensten be wezen, en menige botsing vermeden die niemand meer gebaat zou hebben dan haar tegenstanders. In Gambetta zien wij een zeldzame, en ik zou haast zeggen harmonische voreeniging van den staatsman en den politieken avonturier; als soms de heerqn Van Belleville, die hem zijn mandaat gaven, morren over den naar hun meening tra- gen gang der geavanceerde begrippen, dan be hoeft hij zich slechts te vertoonen en zijn stem te verheffen om alles weer in ’t reine te brengen. Gambetta brengt de leer in toepassing: Als do berg niet bij Mohammed wil komen dan zal Mohammed naar den berg gaan. Het eenigs*' zins communalistisch gekleurde program van Belleville tot regeeringsbeginsel verheffen, dat ging niet gemakkelyk; nu zal hij trachten de regeering langzamerhand, stap voor stap, naar Belleville te brengen. In zeker opzicht is hij met Von Bismarck te vergelijkenook hij kiest zijn mannen, waar hij die voor ’t oogenblik kan vinden, maar werpt onverbiddelijk omver, wie hem in den weg staan. De eerlijke, open hartige Waddington was hem niet radicaal ge noeg, daarom moest hij vallen. De tegenwoor dige ministers stemman eeu w«Uilg meer met zijn inzichten overeendus kan met hen eej poos de proef genomen worden, doch men kl^F er vrij zeker van wezen, zoodra hij den tijd ge komen acht om nog een schrede naar links te doen, dan zal ook dit gouvernement den weg van zijn voorgangers moeten opkuieren. Alleen Gambetta zal zioh staande houden en alsdan wellicht het oogenblik gunstig rekenen om hetzij als president der republiekhetzij als eerste minister, op den voorgrond te treden. De gebeurtenissen gaan snel. Kon Thiers nog eens terugkomen, hij zou zich in de Kamer van Afgevaardigden niet meer thuis gevoelen. Hijdie altijd sprak .van zijn „conservatieve republiek”, en wiens bekende woordLa France est cenlre-yauched. i. gematigd liberaal, indertijd zoo sterk werd toegejuichtzou met smart ont baren, dat hetzelfde linker-centrum, eenmaal de kern der regeeringspartijgeheel in de schaduw is geraakt, ja, dat er reeds een voorstel tot ontbinding dier groep is gedaan, en de tijd niet ver meer is, dat een aantal zijner leden zich bij de tegenstanders der republiek gaan voegen. Dat nu is het groote gevaar van het radicalisme. Al heeft het in. den grond gelijk, wat wij hier in het midden willen latenhet loopt te hard van stal, brengt daardoor scheiding te weeg bij hen die noodwendig vereenigd moesten blijven, en baant alzoo de reactie een gemak kelyk pad. Onze Fransche vrienden schermen verschrik kelijk met het woord vrijheid, en toch hoe ongeloofelijk dit moge klinken bij een volk ’t welk aan geheel Europa den weg wees ter verovering van staatkundige rechten, zij heb ben van vrijheid slechts onbestemde begrippen. Een bewijs daarvoor vinden we in do volgende omstandigheid; elk nieuw Ministerie schijnt to moeten debuteeren met een regeling van het recht van vereenigen en vergaderen. Wij Neder landers hebben met dit onderwerp nooit moeite gehad. Willen wij bjjeenkomen ter bespreking van welke aangelegenheden ookniemand zal ons daarin hinderen. Bij ons geen commissaris van politie, die ambtshalve de vergadering bij woont om onvoorzichtige redenaars tof; de orde te roepen, of om de heereu te verzoeken naar huis te gaan als er soms al te gewaagde uit stapjes worden gemaakt op' het gebied van de politiek. In Frankrijk zal mon zich wel wachten, die verdraagzaamheid in de wetgeving op te nemen. Dat komtomdat elk staatsmanolk magistraatspersoonelk ambtenaar zelfser in do eerste plaats partijman is. Men beschouwt zijn partij niet in het verband der algemeeno vaderlandsche belangenmaar als een middel om zich omhoog te werkenmen klemt er zich aan