mm tig bekende OR8T-HONIG te Maias. 1880. N'. 602. r i s. Zaterdag 25 December. ders. IHIUH. nnendat de 1ERGROEI van Weekblad voor Zyid-Holland en Utrecht, XING VELD, reeren, ER, [EREN, tUDA, Irouwerjjen van OHI8ON&C0. Uitgerera. BUITENLAND. Het lied des vredes. BINNENLAND. OOM, nj. fk i op rekening ra genieten een )N te Schoon- de théorie 1 niet tegen, dat begrip den mannelijken leeftijd, de maatschappij ten zegen te zijn; datzelfde tlve Flesch, iMohett, franco Prijs der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels 0,50. Iedere regel meer 0,10. Groote lettere naar plaatsruimte. Inzending franco, en uitprlijk tot Zjaterdags-voormiddags ten 10 ure, behoefte. Basuto’s, Ja: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70. het geheele rjjk 0,80. ar gelegd, die de bijeenkomst van het ril afwachten. De toestand laat zich intusschen zeer ernstig F Zn.Gouda bij B. J. R. D. den Hartog; kerkerk bjj P. inker Idenburg. nfs. LINGEN, niet bevatten in de* len trant, em- n in het Maat- 1NDERS voor 1 NOOTRN te vóór we nog den zin der woorden konden be- gnii den een aan tae Coimmt Wordt geregeld lederen Zeierdag-mlddeg verzonden. Jjjrjjs: voc. Franco per post door Alle branénlandsohe Advertentiën, waarvan de plaatsing 3 maal wordt opgegeven, worden slecht* 2 maal in rekening gebracht Njjmegen. issel, postzegels Haarkundige am. ithoud dit goed! Richter'sg Rotterdam uit het be- K Dr. Airj’sg ontbieden, n FRANCO. Wij «uthori- eze verrassende te publiceeren VAN ’T RIET, iter van W. J. Postbeambte. KROON, huis v. Arrest. 3. V. D. VELDE, ibruari 1876. j. M. 8ONIUS. J. BLEEKER, Rentenier. -. W. J. VER HEI JEN. H. VAN DEE JÏKEMPERS. I Jr. LAN. 8. MITS, barbier. lN. DE VRIES. Schilfers. Dun Ie Schedelhuid, er, vroegtijdig leurmiddel J 2. Cristallin (fijne mes-Zeep (fijne Cts. Brochures ■Ü10WHÏ COURAKT. van dat siohself srtelijken dank sesmiddel. gebruikte ik durige heesoh- Het volgend nommer der Schoonhovensche Cou rant zal, tengevolge van den Nieuw jaarsdag, in plaats van op Zaterdag 1 Januari, op VRIJDAG 31 DECEM BER worden uitgegeven. Inzenders van Advertentiën en Be richten gelieven hieraan indachtig te zijn. Db Uitgevers. I Cento. egere KERST- node nog Ex. Dienaar, ENDRIKS. Druiven-Borst- it verkrijgbaar 2,h fl. 1,— reien van cap- taand fabriek- selen aan c maatschappelijken hemel. Het „vrede op aarde,” blijft nog altijd een wensch, is nog geen werke lijkheid geworden. Hier en daar en overal hebben de rassenhaat, de sectenhaat en de standenhaat diepe wortelen geschoten, en menig voorhoofd wordt bewolkt bij de gedachte, waarheen dit alles voeren moet. Het wemelt nog van eer- zuchtigen, die onder schoonschijnende leuzen de fakkel der verdeeldheid zwaaien, en een geheel ander vuur dan dat der menschenliefde doen ontbranden in de harten hunner volgelingen. Doch zelfs als het wapengekletter ons in do ooren klinkt, en strijdkreten alle andere tonen overstemmen, dan nog zien we op den achter grond van het slagveld den engel des vredes zijn palmtak wuiven, en in de hitte der worste ling dringt toch nog het vredelied tot onze harten door. Stort een vulkaan zijn vernielende en verzengende stroomen uit over het landschep, in onze verbeelding zien we het nieuwe plantenkleed, dat de weldadige natuur straks over den geteis- terden bodem zal uitstrooien. Vrede op aarde! Bij al den ernst, waarmede wij ons aangorden tot den strijd voor onze rech ten en beginselen, herinneren we ons toch, dat we in onze beste oogenblikken aan