K I rling, IDE, 8 [EEK. slbode. BODE, MEID. Gesprek over hooge Politiek. 1881. N". 609. Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht. i GU>! EIS JE, id van twee en i 16 jaar oud. JHT. EEN BINNENLAND. BUITENLAND. 1 i H ■OfflïfflB COURABT uwpoort Yra*£t 'EN te Schoon- 12 afleveringen De 34aangevoerd S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven, Uitgevers. Deze Courant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag verzonden. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70, Franco per post door het geheel© ryk 0,80, >nze ge- met allen nadruk jemeene «oed. ich RIEIHUIJSEN zindelijke en 1,40 1,50 p.k. t. per half kilo. Broodbakker te spoedig moge-' nkeerde brieven, en. Novellen van 3UTS. Aflevering. •engselen onzer DS BIBLIO- Nederlandsch co brieven. Bureau dezer i KUIJLEN- Mei e, k. eene ihoven. le inteekening ig voorhanden. i Schoonhoven. Febr. 1881. Zuidervliet. Pieternella, t. Melis Cor- (Teldhuizen. A. P. Verbeek, oud 19 jaren. n. M. Zuider- st, oud 1 dag. n gaan,-r »k zondor houding I, 26 jaar oud, n de beste be- laatsing bij eene al meer op een p hoog salaris i. 111, aan het o brieven. :wame 8MIDS- ongehuwdbij aid te Stolwijk, Alle 1 de plaatsing slechts 2 ma een afwijzend handgebaar en zag geen veemarkt. :ilo. Kipeieren een groot dorp, 'ezin, eene fat- >vens LINNEN- ais. Loon flOO. E, by do Uit- zeer goede ge lden. TEN. Ie qual. 70 ct., f30h34, vette 8 èlO, schapen itte kalveren 27 e dito f7 10 f4,25, Zeeuw- a f4,00, Boode ter. Gelling f20. angov. 1 paard, askalveren, 31 of lammeren, ïde qual. 74 of., te qual. f 1,30, alles per kilo, kilo. qual. f80, 3de jaargang 1881 loot J. Hoek. Mevr. A. L. G. P-NICOLAA8- liaring. aflevering van lagen prijs van Prijs der Ad verten tiön: Van 1 tot 5 regels 0,50. Iedere regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco, en uiterlijk tot Zaterdags-voormiddags ten 10 - i diep verachten. Zeg aan uw landgenooten, - dat zij niet ophouden moeten het oog op den der gebeurtenissen te richten I” „Hoezeer dank ik u voor die welwillende woorden Hij maakte op zijn horloge. „Komaan, ’t is tijd dat ik naar The Commons ga. We zullen zien wat vrind Parnell vandaag weer te vertellen heeft. Adieu!" De heer Gladstone verdween, en liet mij alleen met het half dozijn waiters, die zich nog altijd even koninklijk stonden te vervelen. binnenlandsche Adverteutiënwaarvan ■!-g 3 maal wórdt opgegeven, worden maal in rekening gebracht. Kralingen. De loting voor de Nat. Mil., lich ting 1881, zal te Sliedrecht plaats hebben op Dinsdag 22 Febr. a. s. In het Burgerweeshuis te Amster dam is Zaterdag 1.1.den 50sten gedenkdag van Van Speyk’s dood, hulde gebracht aan diens nagedachtenis. Op 4 Mei e. k. zal het 50 jaren gele den zijnsinds de geachte hoofdonderwijzer aan de Inrichting voor doofstommen te Rotterdam, de heer D. Hirsch, als onderwijzer optrad. Door het bestuur van het ge nootschap voor landbouw en kruidkunde, Afd. IJselstoin is bepaald dat de le voordracht van wege dat genootschap dit jaar zal plaats hebben te IJselstein op 15 Febr. a. s. en de 2e voor dracht te Lopik tegen half Maart. De Hooge Raad behandelde Maan dag de zaak van Willem Marianus De Jongh door hot Gerechtshof te ’s Gravenhage veroor deeld tot levenslange tuchthuisstraf. De raadsheer Jolles bracht hot rapport uit. Mr. Van Rossem bepaalde zich tot bestrijding van hot arrest ten principale, zonder middelen van cassatie voor to dragen waarvan verwijzing naar een ander hof het gevolg kan zijn. De Jongh vreest toch’niets meer dan oen vernieuwd onderzoek, waardoor hij gedwongen kon worden een en ander te vertellen omtrent de aanleiding dezer zaak. Hy zou dan ook kunnen zeggen welke bestemming hij aan de 75.000 gulden wilde geven en toelichten waarom hjj tegenover zijn advocaat zoo geheel anders gesproken heeft als ter openbare terecht zitting. Pleiter wilde dus alleen trachten do stemmen keurde de Kamer die verklaring goe Niet alzoo Griekenland, dat