vastals aan een soort van hijschtoestel. De menigvuldige revolutiondie Frankrijk in de laatste eeuw heeft doorleefdhebben het open baar leven tot een renperk gemaaktwaarin do prijzen uitsluitend ten deel vallen aan hendie de kleur der overwinnaars vertoonen. Vandaar dat elke verandering van gouvernement een op ruiming in de gelederen der rechterlijke, admi nistratieve en militaire ambtenaren ten gevolge heeft. De beschikbare plaatsen moeten door de vrienden worden bezet, die ze zoolang behouden regeering schikken. De Duitsche Kroonprins is op reis naar Italië en, zooals van wlf spreekt, brengt men deze reis weder in verbana met de staatkunde. De een ziet daarin een poging, om de verhouding tusschen Oostenrjjk en Italië, die nog wel watte wenschen overlaat, wat te verbeteren; de ander gelooft dat de reis in verband staat met de on- derhandelingen die sinds langen tijd met afwis selend gevolg gevoerd worden tusschen de H. 8. en Duitschland. Is deze laatste meening juist, dan zal daarvan wel spoedig iets blyken. De Kroonprins kan op zijn reis tevens een staaltje van Italiaansch regeeringsbeleid waarnemen. Zooals men weet heeft de regeering na de be kende stemming van den Senaat in zake de af schaffing der gemaalbelasting, de zitting ge schorst. Van die tijdelijke sluiting heeft zij gebruik gemaakt om een aantal nieuwe Sena toren te benoemen, waarschijnlijk teneinde by de heropening der zitting dezelfde quaestie met beter gevolg op nieuw te berde te brengen! Men is ditmaal in Griekenland niet gelukkig in het vinden van een nieuw Kabinet en zal het dus maar faute de mieux met het oude blij ven doen. De opening van het Engelsche parlement zal ditmaal met bijzonderen luister plaats hebben. De Koningin, omgeven door een Vorstelijken Stoetzal daarbij tegenwoordig zijn, wat in jaren niet gebeurde. ff De troonrede zal o. a. ook maatregelen aan kondigen tot leniging van den nood in Ierland, die al grooter en grooter wordt en zelfs in het buitenland (Amerika en Engelsch-Indië) de aan dacht trekt. totdat een nieuwe staatkundige wijziging weer aan andere aanspraken voldoening moet schenken. Kabinets-veranderingen meestal on- gwuuTKi vuuruy unzu unixiuenarvnVan de Com missarissen des Konings tot aan don nederigsten beambte in de kleinste gemeente, zijn dienaren van den Staatniet van een bepaalde partijen het zal geen hunner in de gedachten komenzijn ontslag aan te bieden of voor afzetting te vreezen omdat zyn-politieko beginselen niet overeenkomen met die welke op het oogenblik het richtsnoer der Regeering zyn. Wij hebben, dit schrijvende, den vinger ge legd op een der ernstigste verschijnselen die zich in het leven der republieken voordoenen haar bestaan altijd min of meer wisselvallig maken. Die regeering^vorjn opent teveel uitzicht aan per soonlijke eerzucht, en doet een groep ontevredenen geboren worden, aanhoudend op den loer om van elke verandering gebruik te maken. Al ware het alleen om die reden, dan zou de voorkeur welke wij geven aan het constitutioneel koning schap voldoende gewettigd zijn. Dat -des ondanks de Fransche natie een hooge mate van stoffeljjken voorspoed geniet, is te dan ken aan haar buitengewone veerkracht, maar ook aan de gezonde toepassing van staathuis houdkundige beginselen. Bij den strijd op han delsgebied die in Duitschland tot terugkeer naar het beschermend stelsel heeft geleidhand haaft Frankrijk onbezweken de nieuwere begin selen der vrije mededinging, en de burgers be vinden er zich wèl bij. Daarom zou het doste meer te betreuren zijnals dat alles in de waag schaal gesteld werd voor de bereiking van een zijdige politieke bedoelingen, en de rust werd Sgrstoord door radicalen' die aanstonds