Zondag 5 December. 1880. W. 599. Weekblad voor Zuid-Hplland en Utrecht. BINNENLAND. BUITENLAND. Van huis. SCHOONHOMSCHE COURANT 6 zeer te neme. t moar gouw mag huis kan krijge pertijdig mins zal odig is en dat ’t r besteed zei weze. einoar ik hoorde rlezen dat ze hier ijloof ik, vasthou- Alle binnenlandsche Advertentiënwaarvan de plaatsing 3 maai wordt opgegevenworden slechte t maal in rekening gebracht. reur ’t nodste dat i of ander het te 3 wille bringe eer hoalt. lenk jij d’r nouw jompstroat krijge? je week, hoor ik, de Burgemeester if op de post goan i ze, in toe motie bbe dat ie ze heele it ken termets wel ma en dr. G. W. •s van een werkje T GENEESMID- :rijd voortzettende, engetiteldDe waarschuwing voor rs op prijs stellen. >n; de belangrijk- t door de inklee- auwing kan velen ts een gulden is. agen wier gebruik isten vrij wat meer, ant 5 Juli 1880). VAN NOOTEN. Is was 't ’n echte wel veur de deur ve, moar Pitet, 'k ir was en ’k zag ’k heb al bij me w 2 veldwachters mder dat ’t frak- jen zijn wordt de iger gestaan heb- straat in den regel is ’t ok te hoope it de Stigt moar legge. je vrouw genacht i en ken. eeje week ’n Don- ligte moan, mit i van Van der Aa revier gelijk, ’n en ’n liefhebber foan stoan boarze Prys der Advertentiën:. Van 1 tot 5 regels 0,50. Iedere regel meer 0,10. Groote, lettors naar plaatsruimte. Inzending franco, en uiterlyk tot Zaterdags-voormiddags ten 10 ure. Deze Courant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag verzonden. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70. Franco per post door het gehoele rjjk 0,80. Piet; as ’tande e we al lang ’n arg veur, da’ wis Kekem, die het, vergoaring d’r al moar dan mot je lering hebben die oar da’ je in die ’t is nog zoo arg E. rken id aangekondigd op duizenden van de kostbaarste sgemoet te komen mogelijke teleur- hopen op een van ijdenalsook om ite van het kiezen (St.-Nicolaasge- rij uit overtuiging jn echtgenoot, de den vriend schoo- jn Het vertegen uren, lacht en ■ewekte verheft itige wijzenver sheid is het beste van den eenzame nzieken en aan »rd een speelwerk i salon, aan geen uis ontbreken, uders, banketbak- in allerlei aard is ger aantrekkings- im jde gasten en Zoo als ons van jn de ontvangsten genoeg verdubbeld, Behouders en ne- enoeg kan aanbe- ,00 onfeilbaar ge- ider uitstel te be langd de betaling Wij merken nog zelf met zorg en rste zoowel als de ten, dansen en lie- eller op ’t schoonst verancier van vele i is bovendien op in bekroond. Een rde premieverdee- ■t een waarde van zondere sympathie ilfs van een kleine zit van een groot frs. ontvangt men rde prijslijsten met anco toegezonden, i voor een kleine seks tot de fabriek tsen werken voor n worden, die dit i en speeldoozen waarop men letten j depots. ie niet, de fabriek Iwillig toegestaan STATEN-GENERAAL. Maandag hervatten de beide Kamers haar zit tingen. In de Eerste werd o. a. vastgesteld, dat de voorbereiding tot de openbare behandeling van het strafwetboek op dezelfde wijze zou plaats hpb- ben als in de Tweede Kamer was. geschied. De voorzitter zou de 4 leden benoemen van een 90m- missie yan rapporteurs, die.een leiddraad voor het afdeelings-onderzoek zou ontwerpen. De Tweede Kamer stelde haan sectiën opnieuw samen, die haar voorzitters en onder-,voorzitters benoemde. Besloten werd ook des Zaterdags te vergaderen. Met een redevoering, uitmuntende door sier lijkheid t, van vorm, opende in de Tweede- Kamer-zitting van Woensdag de heer Schaap man de algemeene beraadslagingen over de Staatsbegrooting. De politiek dezer Regee ring noemde hij verderfelijk voor het land’ de schoolwet had de behoeften der meer derheid niet bevredigd en de