N°. 564. Zondag 4 April. 1880. Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht. F I «ft (oom. BINNENLAND. Nederlandsche hadji’s. BUITENLAND. i nDa. E. tOli' man te Bij. het No. dezer Courant behoort een Bijvoegsel. I f. OVER. V fflöOlfflöMB MM. S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven, Uitgever». Da. Ring- ravemeijer, De grippen van het algemeenste. gemeente e twee ge- is aleohta er de deel- Iravenhage Ambachts lieden Th. >r openbare nbare ver- na Nutsde- ii Stolwjjk, Een krans- 5 gaven de van Stol- van Oorlog ia de lichting 1879, ceraad der a adres ge- s. samen te de ker- t tegen on dsdienston- len, en zich velen en naar haar t te hand- Id tot eene iig te ver dagen; tor i voertuig, 1 publieken recht, niet i door den >pwaarin, lekende om ;nig te mo- ordeeld tot betaling to aénen dag; binnen de a niet zoo- deling van gepoot op tar aardap- in jqar op aardvrucht de aardap- als een zo- wordt, zeer Gedepu- iveel het storen ha.d de hoofd- de 13>olli- p de voor- eplaatst de Pannekook, t-Bommel Smijers, te iep naar 1. te Berkel. fdonder- arenC. J. s te Brand- ht, W. In ring een handje Zij oordeelon dat werk gaaton t weer bijeenkomen, zal gelaakt worden ordeeld tot lètaling te drie dagen dagen ter ir, getrok- op éétien hoorende.” Deze Courant wordt geregeld iedoron Zaterdag-middag Verzonden. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70. Franco per post door het geheole rijk 0,80. i heeft door Vliet Cz., eikteeen m. Onder e 54 jaron bestuur en hap Lopik Alle Binnenlandsche Advertentiën, waarvan de plaatsing 3 maal wordt opgegeven, worden slechts 2 maal in rekening gebracht. )e reeks der erlezingen” eene rede ijk, die eene emageti- arken.” Na m geleverd Zijderlaan, en J. G. 1 April e. k. gevestigd. ste wintor- Als spreker woude, die et Kleine.” geleverd Bruijn en ot slot een 8 bedsteden n van het Z. M. heeft benoemd tot surnume rair voor den dienst van ’s rijks schatkist H.JL. De Balbian van Doorn, candidaat-Notaris en adjunct-commies ter gomeente-secretarie te Utrecht. Het hoeft Z. M. den Koning be haagd, ten behoeve van het huldeblijk aan luit- generaal K. van dor Heyden, een som van f 500 ter beschikking van het hoofdbestuur te stel len; H. M. de Koningin bestemde tot gelijk doel een som van f 250. Do hoer A. Hoek, rustend heel- en verloskundige Koningin als Met 1 Mei drie in plaats van steeds voortgaan onrust te stoken tusschen die beide landen. Vorst Melikof schijnt werkelijk den zijn om do Nihilistische woelingen in Rusland te bezweren. Zijne doortastendheid en boleid die reeds menige geheime vergadering deden ontdek ken, gaan gepaard met een gematigdheid, die hem niet alleen gevreesd maar ook betnind maken. Hij koos zich eene omgeving, onder de benaming van veiligheidscommissie, samengesteld uit ver tegenwoordigers van alle standen. Do verkiezingsstrijd in Engeland is zoo goed als geëindigd, do kiezers zijn bezig uitspraak te doen. Voor zooveel de resultaten reeds bekend zijnzal er in de partijverhouding niet veel ver andering komen. In Afghanistan is het weer onrustig. Tus schen Kaboul on Gondemak tastte de vyand het fort Batti aan, doch werd teruggeslagen. De En- gelschen beschikken over een troepenmacht, groot genoeg om de Afghanen in bedwang te houden. Hij Verrichtte een daad van moed, want, hoe vresmd het ook moge schijnen, er behoort moed onze dagen zóó de wonde van ons ker- kolyk on maatschappelijk leven bloot te leggon. Ja, onder onze priesters zijn hadji’s de hemel vergeve het hun maar hun misdaden zijn groot en onze verontwaardiging moet wel hoog klim men wil zij er niet verre beneden blijven. Zij zij.i het, die in naam van een heilig beginsel onverdraagzaamheid predikendie de banden door wederzijdsche achting en vriendschap gelegd, vanéónscheurendie tweedracht zaaien tot in den schoot der gezinnen toe on dan nog luido roepen dat zij meerdere vrijheid behoeven om hun werk net meer kans van slagen te voleindigen. De godsdienst is in gevaar zoggen zij. Zij hebben gelyk. In groot gevaar zelfs. Maar zij alleen zyn het, die den weldenkende by na zouden vervullen met oen gevoel van af keer voor een godsdienstdie