voortgaat zi< te wapenen en weldra een effectief van 74000 man op de been zal hebben om ’s lands recht te verdedigen. Niettegenstaande Turkije nog steeds druk in de weer is om door bemiddeling der Mogendheden het gevaar van een oorlog af te wenden, heeft de rogeering het toch raadzaam geacht een legermacht, tweemaal zoo sterk als dien van den vijand, in Thessalië en Epirus op te stellen. Intusschen is Engelands gezant, Gorschen, met nieuwe instruction naar Constantinopel weder gekeerd, na eerst te Weenen met do gezanten der andere Mogendheden langdurig geconfereerd te hebben. Of het nog gelukken zal het ge schil uit den weg te praten zal moeten blijken na de völe woorden, die er reeds gewisseld' zijn, en die de zaken meer verward dan ontward heb ben, is ernstige twijfel geoorloofd. ’t Is uit met de onophoudelijke verdagings- voorstellen der lersche leden in het Lagerhuis. De Speaker heeft hen, toen zij den ouden taktiek weder wilden beginnen, terwijl Gladstone zijne voorstellen toelichtte om daaraan een einde te maken, een voor oen uit de zaal doen verwij deren. Deze maatregel en de gevangenneming van Michael Davitt, den oprichter en de ziel der land-li^ahebben gunstig gewerkt. Parnell en de zijnen hebben in eene manifestatie het lersche volk aangemaand geduld te oefenen en niet te doen wat tegen de Grondwet indruiseht, terwijl men uit het feit, dat eenigo pachters het ge waagd hebben hunnen pacht te voldoen, mag opmaken, dat de party van den opstand minder gevreesd wordt. Op de eerste zegepraal der Transvaal sche Boeren is een kleine nederlaag gevolgd. Mis schien wel wat overmoedig, hebben zij de En- gelschon, die op een plateau hadden post gevat, aangevallen, doch werden met verlies terugge- slagen. Het is echter niet onwaarschijnlijk, dat zij hun aanval nog eens herhalen, die, bij wel slagen, voor de Engelschen, zoolang deze geert versterking hebben ontvangen, noodlottig zou kunnen zijn, daar de Boeren den linkervleugel der vijandelijke troepen ook in den rug bedreigen. Het Nederlandsch element, dat in de Kaapstad en in de overige deelen van Zuid-Afrika nog al goed vertegenwoordigd is, begint onverholen zijne sympathie voor de zaak der Boeren aan den dag te leggen en veroorzaakt hier en daar geen geringe spanning. Zelfs in het Amerikaansche Huis van Ver tegenwoordigers zal het goed recht der Boeren bepleit worden Een der loden van het Huis heeft eene motie ingediendde strekking heb bende den President uit te noodigen zich te dier zake tot de Koningin van Engeland te wenden. Hot zotelvasto ministerie Canovas del Castillo in Spanje is afgetreden, tengevolge van een i geschil met de kroon betreffende een wetsont werp tot regeling der Schuld. Sagasta en Martinez j Campos zullen do zaken op denzelfdon voet voort- zetten, na eerst de gebruikelijke opruiming ge- Gladhtone oven hoog houden to hebben onder het personeel dor ambto- een andoren slone naren on diplomaton. Zachtkens bad ik mij laten voortwiegelon op de vleugelen der verbeelding, on zondor no titie te nomen van tijd en ruimte en afstand, bevond ik mij in de groote zaal van een dier prachtige clubgebouwen, die do verbazing wek ken van eiken bezoeker der Britsche hoofdstad. ’t Was er tamelijk eenzaam. Hier en daar stond een waiter bij gebrek aan waardiger be zigheid, zich jammerlijk te vervelen. Slechts één bezoeker vond ik er, die, geheel weggedoken achter een reusachtig nieuwsblad, de gezelligheid van het lokaal weinig verhoogde. Terwijl ik de courantentafel naderde om iets van mijn gading uit te zoeken, deed de man zijn hand die „The Times” vasthield nederdalen, en zag mij met zijn heldere oogen vlak in het gelaat. O, uit duizenden zou ik de trekken herkend hebben, al ware het slechts door de teokeningen van Punch. Maar wie ooit dat geestvolle, be zielde wezen heeft gezien, midden in de storm- achtigste debatten van het Lagerhuis, onbewogen als een rots in zee, kan zijn leven lang den in druk dier aanschouwing niet