Zondag 5 December.
1880.
W. 599.
Weekblad voor Zuid-Hplland en Utrecht.
BINNENLAND.
BUITENLAND.
Van huis.
SCHOONHOMSCHE COURANT
6
zeer
te neme.
t moar gouw mag
huis kan krijge
pertijdig mins zal
odig is en dat ’t
r besteed zei weze.
einoar ik hoorde
rlezen dat ze hier
ijloof ik, vasthou-
Alle binnenlandsche Advertentiënwaarvan
de plaatsing 3 maai wordt opgegevenworden
slechte t maal in rekening gebracht.
reur ’t nodste dat
i of ander het te
3 wille bringe eer
hoalt.
lenk jij d’r nouw
jompstroat krijge?
je week, hoor ik,
de Burgemeester
if op de post goan
i ze, in toe motie
bbe dat ie ze heele
it ken termets wel
ma en dr. G. W.
•s van een werkje
T GENEESMID-
:rijd voortzettende,
engetiteldDe
waarschuwing voor
rs op prijs stellen.
>n; de belangrijk-
t door de inklee-
auwing kan velen
ts een gulden is.
agen wier gebruik
isten vrij wat meer,
ant 5 Juli 1880).
VAN NOOTEN.
Is was 't ’n echte
wel veur de deur
ve, moar Pitet, 'k
ir was en ’k zag
’k heb al bij me
w 2 veldwachters
mder dat ’t frak-
jen zijn wordt de
iger gestaan heb-
straat in den regel
is ’t ok te hoope
it de Stigt moar
legge.
je vrouw genacht
i en ken.
eeje week ’n Don-
ligte moan, mit
i van Van der Aa
revier gelijk, ’n
en ’n liefhebber
foan stoan boarze
Prys der Advertentiën:. Van 1 tot 5 regels 0,50. Iedere
regel meer 0,10. Groote, lettors naar plaatsruimte. Inzending
franco, en uiterlyk tot Zaterdags-voormiddags ten 10 ure.
Deze Courant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag
verzonden. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70.
Franco per post door het gehoele rjjk 0,80.
Piet; as ’tande
e we al lang ’n
arg veur, da’ wis
Kekem, die het,
vergoaring d’r al
moar dan mot je
lering hebben die
oar da’ je in die
’t is nog zoo arg
E.
rken
id aangekondigd
op duizenden van
de kostbaarste
sgemoet te komen
mogelijke teleur-
hopen op een van
ijdenalsook om
ite van het kiezen
(St.-Nicolaasge-
rij uit overtuiging
jn echtgenoot, de
den vriend schoo-
jn Het vertegen
uren, lacht en
■ewekte verheft
itige wijzenver
sheid is het beste
van den eenzame
nzieken en aan
»rd een speelwerk
i salon, aan geen
uis ontbreken,
uders, banketbak-
in allerlei aard is
ger aantrekkings-
im jde gasten en
Zoo als ons van
jn de ontvangsten
genoeg verdubbeld,
Behouders en ne-
enoeg kan aanbe-
,00 onfeilbaar ge-
ider uitstel te be
langd de betaling
Wij merken nog
zelf met zorg en
rste zoowel als de
ten, dansen en lie-
eller op ’t schoonst
verancier van vele
i is bovendien op
in bekroond. Een
rde premieverdee-
■t een waarde van
zondere sympathie
ilfs van een kleine
zit van een groot
frs. ontvangt men
rde prijslijsten met
anco toegezonden,
i voor een kleine
seks tot de fabriek
tsen werken voor
n worden, die dit
i en speeldoozen
waarop men letten
j depots.
ie niet, de fabriek
Iwillig toegestaan
STATEN-GENERAAL.
Maandag hervatten de beide Kamers haar zit
tingen.
In de Eerste werd o. a. vastgesteld, dat de
voorbereiding tot de openbare behandeling van
het strafwetboek op dezelfde wijze zou plaats hpb-
ben als in de Tweede Kamer was. geschied. De
voorzitter zou de 4 leden benoemen van een 90m-
missie yan rapporteurs, die.een leiddraad voor
het afdeelings-onderzoek zou ontwerpen.
De Tweede Kamer stelde haan sectiën opnieuw
samen, die haar voorzitters en onder-,voorzitters
benoemde. Besloten werd ook des Zaterdags te
vergaderen.
