1880. Zondag 13 Juni. ms ew-York, SMITS VEN, r zijn, os Qkllo). MGEK 1801 te r> A.M, :ur van de Heeren VAN EEGHEN, missarissen; Jhr. als Directeur en a Directeur, zijn i het kantoor to ipondenten in do en bij den Heer Hoerengracht 5, KM, j Weekblad veer Zuid-Holland en Utrecht 154*. Ir echt. te partij gten en HE iek. at 346. gen. jnaars. t. lil te. PE1V, ES. ULDER, kerssingel. teit van Magazijn oogleever, Notaris. IN IALER. Voor koopers en verkoopers. BUITENLAND. BINNENLAND? ing on den la en omstreken nin| 8 'ES geen die S, W. N. VAN NOOTEN tb Schoonhoven, Uitgeven. ■DBMISffl COMT. de volle firma ien, door onzen r G. NEIDLIN- der den naaui EL- en RUBI alle grootten, KINDER- en rijzen enz. p heeft eed afge- 1 I Prys der AdvertentifinVan 1 tot 5 regels ƒ0,50. Iedere 1 regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco, en uiterlijk tot Zaterdags-voormiddags te 10 uren. Deze Courant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag verzonden. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70, Franco per post door het geheele ryk 0,80, •platteland afloopen, den zak met manufacturen op den rug, en geen andere maat bij zich dan een dikke wandelstok met een schrapje op 69 .centimeters afstand van de halfversleten punt. Géén politieman kreeg het in de hersens hen te bekeuren. Niet in die onschuldige „oude namen” is de bron van de nog altijd heerschende verwarring te zoeken. Zij ligt eenvoudig in de niet-hand- having der wet. Dat is „des Pudels Kern”, en dóór moet men het trachten te vinden. A.G. op, welke geen levert het beste les niet één is, behandeling en Naaimachines dt als deze. Handwerkers- :en, worden zij f 1,— geleverd, taling genomen. Alle binnenlandsche Advertentiënwaarvan de plaatsing 3 maal wordt opgegeven, worden slechts 2 maal in rekening gebracht. levensweg!” Ons oude rijmpje: Vrienden in den noodduizend in een loodmoeten we over boord goeienwant nood en dekragram rjjmt net als tang en varken. De handelaars in vodden, beenderen, oud-ijzer enz., die ge woon zijn hun kostelijke negotie „pondegoed” te noemen, moeten ook een anderen naam zoe ken want kilogrammengoed klinkt al te gek. Nu hebben, tien jaar lang, al de onderwijzers in Nederland zich beijverd, om dè jeugd grondig met het maten-en-gewichten-systeem bekend te maken. Men meene niet, dat dit niet gelukte; integendeel, de groote meerderheid der leerlin gen begreep de zaak volkomen, en kon met die nieuwe namen werken dat het een lust was. Zoolang de kinderen de school bezochten ging dat uitstekendmaar nauwelijks hadden zij haar verlaten, of de heele rommel werd op zij gelegd en weldra vergeten. Vroeger, toen men het metrieke stelsel met de Hollandsche namen be zigde ging het eigenlijk nog veel beter. Artikel 44 der voornoemde wet bepaalt: „Deze wet treedt in werking den len Jan. 1870 en wordt vóór 1 Januari 1880 herzien. Men heeft dien laatsten termijn laten voorbijgaan; eerst nu heeft de Regeering het herzienings-ontwe'rp bij de Staten-Generaal aanhangig gemaakt. Werd vroeger het gebruik der oude namen facultatief gemaakt, thans wordt voorgesteld die geheel te verbieden. Trouwens de Minister Fock heeft indertijd niets anders bedoeld. In zijn Missive van 8 April 1869 aan de Commissarissen des Konings lezen wij ^,Uit art. 3 van het ontwerp betreffende de maten, gewichten en weegwerk- tuigen zal U reeds gebleken zijn, dat de Regee ring de in vroegere ontwerpen voorgestelde terminologie der maten en gewichten in zoover gewijzigd heeft, dat het gebruik der tegenwoor dige, naast dat der systematische namen, geoor loofd is. „Deze maatregel draagt echter een tijdelijk karakter. Volgens art. 44 moet de wet binnen tien jaren worden herzien. Dat tijdvak is ge steld tot geleidelijke, doch uitsluitende invoering der terminologie, die van ons maten- en gewichten stelsel een integreerend deel uitmaakt. „Op de Regeering rust hoofdzakelijk de taak om de voorbereiding tot die invoering te be vorderen.” Toch, ofschoon het aangeboden wetsontwerp niets anders is dan de logische voortzetting van ’t geen vooraf is gegaan, en