tot zooveel jammeren voert. Gelukkig zijn er nog honderdduizenden in ons landvoor wie waanzinnige dweperij geheel iets anders is dan eerbied voor een God van liefde on vrede. In dien zin komt ons niets verderfelijker voor van hen die de godsdienstige vaste vormen willen binden en t een onveranderlijk, voor alle tjjden en onder alle omstandigheden passend stelsel. Natuurlyk is het voor onze eigenliefde hoogst vleiend, als iemand onze mèening over neemt en er do zijne voor laat varenbovendien, er is iets zeer eerbiedwaardigs inden ijver, waar mede men datgene wat men voor dwaalbegrip pen houdt, tracht te doen prijs geven voor hel derder denkbeelden. Doch men zij voorzichtig en vermyde de klip waarop de meeste prose lietenmakers stranden, die van godsdienstige dweperij te wekken. Ja, watbeteekent eigenljjk dat woord dwepen? Wanneer we zoodanig met iets zijn vervuld,^ dat het al onze gedachten, onze geheele ziel be- heerscht, buiten verhouding tot andere onder werpen die evenzeer onze belangstelling verdie nen, dan geraken wij er lichteljjk toe, de waarde van hetgeen er nevens] staat te miskennen. In dien toestand verkeert de dweeper: ’t zij hij den geest in beslag doet nemen door eenig vak van kunst, in welk geval hij ook voor niets anders ooren en oogeri heeft dan voor dat, ’t zij een of ander print van wetenschappelijk onderzoek al zijn verstandelijke vermogens tot zich trekt, steeds schat hij hetgeen niet in zijn gedachten- kring past te laag, terwyl hij zijn bijzondere studie of het voorwerp zyner bewondering te hoog aanslaat. Vandaar stoornis in het verstan delijk evenwicht, belemmering in de harmonische ontwikkeling des geestes. Juist hetzelfde gebeurt in de stoffelijke we reld* Al® iemand jaren achtereen denzelfden lichamelyken arbeid moet verrichten, waarbij bepaalde spiergroepen bijzonder zijn ingespan nen, dan zal men weldra een sterkere ontwik- keliug van die deelen opmerken. Doch deze geschiedt ten koste van de overige organen, zoo- dat ook hier het evenwicht wordt verbroken en in niet weinig gevallen zelfs monsterachtige vor men te voorschyn treden. Zoolang nu het verstand de contróle over de som der voorstellingen en begrippen bljjft be houden, is het gevaar voor storingen in den geest niet direct aanwezig, en kan er nog geen sprake zijn van dweperij in den letterlijken zin. We gebruiken het woord in het dagelijksch leven ook meestal in zijn figuurlijke beteekenis, als overeenkomende met bijzonder sterke ingeno menheid. Stijgt deze echter boven zekere gren zen, zoodat de geest vervuld wordt met één beeld, om hetwelk alle zielkundige werkingen zich samenvatten, dan is de periode der zieke lijkheid ingetreden. Vandaar, bjj voorbeeld, dat sommige geleerden verrassende blyken van afgetrokkenheid, van versuffing zelfs, geven; die er getuigen van zijn, dry ven er weleens den spot mede, ofschoon we daar werkelijk een ver schijnsel van verstoorde geestesfunctiën hebben. Bezit men nog kracht genoeg om de aandacht, zij het dan ook met moeite, op andere dingen te vestigen en eenige tijd daarmede bezig te houden, dan is het middel tot herstel voorhanden. Zoo niet; dan ia meestal het einde noodlottig. Vaak hebben wy gelezen van dichters, schil ders, schrijvers, beeldhouwers en tooneelspelers die tot krankzinnigheid vervielen; de verklaring van dat droevig verschijnsel behoeft niet ver gezocht te worden. Van alle soorten van dweperij is de godsdien stige de gevaarlijkste, en tevens, helaas! de Algemeen, want men treft haar aan in alle tijden en bij de meest uiteenldopende begrippen, ^evaarljjk, omdat zy dikwijl» Wekt |ot hande- ordeeld tot j wanbeta- mgen door verbeurd- gebezigde staling der jsidiair één des nachts eweest van bevisschen roorzien to js van den schwater.” i E. N. Jzn., zake*van lari jl. des geweest' in kkerkerk.” >r splitsing Pnjs der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels /0,50. Ieders regel meer 0,10. Grooto lettors naar plaatsruimte. Inzending franco, en uiterlyk tot Zatcrdags-voormiddags ten 10 ure. lingendie de zedelijkheid en het gezond ver stand af keuren. De geschiedenis der eerediensten wemelt van