veel, hetwelk we als levensquaestiën beschouwden, bitter wei nig beteekenis hechten in evenredigheid tot dat reusachtig beginsel der menschenliefde, tot welks zegepraal we niet zooveel bijdragen als we doen konden en moesten. Dat laatste is geen ijdele beschuldiging. Immers, terwijl onze kinderen om ons heen dartelen, peinzen we Over de mid delen, waardoor we den aanval eens tegenstan ders het best met gelijke munt kunnen betalen. Op hetzelfde oogenblik, waarop wö een zucht van verlangen doen hooren naar het .rijk van den eeuwigen vrede, wijzen we de toenadering af van den man die ons beleedigde, omdat hij van zijn kant te trotsch is onze eigenliefde door een volledige erkentenis van schuld te voldoen. Tenzelfden dage als we ons bedroeven over de verdachtmaking en de verkeerde beoordeeling waaraan wij bloot staan, zijn wij zelf maar al te spoedig gereed de goede trouw van hen die onze opinion niet deelen in twijfel te trekken. Wij prediken verdraagzaamheid, doch tevens juichen wij de daden van geweld too, waaraan partijgenooten zich tegenover andersdenkenden bezondigen. Wij houden treffende vertoogen over de noodzakelijkheid, offers te brengen tot bevordering van het algemeen welzijn, inzonder heid van dat der minder bevoorrechte klassen, doch meenen dan ook genoeg gedaan te hebben de toepassing van dat denkbeeld laten we maar S. a W. N. VAN NOOTÈN tb Schoonhoven, y te vaak aan anderen over. Elk Kerstfeest lat we beleven mogen dwingt ons, de théorie £9 de practyk van one humanisme met elkander diergelijken, en wat het resultaat onderzoek oplevert, moge ieder voor uitmaken. De stroom des levens, die eenmaal ontsprong te midden van de kale rotsen van het oud- Joodsohe particularisme, en die bestemd is het gansche aardrijk te verfrissohen, moet een steeds dieper en zuiverder bedding vinden. Laat ons graven, vrienden elke handvol aarde die we wegruimen telt mede. Klagen helpt niet, vooral daarom niet, omdat het de aandacht van de ware oorzaak van den onvolmaakten toestand afwendt. Niet „de maatschappij,” niet „de uenschen” hebben er schuld aan, maar het lid en het individu dat onzen naam draagt. Er zal v*ede zijn op aarde, als gij en ik dat ernstig tullen. Of zou het Kerstlied een illusie moeten blijven? Zou de zoetste hoop van de edelsten van ons geslacht onvatbaar zijn voor vervulling? Het tegendeel worde door ons allen bewezen. Overzicht. De donkere dagen vóór Kerstmis zijn Voor Engeland ook nog in een anderen zin zeer don kere dagen en, als het zoó voortgaat, zal de regeering aan het Parlement, dat 6 ‘«Januari bijeenkomt, niets dan treurmaren te terengen hebben. Zelfs heeft een oogenblik het gevaar gedreigd, dat de Kamen een incompleet of een vernieuwd Kabinet zouden te aanschouwen krij gen. Forster, de Minister voor Ierland, heeft er ernstig aan gedacht om zijn ontslag te nemen, omdat zijne collega’s niet wilden medewerken tot het nemen der buitengewone maatregelen, die hij voor Ierland noodzakelijk acht. Eindelijk m i heeft hij zich echter bij het gevoelen dermeer- op het gebied der dorheid neder"0'0"'1 *1’A *1° met gouden Parlement wi 1 r- tot I aanzien; ai gelukt het ook de orde hier en daar te j door kracht van wapenen te handhaven of te herstellen, op andere plaatsen hebben de opstan- .