'ti RIEK Zondag 25 Juli. N°. 580. 1880. p de Lek Kunst. Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht. I RUG. ELEN, van :ctie. VAN recht. °P i partij ;ten en HTS, Uitgever. oen IE, >VEV. 'o. Magazijn BUITENLAND. BINNENLAND. ven Tentoonstellingen. iig: SCHELLEN, orhooging ao modellen. ’s-Hage om do lisvriond” S. W. N. VAN NOOTEN tb Schoonhoven. Uitgev n. Dezo Courant wordt geregeld iederen Zatordag-middag verzonden. Pryz: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70. Franco per poet door het geheele rijk 0,80. DE GROOT. J.8CHILTE. Behalve met deze Ministerraad van Spanje ziel van de overgo- ergeteekende imo mate to Tijdschrift, tot Premie segd. laten. De i ir. en, 16 i hnt uui ra^iuutiiiiuuiiug ui. ut> pruviuciiue lunuBun ton behoeve van de verhooging van don Lekdijk nagedachtenis van zijn eer- het voreonigde Koninkrijk, een gedonkteeken oeren. do door do regeoring gevraagde Allo binnenlandsche Advertentiën, waarvan de plaatsing S maal wordt opgegevon, worden slechts maal in rekening gebracht. I. ARNOLD, rs. H. T. ertolling, SCHOMHOfflSCHE COURANT. over ing van ond Huisgezinnen, chrijving van b inhoud van tterkundigen. aan den Heer ie grootten, INDER- en jzen enz. in de geschiedenis der vroegere nijverheid, en het bewjjs leveren dat er vóór eonige honderden jaren hoogc waarde werd gehecht aan smaak- Prijs der Ad vortontlBnVan 1 tot B regels 0,ö0. Iedere regel moer f 0,10. Groote lettors naar plaatsruimte. Inzending franco, en uiterlijk tot Zatordags-voormiddags ten 10 ure. V Je ornemontatiomaar plaatst men nu daar- n tens do voortbrengselen onzer hedendaagsche bewerking van edele metalen dan ontvangt men onzes inziens een verkeerden indrnk. Elk tjjd- vak stelt bepaalde oisohen. Die prachtstukken van voorhoon werden natuurlijk zeer duur be taald, en de rijko oorporatiön of particulieren van toen hadden er schatten voor over. Thans is do eischgoedkoopnetjes en doelmatigen daardoor verliest de vergelijking tusschen voor maal» en nu haar recht van bestaan. Slechts producten van hot tegenwoordige kunnen naast elkander worden gesteld, en dan mag do vraag beantwoord worden, wiens arbeid het meest aan den zooeven genoemden drievoudigen eisch vol doet. Een kunsthistorische tentoonstelling moet een afzonderlijk geheel blyven. Dat men voorts menigmaal huizon betrekt waarin verver en behanger nog druk bezig zijn mot andere woorden, dat tentoonstellingen met do meest mogehjko plechtigheid voor geopend worden verklaarddie nog niet halverwege klaar zijn, zoodat de bezoekers van de eerste veertien dagen of langer hun geld in ’t water werpen adres aan de Brusseischois een gebrek dat met kracht moet worden bestreden. En eindelijk kunnen wij nogeens herinneren aan ’t geen we vroeger gezegd hebben, dat verlotingen, om de tentoonstellingen te redden van financieële mis lukking, baar menigmaal het karakter geven van een aanslag op de beurzen van dobbelzuoh- - we vreezon nog zeer dikwijls in do noodzakelijkheid te komen, tegen dat laatste misbruik te protesteeren. Overzicht. De Engelsche premier, Gladstone, ondervindt nog steeds de nadeolige gevolgen van zijne al te scherpe en overdreven partijdige oppositie tegen het conservatieve Kabinet, dat hy met «oojeel aucoaa uit het zadel ligtte. Veel, ja bijna alles wat hij toen veroordeelde is door bet liberale Kabinet aanvaard, gehand haafd en wordt zelfs nu on dan verdedigd. Sir Bartie Frère voert nog altijd het bestuur in Zuid-Afrika; het vonnis over de Zulu-Kaffers is voltrokken; de overeenkomst met Turkije be treffende Cyprus niet ongedaan gemaakt; de zaken in Afghanistan nog altijd niet geregeld, alles tot groote ergernis der liberalendie niet verzuimen den grijzen Staatsman bij elke gele genheid aan zijn inconsequenties te herinneren. Ook de natie schijnt in die ergernis te deelen althans bij elke verkiezing blijkt, dat de con servatieven weder aan kracht beginnen te winnen. Do regeering gaf op nieuw roden tot ergernis, toen, bij de behandeling van Briggs motie, tot afkeuring van het plan om