Met een redevoering, uitmuntende door sier
lijkheid t, van vorm, opende in de Tweede-
Kamer-zitting van Woensdag de heer Schaap
man de algemeene beraadslagingen over de
Staatsbegrooting. De politiek dezer Regee
ring noemde hij verderfelijk voor het land’
de schoolwet had de behoeften der meer
derheid niet bevredigd en de algemeene lasten
doen klimmenmen maakte spoorweg- en be
lastingwetten doch miskende de rechten der
ingezetenen'. Het volk wrokt tegen de successie-
belastingofschoon het die betaalthet wrokt
tegen de kieswetde natiedie in deze Kamer
zichzelf niet terugvindtvraagt oen stemer is
regeeringloosheid en de regeering moet die doen
ophouden. r
De hqer Wintgens hing een somber tafereel op
van den financiëelen toestand. De middenstand
vooral leed onder het Voortdutend toegoven aan
de eischen der vryhandel-thóoristen zoowel hier
als in Indie. Herstel der differentiëele rechten
vermeerdering van do indirecte belastingen
scheiding van geme’ente- en rijksfinanciën kort
om; verwezenlijking van de conservatieve denk
beelden achtte hij het eenige middel om het land
van den ondergang te bedden.
De heer Gleichman achtte den toestand des
lands niet zoo treurig als door de* vorige spre
kers wa$ beweerd. Toch was tegenover het
dreigend tekort vermeerdering van gewone in
komsten door belastinghervorming gepaard aan
een zuinig beheer noodzakelijk. Vooral wachtte
hij heil van een krachtige bevordering van den
aanleg van waterwegen. Spr. verklaarde zich
vóór Grondwetsherziening die, naar hij mede
deelde wel tot het program van het vorig Ka
binet had behoorddoch in den Ministerraad
niet ter sprake v®as gekomen vóór Juli 1879
toen de crisis reeds was ontstaan.
De heer Van Baar noemde de Regeering niet
een die stond boven de partijen, maar een die
zich door een enkele partij in eenzijdige richting
liet drijven. De héér Vermeulen bestreed de
liberale hegfnselen in het algemeen; hij zou
echter, waar hij kon, de tegenwoordige Minis
ters ondersteunen.
De zitting van Donderdag leverde meest finan-
ciëele beschouwingen. De heer Schimmelpen-
ninck vond in de begrotingscijfers reden y om
de noodzakelijkheid van nieuwe belastingen te
betwistenook de heer Van Houten was. van
die meening. De laatste sprak een ongunstig
oordeel uit over de algemeene politiek van dit
kabinet, aan hetwelk hij 'zijn vertjouwen niet
kon schenken. Getrouw aan zijne, gewoonte/om
leden van gesneuvelde Ministeriesvroeger door
hem met felheid bestreden later te verheerlijken,
trad hij in een uitvoerige verdediging van Kap-
peijne’s houding iiFzake de Grondwetsherziening.
De heer Blussó besprak insgelijks den finan
ciëelen toestand. Door de cijfers te groepeeren
en door kunstmatige schifting van gewone en
buitengewone uitgaven kon men dien toestand
öf fipel donker öf bijzonder rooskleurig voorstel
len een feit is hetdat er voorziening noodig
isdat wij onze middelen moeten versterken.
Het aangaan van leenjngen achtte spr. bedenke
lijk. Voormelde splitsing vond in don heer l'e
Bruijn Kops een verdediger: tevens drong dezo
afgevaardigde aan op afschaffing van indirecte
lasten. De heer Oorver Hooft leverde een plei
dooi voor bezuiniging.
De heer Tak bepleitte met kracht den aanleg
van groote openbare werken, die de algemeene
welvaart verhoogenhij wees er op wat door
concurreerende staten in die richting wordt ge
daan. Verder besprak hij nog de politiek van het
vorig kabinethetgeen door den heer Van Kerk
wijk werd nagevolgd terwijl de heer Borgesius
meer bijzonder de aandacht vestigde op hot vele
goode, reeds door dit Ministerie tot stand ge
bracht.
Z. M. heeft benoemd tot notaris te
Utrecht, mr. C. De Wilde, candidaat-notaris
kantonrochter-plaatsvervanger, advocaat en pro
cureur a|daar.
Z. M. heeft benoemd bij het perso
neel van den gencesk. dienst der landmacht,
tot reserve-off. van gezondheid der 2e kk Dr.