algemeene lasten doen klimmenmen maakte spoorweg- en be lastingwetten doch miskende de rechten der ingezetenen'. Het volk wrokt tegen de successie- belastingofschoon het die betaalthet wrokt tegen de kieswetde natiedie in deze Kamer zichzelf niet terugvindtvraagt oen stemer is regeeringloosheid en de regeering moet die doen ophouden. r De hqer Wintgens hing een somber tafereel op van den financiëelen toestand. De middenstand vooral leed onder het Voortdutend toegoven aan de eischen der vryhandel-thóoristen zoowel hier als in Indie. Herstel der differentiëele rechten vermeerdering van do indirecte belastingen scheiding van geme’ente- en rijksfinanciën kort om; verwezenlijking van de conservatieve denk beelden achtte hij het eenige middel om het land van den ondergang te bedden. De heer Gleichman achtte den toestand des lands niet zoo treurig als door de* vorige spre kers wa$ beweerd. Toch was tegenover het dreigend tekort vermeerdering van gewone in komsten door belastinghervorming gepaard aan een zuinig beheer noodzakelijk. Vooral wachtte hij heil van een krachtige bevordering van den aanleg van waterwegen. Spr. verklaarde zich vóór Grondwetsherziening die, naar hij mede deelde wel tot het program van het vorig Ka binet had behoorddoch in den Ministerraad niet ter sprake v®as gekomen vóór Juli 1879 toen de crisis reeds was ontstaan. De heer Van Baar noemde de Regeering niet een die stond boven de partijen, maar een die zich door een enkele partij in eenzijdige richting liet drijven. De héér Vermeulen bestreed de liberale hegfnselen in het algemeen; hij zou echter, waar hij kon, de tegenwoordige Minis ters ondersteunen. De zitting van Donderdag leverde meest finan- ciëele beschouwingen. De heer Schimmelpen- ninck vond in de begrotingscijfers reden y om de noodzakelijkheid van nieuwe belastingen te betwistenook de heer Van Houten was. van die meening. De laatste sprak een ongunstig oordeel uit over de algemeene politiek van dit kabinet, aan hetwelk hij 'zijn vertjouwen niet kon schenken. Getrouw aan zijne, gewoonte/om leden van gesneuvelde Ministeriesvroeger door hem met felheid bestreden later te verheerlijken, trad hij in een uitvoerige verdediging van Kap- peijne’s houding iiFzake de Grondwetsherziening. De heer Blussó besprak insgelijks den finan ciëelen toestand. Door de cijfers te groepeeren en door kunstmatige schifting van gewone en buitengewone uitgaven kon men dien toestand öf fipel donker öf bijzonder rooskleurig voorstel len een feit is hetdat er voorziening noodig isdat wij onze middelen moeten versterken. Het aangaan van leenjngen achtte spr. bedenke lijk. Voormelde splitsing vond in don heer l'e Bruijn Kops een verdediger: tevens drong dezo afgevaardigde aan op afschaffing van indirecte lasten. De heer Oorver Hooft leverde een plei dooi voor bezuiniging. De heer Tak bepleitte met kracht den aanleg van groote openbare werken, die de algemeene welvaart verhoogenhij wees er op wat door concurreerende staten in die richting wordt ge daan. Verder besprak hij nog de politiek van het vorig kabinethetgeen door den heer Van Kerk wijk werd nagevolgd terwijl de heer Borgesius meer bijzonder de aandacht vestigde op hot vele goode, reeds door dit Ministerie tot stand ge bracht. Z. M. heeft benoemd tot notaris te Utrecht, mr. C. De Wilde, candidaat-notaris kantonrochter-plaatsvervanger, advocaat en pro cureur a|daar. Z. M. heeft benoemd bij het perso neel van den gencesk. dienst der landmacht, tot reserve-off. van gezondheid der 2e kk Dr. J. Th. Van der Chijs, genees-, heel- en verlos kundige te Gorinchein. Totlid derProv. Staten van Zee land is in het hoofdkiesdistrict Ntiddolburg geko- 1 zen de heer A. Smit, burgemeester van Vlissingcn. 