bloedige tafereelen." Hier zien wij bij de Pheniciörs en de Karthagers moeders haar kind nederleggen in de armen van het roodgloeiend Baalsbeeld en levend verbranden, gelijk thans nog in som mige streken van Britsch-Indië vrouwelijke Brahminen haar kroost ter prooi leveren aan de krokodillen van den Ganges. Niet de godsdienst, maar de in ons oog afschuwelijke godsdienstige opvattingen deden bij de Germaansche volken het bloed der menschenoffers langs de altaren stroomen, bij de Mexicanen vóór de verovering de krijgsgevangenen bij duizenden slachten, by de Spanjaarden in de zestiende eeuw de niet- geloovigen in grooten getale en met weidsch ceremoniëel verbranden. Godsdienstige dwepery drijft den Hindoe om zich te doen verpletteren door de raderen van den Jaggernauths-wagen en deed Christenen hun heil zoeken in zelf kastijding; zij was het die Lodewijk XIV zijn dragonders op de weggescholen Fransche Pro testanten deed aanhitsen, en den fakkel des oorlogs in do zestiende eeuw over gansch Europa deed ontbranden. Zijn nu evenwel degenendie zich aan deze bui tensporigheden overgaven, de meest schuldigen Zeker niet. Het volle gewicht der schuld rust op den man, die aan hun godsdienstige opvat ting die verderfelijke richting geeft; die het edelste wat de mensch bezit, ,zijn gevoel van afhankelijkheid van en toewijding aan een hoo- ger wezen, op zoo schandelijke wijze exploiteert, dat hij er door lot gruweldaden wordt geprik keld. Wij hebben deernis met den Aziatischen krijger, die in blinde woede zich stort op de strijdlinie zijner vijanden en daar een wissen dood te gemoet gaat: maar wy verachten den hadji, den priester, op wiens aansporen hij zich tot dien staat van dolzinnigheid laat opwinden in de meening dat zijn godsdienst in gevaar is Europeaan. De godsdienst is een kracht ten leveneen band die de harten der menschen te zamen snoert een macht die ons opwekt om met mannel ij ken moed de stormen te trotseeren en met blijmoe digheid te dragen wat de Voorzienigheid ons oplegt. De hadji’s, och, men vindt ze onder elke hemelstreek en bij elke geloofsbelijdenisbe grijpen dat anders. Hun doel ia, de zielen, aan hun leiding toevertrouwdmet centenaarslasten te bezwaren, om des te gemakkelijker over haar te heerschen. Zij bouwen de menschied niet op, zij vernietigen haar. Al wat er goed en edels schuilt in ons geslacht wordt door hen opgeof ferd aan een geestdoodenden vormendienst. Wij kennen geen heerlijker roeping dan die van godsdienstleeraar. Hem is hot öpgedragen den mensch het pad te wijzen naar bovenhem los te maken van de bande* der zelfzuchthem te vervullen met geestdrift voor het ideale. Wee, indien hij die schoone opdracht misbruikthij wordt dan erger dan een moordenaar. Wilt ge hooren, tot welke vreeselyke gevol gen dweepziekte voert? Leest dan deze woorden uit het jaarverslag van het krankzinnigengesticht te Dordrecht: „De sterke drank heeft ons dit jaar alweder zijn contingent geleverd, maar rykelyker nog de godsdienstige dweperij. Mannen in de kracht van hun levenvrouwen die zoo noodig waren in haar talrijk gezin, kwamen hier, mager en verzwakt, het hoofd gebogen onder angst en vertwijfelingnaar hun meening beladen met schuld en zonde, afgesneden van gemeenschap mët God of onder den invloed van den Satan. Met geen zweem van hoop, geen zweem van vertrouwen, geen zweem van moed, oordeelen zij zichzelven zóó slecht, zóó diepgevallen, zóó onwaardig, dat zij niet alleen allen troost en opbeuring hardnekkig afwezen, maar ook voedsel en geneesmiddelen weigerden, als zynde deze gaven on waardig.