N’. 597.
Zondag 21 November.
[EEK.
MAN
DEL
1880.
HANDSTOF
en te bericht aan
q weinige dagen
worden aange
EVKAAliü.
ene KAMER te
r-HONIG,
jyn hoesten en
gelieve daarom
:en.
H. BOS.
Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht.
ireeren,
HEER,
mhoven.
eschheid
liddel.
IENINC,
ïrf bi| het huis
H,
lale waren,
NHOVEN,
ik van Schoon-
sich heeft geves-
Iets nieuws - waarschijnlijk
ook iets goeds in onze strafwet.
BUITENLAND.
BINN ENLANI
1OOM,
JOA.
r*G -
van
H. W., aan het
S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven,
Uitgever!»
Deze Courant wordt geregeld lederen Zaterdag-middag
verzonden. Prys: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70.
Franco per post door het geheele rijk 0,80.
«OWfflSffl COURANT.
n verzegelde
estibles-win-
>ok Apothe-
ar.
is gratie bij ons
NOOTEN.
en accurate be-
geëerde publiek
’W. BOTH.
180.
er Instelling ter
ver 1880.
Bestuur,
SLINOELAND.
iptember 1877.
MER, Mainz,
jen vriend werd
de eer aan xjjne
iten, dat hij zich
1 heeft gevestigd,
leefdelijk aan tot
den Boekhandel
oeften, Bind- en
Tijdschriften en
ran Advertenttëa
illijke prijzen.
zaak in uw aller
Van mijne zijde
om mij uw ver-
Dr. Harless,
it en koninkl.
jreide
bonbons,
en beproefd,
huismiddelen
Burgemeester,
itember 1877.
ran den mij ge-
NIG zeer veel
g eenige flacons.
Burgemeester,
verkrijgbaar in
die van geele,
die van roode,
15 Cent die van
voorzien zijn,
id fabriekmerk te
ff Zn.Gouda
i bij B. J. R.
D. den Hartog;
dcerkerk bij P.
onkerIdenburg.
w van de betrekking
Nederlandhij beschouwt
waarvan wij de eigenaars
uiteen dat wij
bepalen, doch
rordt verleend
jne begunstigers,
LIJNKOEKEN
Prijs der AdvertentiönVan 1 tot 5 regels 0,50. Iedere
regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending
franco, en uiterlijk tot Zaterdags-voormiddags ten 10 ure.
Alle binnenlandsche Advertentiënwaarvan
de plaatsing 3 maal wordt opgegeven, worden
slechts 3 maal in rekening gebracht.
welke vrijheid geeft men don voorwaardelijk ont
slagene!» Gesteld, hij trouwt in dien tijd; op de
bruiloft drinkt hij zich een roes, vertoont zich
in dien toestand op straat, en het hoofd der
politie gelast hem, in plaats van met zijn jeug
dig vrouwtje heen te gaan, naar de gevangenis
terug te keeren. ’t Is ook zeer te vreezendat
de bepaling ongelijkmatig zal werken: hier zal
de burgemeester al te licht de vrijheid weder
intrekken, elders zal hem juist het verwijt van
te groote lankmoedigheid treffen.
De heer Lenting deelde deze bezwaren. Hij
vond het bedenkelijk, dat men na de invrijheid
stelling op de antecedenten van den ontslagene
zal moeten letten. Is bijv, dronkenschap of
stroopen hieronder begrepen Het oordeel is in
deze in naam opgedragen aan den burgemeester,
maar feitelijk zal menigmaal de zaak uitgemaakt
worden door een ondergeschikt beambte, door
den veldwachter of politie-agent.
De heer Van de Werk daarentegen verklaarde
zich vóór het beginsel, maar tevens ook voor
het behoud der voorwaarde: goed gedrag. Hij
zag in het art. een verandering in het systeem
gratie, die tegenwoordig onvoorwaardelijk
wordt geschonken, maar dan aan regels gebon
den zal zijn.
De heer Van Gennep wenschte de toestem
ming des veroordeelden behouden te zien. Het
geval kan zich voordoen dat een gevangene zijn
straftijd uit wil blijven, om den kost te hebben.