het onder ste uit de kan willen hebben. Voor ons blijft hetgeen in Frankrijk gebeurt altijd van het hoogste belang. Niet slechts om hetgeen er uit te leeren valt, maar ook omdat bij den gespannen toestand, waarin Europa op “****air 0-a^umI verlrAArf Ha ’w““rux r rankrijk zich beweegt voor ten groot deel be paalt, of de koortsachtige vrede van heden be waard zal blijven. Een rustig Frankrijk is de beste waarborg tegen den oorlog. Alle Binnenlandsche Advertentiënwaarvan de plaatsing 3 maal wordt opgegeven, worden slechts 2 maal in rekening gebracht Frankrijk heeft dit met vele andere Staten gemeen, dat het er ’t best oan toe is wanneer men er in ’t buitenland het minst over spreekt. ’t Is wel jammer dat de Franschen dit niet altijd begrepen hebben, niet slechte voor hen, maar ook voor andere natiën van Europa. Had den zij er minder naar gestreefd, hun staatkun digen en militairen invloed naar buiten uit 'te breiden, dan zou ons werelddeel thans niet zuch ten onder den ondragelyken last van een gewa- penden vrede, voor de algemeeno welvaart ver derfelijker dan een bloedige oorlog. Het Fransche volk is als de wolf die in een kwaden reuk staat: men vertrouwt het niet. Men durft niet höpen, men wil niet onderstellen, dat het verlies van zyn overwicht zal worden aangenomen als een feit waaraan niets te veranderen valt. Men kan niet gelooven, dat het met te avond of morgen een geschikte gelegenheid zal aangrij pen, om zich nogmaals te meten met zijn ge- duchten mededinger. Wanneer iemand de deug den der Fransche natie opnoemt, dan zal hij wel. nooit bescheidenheidmnden voorgrond plaat sen; integendeel, nationare ijdelheid en zelfge noegzaamheid vormen er een overheerschenden karaktertrek. Het zou onbillijk zyn te ontkennen, dat er voor die ingenomenheid met zichzelf reden be staat. Op byna elk gebied hebben de Franschen lang den toon aangegeven. Hun levendigheid van geest maakte hen geschikt voor de rol van baanbrekers op het terrein van de wetenschap, en ofschoon zij weleens de nauwkeurigheid uit het oog verloren bij hun stoute vlucht, toch zyn we de meest ingrijpende vorderingen aan hen verschuldigd. Hun Descartes legde de grond slagen van de nieuwere wijsbegeerte en gaf den eersten stoot aan het vrije onderzoekhun Rous seau vond als het ware zonder inspanning de wetten der opvoedingsleer. De Fransche letter kunde der zeventiende eeuw werd door alle be schaafden, welke taal ook de hunne was, ten voorbeeld gekozen, en nog zwaaien zij den scepter op net tooneel zoowel als in de mode. Er is inderdaad wel eenige waarheid in het woord van Victor Hugo: nElk mensch heeft twee vaderlanden: zjjn eigen en Frankrijk.” Natuurlijk moeten we hier niet uitsluitend de nationale zelfstandigheid op het oog hebben; maar wanneer we een weinig verder gaan, en ons plaatsen tegenover de eischen der algemeene beschaving, ja, dan zyn de Franschen ons onmisbaar, dan stellen wij in hun welzyn zoo veel belang en gevoelen wij voor hen zooveel sympathie, dat er bijna van een tweede vader land kan gesproken worden. Jammer maar dat eerzuchtigen, vorsten zoowel als staatslieden, dat zedehjk overwicht hebben misbruikt tot stoffelijke doeleinden. In de zeven tiende eeuw Lodewijk XIV, toen hij aan Duitsch land ditzelfde grondgebied ontnam *t welk thans weer ijverig en met goed gevolg wordt geger maniseerd; in deze eeuw de Napoleons, die er zoo by uitnemendheid den slag van hadden de zucht naar militaire glorie te streelen en te be vredigen, totdat eindelijk de vergankelijkheid aan het licht kwam van een grootheid, door geweld verkregen. Ik gjloof niet dat de Franschen, in hun ge heel beschouwd, oorlogzuchtiger zijn dan eenig ander volk. Integendeel, de