1 kracht ingeboet, dat hun goan Om’ daar op nieuw tegeri de moeielijkheden te strijden, en velen van hen gingen jammerlijk ten gronde. De geschiedenis van de kolonisatie van Au stralië biedt weer andere bijzonderheden aan. t Volkplantingen die thans dopr haar snellen was- j dom en ongemeenen bloei elks verbazing wekken, 1 waren oorspronkelijk straf-inrichtingen voor gede- porteerde misdadigers; dezen werden weggezon- t den omdat de Engelsche gevangenissen hen niet konden bevatten. Die mannen met hun sombere, dikwerf met bloed bevlekte levensgeschiedenis t zijn huns ondanks de wegbereiders geweest voor l een later geslacht van eerlijkevlytigo en vol- 1 hardende kolonistenzij hebben als het ware 1 den boom geplantwaarvan anderen de vruchten inzamelden. Het is een algemeen verspreide dwaling, dat de tegenwoordige bevolking van Nieuw-Zuid-Wallis (hoofdstad Sidneyde aan-. - zienlijkste stad van het yijfde werelddeel), be staat uit de, nakomelingen van gedeporteerden 1 niets is minder waar dan dat. Toen eenmaal ‘I het land voor een gedeelte was dntgonnen, zijn^ leden van de beste Engelsche familiën er heen getrokkenzjj hebben er een geheel gevormde, beschaving ove^geplant en van het land gemaakt wat het thans is. Het vraagstuk der landverhuizing is sinds vel,o jaren aan de orde, en zal dit, Ky de toenemende bevolking van Europa, een vermeerdering waarmede de voortbrengingskracht vhn den grond geen gelijken tred houdtnog lang blijven. En dat de zucht om in den vreemde de fortuin te gaan beproeven nog algemeen zeer levendig is, bewijzen de jaarlyksche cijfers, door de emi- gratie-bureaux van verschillende havenplaatsen openbaar gemaakt. We hebben hier te doen met een verschijnselwaarvan de noodzakelijkheid niet betwist kan worden. Het denkbeelddat de geheele wereld voor den vlijtige'openstaat, wint velden naarmate het beter wordt toegepast zullen zoowel de vertrekkenden als zij die ach terblijven er baat bij vinden. Immers, al bestaat er geen staatkundige band tusschen moederland en koloniede wederzijdsche behoefte knoopt andere betrekkingen kolonisatie is de moeder van den handelvan het wereldverkeer van de broederschap der volken. De zaak heeft evenwel ook haar bedenkelijke zijde. Niet allendie het vaderland verlaten om zich elders te vestigenweten goed wat zij eigenlijk willen. Op hooren zeggen van anderen, op het gezag van door de faam overdreven be richten van welslagen maken zij hun bezittin gen te gelde en zyn al best tevredenindien zij slechts genoeg hebben om den overtocht te betalen. Waarheen? Ja, dat komt er minder op aan: gewoonlijk naar Noord-Amerika. Hebzuch tige agenten weten hen spoedig in te palmen, natuurlijkter wille van het aandeel in de vracht,en de onwetende fortuinzoekers wor den te New-York aan wal gezetzonder eenig begrip van 't geen hun verder te doen staat zondèr geld om in dón eersten tijd onderhoud te vindeneerlang ter prooi aan nog veel grooter ellende dan zij zelfs in de ongunstigste I omstandigheden te buis zouden behoeven te ver duren. Als op die wijze het vraagstuk der overbevolking moet worden opgelostdan is het maar beter dat het onopgelost blijft. Men bedenke wel, dat er voor behoorlijke emigratie heel iets anders wordt gevorderd dan eenvoudig de wil om uitlandig te gaan en geld voor het traject. De landverhuizer moet gele genheid vinden om zoo spoedig mogelyk zijn arbeidskracht aan te wenden. Hy kan niet gaan werken in een klimaatal te zeer verschillend van het land waaruit hij afkomstig is: ware dit het gevaldan zou hij nergens beter terecht kunnen dan in Suriname, welks bloei alleen afhangt van een voldoend aantal