„i en maken daarvan gebruik lied, dat ons, mannen en vrouwen, gekwetst en gehavend bjj den moeitevollen kamp om het bestaan, geschokt door de teleurstellingen die we in ruitte moesten inoogsten, voor...jrftonte. ting bewaarde en ons tot volharding wektedat een straal van blijde hoop op ons pad zal doen nederdalen, als we straks het grjjze hoofd graf waarts neigen. Dat we zoo gaarne medestemmen in dien hart- verkwikkenden toon bewijst naar onze meening nog dit: dat de menschen inderdaad beter zijn dan zij zich uiterijjk vertoonen. Op sommige tjjden gaat de natuur boven de leer; drijft deze hen uiteen, en doet deze hen zoeken naar wa penen om zekere „quaestiën” uit te maken, de na tuur behoudt somtijds, ach, waarom nipt steeds? de overhand en doet hen elkander zoeken als broeders, die elkander niet kunnen missen, als medereizigers naar het land des vredes en des welbehagen*. Die vijandschap is toch eigenlijk niets meer dan een kleed, dat we met genoegen zouden afleggen, indien onze hoog moed ons beter gevoel geen parten speelde. Gij staat nog altijd hoofdschuddend daar, mijn klagende vriend? Gij verlangt een andere we reld, andere menschen, met een ruimer en bree der, hooger en dieper levensopvatting? Goed, we zullen terstond de verwezenlijking van onze hervormingsplannen ter hand nemen. Niet mor gen, neen, heden reeds. Alleen zullen we elkander het voortreffelijk recept te binnen bren gen, dat onvermijdelijk de gewenschte verbetering moet aanbrengen, en dat we onlangs opvingen van de lippen eens grooten Christen-staatsmans. Het luidt: „Verbeter uzelf.” „Vredeop aarde; in demenschen welbehagen.” Wie liefde voelt gloren in zijn borst, heeft het geloof aan den vooruitgang van ons geslacht. Hij kan niet blijven zuchten over de verdorven heid zijner natuurgenooten, want dwars door de nevelen ziet hij het zonnelicht. Hij houdt re kening met elke vordering, waarachtigo humaniteit behaald, en letters merkt hij iedere voorwaartsche schrede, al is zij schier onmerkbaar in verhouding den eindeloozen weg dien we nog hebben af leggen. Men voere ons niet tegen, dat we geen oog delingen vrij spel, v hebben voor de donkere schaduwen, die zich door hunne verniel- en moordzucht bot te vieren, aan alle zijden vertoonen. Aan een overdreven I Steeds worden nieuwe troepen door de regeering optimisme maakten we ons nooit schuldig. Ware afgezonden, doch ook elders heeft het n(et dat we ons stellig hadden voorgenomen behoefte. T' thans niet te spreken van de dingen die ons doorgaans bezighouden, we zouden een breede pluis zijn, kwamen ook de boeren in den Trans den politieken zoowel als aan den geering. Zij maakten zich meester van Heidel- -iiiiu-1 tt-x j-J- t»"— -iepen Kruger als president uit der nieuwe ik en stelden Joubert als opperbevel hebber aan. De gemeenschap met de hoofdstad Pretina is afgebroken. Alle beschikbare troepen zijn afgezonden om de rust zoo mogelijk te her stellen. Te midden van al die zorgen voor eigen huishouding, heeft de regeering nog tijd en lust om het hoogste woord te voeren in de Oostersche aangelegenheden. Daar Turkije en Griekenland het maar niet eens kunnen worden en gereed staan om elk ander, in weerwil van de pogingen tot kalmee- ring, door de Mogendheden aangewend, te gaan bekampen, heeft Gladstone het voorstel gedaan om het geschil aan de uitspraak van een Scheids gericht te onderwerpen, onder voorwaarde, dat partijen vooraf zullen verklaren genoegen te nemen met de beslissing der rechtbank. Hier over wordt nu druk gecorrespondeerd tusschen de Mogendheden, en, zooals het zich thans laat aanzien, heeft het denkbeeld veel kans van ver wezenlijkt te zullen worden. Ook do Fransche Minister Barthelemy St.