vergeten. Het scheen mij toe dat de krachtige grijsaard mij vriendelijk toelachte. Waar ik den moed van daan haalde, weet ik niet, maar een feit is het, dat ik een lichte buiging maakte, en hem op dezelfde wijze toesprekende waarop eenmaal Stanley in het hart der Afrikaansche wildernis den lang gezochten Livingstone begroette „Mr. Gladstone, I presume?” „Oh yes, antwoordde hij hartelyk, en gij?” „Uw onderdanigste dienaar, de particuliere correspondent van de Schoonhovensche courant." „All right”, sprak hij, en het kwam mij voor dat hij mij niet beleefder zou kunnen be handelen, al ware ik de hoofdredacteur van „Daily News" in eigen persoon geweest. „Schoonhoven ’k wenschte dat gij gehoord hadt hoe wonderbaar lijk hij dat vreemde woord radbraakte, „mij onbekend, maar never mind Wacht even, doet mij dat niet denken aan zalm? O ja, zoo is *t. Ge moet weten dat ik daar bijzonder veel van houd. Pas maar op dat uw oostelijke buren uw visscherijen niet annex- eeren.” Het woord annexeeren klonk vreemd uit den mond van Engelands premier. „Wat dat betreft”, hernam ik, „is, oi vrees niet zeer groot. Maar van annexeeftn sproken. Gladstone zag mij met buitengewone oplet tendheid aan, en ik aarzelde voort te gaan. „O, spreek vrij uit”, met deze woorden moedigde hij mij aan, „we zijn onder ons. De mannen van de pers staan zeer hoog in mijn achting....” Ik boog met een bedremmeld ge zicht, „het moet erkend worden, wij die de banier van den vooruitgang omhoog steken, wy hebben ook aan hen groote verplichtingen. Zij zijn het die de publieke opinio zoo niet leiden, dan toch onder bepaalde vormen brengen en haar verheffen tot een zelfbewuste macht in den Staat en in de maatschappij. Zonder hen zou den nog een talloos leger van ongerechtigheden, die thans tot het verleden behooren, onbetwist heerschen, en voor mij en mijns gelijken ware de tijd nog niet rijp.” „In elk geval,” sprak ik, verlegen over al dien lof waarvan ik mij eigenlijk nog geen dui zendste deel mocht toeëigenen, „we doen ons best, naar de mate onzer zwakke krachten, om vrij uit onze meening uit te spreken. In dit opzicht genieten wij in Nederland dezelfde rech ten en vrijheden, die „Her Majesty’s Regeering den gelukkigen onderdanen der Britsche Kroon waarborgt.” Daar weet ik van mee te spreken. Onge lukkig versta ik uw taal niet, en ik heb het tegenwoordig te druk om haar te leeren: later zullen we zien, ’t Meest heeft me dat gespeten toen onlangs een tooneelgezelschap uit Rotterdam ons zijn kunstgaven kwam vertoonen. Doch ik laat mij dikwijls stukken uit uw couranten ver talen, en ik verzeker u men is in den laatsten tyd niet gewoon mij uitsluitend liefe lijkheden toe te voegen....” Ik zweeg en haalde de schouders op. „Maar dat doet er niet toe. Gelooft ge wel, mijn jonge vriend, dat ik er uw landgenooten te liever om heb Hadden zij gezwegen bij do gebeurtenissen der laatste maanden, dan zou ik denken dat zij verbasterd waren, 't Is zoo na tuurlijk als iets ter wereld, dat de belangen der Transvaal u ter harte gaan.” „Als dat zoo is, en ik neem uw verzekering met bljjdschap aan, hoe is hot dan mogelyk dat gij, de kampioen voor recht en billijkheid, kunt volharden bij...” Toen Mr. Gladstone bemerkte dat ik aarzelde voort te gaanzei hij „Komaan, spreek onomwonden uit wat gij op het hart hebt. Doe alsof ge tot uw broeder spreekt.” „Als gij ’t mij vergunt, zal ik volkomen op recht zijn. Gij zelf hebt eenmaal de aanhechting van de Transvaal een onwaardige daad genoemd." „Mijn opinie is op dat punt niet veranderd: 't Was een schelmstuk. Meer nog,’t was een politieke misgreep.” „En des ondanks,...." „Des ondanks heb ik nog geen enkelen stap gedaan, om dat onrecht te herstellen. Zeg mij eens, kon ik dat?” „Het komt mij toch voor datzoodra iemand overtuigd is dat rechten zijn geschondenen hij de macht bezit om het misdrijf ongedaan te maken, hij geen oogenblik mag aarzelen.” „In ’t burgerlijk leven moge dat meestal waar zijnin de politiek