het monument ter eere van wylen den jongen Lodewijk Napoleon I een plaats te geven in Wcslmmsler-abbey, zij I bedenkingen daartegen opperde. Het Lagerhuis liet zich daardoor echter niet terugschrikken, doch nam de motie aan met 171 tegen 116 stemmen, waarvan het gevolg zijn zal, dat het monument van den jongen held niet naast do gedenkteekenon van Engelands groote mannen zal verrijzen, doch eene meer passende en be scheiden plaats zal winnen in de kapel te Windsor. Een geheel andere plaats werd dezer dagen gegeven aan het gedenkteeken ter nagedachtenis van Belgies eersten Koning, Leopold I. Op een van Brussels pleinen, te midden van het volk, dat hem vereerde en liefhad, verrees het stand beeld van dien Vorst, die ook buiten de grenzen van het kleine land dat hij bestuurde, een grooten en goeden naam had weten te verwerven. Het monument werd onthuld in tegenwoordigheid dor geheele Koninklijke familie, van don toekom- stigen schoonzoon des Konings, de Oostenryksche kroonprins, tal van buitenlandsche vertegenwoor digers en autoriteiten en eene onafzienbare en feestvierende volksmenigte. Het was een geluk kige gedachte die onthulling dezer dagen te doen plaats hebben, nu het Belgische volk, door de viering der feesten ter herinnering aan zijne 50jarigo onafhankelijkheid, van zelf aan het goede bestuur van zijn eersten Vorst herinnerd wordt. Ook Italië zal do sten Koning door oprichtiv De Kamer stoi som toe. Ook word zij hot eindelijk eons over de quaestie der afschaffing van de gemaalbelasting, die jaren lang tot zooveel partij-gotwist heeft aanleiding gegeven en een struikelblok is ge weest voor de afdoening van zooveel noodige hervormingen. Nu is de kieswet aan de beurt. De feesten in Frankrijk hebben tot Zondag voortgeduurd en zijn in de beste orde afgoloopen. Do leden der Kamer en van den Senaat hebben den goeden indruk dier feestviering mede naar huis kunnen nomenze zijn op recès gescheiden. Gambetta, die zich meer en moer op den voorgrond begint te plaatsen, bezigt zijn invloed om do rooden met hut tegenwoordig bestuur te verzoenen cn vertrouwen in te boezemen in do Z. M. hoeft benoemd tot notaris te Utrecht, J. H. Huybers, cand.-not. te Haarlem te Kampen D. Bakkercand.-not. te Boskoop thans burg, dier gemeentete Dordrecht J. L. Nijhoff, cand.-not. te Noordwyk. Z. M.hooft aan mr. J. A. F. Coebergh, met ingang van 1 Aug. e. k., op verzoek, eervol ontslag verleend als schoolopziener in het vierde schooldistrict van Zuid-Holland. Door de Prov. Staten van Zuid- Holland is Dinsdag tot lid van Gedeputeerde Staton van Zuid-Holland met 46 van de 63 stemmen gekozen mr. C. A. Van der Kemp te ’s-Hage, die de benoeming heeft aangenomen. Met 49 tegen 17 stemmen is door de Prov. Staten afgewezen de subsidie-aanvrage van den heer Crans voor zijn plan tot aanleg van een zeehaven te Scheveningen met een waterweg naar de Maas. Na zeer breedvoerige discussie is het voorstel der Commissiein overeenstemming met Ged. Staten, om 11 millioen voor aanleg en f 10.000 voor onderhoud van een verbeterden waterweg tusschen Amsterdam en Rotterdam toe te staan, aangenomen, met behoud van de voorwaarde der richting langs Goudaen na verwerping met 45 tegen 23 stemmen van een amendement van den heer Vlielander Hein om als voorwaardo de vrije vaart te bedingen. Gouda behoudt daardoor het recht van tolheffing. 1 Na langdurige discussie is met 51 tegen 6 stemmen afgewezen het verzoek van Rijnland, om tegemoetkoming uit de provinciale fondsen In beginsel kan men met een zaak ingenomen Byn en toch geenszins vrede hebben met de wijze waarop zij wordt uitgovoerd en toegopast. In dat geval zou het niet verstandig wezen zijn sympathie terug te nemenbeter is hetnaar middelen te zoeken die do bedenkingen kunnen doen verdwijnen. Het woord’, aan het hoofd van dit artikel ge plaatst duidt een onderwerp aandat’ zeker in deze dagen wel aan do orde is en waaropnaar het ons voorkomt, de voorgaande volzin mede betrekking heeft. Tentoonstellingen zijn nog niet zoo heel pud: zij waren een