we dus hoogst waarschijnlijk thans de ondankbare rol vervullen van den roepende in de woestijn, wagen we het, een pleidooi te leveren voor een bij voor baat veroordeelde. Men had die oude, goed- Nederlandsche namen moeten behouden, en aan de systematische den tweeden rang aanwijzon. Voorts had men elders 'de maatregelen moeten zoeken voor de onmisbare eenheid. Artikel 3 der Wet begint aldus: „De maten en gewichten, die bij uitsluiting in het Rijk mo gen worden gebezigd, zijnenz.” Toch liet men oogluikend toe, dat de manufacturiers hun aan kondigingen en prijs-aanwijzingen doen per el van 69 of 70 centimeters, ofschoon in hetzelfde artikel de woorden el en meter synoniem worden verklaard. Artikel 10 maakt de zaak nog dui delijker: „In aankondigingen betrekkelijk on roerende goederen of van koopwaren, die bij de maat of bij het gewicht worden verkocht, hetzij in dagbladen, aanplakbiljetten of op andere wijze, daaronder begrepen de etiketten aan de koopwaren zelve gehechtof daarbij aanwezig, moeten de maten en gewichten, vermeld in art. 3, worden genoemd.” Welnu, deze zeer noodige bepaling werd volstrekt niet als ernstig gemeend beschouwd; men liet ongehinderd den kooplie den hun 5 hektogrammen een pond noemen. Vraagt men wie in deze van plichtverzuim zijn te beschuldigen? In art. 26 lezen we: „Dq ambtenaren van Rijks- en gemeente-politie zijn belast met het opsporen van de overtredingen dezer wet en der verordeningen omtrent do maten, gewichten en meet-werktuigen.” Men zal moeten erkennen dat genoemde heeren deze taak al bijzonder licht hebben opgevat. Bij besluit van 16 October 1869 werd een reglement betreffende den vorm, de samenstelling en de afmetingen der maten en gewichten vast gesteld. Daarin lezen we aangaande den meter, zooals de handelaars in manufactuurgoederen gebruiken, dat hij moet hebben den vorm van een lat, vierkant in doorsnede, van boven naar onder cenigszins schuin toeloopende; het dikke gedeelte loopt uit in een handvat, en het dunne gedeelte is voorzien van een koperen open schoen; of wel, over haar lengte gelijk in doorsnede, en voorzien van twee koperen open schoenen; in het eerste geval wordt de meter verdeeld in tien decimeters, waarvan de eerste, te rekenen van het /pstaand stuk, in tien centimeters; in het twaede geval in tien decimeters, olke decimeter in [tien centimeters, en ten minste do eerste centimeter in tien millimeters. Geene kentee- keAcn van breuken, noch eeniga teekenen, die betrekking hebben op» andere dan wettelijke ma ten, mogen op de lengtematen voorkomen.” Dat alles is nu zeer duidelijk en bijzonder precies; T- waarom wordt het dan niet met nadruk gehand- In haar antwoord op het verslag dor Tweede haafd? Honderd malen zag ik negotianten het Kamer over het wetsontwerp tot aanleg van billende Heeren lillende STEEN IJ n en geleverd, len. Voorts HEI- jEN voor Palen, 9LIJPDEELEN, F op keur. LEN, vuurvaste TEGELEN en Wetten moeten, zullen- zij populair zijn en zal haar uitvoering niet telkens op moeielijk- heden stuitenöf de formuleering zijn van al gemeen heerschende rechtsbeginselen, öf be antwoorden aan een door de groote meerderheid des volks gevoelde behoefte. Tot de laatste groep hebben we inzonderheid die wettelijke voorschriften te rekenen, die met materiëele be langen in betrekking staan. Dus ook de wet van 7 April 1869, Staatsblad 57, betreffende de Maten, Gewichten en Weeg- werktuigen. Heeft zij inderdaad bij haar vaststelling dat karakter gedragen en leert een tienjarige practijk dat zij aan haar doel heeft beantwoord? Zeer zeker was het van belang, maatregelen te nemen voor de eenheid in dit opzicht. Reeds de Staatsregeling van 27 Maart 1798 bepaalde in haar 59e artikel: „Alle maten en gewichten worden, door de gansche republiek, zoo spoedig doenlijk, naar eene zekere on veranderlijke groot heid, tiendeelig gelijkgesteld. Ieder die geen vreemdeling is in de geschiedenis van het va derland weet, welk aandeel onze landgenoot Van Swinden heeft gehad in de handelingen van het Nationaal Instituut van Kunsten en Wetenschap pen in