J. Th. Van der Chijs, genees-, heel- en verlos
kundige te Gorinchein.
Totlid derProv. Staten van Zee
land is in het hoofdkiesdistrict Ntiddolburg geko-
1 zen de heer A. Smit, burgemeester van Vlissingcn.
1 kracht ingeboet, dat hun goan
Om’ daar op nieuw tegeri de moeielijkheden te
strijden, en velen van hen gingen jammerlijk
ten gronde.
De geschiedenis van de kolonisatie van Au
stralië biedt weer andere bijzonderheden aan.
t Volkplantingen die thans dopr haar snellen was- j
dom en ongemeenen bloei elks verbazing wekken,
1 waren oorspronkelijk straf-inrichtingen voor gede-
porteerde misdadigers; dezen werden weggezon-
t den omdat de Engelsche gevangenissen hen niet
konden bevatten. Die mannen met hun sombere,
dikwerf met bloed bevlekte levensgeschiedenis
t zijn huns ondanks de wegbereiders geweest voor
l een later geslacht van eerlijkevlytigo en vol-
1 hardende kolonistenzij hebben als het ware
1 den boom geplantwaarvan anderen de vruchten
inzamelden. Het is een algemeen verspreide
dwaling, dat de tegenwoordige bevolking van
Nieuw-Zuid-Wallis (hoofdstad Sidneyde aan-.
- zienlijkste stad van het yijfde werelddeel), be
staat uit de, nakomelingen van gedeporteerden
1 niets is minder waar dan dat. Toen eenmaal
‘I het land voor een gedeelte was dntgonnen, zijn^
leden van de beste Engelsche familiën er heen
getrokkenzjj hebben er een geheel gevormde,
beschaving ove^geplant en van het land gemaakt
wat het thans is.
Het vraagstuk der landverhuizing is sinds vel,o
jaren aan de orde, en zal dit, Ky de toenemende
bevolking van Europa, een vermeerdering
waarmede de voortbrengingskracht vhn den grond
geen gelijken tred houdtnog lang blijven.
En dat de zucht om in den vreemde de fortuin
te gaan beproeven nog algemeen zeer levendig
is, bewijzen de jaarlyksche cijfers, door de emi-
gratie-bureaux van verschillende havenplaatsen
openbaar gemaakt. We hebben hier te doen met
een verschijnselwaarvan de noodzakelijkheid
niet betwist kan worden. Het denkbeelddat de
geheele wereld voor den vlijtige'openstaat, wint
velden naarmate het beter wordt toegepast
zullen zoowel de vertrekkenden als zij die ach
terblijven er baat bij vinden. Immers, al bestaat
er geen staatkundige band tusschen moederland
en koloniede wederzijdsche behoefte knoopt
andere betrekkingen kolonisatie is de moeder
van den handelvan het wereldverkeer van de
broederschap der volken.
De zaak heeft evenwel ook haar bedenkelijke
zijde. Niet allendie het vaderland verlaten om
zich elders te vestigenweten goed wat zij
eigenlijk willen. Op hooren zeggen van anderen,
op het gezag van door de faam overdreven be
richten van welslagen maken zij hun bezittin
gen te gelde en zyn al best tevredenindien
zij slechts genoeg hebben om den overtocht te
betalen. Waarheen? Ja, dat komt er minder op
aan: gewoonlijk naar Noord-Amerika. Hebzuch
tige agenten weten hen spoedig in te palmen,
natuurlijkter wille van het aandeel in de
vracht,en de onwetende fortuinzoekers wor
den te New-York aan wal gezetzonder eenig
begrip van 't geen hun verder te doen staat
zondèr geld om in dón eersten tijd onderhoud
te vindeneerlang ter prooi aan nog veel
grooter ellende dan zij zelfs in de ongunstigste I
omstandigheden te buis zouden behoeven te ver
duren. Als op die wijze het vraagstuk der
overbevolking moet worden opgelostdan is het
maar beter dat het onopgelost blijft.