besten onder hen beyveron zich de zegeningen van den vrede in wpord en in beeld helder te doen- uitkomen, en de landbouwers en handwerkslieden begrijpen zeer goed dat van het behoud van den vrede hun welvaart afhangt, dat zij bij oorlog niets te winnen, en alles te verliezen hebben. Dooh zij zijn licht ontvlambaar en vrij hartstochtelijk. Een handig en welsprekend redenaar kan hen tot de grootste buitensporigheden medesieepen, als hij maar de snaren van vaderlandsliefde en van nationale eigenliefde naar eiscb bespeelt. Daarom doet nu en dan het woord „revanche” dienst, om hen te beletten zich al te onbezorgd aan de toekomst over te geven. De nederlagen van ’70 en ’71 zitten hun eigenlijk nog dwars in de maag, en omdat zij die vooral toeschrijven aan den gebrekkigen toestand van het leger, aan de onbekwaamheid van hun generaals, aan den verderfehjken invloed van het regeeringsstelsel van Napoleon III, is het geen wonder dat zij in hun hart weleens de begeerte voelen opwellen om te bewyzen dat zij, wanneer deze oorzaken niet aanwezig waren geweest, een geheel andere uitkomst verkregen zouden hebben. De man, die thans in Frankrijk de hoogste macht in handen heeft, is ontegenzeggelyk Gam betta, al zit hij niet in het Ministerie. Zijn invloed overschaduwt dien van Grévy geheel, en als het niet spoedig geheel verandert, zal het presidentschap van den laatste onopgemerkt voorbygaan. Nu is juist Gambetta, naar veler gedachte, de verpersoonlijking der revanche. Hy was het, die toen het beleg reeds om Parys was geslagen, den weerstand tegen de zegevie- De beide wetgevende vergaderingen van Frank- 1973. werk afgeleverd, waarover de regeering tevreden stemmen, kan zijn. De Kamer keurde, bijna geheel over- r‘- eenkomstig de voorstellen der regeering, het ingediende ontwerp regelende het recht tot hou den van vergaderingen goed, niettegenstaande het op enkele punten, o. a. over art. 7, vrij heet toeging. De kleinste meerderheid bedroeg ech ter nog 69 stemmen, zoodat de regeering goeden moed mag houden. De Senaat bracht eindelyk de beraadslagingen over het wetsontwerp, rege lende de samenstelling van den Hoogen raad van Onderwijs, ten einde. Het wetsontwerp werd aangenomen en daarmede uitgemaakt, dat voortaan geen personen, buiten het onderwijs staande, o. a. geestelijken, in dien Raad zitting zouden hebben. Alleen voor vijf leden van het „Institut” is, bij amendement, op dezen regel leen uitzondering gemaakt. Deze overwinning heeft de hoop weder een weinig verlevendigd op de aanneming van het ontwerp op het lager onderwijs en met name van het sinds lang berucht geworden Jezuieten- artikel (7). De omstandigheiddat er een aantal vlottende Senatoren zijn, op wier steun voor de regeering weinig te rekenen valt, en één stem meer of minder dus van het grootste gewicht is, maakt dat er ditmaal meer dan gewoon be lang wordt gesteld in de benoeming van een Senaatslid voor het leven. Bij de eerste stem ming verkreeg niemand de vereischte meerder heid, de herstemming, die 8 dagen later zal plaats hebben, biedt echter goede kansen aan voor den candidaat der RepublikeinenDr. Broca. Ook de regeering mocht van hare zijde aan de Kamers iets goeds aanbieden, nl. de begroo- ting voor 1881, waarvan het cijfer der ontvang sten dat der uitgaven met 32 millioen francs overtreft. Door deze gunstige verhouding hoopt de regeering in staat te zijn eenige der meest drukkende en der minst gewilde belastingen, o. a. die op de dranken en op het papier, af te schaffen. Die financiëele overvloed kwam ook den Minister van Koophandel, Tirard, uitnemend te stade, bij het pleidooi voor het vrijhandel- stelsel, waarop hij de Kamer vergastte en de groote