Frankrijk tot vestiging van het Metriek Stelsel, dat van dien tijd af terecht is beschouwd als het internationaal systeem bij uitnemendheid. Sedert dien tijd heeft het in ons land niet ontbroken aan wetten en verordeningen op dat punt. Maar al wat van hoogerhand werd ge daan om de gewenschte eenheid te verkrijgen, stuitte af op het ingeworteld provincialisme. Men bleef de oude maten getrouw als wjjlen onze Friesehe rootvaderen hun oude góden, en al wat aan gevoerd werd om de leer der eenheid te pre diken en het ideaal der internationaliteit te ver kondigen werd in theorie heel aardig genoemd doch drong niet door tot het practische leven. Vooral op het chapiter vlaktematen was en bleef de verwarring groot; schier elke gemeente en elke pólder hield er een eigen stelsel op na, met de zonderlingste namen. Werden op twee of drie plaatsen dezelfde namen aangetroffen, dan beteekenden zij ook telkens iets anders, hetgeen ook al niet strekte om de zaak te ver eenvoudigen en het overzicht gemakkelijk te maken. De wet van ’69 was een nieuwe poging om aan de verwarring een einde te maken, en als zoodanig beantwoordde zij aan een dringende behoefte. Maar reeds in 1816 en 1817 was een uniform stelsel ingevoerd en verplichtend gemaakt, altijd, met de zoogenaamde oude namen. Had men van den aanvang af aan deze bepa- x lingen streng de hand gehouden, dan zou de zaak op bevredigende wijze zijn geregeld en zou men niet tot op onzen tijd, tot op den huidigen dag behoeven te worstelen met maten en ge wichten die uit het jaar nul dateeren. De wetgever van 1869 meende een krachtig middel te moeten toepassen om de oude maten te doen verdwijnenhij voerde het gebruik van de systematische namen in. Naar onze meening heeft die regeling niet de verlangde uitkomst gehad. Juist die namen van vreemden oor sprong, voor Noderlandscho ooren altijd min of meer barbaarsch, schrikten de lui uit de volks klasse af, en deden hun de nieuwe wet als een soort van onderdrukking, het maten- en go- wichtenstelsel als een spook beschouwen. Ons volk houdt nu eenmaal niet van „stad huiswoorden” krijgt een daarvan toevallig hot burgerrecht, dan wordt het eerst een oud-Hol- landsch broek en buis aangetrokken, zoodat hot er potsieriijk uitziet en voor het „internatio naal” gebruik ten eenenmalo ongeschikt wordt. Al vertelt ge met nog zooveel overtuigingdat het woord „kilogram” zooveel moeielijker niet is uit te spreken dan „pond”, de man uit de volks klasse kijkt u ongeloovig aan en gaat vervol gens naar den tabakswinkel om zijn half-onsje krul in te slaan. Toon met voorbeelden aan dat de voorvoegsels kilohektodekadeci centi, milli, zoo uiterst gemakkelijk zijn om do verhoudingen tusschen eenheid, veelvoud en on derdeel aan te gevennog eensom u plei- zier te doen wil men het graag aannomonmaar achter uw rug zullen do monschen zeggen dat ellen, palmen, duimen en strepen toch minder ingewikkeld zijn. Al is ’t niet waar, men houdt het er toch voor. Die oude namen zijn met ons volksleven op gegroeid. Waar zullen we heen, als we die moeten missen? Verbeeld u een moeder, die aan haar kinderen vertelt dat Klein Duimpje (als ik omtrent de etymologische beteekenis van den naam diens heids volkomen zekerheid had zou ik misschien verplicht zijn hem klein cen- timetertje te noemenmet de zeven-kilometers- laarzen van den wildeman aan den haal ging! Op Oudejaars-avond zal geen godsdienstlceraar meer mogen spreken van „een mijlpaal op onzen eenige kanaaiverbindingen in de provinciën Gro ningen, Drente en Overijsel en verbetering van den binnenlandschen waterstaat in Friesland betuigde de Regeering dat het haar aangenaam was te vernemen dat de wijze van behandeling, door haar bij deze voordrachten in aeht geno men bij de meeste leden instemming vond. Voor zoover eenigszins mogelijk is werd de Volks vertegenwoordiging de gelegenheid aangeboden, over elk onderwerp zelfstandig en met volko men kennis van zaken een oordeel uit te spreken. Het onderzoek der ontwerpen van een verbe terden waterweg van Amsterdam naar den Rijn is zoo ver gevorderddat