gaat dat zoo maar niet. We hebben met andere factoren te rekenen dan ons persoonlijk gevoelen. Vooreerst moet gij niet vergeten dat de Boeren in de laatste maanden van Burgers bestuur vreemd hebben huisgehouden. Hadden zij dien kloeken President flink gesteundde zaken zouden een heel anderen loop genomen hebben.” „Welk recht gaf dat Engeland om tusschen- beide te treden?” „Toegegeven. Ik erken dan ook, Shepstone had zijn annexatie-decreet thuis moeten houden, en het Parlement had de onzedelijke daad niet moeten bekrachtigen. Dat alles is evenwel thans een voldongen feit." „De Boeren hebben ernstig genoeg geprotes teerd.” „Goeden wie verzekert udat zij in ’t einfl geen gehoor zouden gevonden hebben? Is er één van de Mogendhedenklein of groot dat is hetzelfdewier onderdanen thans op zoo krachtige wjjze hun misnoegen te kennen geven die het protest heeft ondersteund of zelfs langs offleieusen weg een schikking heeft voor gesteld? De geestdrift is by het publiek, niet bij de Regeeringen, -J;" - niet wat geestdrift is, ontwaakt toen het te laat was. Thans is het zwaard getrokken lands militaire eer eischt voldoening.” „En daarna? Zal die eisch zoolang worden doorgezet, totdat de laatste Boer bij de verde diging van zijn duur gekochten grond is gesneu veld, of het armzalig overschot naar de wildernis is getrokken om er de worsteling tegen de na tuurkrachten op nieuw te beginnen?” „Niemand, mijn vriend, kan in de toekomst zien. Als onze troepen zegevieren, is wellicht het oogenblik daar om voorstellen tot schikking in overweging te nemen. Uw Regeering en die van Portugal zijn daar het naast toe.” „Maar ik moet toch nog even terugkomen op mijn beweren van daarstraks. Gy hadt, terstond na uw optreden, een bill kunnen indienen tot intrekking van de bewuste Parliamentary Act." „Vergeet niet, dat er sedert mijn optreden ongeveer een jaar, meer niet, is verloopen. Ik had toen met Afghanistanook zoo’n prach tig erfstuk van mijn voorgangerde handen vol. Toen kwamen de Ieren. Een volkje van een wonderlyk allooi, dat verzeker ik u. Voor wat werk ben ik niet bang, dat weet Europa. Grifeken nam ik in mijn tusschenuurtjes waar. Doch er nu dadelyk de Transvaal-historie bij te nemen, dat ging menschelijke krachten te boven. En als ik nu met een voorstel tot ver nietiging der annexatie voor den dag kwam dan zou ik er onmogelijk een meerderheid voor kunnen krijgen.” „Gij zoudt, als eerlijk man, met die zaak kunnen staan of vallen." „Eerlijk zou dat zeker zijn,” sprak hij met een fijnen glimlach„doch politiek even zeker niet. Gesteld, ik viel, wat het waarschijnlijkst ware en voor mij persoonlijk zulk een grooto ramp niet zou zijn, wie zou dan de lersche zaken opknappen? Mijn aftreden zou het sein worden vooreen volledigen opstand in Ierland, en daar zou ik mijn vaderland liefst voor be waren.” „Eén ding verheugt mij: gij hebt toch de Transvalere erkend als oorlogvoerende party.” „Ik begrjjp niet waar uw journalisten, die anders toch zoo dom niet zijn, die opvatting vandaan halen. Niets is minder waar. Do Transvaal staat nu eenmaal onder Britsche sou- vereiniteit, dien ten gevolge zijn de Boeren in ons oog opstandelingen. Wij hebben alleen verklaard dat zij sullen behandeld worden als oorlogvoerende partij, zoodat uw afdeeling van „Het Roodo Kruis” gerust aan ’twerk kan gaan,-r wat zij al lang had moeten doen, ooi die verklaring af te wachten. Haar was tot dusver on-Nederlandsch.” „Per slot van rekening hebben dan de Boeren toch weinig van u te hopen!” „Integendeel niets zal mij aangenamer zijn dan dat, ter gelegener tijd, een schikking tot stand komt, die, zonder aan Engelands prestige j geschil afbreuk te doen, den toestand der Transvalere op voldoende wijzo regelt. Die Boeren zijn rare j lui, doch er zit pit in: eenmaal, hoop ik, j zetten, zullen zij don naam van C’ 1 waardeeren als zij dien van HET ROODE KRUIS. Het Hoofd-Comité der Nederlandsche yer- eeniging tot het verleenen van hulp aan