Wordt hij nu tegen zijn wil ontslagen, dan zal
hij zich haasten een misdrijf te plegen dat hem
naar den kerker terugvoert. Hij geeft dus den
Minister in overweging hot ontslag alleen te i
doen plaats hebben „op verzoek” van den ge- I
vangene.
De Minister besprak eerst de zaak zelve. Het
geldt hier geen proefneming meer; het stelsel
is mot goed gevolg toegepast bij natiën die toch
niet hooger staan dan wjj. Er is hier geen
sprake van philanthropie; in de eerste plaats
geldt het maatschappelijk belang, binnen welks
grenzen de verbetering van misdadigers beperkt
moet blijven. De heer Dijckmeester heeft zelf
erkend hoe mooielijk het is ontslagenen uit de
gevangenis weer eerlijk aan den kost te helpen
al is dit bezwaar niet geheel weg te nemen, het
mogelijko moet toch gedaan worden. Het is
moeielijk tegenwoordig den Koniug tot het ver
leenen van gratie te adviseeren, omdat er geen
voorwaarde, bijv, vertrek naar Amerika aan ver
bonden kan worden; met art. 15 zou dat wel
kunnen. Hot politie-toozicht over den ontslagene
is noodig. Bij vrijheidstraffen moet de overgang
van de vrijheid tot het gemis daarvan zoo scherp,
omgekeerd de overgang van de vrijheidsberoo-
ving tot de volle vrijheid zoo geleidelijk mogelijk
worden gemaakt. Omtrent de toepassing van
het stelsel maakt de Minister zich geen illusion
goed gedrag in de gevangenis mag geen maat
staf zjjn en zal dit ook niet, dowijl het niet
per 8t< ontslag meebrengt. Ook zal men den
man niet ontsltfan vóór men weet waar hij blij
ven zal. In gemeenten waar verordeningen op
do dronkenschap bestaan worden beschonken
bruidegoms op straat even goed gearresteerd, al
hebben zij vroeger nooit in den kerker gezeten.
De aanmerkingen op slechte resultaten in En
geland verkregen zijn niet gegrond, dewijl men
het systeem van vrijlating aanvankelijk alleen
toepaste als een middel om ruimte te krijgen in
overbevolkte gevangenissen, en het liet ontbre
ken aan do noodige contróle. Met do amende
menten der Commissie kan de Min. zich wel
vereemgen.
De heer Nyst zou het betreuren, als de be
paling van art. 15 ook werd toegepast op levens
lang veroordeelden. Werd hun straf verminderd,
bijv, op 15 jaren, dan zou allicht ook hun een
maal voorwaardelijke invrijheidstelling ten deel
vallen, wat niet wenschelijk is.
De heer Dijckmeester achtte zijn bezwaren
niet wederlegd. Do positie dor gevangenen wordt
door het middel van art. 15 niet verbeterd, en
dat toch is de hoofdzaak. Een der mogelijke
voorwaarden waarvan de Min. gewaagde, dia
van vertrek naar Amerika, brengt ons licht op
verboden terrein; het zou een soort van verban
ning worden; on wie zal voorts nagaan, of de
ontslagene aan do overzijde dos Oceaans goed
oppast? Nog zal de invrijheidstelling feitelijk
eon voorrecht worden voor do meer gegoeden,
omdat dezen meerdere zekerheid hebben in den
verloftijd hun onderhoud to kunney vindon.
Eindelijk kan het stelsel tot onbillijkheid voeren,
omdat geen rekening wordt gehouden met den
in voorwaardelijke vrijheid doorgebrachten tijd.
Nog enkele sprekers voerden hot woord. De
heer Mackay om zijn goede verwachtingen van
do werking van het stelsel uit te drukken, on
danks do bezwaren die er aan verbondpn zjjn;
do heer Patijn om het nogmaals aan te .bevelen
op grond der elders opgedane ervaring; de Mi
nister, om den hoer Njjst te doen opmerken dat
het artikel alleen slaat op tijdeljjk veroordeelden
dus de levenslange gevangenisstraf onaangetast
laat. Wat het zeilden naar Amerika betreft,
waarvan de heer Djjckmeester sprak, dat is
geen verbanning: de man die er zich toe ver
bindt is, zoodra hij Nederland heeft verlaten,
Bij Kon. besluit zijn na afgelegd
vergelijkend examen -tot surnumerair der regis
tratie en domeinen o. a. benoemd de heeren
A. v. Droogo Dz. te Gorinchem on J. Voenon-
bos to Sliedrecht. Jt.