Men bedenke wel, dat er voor behoorlijke
emigratie heel iets anders wordt gevorderd dan
eenvoudig de wil om uitlandig te gaan en geld
voor het traject. De landverhuizer moet gele
genheid vinden om zoo spoedig mogelyk zijn
arbeidskracht aan te wenden. Hy kan niet gaan
werken in een klimaatal te zeer verschillend
van het land waaruit hij afkomstig is: ware
dit het gevaldan zou hij nergens beter terecht
kunnen dan in Suriname, welks bloei alleen
afhangt van een voldoend aantal veldarbeiders
die men thans op kostbare wjjze uit Britsoh-Indië
tracht te verkrijgenof op Sumatra’s Oostkust,
waar op gebrekkige manier met Chineezen ep
Maleiers wordt gewerkt. Hij moet komen in
een landwaar behoefte- aan vlijtige handen of
heldere hoofden bestaat, en in dit opzicht is
Noord-Amerika lang niet meer het land van
belofte van vroeger; ’t raakt er ook overal
zachtjes aan vol. Hij moet zich op de plaats
zijner aankomst kunnen verlaten op den steun
van een krachtig en welwillend gouvernement,
dat hem gaarne ziet komen en hem behulpzaam
wil zijn om do eerste moeielykheden dep vesti
ging te overwinnen. Het is gebomd, dat Duit-
schers en Belgen vol van de meest rooskleurige
verwachtingen naar Brazilië of do Argentijnsche
republiek zijn gegaandaar aangekomen werden
zij op schandelijke wijze geëxploiteerdals slaven
behandelden warenvoor zooverre zij niet on
der ’t wicht hunner rampen bezweken dankbaar
als een medelijdende ziel hun don terugkper
naar het vaderland mogelyk maakte.
De aanwijzing van de plaatsenwaar voor
landverhuizers een toekomst is te vinden, van
de voorwaarden waaraan zij moeten voldoen,
van de vooruitzichten waarop zy te rekenen
hebbenis een zaak die do aandacht der Re-
geeringen ten volle verdient, al ware het
- 1 ---
S. W. N. VAN NOOTEN tb Schoonhoven,
UteMn.
4-" 1 1
waardigheden hadden zij zooveel van hun geeat- «loobta ala een middel om den maalaohappelijken
x j_x 1-moed orerbleef^westand te verbeteren door bestrijding van het
pauperisme. Wij hebben weleens gedachtin
alle oorden der wereld heeft Nederland consu
laire ambtenarendie heeren maken zichdoor
hun rapporten over handelsaangelegenheden zeer
verdienstelijkmaar zouden zij ten minste velen
I hunnerniet eens in overweging kunnen nemen,
in hoeverre het oord hunner vestiging gelegen
heid tot emigratie aanbiedt? Op hun inlich
tingen zou althans veel beter gebouwd kunnen
worden dan op de gegevens, door baatzuchtige
landverhuizers -agenten verstrekt, van wier kwade
trouw zoo menigeen het slachtoffer wordt.
Overzicht. 4
Zonder tegenstand te ontmoeten zijn de Món-
tenegrijnen voor acht- dagen geleden Dulcino
binnengetrokken, nadat Derwich-pacha de stad
ontruimd had. Ook fiierby kon de tusschenkomst
der internationale vloot ‘'Ontbeerd worden en het
if dus zeer goed te begrijpen, dat de Mogend-
neden, die na zooveel gehaspel de schepen bij
eenbrachten, nu met hunne houding in deze
eenigszins verlegen zyn. Engeland en Rusland
zouden wel lust gevoelen nog wal te blijven
demonstreeren in het belang van Griekenland,
doch dit strijdt geheel tegen het gevoelen van
Duitschland, Oostenrijk en Frankrijkdie blijde
zijp, nu de kans gunstig is, de handen uit dat
wespennest te kunnen terugtrekken. Turkijë
toont onder dat alles geen slecht diplomaat te
zijn. In eene nota aan de Mogendheden wijst
de Porte op* de overgave van Dulcinö als een
bewys van hare goede trouw en verklaart zich
bereid ook het geschil met Griekenland op vrede
lievende wijze te vereffenen, indten de Griek--
sche regeering zich met het minste wil tevreden
stelten. De Sultan noodigt ten slotte de Mogend
heden uit in dien zin met hem mede te werken.
Nu, als de medewerking moet blijken uit be
spreking van het vraagstuk en zulk eene me
dewerking wordt misschien door de Porte wel
het meest gewenscht,— dan kan zij tevreden zijn.