-Hilaire neemt een groot aandeel in die onderhandelingen. Na al de ver schillend gekleurde boeken, die reeds over de Oostersche quaestie zijn uitgegeven, heeft Frank rijk daaraan thans het gele boek toegevoegd, waarin eene nieuwe lezing voorkomt van de wijze waarop Turkije tot de overgave van Dul- cigno is overgehaald. Volgens genoemde be scheiden zou de eer daarvoor toekomen aan Duitschland en het blokkeeren van de haven van Smyrna nooit een ernstig plan geweest zijn. Vóór de Kerstvacantie zullen Kamer en Senaat het nog eens moeten worden over de begrooting; de Kamer heeft de verhooging der begrooting voor Eeredienst geweigerd, zoodat nu weer de beurt aan den Senaat is de geschrapte posten in eero te herstellen of toe te geven. Evenals bij elke beweging van dien aard, is het einde van den strijd tegen de Joden in Duitachland nog niet te voorzien In eene uiterst levendige vergaderingdezer dagen te Berlijn gehouden, besloot men niets meer bij Israëlieten te koopen, do liberalen te kapittelen wegens hunne sympathie voor het Jodendom en eindigde men met doorslaan en schelden, dien haat nog duidelijker te illustreeren. De Duitsche ambtenaar, die eenige maanden geleden naar Constantinopel vertrok om te trachten de Turksche financiën te regelen, heeft van zijne taak moeten afzion en is te Berljjn teruggekeerd. Geen bemoedigend bericht voor de schuldeischeré. Zij wjjst er ons op, hoe weinig negentien eeuwen van Evangeliebelijding nog vermochten tegen de booze hartstochten van ons geslacht. Zij wijst op het immer heerschend Egoïsme, dat als een dorre adem de bloesems eener hoo- gere bezieling doet verdrogen en afvallen op den strijd om hel bezit, die de eene gene ratie van de andere overerft ais een heilige traditie die zorgvuldig moet worden in stand gehouden. Zij herinnert ons er aanhoe juist de naam van den stichter van den godsdienst der toekomst een leus is gewordenwaaronder de aanhangers der onderscheiden secten en rich tingen elkander in den ban doenvan de ergste dingen beschuldigen enals de gelegenheid gun stig isten bloedigste vervolgen. Zij brengt ons onder het oog dat diezelfde godsdienstige opvat tingen in vorige eeuwen duizenden van slacht offers hebben gemaakt, en nog heden, ja, bij toeneming zoo het schijnt, de harten der men- schen van elkander verwijderen en wederzijds met wantrouwen vervullen. Zij tracht ons den indruk te gevenals zou er van het gansche program van Jezus niets zijn overgebleven dan het beteekenisvolle woord„Niet de vrede maar het zwaard!” Dat alles'kan, helaas! niet worden tegenge sproken. Maar op onze beurt vragen we, of het wel iets bewjjst tegen het goddelijk beginsel, dat het tot dusver zoo kwaljjk begrepen en zoo .ferkeerd toegepast werd? Dat men den geest des Christendoms gezocht hoeft en nog zoekt daar, waar hij nooit te vinden was noch immer te vinden zal zijn; dat men, in stede van naar de bedoelingen en naar het voorbeeld van onzen grooten voorganger niets anders te willen dan samenwerking van allen tot het geluk van allen, er de voorkeur aan geeft zijn eigen bekrompen of eenzjjdige begrippen te bezigen als muren die de menschheid verdeelen iiFMten zooveel vijan- delijke kampen als er vormen van geloof zijn uitgedacht of nog later gevonden zullen worden, wat bewijst dit tegen het Christendom zelf? En dat de lagere zelfzucht nog een zoo voor name rol speelt in al onze handelingen, zoodat we vol schaamte de oogen moeten nederslaan indien we het wagen eenigszins ernstig na te denken over de beteekenis van