Bij Kon. besluit is benoemd tot
directeur van de Rijkspostspaarbank Mr. A.
Kerdiyr, te Delft.
Na uitvoerige discussie hebben
de Prov. Staton van Zuidholland mot 38 tegen
10 st. aangenomen eon voorstel tot aanvulling
van het reglement op do wogen en voetpaden
met bepalingen omtrent don aanleg van tram
wegen op de baan of bermen der wegen of
voetpaden. In beginsel is aangenomen om sub
sidie te verleenen voor hot onderhoud van het
jaagpad UtrechtLeiden na verwerping mot
25 tegen 16 st., van een amendement-Patjjn
om principieel te besluiten tot overname van dat
jaagpad door de provincie. De Staten zijn daarop
uiteengegaan.
De heer Dirk Roo kon te Zuidbroek
is gekozen tot hoofdingoland van de Krimponer-
waard, in plaats van wijlen den hoer M. Van
Dorp, to Berkonwoude.
Naar aanleiding der benoeming
van Mr. C. J. E. graaf Van Bijlandt tot hoog
heemraad van Delfland, welke benoemde niet
voorkomt op de door de vergadering van hoofd
ingelanden en hoofdingelanden-plaatsvervangors
opgemaakto voordracht van prio candidaten,
hebben de hoeren hoofdingelanden J J. Duijnstee,
D. Van der Ejjk, C. D. Vroede, C. J. Van
Winden, C. Van Mil en A. Van der Burg Gz.
volgens art. 63 van hot roglojnont van Delfland
oen vergadering van hoofdingelanden gevraagd,
welke thans tegen Zaterdag a. s. in het gemeen-
landshuis is belegd.
Op 1 Januari 1881 verstrijkt de
termijn waarop alle hypothecaire inschrijvingen,
dio vóór 1 Januari 1879 bestonden, vernieuwd
moeten zijn. Bij verzuim zouden dorgeljjke in
schrijvingen na 1 Januari 1881 ophouden van
kracht to zijn.
Te ’s-Gravenhage is Dinsdag aan
hot Departement van waterstaat aanbesteed
Do uitvoering van eenige werken tot normalï-
soering van do rivier de Waal onder Brakol on
Poederoijon. Minste inschrijver was do hoor
J. A. Van llaaften te Sliodrecht voer f67 500.
Te Utrecht word Dinsdag aanbq-
steed do levering Voor de garnizoensbakkwjj van
250 hectoliter roode en 750 hectoliter witte tarwe;
het minst werd ingeschreven voor de roode tarwo
door den heer J. Ilooghwinkel t.o Gorinchem,
De maatschappelijke toestand van ontslagen
gevangenen ziedaar eon van de moeielijkste
vraagstukkenwaarvan toch de oplossing drin
gend noodig is. Op welke wijze, door welke
middelen kunnen zij weer in het gewone burger
lijk leven geplaatstaan een fatsoenlijke omge
ving teruggegeven worden, waar vinden zij
gelegenheid om de reeds geboete doch niet ver
geten schuld geheel uit te wisschen Over het
algemeen ontmoet men bij werkgevers weinig ge
neigdheid om hen weder in dienst te nemen.