-En dit diepe, waan zinnige schuldbesef, wie treft dit het meest? Menschen van een losbandig, zedeloos leven? Neen, de lijders die wij bedoelen, zyn meestal menschen van een zacht karakter, van ernstige levensopvatting, van een innig plichtgevoel, maar die het niet genoeg achten hun plicht te doendie aan goede werken geen waarde hech ten, die zich verward hebben in begrippen, neenin zoogenaamde theologische machtspreu ken, waaronder hun verstand te gronde gaat omdat de rede er voor moet stilstaan.” „Zij, die zich geroepen gevoelen hoogere ei- schen aan den eenvoud te doen dan deze kan dragen en vervullen, die gevoelens of belijde nissen opwekken, te hoog voor den armen leek, die de zonde uitbreiden tot buiten haar grenzen en de schuld onbetaalbaar makenmogen er wel eens over denken, of dat is vrede stichten en heiligen, dat men den catechisant tot ver twijfeling brengt om hem daarna aan de zorg van een krankzinnigengesticht over te leveren.” Met een traan van deernis voor de rampza- lige slachtoffers in het oog, drukken wy in ge- dachten den ichryver dezer regelen de hand. te 's-Gravenhage zal H. M. de accoucheur bijstaan. e. k. wordt het Rijk in vijf militaire afdoelingon in gedeeld. De grenzen dier afdeelingen zijn thans «W aMubVi.ug XÏWIU* Holland en Zuid-Holland ten Noorden van de Nieuwe Maas en de Lek, standplaats van den bevelhebber Amsterdam; 2e militaire afdeeling: de provinciën Utrecht, Overysel, Drente, Gro ningen, Friesland en Gelderland ten Noorden van den Rijnstandplaats Utrecht; 3e militaire afdeeling: van de provinciën*-Zuid-Holland en Gelderland de gedeelten ten Zuiden van de Nieuwe Maas, de Lek en den Rijn, en verder de provinciën Zeeland, Noordbrabant en Lim burg; standplaats Gorinchem. Door den Minister bepaald, dat de miliciens van at die niet tot het blijvend gedeelte behooren, den 24 April e. k. met groot verlof kunnen geson- den worden. De vereenigde vergadering Rijnland heeft in hare zitting van Zaterdag gewichtig ^.besluit genomen om een aanzienlijk deel der kosten te waarborgen van eene afdoende verhooging en verzwaring van den Lekdijk bo vendams. De versterking toch, die aan het hoog heemraadschap van den Lekdijk bovendams door Ged. Staten van Utrecht bevolen en door den Koning bekrachtigd was, werd volgens het oor deel van de deskundigen en van de waterschaps- colleges gehcol onvoldbende geacht. De geheele verhooging van den Lekdijk bo vendams zal nu oen uitgaaf vorderen, die op een millioen gulden is geraamd; het hoógheemraad- schap van den Lokdjjk bovendams zal zelf daarin de helft dragenvoor de wederhelft stelt Rijn land zich borg en heeft reeds de toezegging van GedeputeerdÖ Staten van Noord-Holland en Van de dagelijksche besturen van Amsteliand en Schieland, zoomede van den dijkgraaf van het grootwaterschap van Woerden, om het verleenen van krachtigen geldelyken steun bij de Provin ciale Staten en bij de algomeene vergaderingen dier waterschappen te bevorderen. Het uitzicht bestaat, dat wanneer C teerde Staten van Utrecht, voor zooveel college van den Lekdijk Bovendams betreft, de gesloten overeenkomst goedkeurende Minis ter van waterstaat bereid zal worden^ bevonden aan den Koning het voorstel te doen om het gegeven bevel in te trekken. Het werk zal zóó worden aangelegd, dat de arbeid, behoudens overmacht, reeds vóór den volgenden winter gereed eu de dijk in voldoenden staat van^ tegenweer zij gebracht. Volgens mededeeling van heeren liquidateuren der Afrikaansche Handelsvereéni- ging, ia de heer H. Brücherdie kort na de catastrophe van 15 Mei des vorigen jaara naar Afrik» was gezonden ter bescherming dor be langen van crediteuren, heden van daar met de stoomboot' „Normandy” geretourneerd. Die heer heeft alle balansen en verdere documenten mede gebracht die over den staat van zaken der Ven nootschap licht moeten verspreiden. Zoo dra het onderzoek dier omvangrijke stukken zal zijn afgeloopen immers binnen eenige Ke ken -s- zijn liquidateuren voornemens zich omtrent den toestand en de uitzichten der A. H. V. te wenden tot hare crediteuren1 in een uitgewerkt rapport, dat ook voor het publiek zal worden verkrijgbaar gesteld. godsdienst is eeuwig, dq godsdienst-be- "1 wisselen aanhoudend. Zij hangen af van en staan in verband met een zoo groot aantal omstandigheden, dat het niet mogelijk is hun ontwikkelingsgeschiedenis met genoegzame nauw keurigheid aan te geven; we kunnen slechts na ernstige studio in breede trekken aanwijzen welke groote veranderingen in den loop der tijden de voorstellingen omtrent het bovenzinnelijke heb ben ondergaan. En gelijk het tot dusver was, zal het vermoedelijk wel blijven; demensch zal immer streven naar zuiverder begrippen van de Hoogste