meerderheid voor zich innam. St. Vallier heeft, zoo verzekert de Temps, zijn verzoek om ontslag ingetrokken on blyft de gezant aan het Duitsche Hof. Misschien hadden de militairisten wel gewenscht dat de beslissing nog een poosje ware uitgebleven, om in die quaestie een argument te meer te vinden voor de verdediging van de uitzetting der leger- uitgaven, waarover de Duitsche pers nog lang niet uitgepraat, en waarmede allen Volstrekt nog niet ingenomen zijn. De nationaal-liberalen die in deze ook weder den doorslag zullen moeten geven, zullen zich echter wel naar den wil der Bij koninklyk besluit van 1 dezef is beslist dat de uitvoering der door Gedeputeerde 8t«d»n ,van, TDropkt hmmlm J onder het beheer van dijkgraaf en hoogheem raden van den Lekdijk Bovendams staanden dijk van Amerongen tot het klaphek geen uitstel kan lijden. Bij de verkiezing van een lid der Tweede Kamer in het hoofdkiesdistrict Maastricht op 11. Dinsdag, zijn er van de 2560 kiezers 2017 opgekomen. Van onwaarde waren 44 bil jetten het bedrag der geldige stommen was dus ’n7°. Gekozen is Mr. Victor Nijst, met 1053 stemmen. De heer Emile Roberti bekwam 917 uuuueu. A .De heer J. H. Donner heeft het mandaat als afgevaardigde ter Tweede Kamer aangenomen. De kapitein der artillerie A. A. van Doesburgh te Gorinchem is overgeplaatst bij het corps pontonniers te Dordrecht. In den Haagschen gemeenteraad is Dinsdag 1.1. eeae merkwaardige discussie ge voerd. Onder de aanvragen om ontheffing of ver mindering van hoofdelijken omslagwaaromtrent gunstig geadviseerd werd, kwam er een voor van Z. K. H. Prins Alexander. Met die recla me kon de heer Mock zich niet vereenigen. Behalve dat hij van meening was dat Z. K. H. sedert zijn optreden als Prins van Oranje laatstgenoemden titel had moeten bezigen, be toogde hij ten andere dat de Prins eerst sinds 1 Juli zijn recht op vrijdom van plaatselyke belasting kon laten gelden. De heer Mock plaatste zich daarby op het standpunt der ver ordening, bepalende dat gedeelten van maanden voor geheele worden gerekend. Aangezienzoo redeneerde hij, de Prins van Oranje voor de eerste dagen van Juni de belasting schuldig was, zoo kan hy voor de overige dagen geen restitutie erlangen, ook al heeft hij den 12den Juni den dag van het overlijden zijns broe ders den rang van Prins van Oranje verkre gen die recht op vrydom van belasting geeft. Mitsdien stelde hij voor te besluiten dat de vry dom gerekend zou worden te zyn ingegaan met 1 Juli 11. Het lid der belastingcommissie, de heer Polak Daniels, toonde de ongegrondheid van het bezwaar aan. De vrijheid waarop de Prins van Oranje zich beriep, is z. i. eene grondwettige vrijstel ling. Hij vraagt niet de restitutie bij de ge meentewet bedoeld, aangezien deze in geval van verhuizing wordt verleend. Derhalve beroept de Prins zioh op een recht, aangezien Z. K. H. van het oogenblik van het overlijden zyn broe ders Prins van Oranje was. De heer Mock volhardde bjj zijn gevoelen dat de Prins van Oranje prins Alexander niet kan vrijstellen van de betaling over een gedeelte, d. i. de geheele maand. Verdere gedachten wisseling volgde niet, aange zien het voorstel-Mock geen ondersteuning vond, i —Naar men verneemt, zyn bij de Re gel ins-commissie voor de te Amsterdam in „Artl” i te houden tentoonstelling van voorwerpen van goud- en zilversmeedkunst of drijfwerk uit vroe- f gere eeuwen afkomstig, zooveel toezeggingen tot l inzending ontvangendat te voorzien is, dat deze tentoonstelling uitmuntend slagen zal. Den 16den i dezer begint de termyn tot ontvangst der tentoon f I te stellen voorwerpen^ Z. K. H. Prins Frederik j

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1880 | | pagina 1