Kan men hun daar wel eon verwijt van maken
wanneer wij in aanmerking nemen, hoe groot
het cijfer der recidivisten is onder het getal ver
oordeelden Immerser is één feit waarop bij
het bespreken dezer quaestie niet genoeg wordt
geletnet misdrijf is in zeer veel gevallen
slechts een ziekteverschijnsel op zedelijk gebied,
een uitbarsting van kwade hartstochtenniet
altijd worden deze door de straf onderdrukt of
weggenomen. De ziekte zelve blijft niet zelden
bestaan. Het spreekwoord Wie eehs steelt is
altijd een diefklinkt zeer hard vooral in
den mond van de vaak niet zeer respectabele
personen die het gebruiken. Toch ligt er eon
grond van waarheid in. Wie een misdaad heeft
geploegdleverde het bewijsdat hij onder
zekere omstandigheden dc moreele kracht miste
om den aandrang tot berispelijke handelingen
te weerstaan. Welke waarborgen biedt hij, dat
hij later, als soortgelijke omstandigheden zich
weer mochten voordoen sterker, zal zijn
Geen wonder, dat de philanthropie dit inge
wikkeld vraagstuk ter hand heeft genomen. Ons
Nederlandsch genootschap tot zedelijke verbete
ring van ontslagen gevangenen tracht den on
gelukkige die op nieuw een plaats in de maat
schappij tracht te verwerven den weg daartoe
te banende groote hinderpalen die zich hierbij
voordoen, worden met behulp van weldenkende
medeburgers zooveel mogelijk opgeruimd. Toch
oogst deze sympathieke vereeniging menige te
leurstelling omdat zij vaak ondervindtdat haar
'goede zorgen aan onwaardigen zijn besteed.
Het is daarom dat de ontwerpers van het
nieuwe strafwetboek uitgezien hebben naar een
middel om in dit opzicht de belangen der ge
straften met die van do maatschappij in over
eenstemming te brengen. Zij hebben dit moenen
te vinden in do voorwaardolijke invrijheidstelling
vóór het einde van den straftijdnaar het voor
beeld van Engeland, Duitschland en Oostenrijk.
Dewijl dit stelsel reeds ongeveer 25 jaren wordt
toegepastkon men te rade gaan met de elders
verkregen ervaringen deze is van dien aard
dat èn de Minister èn de Commissie van Rap
porteurs eindelijk ook de meerderheid der
Tweede Kamer, hot ook voor Nederland van
kracht hebben verklaard.
We zullen thans, om het hooge belang van
deze beslissingde discussiën in hoofdtrekken
teruggevenin ons Kamer-overzicht moesten
we ons met een korte aanduiding vergenoegen.
Verplaatsen we ons dus met de gedachten
naar de Kamer-zitting van Woensdag 27 October.
Artikel 15 bepaaltdat een veroordeelde na
het «ndergaan van drievierden van zijn straftijd
wat ten minste drie jaren moet zijnvoorwaar-
deljjk in vrjjheid kan worden gesteldgedurende
zijn verlof staat hij onder bijzonder politie-toe-
zioht. Voorgesteld was, die vergunning alleen
te verleenen met toestemming van den gevan
gene en indien hij zich gedurende zijn straftijd
goed had gedragen. De Commissie van Rappor
teurs had een amendement iugediendstrekkende
om die beide laatste bepalingen te doen vervallen.
Het amendement werd namens de Comm. toe
gelicht door haar medelid den heer Patijn. Aan
het goed gedrag dor gevangenen kan geen waarde
worden gehecht voor de toekomst; de geschie
denis der gevangenissen is daar om het te bewij
zen, de grootste boeven passen dikwijls in
den kerker het best op. Bij eten oproer in de
gevangenis te Londen stonden do belhamels goed
aangeschreven; sommigen hunner waren reeds
voor een lickct-of leave (voorwaardelijke invrij
heidstelling) voorgedragen. Het tweede punt;
de toestemming des gevangene#', kan gemist
worden; het is niet waarschijnlijk dat deze ooit
achterwege zal blijven.
De heer Dijckmeester opperde bezwaren tegen
het stelsel zelf, omdat hot goen rekening houdt
met de zeden en gewoonten des volks. Ieder
ontslagen gevangene, al is zijn straftijd slechts
kort geweest, vindt moeielijk plpatsing, want,
al willen de werkgevers het met hem beproeven
anderen weigeren dikwijls met hem te werken.
Komt de man nu onder politio-toezicht te staan,
dan zal hij natuurlijk bij allen bekend zjjn, en
de moeielijkheid wordt voor hem nog grooter,
daar hem anders de kans nog was overgebleven
zjju verleden verborgen te houden. Daarenboven,
geen voorwaardelijk vrijgelatene meer.