In het ItUliaansche en‘ Fransche parlement
maakte de Oostersche quaestie een onderwerp
van debat uit en de Engelsche minister van
Buitenlandsche Zaken wijdde er wederom eene
redevoering aan. Het eenige nieuws dat uit al
die besprekingen aan het licht kwam was, lat
Engeland had voorgesteld Smyrna te bezetten,
als middel óm Turkijë tol onderwerping aan het
tractaat te dwingen, doch alleen steun -had kun
nen vinden bij Rusland en Italië.
Het Italiaaiische Kabinet is na een zeven-
daagsch debat, waarbij alle staatsaangelegenheden
een beurt kregenmet 33 stemmen meerderheid
overwinnaar gebleven. Gaf het Italiaansche
Parlement nu ook maar eens bljjk, dat het ver
loren tijd door vlugge afdoening van andere
zaken weet goed te maken, dan was het zoo
erg niet, maar nu is het te vreezen, dat de
geheele zitting door dat onvruchtbaar debat zal
bedorven worden. In dat opzicht kunnqn de
Italianen van hunne buren leeren. Hoewel de
zitting met een Kabinets-crisis begon en de
staatkunde der regeering lang niet onbesproken
bleef, wist de Fransche Kamer van afgevaar
digden onder dat alles toch nog twee belangrijke
wetsontwerpen af te doen, n.l. dat op de rech£
terlijke organisatie en dat tot invoering van
kosteloos onderwijs. Dit laatste werd in de
zitting van Maandag onveranderd aangenomen.
In den Senaat had er een debat over de buiten
landsche staatkunde plaatswaarbij beide par
tijen, de interpelleerende en de regeering zich
op Thiers beriepenals leider eener staatkunde,
die voor Frankrijk het meest gewenscht is.
Buiten de Kamers trok het proces de Cissey
tegen Rochefort c. s. zeer de aandacht. De
ex-generaal had een aanklacht tegen Rochefórtc.s.
ingediend wegens laster en daar de beschuldigden
zich niet Voldoende konden rechtvaardigen wor
den zij tot boete en schadevergoeding veroor
deeld. Misschien komen zij er nog wel op terug
als de enquete door de Kamer bevolen ongunstig
voor den oud-Minister van Oorlog mocht afloopen.
De toestand in Ierland verbetert er niet op.
Voortdurend worden er versterkingen- heen ge
zonden. De Engelsche regeering besloot in een
barer laatste bijeenkomsten het Parlement tegen
6 Januari bijeen te doen komen en dan dadelijk 1
maatregelen van voorziening voor het tegenwoor
dige en voor de toekomst vast te stellen.
Met gelatenheid ontving het Ooeteiirpkscho
Huis van afgevaardigden deze week de niet zeer
opwekkende mededeeling, dat de begrooting voor
1881 wederom oen tekort aanwyst vin ruim
34 millioen florijnen. ^Door hervorming vaft be
lastingen hoopt de Minister echter dat tekort.in
een overschot van 4 millioen te veranderen.
We ’helpen hom dat wenschen!
De Keizerin-regentes van China heeft op zeer
eigenaardige wij,zo een einde gemaakt aan de
oorlogzuchtige stemming van sommigen harer
ministers. Zij eischte namelijk van hen, dat zij
zich zouden verbinden tot het betalen der oor
logschatting, indien China het onderspit delfde.
Daarvoor deinsden de ruziemakers echter terug1
Nieuw ontdekte landen hebben steeds het
voorrecht gehad, de aandacht te trekken van
allerlei slag' van lieden, die zich in hun eigen
vaderland om de een of andere, reden niet op
hun gemak bevonden, of zich er ten minste niet
zoo ruim konden bewegen als, met hun wenschen
overeen kwam. In enkele gevallen had dit reeds
plaats, terstond nadat men kennis kreeg van het
bestaan dier gewesten; zoo ging het by voorbeeld
met Zuid-Amerïka, dat binnen weinig jaren na
Columbus’ ontdekking door dichte drommen van
avonturiers werd overstroomd. Meestal echter
verliep er een geruime tijd, voor de emigratie
naar eenige streek werd gericht; de vrees voor
het onbekende weerhield de massa, en eerst
moeaten reizigers een schat van volkomen ver
trouwbare berichten medebrengen, eer de groote
stap werd gewaagd.
We behoeven ons daarover niette verwonderen.