schepping van de eerste Fransche Republiekhadden aanvankelijk pen geringen omvang en werden door groote tusschonpoozen gescheiden. Ook hadden zij vol strekt geen internationaal karakter: het denk beeld van de broederschap der volken leefde destijds wel in het brein van eenige groote Fransche burgers, die als het ware de wegbe reiders der revolutie zijn geweestdoch had zich nog niet uit den0 kring der philosophische be schouwingen voortgeplant op het gebied der practyk. De natiën waren elkander nog vreemd hadden strijdige belangen en konden niet inzien, dat zij uit elkanders vorderingen in kunst of nyverneid leering te putten hadden. De eerste tentoonstellingen hadden uitsluitend ten doel de producten van verwante takken der Fransche nijverheid byeen te brengenom langs dien weg den naijver der voortbrengers te prikkelen en tevens de afnemers in de gelegenheid te stel len tot het doen van ruimere keuzen. De bijval van het publiek zou dan vanzelf uitwjjzenwaar de meeste voortreffelijkheid werd gevonden, ter wijl bovendien nog openbare eerebhjken werden uitgereikt. Tot vóór een dertigtal jaren kwamen tentoon stellingen slechts sporadisch voor: het getal ex posanten was beperktook door de groote kosten van vervoer. De bezoekers waren natuurlijk ook niet byzonder sterk in aantalhoewel de toe vloed in den regel groot genoeg was kosten te dekken. Prins Albert, de schepper der eerste wereld tentoonstelling, heeft daarmee de hooge vlucht voorbereiddie do exposities sedert genomen hebben. De beroemde gemaal van Engelands koningin ging van mq prachtig denkbeeld uit: hij wilde, in voor ieder leesbaar schrift, een kaart doen ontwerpen van de vorderingen der industrie in alle landen der aarde. Vooreerst in het belang der Engelschen. Indien het waar was dat zij in geen enkel opzichtzoowel wat betreft de bruikbaarheidde kunstrijke uitvoe ring en den billyken prijs hunner producten bij anderen ten achter stondendan moest dit maar blijkenopdat men nog meer dan tot dusver binnen de eigen grenzen zich voorzien zou van hetgeen men verlangde. Was het om gekeerde het gevaldan «ou een kalme verge lijking spoedig genoog doen zien waarin men te kort schooten dan leefde er in de Britsche natie geestkracht in overvloed om de middelen tot verbetering op te sporen en aan te wenden. De uitslag wal voor Engeland beschamend maar ookvan dat oogenblik af kreeg daar de kunst stem bij do bespreking der nijverheidsbe langenen binnen weinige jaren kon de Britsche industrieel met opgeheven hoofde in het strijd perk treden. Zietdaar het gronddenkbeeld, dat by alle vol gende internationale tentoonstellingen heeft voor gezeten. Leerscholen dor industrie heetten zij te zijn, vreedzame wedstrijden op het gebied van den arbeid. Elke nieuwe ontmoeting van dien aard was bestemd om nieuwe vorderingen te registreeren, en tevens om te doen uitkomen, welk volk zich de ontvangen lessen het best ten nutte had gemaakt. Werd dat schoone doel ten volle bereikt? Aanvankelijk, toen nog de wereldtentoonstel lingen door tusBchonruimten van vijf of zosjaar werden gescheiden, kon die vraag bevestigend worden beantwoord. De beschaving heeft aan haar veel te danken. Do belangen van voort brengers en afnemers werden er niet weinig door gebaat. De laatsten vonden gelegenheid met eigen oog op te merken, waar hun de beste, de netste, de soliedste voorwerpen geleverd kon den worden. Hot handelsverkeer werd er zoor door verlevendigd. In de laatste jaren echter volgden die „wed strijden des vredes” elkander te snel op. Er ontstond een wedloop, wie het eerst het besluit zou nemen, een wereldtentoonstelling te orga- niseeren. Pas was de eene geopend, of do dag bladen berichtten dat weer elders do Regeering bij de wetgevende macht oen voorstel van dien aard aanhangig had gemaakt. Die van Sidney is pas achter den rug, en reeds heeft New-York zich aangemeld, terwyl in Europa ernstig sprake is zoowel van Berlyn als van Lissabon. Ook van het goede ken men te veel genieten. In zulk toekomst des lands. Dit gelukt