veldarbeiders die men thans op kostbare wjjze uit Britsoh-Indië tracht te verkrijgenof op Sumatra’s Oostkust, waar op gebrekkige manier met Chineezen ep Maleiers wordt gewerkt. Hij moet komen in een landwaar behoefte- aan vlijtige handen of heldere hoofden bestaat, en in dit opzicht is Noord-Amerika lang niet meer het land van belofte van vroeger; ’t raakt er ook overal zachtjes aan vol. Hij moet zich op de plaats zijner aankomst kunnen verlaten op den steun van een krachtig en welwillend gouvernement, dat hem gaarne ziet komen en hem behulpzaam wil zijn om do eerste moeielykheden dep vesti ging te overwinnen. Het is gebomd, dat Duit- schers en Belgen vol van de meest rooskleurige verwachtingen naar Brazilië of do Argentijnsche republiek zijn gegaandaar aangekomen werden zij op schandelijke wijze geëxploiteerdals slaven behandelden warenvoor zooverre zij niet on der ’t wicht hunner rampen bezweken dankbaar als een medelijdende ziel hun don terugkper naar het vaderland mogelyk maakte. De aanwijzing van de plaatsenwaar voor landverhuizers een toekomst is te vinden, van de voorwaarden waaraan zij moeten voldoen, van de vooruitzichten waarop zy te rekenen hebbenis een zaak die do aandacht der Re- geeringen ten volle verdient, al ware het - 1 --- S. W. N. VAN NOOTEN tb Schoonhoven, UteMn. 4-" 1 1 waardigheden hadden zij zooveel van hun geeat- «loobta ala een middel om den maalaohappelijken x j_x 1-moed orerbleef^westand te verbeteren door bestrijding van het pauperisme. Wij hebben weleens gedachtin alle oorden der wereld heeft Nederland consu laire ambtenarendie heeren maken zichdoor hun rapporten over handelsaangelegenheden zeer verdienstelijkmaar zouden zij ten minste velen I hunnerniet eens in overweging kunnen nemen, in hoeverre het oord hunner vestiging gelegen heid tot emigratie aanbiedt? Op hun inlich tingen zou althans veel beter gebouwd kunnen worden dan op de gegevens, door baatzuchtige landverhuizers -agenten verstrekt, van wier kwade trouw zoo menigeen het slachtoffer wordt. Overzicht. 4 Zonder tegenstand te ontmoeten zijn de Món- tenegrijnen voor acht- dagen geleden Dulcino binnengetrokken, nadat Derwich-pacha de stad ontruimd had. Ook fiierby kon de tusschenkomst der internationale vloot ‘'Ontbeerd worden en het if dus zeer goed te begrijpen, dat de Mogend- neden, die na zooveel gehaspel de schepen bij eenbrachten, nu met hunne houding in deze eenigszins verlegen zyn. Engeland en Rusland zouden wel lust gevoelen nog wal te blijven demonstreeren in het belang van Griekenland, doch dit strijdt geheel tegen het gevoelen van Duitschland, Oostenrijk en Frankrijkdie blijde zijp, nu de kans gunstig is, de handen uit dat wespennest te kunnen terugtrekken. Turkijë toont onder dat alles geen slecht diplomaat te zijn. In eene nota aan de Mogendheden wijst de Porte op* de overgave van Dulcinö als een bewys van hare goede trouw en verklaart zich bereid ook het geschil met Griekenland op vrede lievende wijze te vereffenen, indten de Griek-- sche regeering zich met het minste wil tevreden stelten. De Sultan noodigt ten slotte de Mogend heden uit in dien zin met hem mede te werken. Nu, als de medewerking moet blijken uit be spreking van het vraagstuk en zulk eene me dewerking wordt misschien door de Porte wel het meest gewenscht,— dan kan zij tevreden zijn. In het ItUliaansche en‘ Fransche parlement maakte de Oostersche quaestie een onderwerp van debat uit en de Engelsche minister van Buitenlandsche Zaken wijdde er wederom eene redevoering aan. Het eenige nieuws dat uit al die besprekingen aan het licht kwam was, lat Engeland had voorgesteld Smyrna te bezetten, als middel óm Turkijë tol onderwerping