vermoedeljjk nog in deze zitting daaromtrent een voorstel zal kunnen worden ingediend. De Staten der provincie Noord-Holland hebben voor den ontworpen wa terweg AmsterdamRotterdam een subsidie toe gezegd. Bij het gewestelyk bestuur van Zuid- Holiand is dit onderwerp nog in overweging en zal, naar de Minister hoopt, in de Juli-verga dering der Staten een gunstig besluit worden genomen. Naar aanleiding van de met vooruitzicht op ondersteuning van het Rijk door de Staten van Zuid-Holland en Gelderland vastgestelde regle menten betreffende de instelling van een water schap van de Linge-uitwateringis dit onder werp mede bij de Regeering in overweging en zal daaromtrent vermoedelijk weldra een beslissing zijn te nemen. De Regeering is voornemens buitengewone werken zoo noodig door middel van geldleening te bestrijden. Kunnen de geldmiddelen van Ned.- Indië, nadat vooraf behoorlijk in de behoeften dier bezittingen zal zijn voorzien, weder bijdra gen voor Nederland beschikbaar laten, die de behoefte aan het middel van geldleening doen verminderendan zal' dit voorzeker aan ieder welkom zijn. Naar het oordeel der Regeering schijnt, waar het de voltooiing en verlenging van in exploitatie zijnde kanalen door bestaande kanaal-maatschappijen geldt, het verleenen van subsidie boven dat van rente-garantie de voor keur te verdienen. Verbetering der rivieren, waardoor ook het gevaar voor overstroomingen moet verminderen, blijft een voortdurende zorg der Regeering. De waterstaat in het noord- oostelijk deel van Noordbrabant vereischt boven dien in het bijzonder voorziening. Z. M. heeft benoemd tot burge meester van Leiden L. M. De Laat de Kanter, wethouder dier gemeente. Z. M. heeft W. C. Kantelaar, ont vanger der directe belastingen en accijnsen te Montfoort c. a., benoemd tot ontvanger dier- zelfde middelen te Nieuwkoop c. a. Bij de Dinsdag te Eindhoven plaats gehad hebbende" verkiezing van een lid der Tweede Kamer, ter vervanging van den heer Mr. C. A. H. Barge, is gekozen de heer Dr. P. J. F. Vermeulen. De heer Mr. B. Denekam voor de rechtbank te Rotterdam den legd als advocaat en procureur. Aan de rijks-universiteit te Utrecht is Maandag bevorderd tot doctor in de rechts wetenschap de heer M. C. Bisdom (geboren al daar), met proefschrift: Eenige beschouwingen over Artikel I Burgerlijke Rechtsvordering. Aan het Departement van water staat werd Woensdag herbesteed: de uitvoering van vernieuwingen en herstellingen aan de Rijks- rivierwerken in de Nieuwe Maasde Oude Maas, benevens het Berengathet Scheur en den Harte], met het onderhoud dier werken van 1 Juli 1880 tot en met 30 Juni 1881in 2 perceelen. Minste inschrijvers waren voor perceel 1 de heer F. De Groot te Giesendam voor f2105; voor perceel 2 de heer G. De Hoog te Gorinchem voor f13.360. Vervolgens werd aanbesteed hot maken van vijf dwarskribben langs den linkeroever van de rivier de Lekonder de ge meente Streefkerk. Minste inschrijver de heer J. A. Van derStraaten, te Berg-Ambachtvoor f20589. Ten behoeve der garnizoens-bak- kerij te Maastricht werd 7 dezer aanbesteed de levering van 300 HL witte en 100 HL roode tarwe. Minste inschrijvers waren: voor de witte de heer H. De Gier te Gorinchem ad f 11,89 en voorde roode de heer J. Hoogh winkel aldaar ad f 11,88 per HL. Dé hooilanden, die in de Vijf- hoeronianden verpacht zijn, hebben véél opge bracht, zoodat de pachtsommen van sommige perceelen wel 10, 20 ja zelfs 30 percent meer bedragen dan over 1879. Do verpachtingen van kersen in de Gclderscho streken zijn in vollen gang. Trots de verliezendoor de koopers het vorig jaar geleden, werden zeer hooge prjjzen besteed. Te Roosendaal, in Noord-Brabant, hcerschen de pokken epidemischen in geheel Noord-Brabant komen zij sporadisch voor. Te Rotterdam zijn op 't oogenblik 2 pokhjders', nam, één yan een schipuit Kroonstad gearriveerd en één van een schipdat uit Antwerpen kwam. Volgens do laatste berichten zyn te Antwerpen in ééno week 41 personen aan de pokken overleden. Overzicht. Terwijl men in Rome er volstrekt geen ge heim meer van maakt, dat do