hem zóó goed, dat eene redevoering met dat doel dezer dagen door hem in do «beruchte wijk Belleville gehóu* den, luide toejuichingen verwierf. Rochefort blijft zich steods tegen die gelegen- heidspolitiek van den ex-dicteter verzetten. Zyn orgaan slaat één toon aan met do Marseillaise, de Egalild en anderen, die zich niet ontzien om de oude communistische theorieën luide te ver kondigen. Het bericht, dat Manilla door eene ernstige aardbeving geteisterd is, die onder de bevolking eene zeer verklaarbare ontsteltenis heeft te weeg gebracht, heeft ook in Spaqje gelyken indruk veroorzaakt. De overheid doet alles om de bevolking der stad en van het platteland tot kalmte en ver trouwen aan te manen en te voorzien in do ver woestingen door de aardbeving aangericht. Behalve met deze aangelegenheid heeft de Ministerraad van Spanje zich dezer dagen ook nog bezig te houden met de beslissing der vraag, in wolk oord des lands de te verwachten Ko ningstelg het levenslicht zal moeten zien. De lijfartsen dor jonge Koningin zijn het daaromtrent volstrekt niet eens, en zoo is dat huishoudelijk vraagstuk geworden tot een zaak van Staats bemoeiing, wat trouwens in een land als Spanje, waar de etiquette nog zoo onbeperkt heerscht, niet vreemd is. Bovendams. Aangenomen is de commissoriale conclusie tot onderzoek van de quaestie nopens het jaagpad tusschen Utrecht en Leiden. Met eenige wijzigingen is aangenomen het voorstel van den heer Buys, tot wijziging van do instructie voor Gedep. Staten. Ten slotte zijn do rijks- en provinciale begrootiqgen voor 1881 aangenomen, en daarna is de vergadering in naam des Konings gesloten. Zooals onze lezers zich zullen her-- innoren, heeft het Nedorlandsche volk, bij ge legenheid van hot huwelijk van nu wijlen prins Hendrik, eene aanzienlijke som bijeengebracht, om daarvoor een huldeblijk aan den Prins aan te bieden. De Commissie, mot deze onderne ming belast, gevolg gevende aan het verlangen des Prinsenhad besloten tot de oprichting eener fontein op het vorstelijk landgoed te Soest- dijk. Door den onverwachten dood van den Prins werd echter de uitvoering van dat plan voorloopig gestaakt en do Commissie richtte zich tot prinses Hendrik, ten einde te verne men op welkd wijze zij nu wenschte dat do ingezamelde gelden zouden worden aangewend. Een paar maanden geleden ontving de Com missie het antwoord, dat hot H. K. H. de Prinses aangenaam zou zijn, ingeval haar de beschikbare golden worden te hand gesteldten einde daarvoor eenige zilveren voo^erpen uit do nalatenschap van haren gemaal te kunnen aankoopon. Aan dien wensch gevolg gevende, heeft de Commissie zich gehaast de gelden, ten bedrage van ongeveer f70.000, voor genoemd doel te storten. De kapt. P. C. de Wilde, Kon. Mil. Academie te Bredawordt plaatst bij de commissie van proefneming te ’s Gravonhage. Tengevolge van den uitslag van het onlangs gehouden vergelykend examen der adspiranten naar eene plaatsing als cadet aan do koninklijke militaire academie te Bredazullen in September e. kbij den aanvang van don een kort tijdsverloop kunnen geen belangrijke veranderingen on inuustriëel gebied zyn voorge vallen, en wij zien den fabrikant Weldra van het ©ene eind der aard naar het andere dezelfde, voor de exposities vervaardigde voorwerpen ver voeren, om overal den naam zijner firma te ver- toonon zonder moer. Andere ondernemers zyn wel genoodzaakt zich te onthouden, omdat zij geen gelegenheid hebben zich op voldoende wijze uit te ruston, en zij er terecht de voorkeur aan geven, door hun afwezigheid te schitteren dan op onwaardige wijze vertegenwoordigd te zijn. Juist daar, waar drukke leverantiën alle be schikbare krachten in beslag nemen, on waai1 dus uit den aard der zaak de meest bruikbare voorwerpen worden vervaardigd, kan men geen tijd vinuon voor tentoonstollings-arbeid. Maar nog andere schaduwzijden trekken onze aandacht. Een algemeen heerschend begrip is, dat de tentoonetellings-commissiön niet vragen wat levert gij gewoonlijk, op welk standpunt bevindt zich deze of gene