aan het tractaat te dwingen, doch alleen steun -had kun nen vinden bij Rusland en Italië. Het Italiaaiische Kabinet is na een zeven- daagsch debat, waarbij alle staatsaangelegenheden een beurt kregenmet 33 stemmen meerderheid overwinnaar gebleven. Gaf het Italiaansche Parlement nu ook maar eens bljjk, dat het ver loren tijd door vlugge afdoening van andere zaken weet goed te maken, dan was het zoo erg niet, maar nu is het te vreezen, dat de geheele zitting door dat onvruchtbaar debat zal bedorven worden. In dat opzicht kunnqn de Italianen van hunne buren leeren. Hoewel de zitting met een Kabinets-crisis begon en de staatkunde der regeering lang niet onbesproken bleef, wist de Fransche Kamer van afgevaar digden onder dat alles toch nog twee belangrijke wetsontwerpen af te doen, n.l. dat op de rech£ terlijke organisatie en dat tot invoering van kosteloos onderwijs. Dit laatste werd in de zitting van Maandag onveranderd aangenomen. In den Senaat had er een debat over de buiten landsche staatkunde plaatswaarbij beide par tijen, de interpelleerende en de regeering zich op Thiers beriepenals leider eener staatkunde, die voor Frankrijk het meest gewenscht is. Buiten de Kamers trok het proces de Cissey tegen Rochefort c. s. zeer de aandacht. De ex-generaal had een aanklacht tegen Rochefórtc.s. ingediend wegens laster en daar de beschuldigden zich niet Voldoende konden rechtvaardigen wor den zij tot boete en schadevergoeding veroor deeld. Misschien komen zij er nog wel op terug als de enquete door de Kamer bevolen ongunstig voor den oud-Minister van Oorlog mocht afloopen. De toestand in Ierland verbetert er niet op. Voortdurend worden er versterkingen- heen ge zonden. De Engelsche regeering besloot in een barer laatste bijeenkomsten het Parlement tegen 6 Januari bijeen te doen komen en dan dadelijk 1 maatregelen van voorziening voor het tegenwoor dige en voor de toekomst vast te stellen. Met gelatenheid ontving het Ooeteiirpkscho Huis van afgevaardigden deze week de niet zeer opwekkende mededeeling, dat de begrooting voor 1881 wederom oen tekort aanwyst vin ruim 34 millioen florijnen. ^Door hervorming vaft be lastingen hoopt de Minister echter dat tekort.in een overschot van 4 millioen te veranderen. We ’helpen hom dat wenschen! De Keizerin-regentes van China heeft op zeer eigenaardige wij,zo een einde gemaakt aan de oorlogzuchtige stemming van sommigen harer ministers. Zij eischte namelijk van hen, dat zij zich zouden verbinden tot het betalen der oor logschatting, indien China het onderspit delfde. Daarvoor deinsden de ruziemakers echter terug1 Nieuw ontdekte landen hebben steeds het voorrecht gehad, de aandacht te trekken van allerlei slag' van lieden, die zich in hun eigen vaderland om de een of andere, reden niet op hun gemak bevonden, of zich er ten minste niet zoo ruim konden bewegen als, met hun wenschen overeen kwam. In enkele gevallen had dit reeds plaats, terstond nadat men kennis kreeg van het bestaan dier gewesten; zoo ging het by voorbeeld met Zuid-Amerïka, dat binnen weinig jaren na Columbus’ ontdekking door dichte drommen van avonturiers werd overstroomd. Meestal echter verliep er een geruime tijd, voor de emigratie naar eenige streek werd gericht; de vrees voor het onbekende weerhield de massa, en eerst moeaten reizigers een schat van volkomen ver trouwbare berichten medebrengen, eer de groote stap werd gewaagd. We behoeven ons daarover niette verwonderen. Wat de Spanjaarden naar midden- en Zuid- Amerika, vervolgens ook naar Mexico dreef, was niet de begeerte om een nieuw arbeidsveld te vinden; ’t was niets anders dan gouddorst, die door alle mogelijke middelen moest worden ver