het woord mensch, kan men daaruit iets anders afleiden dan de er kenning, dat de godsdienst van Jezus, afge scheiden van alle godsdienstvormen, zijn laatste woord nog niet heeft gesproken? En daarom begroeten we met de innigste blijd schap elke gelegenheid die ons noodzaakt de oogen af te wenden van geschilpunten, die ons dwingt de handen ineen te leggen en samen te stemmen in het onsterfelijk vredelied. Dat zelfde lied, dat onze moeder ons leerde stamelen jpen, voor we nog het flauwste begrip had- i van ’s levens strijd en zorgen; dat ons als i aanmoediging in de ooren klonk toen we, _.i den drempel van -“jl hoofd en hart vervuld met edelmoedige illusies, ons stellig voornamen ook het onze te doen om Nimmer vindt het woord van de apostelen des vredes gereeder toegang tot de harten van alle kinderen der menschen dan op de dagen waarin de Christelijke wereld de gedachtenis viert van de geboorte des grooten Menschenzoons. ’t Is misschien een al te rooskleurige ver wachting, toch kunnen we niet nalaten de hoop uit te spreken dat zelfs zijdie om de een of andere reden niet gerekend mogen of willen worden te bebooren tot een van de vele kerkge nootschappen die in do mate hunner krachten het beeld van den Christus trachten te vertoo nen i toch niet geheel vreemd blijven aan onze Kerstvreugde. Immers, wat kan het bestaans recht van het Christendom zijn, als het niet de algemeene menschenliefde in telkens uitgebreider kringen in toepassing weet te brengen? En danken we het niet aan den geest van humani teit, uitgaande van de verheven persoonlijkheid die voor het eerst de naastenliefde op dezelfde lijn durfde stellen met de liefde tot het Opper wezen dat de menschheid is geworden wat zij thans is? Wat zij thans is! Hoort, daar verheft zich reeds eon klagende stem. Zij wjjst er De benoeming van Kardinaal Jaoobini tot ’s Pausen Secretaris’ van Staat is thans een feit. De nieuw benoemdebekend door zijns onderhandelingen met Duitschland, heeft al da delijk bjj zjjn optreden door zij» kalmen en ge matigden toon een goeden indruk gemaakt. Dp nuntiussen zijn door help aangemaand om met groote gematigdheid te werk te gaanopdat de be staande moeielijkheden niet vermeerderd worden, 8TATEN-GENERAAL. De algemeene beraadslagingen der Tweede Kamer over Hoofdstuk VIII (Oorlog) der Staats- begrooting gehouden, duurden ditmaal kort, doch waren zeer belangrijk. Maandag-voormiddag opende de heer Wijbenga het debat, met een protest tegen de enorme ver- hoogingen van dit hoofdstuk, waartegen hij zich steeds verzet, omdat we toch in geen geval üv staat zullen zijn tot verdediging tegen den inval van een oppermachtige mogendheid. De heer Lieftinck ging niet zoo ver: volgens dien spr. willen we Nederlanders blijven en naar de mid delen zoeken die ons het behoud onzer nationale rechten kunnen waarborgen. Doch over dis mid delen is verschil van meehing: de specialiteiten zijn het daaromtrent niet eens, en de traag is of de zaak den Minister zelf duidelijk is. Eerst wilde hij verhooging der militie-contingenten, doch inziende dat daardoor de lasten voor de natie te zwaar zouden zijn, wilde hij verlenging van militietijd invoeren in den vorm van 'een verminkte schuttenj-regeling. En zoo komen we geen stap verder. Het Nederlandsche volk roept tot de schimmen van zoovele oud-Ministers van Oorlog: „Geeft ons onze millioenen weer!” De heer Seret vond evenzoo tegenspraak tus schen hetgeen de Min. verleden Jaar verlangde en wat hij thans schjjnt te