Ggt artikelgeamendeerd door do Commissie,
werd aangenomen met 47 tegen 12 stemmen.
Onze indruk van de debatten in dezeDe
bezwarendoor den heer Dijckmeester met veel
talent uiteengezet, zijn niet denkbeeldig, en
van een verstandige toepassing van het stelsel
zullen de resultaten zeer afhankelijk zijn. Toch
juichen wij het toe, dat het in onze wetgeving
zal worden opgenomenomdat wij er een mid
del in zien tot rehabilitatie van veroordeelden.
Wie voortaan een voorwaardelijk ontslagene in
dienst neemt, weet dat hij bij overtreding ter
stond hulp van de politie heeft te wachten
hetgeen hem te eer zal nopen met den man een
proef te wagen.
Overzicht.
De vraag of de toestand in Ierland buitenge
wone dwangmaatregelen noodig maakt, waartoe
de machtiging van het Parlement noodig is,
dan wel of men zonder buitengewone maatrege
len, langs den weg Van hervorming en voorzie
ning, de rust zal kunnen herstellen, was in de
laatste weken de hoofdschotel in de zittingen
van den Engelschen Kabinetsraad. Niet zonder
ernstig verzet schijnt laastgenoemde meening
gezegevierd te hebbende Kamers zuilen wol
wat vroeger in het begin van Januari
doch in gewone zitting bijeenkomen.
De lersche oproerstokers kunnen dus, zonder
vrees- van op buitengewone wijze daarin gestoord
te zullen worden, hunne zaken nog eenigen tijd
voortzetten. Zij willen daaraan dan ook eene
nieuwe uitbreiding geven, door hunne zorgen
mede uit te strekken tot de huurders van wo-
ningen in de steden. De aard hunner bemoeiin-
gen biedt wel kans aan van slagen!
Even spoedig als de ministeriëele crisis in
Frankrijk is ontstaan, oven plotseling is hij op
gelost, of liever voorbijgegaan. In de zitting
volgende op die, waarin de meerderheid der
Kamer haren zin tegenover dien van de regee-
ring had weten door te drijven, bracht eene nog f
grooter meerderheid eene vooraf overeengekomen
motie van vertrouwen in de Staatkunde der re- j
geering uit, waarop deze verklaarde, dat zij nu
ook wel de Kamer haren zin wilde geven, wat
de regeling der werkzaamheden betrof. De
rechterlijke organisatie en met name het ge- t
wichtige vraagstuk der onafzetbaarheid van de
leden der Rechterlijke macht, kwam dus nu aan
de orde. Vooraf ging echter nog eon nieuw
schandaaltje. Do legitimistische afgevaardigde
Baudry, die wegens het bezigen eener onbe
tamelijke uitdrukking door de Kamer in zijne
betrekking geschorst was, nam in weerwil van
dat vonnis zitting en moest, omringd en ver
dedigd door zijne vrienden, door do gewapende i
macht uit do Kamer verwijderd worden.
In den Senaat werd de aanval tegen de re-
geering door den oud-miftister Buffet geleid.
Zijne beweringen ten aanzien der redenendie
tot het aftreden van Freycinet hadden geleid,
en waaraan hij meende dat do buitenlandsche
staatkunde niet vreemd was, lokten eene verkla
ring uit van den ex-premiêr.
Daaruit bleek, dat deze werkelijk eene vreed
zame oplossing van het geschil met de congre
gaties mogelijk achtte en dat hij dat doel reeds
zeer nabij was, toen oneenigheid met zijne col
lega’s hem tot aftreden dwongen. Hoewel hij
niet aan do oprechte gezindheid zijner vroegere
collega’s twijfelde, bleef hij bij zijne meening,
dat de strenge maatregeleh, die hij zoo lang
mogeljjk heeft tegen gehouden, slechte gevolgen
zouden hebben voor do Republiek. Ook Jules
Simon on Laboulaye plaatsten zich op dat stand
punt. Eene motie om tot de orde van den dag
over te gaan verwierf dan ook een paar stem
men meerderheid.