Macht en van zijn verhouding tot haar, terwijl de denkbeelden, die thans gekoesterd wor den, door volgende geslachten onhoudbaar be vonden zullen worden. Juist in dat feit ligt voor ons ben drangreden tot ernstig nadenken. Kon den we de absolute waarheid machtig worden, we zouden haar koesteren en bewaren als een onschatbaar kleinood, doch behoefden aan geen uitbreiding of Vermeerdering te denken; derhalve zou de hoofdreden van ons bestaan, het „Altoos Hooger!” vervallen. -* dan het drijven begrippen aan dezo maken tot Overzicht. Hoe uitdagend de bladen der Rechterzijde in Frankrijk, na do bekende4beslissing van den Senaat betreffende hot Jezuieten-onderwijs, ook optradenen hoe de organen der Linkerzijde de Regeering ook aanhitsten om de uiterste midde len niet ongebruikt te latentoch gaat het Mi nisterie kalm en beradenmet groote gematigd heid te werk. Na eerst de heilige week te heb ben laten voorbijgaan, maakte het Journal o/ficiel de beide decreten openbaardiegegrond op de bestaande wetten van 18 Germinal jaar X en van 3 Messidor jaar XII, hetzelfde dool beoogen air’1 art. 7 van de bekende onderwijswet. het verder verbljjf in Frankrijk te verbieden ontzeggen de jongste besluiten der regeering aan die orde alleen het recht van vereeniging en tot het houden van inrichtingen van onderwys. Aan de congregatie der Jezuieten wordt drie maanden tijd gelaten om zich te „ontbinden, terwijl hare inrichtingen van onderwys 31 Augustus moeten gesloten zijn. Bij het tweede decreet wordt be paalddat alle niet-erkende geestelijke orden alsnog die erkenning moeten aanvragenverge zeld van een afschrift harer statutendie ook goedgekeurd moeten worden door de bisschoppen van de kerspelenwaarin de congregatie inrich tingen bezitten. Het aantal leden van niet er kende congregaties bedraagt op dit oogenblik niet minder dan 7444 met 384 inrichtingen van verschillenden aardniet medegerokend nog de lede‘n van vrouwelijke congregaties, 14003 in getal, met 602 verschillende inrichtingen. Het laat zich denken dathoe wettig de maat regel op zich zelve ook wezen mag en hoe ge matigd de regeering de wetten toepast, de agi tatie door de openbaarmaking der decreten te weeggebracht groot is. Alle organen der Rech terzijde prediken tegenstandde bedreigde orden zullen protesteeron en desnoods procedeeren tegen de Regeering. En zooals in Frankrijk trouwens niets ongewoons is, helpen do vrienden der regee- -om ye zaken in de war te sturen. t de regeering veel te gematigd te als straks, wanneer de Kamers in den Senaat het Kabinet oover zyn vyandig optreden tegen de godsdienstige orden, mag men in de Kamer eene motie te gemoet zien, waarbij het vertrouwen in het regeeringsbeleid wordt opge zegd, wegens het niet toepassen der wetten in al hare gestrengheid. Veel zal in deze zeker afhangen van Romes houding, en met het oog op ’t geen op dit oogenblik in Duitschland omgaat, is hot gerucht zoo onwaarschijnlijk niet, dat de Paus zich niet voor de onruststokers, de Jezuieten, in den bres zal stellen. De Duitsche Germania heeft, nadat de H. Vader het eerst de hand ter verzoening heeft gereikt, door de benoeming der geestelijken aan de goedkeuring der regeering te onderwerpen, mede het hoofd in den schoot gelegd. Het is I geen wonder dat het blad, hetwelk zoo gaarne zou gezien hebben dat niet het Vaticaan maar de regeering den eersten stap van toenadering had gedaan, zjjne teleurstelling in deze niet ge heel kan verbergen. Ook andere organen schry-1 ven in dien zin, doch allen komen hierin over een, dat het tot standkomen eener verzoening tusschen Rome en de Pruisische regeering niet meer kan betwijfeld worden. De openbaarmaking der tusschen den Keizer van Duitschland en dien van Rualand gewisselde telegrammen, by gelegenheid van den jongsten verjaardag van Keizer Wilhelm, geschiedde met i geen ander dool, dan om wyzen op de beste I verstandhouding, die- tegenwoordig weder tus- schen beide Monarchen fieerscht, en die aan de beide volken vrede en geluk verzekert. Het is eene vingerwijzing voor die bladen, welke nog

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1880 | | pagina 1