willen. Bovendien is het niet wenschelijk bij de begrooting die plannen goed te keuren, zonder dat de militie- en schutterij wetten gewijzigd zjjn. De schut terij kan alleen met een goed kader diensten bewijzen, en dit bekomt men niet zonde? per» soonlijken dienstplicht. Dê heer Van der Schrieck kon zich over het algemeen met do inzichten van den Min. ver- eenigen: alleen in eenige bijzonderheden ver schilde hij van meening. Spr. *brak een lans voor ’s Bosch als uiterst geschikt voor de ves tiging van een groot garnizoen. Ook de heer Van Dedem verdedigde den Min. en zijn plann^ en bestreed het denkbeeld van 1 den persoonlijk*^ dienstplicht. De heeren Lenting en Viruly daarentegen maakten bezwaar deze begrooting goed te keuren, omdat zij ons voor de toekomst te' zeer bindt. De heer Patijn was tegen deze begrooting, niet uit wantrouwen tegen dezen Minister, daarvan is geen sprake, maar om het hooge cijfer. Al is het waar dat we in een eventuëelen revanche^oorlog onze neutrali teit moeten handhaven tot wij door politieke interventie geholpen worden, Spr. vreest dat we meer uitgeven dan voor dit doel noodig is. Van de verdere sprekers vermelden we nog den Jieer Kool, die in de avondzitting van Maan dag aan Jiet woord kwamen vooral betoogde dat ’s Ministers plannen omtrent de schutterij niet aan het doel zullen beantwoorden, het tevens betreurende, dat militie- en schutterij- wetten niet reeds werden ingediend. Deze be grooting praejudicieert wel degelijk op de toe komst. Den persoonlijken dienstplicht acht de heer Kool onmisbaar. De heer Vqn Wassenaer was - eveneens van meeningdat deze laatste quaestie eerlang een oplossing moet krijgenen daarom juicht hij het toe dat de Min., intijds de kazernen wil verbeteren om den zoons van bur gerlieden, die ze alsdan móeten bewonen, een geschikt verbljjf aan te bieden. In een uitvoerige rede antwoordde de Minister op de gemaakte bedenkingen. Hij ontkende het nauw verband tusschen zijn thans voorge stelde organisatie-plannen en de later in te dienen wetten die op de militie is thans in den Minister raad. Verschillende verbeteringen, bij deze be grooting voorgedragen, waren onmisbaar; zij nemen alleen de bestaande gebreken weg. Alge- meeneu dienstplicht wil de Min. bij de schut- t terijniet bij do militie; bij de laatste betoogt hij het wenschelijke van plaatsvervanging. Bij de behandeling der artikelendie met in begrip van de vesting-begrooting in ééne zitting, die van Dinsdag, werden afgedaan, kwamen nog onderscheiden bijzonderheden ter sprake. Door de aanneming van eenige amendementen werd het eindcijfer met 8] ton verminderd en op ruim 21 millioen vastgesteld. Een eerbied waardig cijfer! Hoofdstuk VIII is aangenomen met 52 tegen 27 stemmen. De tegenstemmers waren alleen liberalen, be halve de heer Seret, het oenig lid der rechter zijde die een afkeurend votum uitbracht. In do zitting van Woensdag nam de Kamer eerst het ontwerp tot verlenging van den hor- zioningstermijn voor de IJkwet aan, en hield daarna de algemeene beraadslagingen over Hoofd stuk IX (Waterstaat). De Minister verklaarde o. a. dat de verbetering van* den Rotterdamschen Wa- EKENS, MA- VIEGENenz. uvering. g worden alle rschiiiig of die kten zijn ver- t men daaraan Terwijl do zaken met de Kaffers, o. s. in Zuid-Afrika nog lang niet lijst kunnen maken vau de ernstige verschijn- vaal in vollen opstand tegen de Engelsche re- berg, riei Republiel

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1880 | | pagina 1