Hot groote proces tegen do nihilisten in
Husland is afgeloopen. Vijf hunner, o. a. de
hoofdschuldige bij den aanslag op het winter
paleis, zijn ter dood veroordeeld. Het vonnis
is echter slechts aan twee voltrokken, daar de
drie anderen met levenslangen dwangarbeid be
genadigd zjjn.
STA TEN-GENEB A A L.
Als het regel is, dat de schok der meeningen
het licht der waarheid doet te voorschijn treden,
dan heeft de natie alle reden om ingenomen te
zijn met het driedaagsch debat der Tweede
Kamer, oftewel de „algemeens beraadslagingen”
ovpr het ontwerp tot vaststelling der financieele
verhouding tusschen Nederland en Indië.
Het voorstel dor Regeering (een vaste bijdrage
van twee inillioen; eon wisselvallige, zijnde do
helft van het batig saldo der begrooting tot een
maximum van zes millioen) werd van allo kahten
aangevallen. Maar te vergeefs zoeken wij naar
eon leidende gedachte; elk der sprekers had
zijn bijzondere zienswijze, en zelfs zij die het
dichtst bij den Minister van Koloniën stonden,
zooals de boeren Va» Rees en Van der Hoeven,
hadden toch tegen deze regeling bedenkingen.
De heer Van Eek betoogde dat we recht heb-
)EKENS, MA-
WIEGENenz.
uivering.
ng worden alle
orschillig of die
ekten zijn ver
ben op volledige restitutie van alles wat voor
Indië wordt uitgegeven, hetgeen door den heer
Van Rees werd betwist, die wel ïn beginsel eon
regeling als de voorgestelde toejuicht, doch het
onzekere van de in de tweede plaats genoemde
bijdrage een gevaar achtte voor onze financiën.
De heer Oorver Hooft bestreed de voordracht
op grond van zijn opvatting
tussohon Indië en F
Indië als een plantage
zijn. De heer Keuchenius zette uiteei
wel een vaste bijdrage mogen ber*e’
alleen als aan Indië hot recht wt
zelf zijn begrooting op te maken.
De rede van don heer Van Dedem (van Hoorn)
was gericht tegen hot egoïstisch boginsol van
de sluitpost-théorie. Ofschoon hij vóór het ont
werp zou stemmen achtte hij het gevaar niet
gering dat men, om de veranderlijke bate zoo
hoog mogelijk op te voeren, geen voldoende re
kening zou houden met de belangen van Indië.
De heer Bastert verklaarde zich togen het stelsel
des Ministers; het hinkt op twee gedachten, en
zou geenszins tot het betrachten van meer zui
nigheid in Indië nopen. De heer Van der
Hoeven vindt juist een transactie op dit oogen-
blik de beste politiek; Indië zal weten wat het
zelfs in de gunstigste omstandigheden heeft te
betalen; Nederland zal weten waarop het hoog
stens heeft te rekenen. Het ontwerp geeft een
vaste grens. De hoeren Rutgers, Schiramelpen-
ninek en De Casembroot verklaarden zich vqof-
standers van de batige saldo’s, de heeren Lenting
en Van Gennep van oen vaste bijdrage, allen
dus tegenstanders van de voorgestelde regeling.
Deze werd door den Minister met klem ver
dedigd. Eerst betoogde hij do noodzakelijkheid
eener betere verhouding, en deed toen uitkomen
dat het ontwerp drie voordeelon aanbiedt: ze
kerheid voor Nederland, een spoorslag voor
zuinig beheer in Indië, en wegneming van vele
grieven der Indo-Europeesche maatschappij. Nog
eenige replieken volgden, sommige van min of
meer heftig karakter. De hoer Van Rees kon
digde aan dat hij een amendement zou voor
stellen om de wisselvallige bate niet te nomen
uit do geraamde overschotten volgens de begroo
ting, maar uit de werkelijke, die eerst aanwezig
zullen zijn hadat hot slot der rekening bij de
wet zal zijn vastgesteld.
In do zitting van Donderdag werd art. 1 met
45 tegen 19 stemmen verworpen, waarna de
Minister het ontwerp introk. Vervolgens werd
oen aanvang gomaAkt met do beraadslagingen
over de Indische begrooting.