Wat de Spanjaarden naar midden- en Zuid-
Amerika, vervolgens ook naar Mexico dreef, was
niet de begeerte om een nieuw arbeidsveld te
vinden; ’t was niets anders dan gouddorst, die
door alle mogelijke middelen moest worden ver
zadigd. Vandaar de ellende die zij over de door
hen bezette landen hebben gebracht, de staat
van achterlijkheid waarin dezen door hen zijn
geraakt, een toestand waarvan de nawerking
zich nog heden doet gevoelen.
Van edeler oorsprong zijn de drangredenen
die tot de nederzettingen in Noord-Amerika heb
ben geleid. Hier was het de zucht om zich te
onttrekken aan staatkundige of kerkelijke ver
volging, de behoefte aan meer vrijheid dan
het vaderland zyn zonen aanbood. De mannen
en vrouwen van welke godsdienstrichting ook,
die de eischen van het geweten hooger stelden
dan de genoegens van het samenwonen op de
plek waar zij het eerste levenslicht aanschouw
den, brachten naar den vreemde een edele geest
drift mede, die, in verband met do hulpbronnen
van een maagdelijken bodem, wonderen verrichtte.
Gewoon als zij waren aan strijd tegen moeielyk
heden van allerlei aard, bestonden er voor hen
geen hinderpalen die zij niet met taai geduld en
ijzeren volharding uit den weg ruimden; van
hen kon in den vollen zin des woords getuigd
worden, dat hun geloof bergen verzette.
Op deze pioniers der beschaving volgden an
deren, die meer op stoffelijke doeleinden het oog
hielden gericht. Nauw was het bekend, dat de
nieuw-ontgonnen grond de moeite welke men er
aan besteedde duizendwerf vergold, of landbou
wers maakten zich op om ook hun geluk te
beproeven. Het succes door hen verworven was
voor vele anderen een lokaas. Straks deed de
behoefte aan ruiling zich gevoelende ny verheid
der Nieuwe Wereld, pas in haar opkomst, kon
niet voorzien in alle nooden, en de vruchten van
Europeeschen arbeid moesten het ontbrekende
aanvullen. Er werden commerciëele banden
aangeknoopt tusschen de beide werelddeelen, en
ondernemende handelaars zag men naar ’t Westen
trekken om schatten te slaan uit den overvloed
van grondstoffen aan de eene, uit het gemis van
industrieële voorwerpen aan den anderen kant.
Eindelijk rees het denkbeeld, dat gezegde over
vloed nog beter aan de bron zelve kon worden
benuttigd; eigenaars van fabrieken, timmerwer
ven enz. brachten hun ondernemingen geheel of
gedeeltelijk over, om de beslommeringen van het
transport te ontgaan. Like tak van menscholyke
vlijt, in den vreemde overgeplant, vond er ruim
schoots voedsel en ontwikkelde er zoo krachtig,
dat de moederstam er weldra door in de scha
duw werd gesteld.
Dat onder die omstandigheden de landverhui
zing welig moest tieren, is zeer natuurlijk. Steeds
kon men vernemen, dat in de Nieuwe Wereld
nog plaats was voor vele duizenden, dat de
schatten van den bodem nog gebrekkig werden
geëxploiteerd wegens gemis aan handen. Doch
niet alleen zij die werken wilden en werken
konden gaven gehoor aan de wekstemmen uit
het Westen; ook een menigte parasieten, die in
de Oude Wereld gewoon waren te leven ten
koste der maatschappij, en de hoop voedden dat
elders nog gemakkelijker te kunnen doen, waag
den zich aan den overtocht. Dat schuim der
samenleving heeft ook in Amerika zyn rol ge
speeld en doet het nog; evenwel trof men er
ook figuren onder, die, met het stellige voorne
men bezield om een schuldig verleden uit te
wisschen en zich oen nieuwe toekomst te verze
keren, met kracht de handen aan den ploeg
hebben geslagen en een onafhankelijke, eervolle
positie verkregen. Nog trof men er aan, en
hun getal is in de laatste jaren zeer aanzienlijk,
die in hun vaderland door tegenspoed, door
vruchteloos worstelen tegen een hun vijandig
noodlot, als laatste redmiddel den tocht naar
Amerika aangrepen. Arm en berooid kwamen
zij daar aan, doch dat was nog het ergste niet;
in hun vroegeren kamp tegen ’s levens weder-