zieke en gewonde krijgslieden in tyd van Oorlog maakt bekend, dat de Vereeniging werkdadig is opge treden tot het verleenen van hulp aan de zieken en gekwetsten der strijdende partijen in de Transvaal. Het Hoofd-Comité, dankbaar erkennende de milde bijdragen, die telkens toevloeien, wanneer het Roode Kruis de hulp inroept voor zieken en gewonden in den oorlog, vertrouwt dat de Ne derlandsche natie nu weder haren krachtigen steun zal verleenen, door toezending van aan zienlijke giften. Voorloopig worden alleen gelde lijke bijdragen gewenscht. Men gelieve deze te doen toekomen aan het lid-penningmeester van het Hoofd-Comité, Mr. D. Polak Daniels te ’s-Gravenhage, aan de besturen der plaatselijke comités van het Roode Kruit of aan de correspondenten van het Hoofd-Comité. Het Hoofd-Comité voornoemd, Generaal DE 8TUER8, Voorzitter. Dr. B. CARSTEN, Secretaris, ’s-Gravenhage, 7 Februari 1881. STATEN-GENERAAL. Aan de Tweede Kamer is ingediend een wets ontwerp tot wijziging van de artikelen 11 en 12 der wet tot regeling van het Hooger Onderwijs. De bij die artikelen verordende examens moeten in 1881 voor het eerst worden afgenomen. Nu aan die bepalingen uitvoering is gegeven, doen zich bezwaren opdie tot herziening noodzaken. Inbreuk op de hoofdgedachte van den wetgever behoeft niet te worden gemaakt. Het jaarlijksch eind-examen der leerlingen van de openbare gymnasia, door hun leeraren onder toezicht van Regeeringswege af te nemen, blijft gehandhaafd nevens het examen eener door den Koning te benoemen commissie. De Regeering is alleen bedacht op de wijziging van nevenbepalingen, die de goede werking van dien tweeledigen maat regel dreigen te verstoren. Z. M. heeft benoemd tot ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw den heer P. M. Snickers, bisschop van Haarlem. Er zijn nieuwe briefkaarten in aanmaak. Zij zullen iets langer zijn dan de tegenwoordige. De adreszijde van de binnen- landscho zal rose, die van de buitenlandsche groen getint zijn. De binnenzijde van beide soorten is wit. Daar er nog een goede voorraad van de tegenwoordige, brief kaarten voorhanden is, zullen de nieuwe eerst tegen April in omloop worden gebracht. Het eerste Rjjks-telephoonkantoor in Nederland zal den 15den dezer maand worden geopend te De Cocksdorp op Teasel. By de Rottérdamsche afd. van het Roode Kruis is als opbrengst eener collecte te Rotterdam, gedurende slechts twee dagen ge houden, f 2500 ingekomen. De afd. Dordrecht heeft besloten aan het Hoofdcomité f 1000 toe te zenden. Mr. P. Mijer, oud-gouverneur-ge- neraal van Ned. Indië, is op 68-jarigen leeftijd te Scheveningen overleden. Tot directeur der gasfabriek te Zutfen is benoemd de heer H. R. De Breukte Overzicht. Met bijna algemeene stemmen heeft de Kamer vaa afgevaardigden in Frankrijk de drukpers wet in eerste lezing goedgekeurd en mag dus als zeer waarschijnlijk worden aangenomen, dat de pers daar te lande zich eerlang in eene on gekende mate van vrijheid zal kunnen verheu gen. Geruststellend voor hen, die bij het ver nemen van dat besluit reeds het schrikbeeld der Roode Republiek zagen opdagen, was zeker de stemming die eenige dagen later plaats had, ten aanzien van Naguet’s voorstel tot Wederin voering der echtscheiding. Toen toch schaarde de meerderheid zich weer aan de zijde van het gezag en weigerde •d&urgerlijk te wettigen wat „de kerk” verbood. Barthelemy St. Hilaire heeft in de Kamer het GriekschTurksche geschil trachten op te lossen door de verklaring, dat Griekqnlahd zich behoort te ontwapenen en zich aan de welwil lendheid van Europa behoort toetevtortrouwen. Voor ’t geval dat sommige afgevaardigden daar uit mochten besluiten dat de Mogendheden voor nemens zouden zijn in het Oosten handelend op te treden, voegde de Minister er nog aan toe, _ordat Frankrijk voor alles en1 i, want die weten natuurlijk I den vrede wenscht te behouden. Met algt en Enge-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1881 | | pagina 1