tak van nijverheid, zooals zij in den regel door u wordt uitgeoe fend, doch, wat kunt gij vervaardigen, indien gij uw beste beentje voorzet? Nu kan men een zeer middelmatig industrieel zyn, en niettemin op een tentoonstelling een zeer goed figuur ma ken, door veel ten koste te leggen aan het ver vaardigen van oen „ktanige” inzending. Een meubelfabrikant bij voorbeeld kan, als hij ge schikte personen weet te kiezen, met de eerste -- bekroningen gaan strijkenterwijl toch de I tigen. Doch werkstukken die hij doorgaans aflevert, verre -*-j—i—wv van onberispelyk zijn. Dat is oen misbruik, hetwelk van do tentoonstelling een groote re clame maakt, en waarbij het alleen te doen is om de medailles of de diploma’s, ten einde daar mede het groote publiek zand in do oogen te strooien. ’t Zal zeker uiterst moeielyk zijn, dit laatste te keeren. Een exposant, die daar een vitrine met prachtig zilversmidswerk vertoont, behoeft natuurlyk het bewjjs niet te leveren dat het werk ’t welk hij gewoonhjk levert volstrekt geen kunstwaarde bezit; hij wordt bekroond, en ver- krijgt het recht om afdrukken van zijn medailles te plaatsen op elke aanbeveling zijner fabriek, alzoo wordt hem een vlag uitgereikt waarmede hij elke lading dekken kan. Wij beweren vol strekt niet, dat onze industrieelen over het al gemeen geen hooger dunk hebben van hetgeen zij aan de eer van hun vak zijn verschuldigd; alleen, het bezit van een groot aantel bekro ningen bewijst hoegenaamd niets voor de meer dere voortreffelijkheid eener inrichting, in haar geheel genomen. Wat de wereldtentoonstellingen aangaat, om nog oven op deze terug te komen, zij wor den van lieverlede meer kakelbont. Men brengt er van alles bijeen, rijp e» groen, zoowel voor werpen die uitmunten door kostbaarheid en kunst waarde, als zeer alledaagscho producten die al leen de vakgenooten tot vergelijking kunnen, uitlokken. Zoo wint men aan omvang, maar verliest aan belangrijkheid. Het is toch niemand gegeven, een zoo algemeen en tegelijk duidelijk overzicht te krijgen van den toestand der wereld- industrie op het gegeven oogenblik waarin zij haar voortbrengselen van uiteenloopenden aard te samenbrengt. Monsters tabak of likeuren kunnen onmogelijk in éón adem genoemd worden met sierlijke rijtuigen en geborduurde stoelkussens. Van meer practisch nut zijn dan ook de vak- tentoonstellingenwij gelooven dat deze in de eerste plaats beantwoorden aan het doel waar mede zij in het leven zijn geroepen, namelijk den vooruitgang van een bepaald onderdeel van den menschehjken arbeid aan te toonen. Maar weer geldt hier het bezwaar, dat zij elkander te snel opvolgen. Landbouwtentoonstellingen, om maar iets te noemen, zyrf bij ons aan de ordo van den dag, en bijna oven menigvuldig als harddraverijen, waarmede zij een in het oog loopende overeenkomst hebben. Immers, heeft iemand het geluk een paard te bezitten dat onder gunstige omstandigheden een beetje sneller kan loopon dan een zijner mede-viervoeters, dan ziet men den eigenaar daarmee alle renbanen be zoeken, en telkens den prijs op zak steken net zoolang, tot hot beest door overmatige inspanning tot de rubriek knollen is teruggebracht. Het zelfde doet de man die er een bijzonder mooien stier op nahoudt; hij trekt er mee van plaats tot plaats, wint pryzen of premies, verkoopt het beest misschien aan iemand die er veel geld voor over heeft ook eens bekroond te worden, en dat duurt zoolang, totdat hot „baas boven baas” hem tot den aftocht dwingt. Ons dunkt, elk stuk vee moest slechts éóumaal met een hoofdprijs mogen prijken, dan Tcon er gezegd worden dat de inspanning van den fokker tot haar recht komt. Ook kan van sommige vak-tentoonstellingen gezegd wordendat zij dingen vereenigen die niet bij elkander behooren. Als voorbeeld nemou wy er een van goud- en zilversmidswerken enz. Daar vindt men kunstgewrochten uit vroeger eeuwen, die ons wel is waar oen blik doen slaan geschiedenis der vroegere nijverheid, smaak-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1880 | | pagina 1