ondorhandelingen over de kerkejijke-staatkundige geschillen met Pruisen zijn afgebroken en in verband daarmede den nuntius Jacobini van Weenen terugroept en de concessie in der tijd aan Mrg. Melchers ge daan intrekt, is de commissie uit den Landdag ijverig bezig om de nieuwe Pruisische Meiwet te verknippen. Art. 1 is verworpen, art. 3 in gekort, art. 4 gewijzigd in een zin die do re geering onaannemelijk acht, art. 9 verworpen en zoo zal het wol blijven voortgaan, zoodat er eindelijk niets moer van de Wet overblijft. Wat tot dusver nog behouden bleef is te danken aan de samenwerking van do strong-conservatieven en het centrum. Wel trachtten de vrij-consor- vatieven en de nationaal liberalen verschillende artikelen naar hun zin to wijzigen, maar toen dit mislukte, stemden ze ook als één man tegen elk artikel. Terwijl men nog altijd raadt naar do eigenlijke bedoeling, die de regeering met dit wetsvoorstel heeftnu de houding dor Curie allerminst het doen van concessie wettigt, komt de houding van hot centrum die algemeene ver warring nog vermeerderen. Hoewel die partij, zoo dikwijls als zij medewerkt om met de con servatieven oen artikel der wet pasklaar te ma ken, te kennen geeft dat die medewerking ge heel onafhankelijk is van hare stemming over de wet zelve, laat zij toch duidelijk genoeg in al haar doen en laten dóórschemeren, dat zij menige handreiking dankbaar zou aanvaarden. Hoe dit te rijmen is met Jen vijandigen toon van het bekende artikel van de Voce della Verila is een vraag waarop alleen Rome vennoedelijk het antwoord zou kunnen geven. Zoodra de commissie gereed is met hare ana tomie der wet, komt do beurt aan den Landdag om, in overleg met de regeering, de wet weder in elkaar te zetten enaan te nemen. Want ondanks al het geharrewar twijfelt men er niet aan of ook in doze zaak zal v. Bismarcks haan koning kraaien. Indien zijne communiqués aan do Kölnischo niet voldoende helpen, geeft hij zich desnoods de moeite om eeno zitting van den Landdag bij te wonen en de laatste weife laars over te halen. De oudste zoon van den Kroonprins, Prins Wilhelm is verloofd aan Prinses Augusta, Vic toria Von Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Augus- tenburg. De Duitsche pers put zich uit om de toekomstige Keizerin de meest vleiende compli menten te maken. Terwijl de Russische Keizerin door den dood uit haar langdurig lijden verlost is, is Gortschakoff, de Russische Rijkskanselior, wiens doodbericht men mede elk oogenblik te gemoet zag, plotse ling weer op het wereld- en Staatstooneel ver schenen. Op zijn reis naar BadenBaden bracht hij een bezoek aan zijn collega Von Bismarck, waar uit men dus mag opmaken, dat de verhouding tusschen die beide heeren voor het oogenblik wat minder gespannen is. Nu, Rusland mag ook tevreden zijn. Het denkbeeld eener na-con- ferentie, door Engeland geopperd, is, mag men de berichten geloovcn, reeds een besluit gewor den. Wel is bepaald dat alleen de Grieksche quaestie zal behandeld worden, maar, is men eenmaal aan het praten, dan krijgt ook licht een ander vraagstuk zijn beurt, en Rusland heeft nu geen Beaconsfield te vreezen. De wijze waarop de nieuwe Engelsche gezant te Constan- tinopel, Gorsschen is opgetreden, doet verwach ten dat de Porte op eene tweede conferentie niet zulk een warm verdediger zou vinden. In Italië blijft het nog altijd het oude getwist. De begrootings-commissiemet zooveel beleid ge kozen is nu weer incompleet door het bedanken van do loden der Rechterzijde, die zich door dq, bescherming, die de scheurmakers van' de zijde der regeering ondervonden, miskend achten. De rooden in Frankrijk gaan voort met hu‘n schelden en tieren tegen de regeering, die echter kalm en beraden haar gang gaat en elke mani festatie belet, zonder voel ophef te maken. Dit schijnt gunstig ook op de natie te werken. Hoewel geholpen door de clericalen moest de beruchte Blanqui bij de herstemming te Lyon het onderspit dolven. Toch behaalde hij nog 6000 stemmen.' ^TATEN-GENER AA L.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1880 | | pagina 1