zadigd. Vandaar de ellende die zij over de door hen bezette landen hebben gebracht, de staat van achterlijkheid waarin dezen door hen zijn geraakt, een toestand waarvan de nawerking zich nog heden doet gevoelen. Van edeler oorsprong zijn de drangredenen die tot de nederzettingen in Noord-Amerika heb ben geleid. Hier was het de zucht om zich te onttrekken aan staatkundige of kerkelijke ver volging, de behoefte aan meer vrijheid dan het vaderland zyn zonen aanbood. De mannen en vrouwen van welke godsdienstrichting ook, die de eischen van het geweten hooger stelden dan de genoegens van het samenwonen op de plek waar zij het eerste levenslicht aanschouw den, brachten naar den vreemde een edele geest drift mede, die, in verband met do hulpbronnen van een maagdelijken bodem, wonderen verrichtte. Gewoon als zij waren aan strijd tegen moeielyk heden van allerlei aard, bestonden er voor hen geen hinderpalen die zij niet met taai geduld en ijzeren volharding uit den weg ruimden; van hen kon in den vollen zin des woords getuigd worden, dat hun geloof bergen verzette. Op deze pioniers der beschaving volgden an deren, die meer op stoffelijke doeleinden het oog hielden gericht. Nauw was het bekend, dat de nieuw-ontgonnen grond de moeite welke men er aan besteedde duizendwerf vergold, of landbou wers maakten zich op om ook hun geluk te beproeven. Het succes door hen verworven was voor vele anderen een lokaas. Straks deed de behoefte aan ruiling zich gevoelende ny verheid der Nieuwe Wereld, pas in haar opkomst, kon niet voorzien in alle nooden, en de vruchten van Europeeschen arbeid moesten het ontbrekende aanvullen. Er werden commerciëele banden aangeknoopt tusschen de beide werelddeelen, en ondernemende handelaars zag men naar ’t Westen trekken om schatten te slaan uit den overvloed van grondstoffen aan de eene, uit het gemis van industrieële voorwerpen aan den anderen kant. Eindelijk rees het denkbeeld, dat gezegde over vloed nog beter aan de bron zelve kon worden benuttigd; eigenaars van fabrieken, timmerwer ven enz. brachten hun ondernemingen geheel of gedeeltelijk over, om de beslommeringen van het transport te ontgaan. Like tak van menscholyke vlijt, in den vreemde overgeplant, vond er ruim schoots voedsel en ontwikkelde er zoo krachtig, dat de moederstam er weldra door in de scha duw werd gesteld. Dat onder die omstandigheden de landverhui zing welig moest tieren, is zeer natuurlijk. Steeds kon men vernemen, dat in de Nieuwe Wereld nog plaats was voor vele duizenden, dat de schatten van den bodem nog gebrekkig werden geëxploiteerd wegens gemis aan handen. Doch niet alleen zij die werken wilden en werken konden gaven gehoor aan de wekstemmen uit het Westen; ook een menigte parasieten, die in de Oude Wereld gewoon waren te leven ten koste der maatschappij, en de hoop voedden dat elders nog gemakkelijker te kunnen doen, waag den zich aan den overtocht. Dat schuim der samenleving heeft ook in Amerika zyn rol ge speeld en doet het nog; evenwel trof men er ook figuren onder, die, met het stellige voorne men bezield om een schuldig verleden uit te wisschen en zich oen nieuwe toekomst te verze keren, met kracht de handen aan den ploeg hebben geslagen en een onafhankelijke, eervolle positie verkregen. Nog trof men er aan, en hun getal is in de laatste jaren zeer aanzienlijk, die in hun vaderland door tegenspoed, door vruchteloos worstelen tegen een hun vijandig noodlot, als laatste redmiddel den tocht naar Amerika aangrepen. Arm en berooid kwamen zij daar aan, doch dat was nog het ergste niet; in hun vroegeren kamp tegen ’s levens weder-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1880 | | pagina 1