ra,
1881.
Zondag 20 Maart
t'
nkamer
Iets over Armverzorging:
ELF MILLIOEN EN NOG WAT.
N’. 614.
Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht.
Mg
RAAD
’EN tot de
LOP8TAND
EREN mëer.
LSTEDE te
IPING.
RN,
i en vóór de
IMG
z
f-
|w
ID,
(Itzig,
ht,
IPINfi.
LEN,
EN:
antzig
>VEN.
Loop:
nhuis
binnenland.
BUITENLAND.
Overzicht
if
"W-T
9
I
3H1,
I* Ff,
Iderkerk.
BOREN.
U
O
mOfflWMÏ COURANT.
Cretons,
iKar-
enz. enz.
Deze Courant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag
verzonden. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70.
Franco per post door het geheele rijk 0,80.
te kunnen
Dontje vol
st on korte
t flesschen
IT-HONIG,
■aanwijzing,
reet weder
iVE, alsmede
lieden. Te
Blad.
i Hoogendijk,
onder de ge-
zeelt tot
cistaande
Bergambacht
i 16. Maart
iet Koffiehuis
i het openbaar
it breede zijn
’s morgens
oor W. VAN
mhelnier te
en vol
genoeg
iringen,
EDE te Berg
op W o o n s-
181, desvoor-
ge, geteekend
treeks de stad
S. W. N. VAN NOQTEN tb Schoonhoven,
Uitgevers.
'ijgbaar in
ulden, een
voorzien
ekstempel
5n.; Gouda
B. J. R.
en Hartog:
erk bij P.
rIdenburg.
Prijs der Ad ver tentiënVan 1 tot 5 regels 0,50. Iedere
regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending
franco, en ui ter lijk tot Zaterdags-voormiddags ten 10 ure.
•te-, witte-,
dschoenen,
ellen, Kra-
onder-
ZILVER-
ithans be-
i GEELEN,
in Eigenaar
het Nomnwr dezer Courant behoort
een Bijvoegsel.
Alle binnenlandsche Advertentiënwaarvan
de plaatsing 3 maal wordt opgegeven, worden
slechts 2 maal in rekening gebracht.
In Spanje waait de wind, sedert', het optreden
van het nieuwe Kabinet, weder eens uit een
ietwat vrijzinniger hoek. De godsdienstige ver
draagzaamheid, in de grondwet voorgeschreven,
doch nog nooit volledig toegepastkomt meer
tot haar rechttot groote ergernis natuurljjk
van den Pauselijken nuntius. Aan dezen zal
wel de zege zijn I
Engeland heeft den wapenstilstand met de Trans
valere voor vier dagen verlengdten einde alsnog
antwoord to bekomen op de jongste constructies
door de regeering aan generaal Wood gegeven.
Of de wapenstilstand, die nu tot den 18den duren
zaltot den vrede zal leiden is moeielyk te be
palen. Volgens de vrijwel met elkander overeen
komende berichten der Engelsche dagblad-corros-
pondenten, zijn de Transvaalsche Boeren verras
send gematigd. Zij wenschen de vrijheidvolle
dige vrijheid, doch zijn bereid de „eer” van
Engeland te reddendoor er in toe te stemmen,
dat eenmaal ’sjaars de Engelsche vlag van de
toren van Pretoria zal waaieneen Engelschen
resident toe te laten en eene vergoeding in grond
gebied voor oorlogskosten toe te staan. Aan de
Boeren zal het dus waarlijk niet loggen, als de?
vijandelijkheden hervat worden.
wege, ruim 11 millioen gulden gevorderd voor
armverzorging, er zou, en misschien terecht I
menige klacht over gehoord worden. Nu de
publieke machten alleen datgene doen wat da-
deljjk op haar weg ligt, wordt die som bijeen
gebracht zonder dat we ’t weten en als iets dat
vanzelf gaat.
Doch iaat ons ook de keerzijde der medaille
beschouwen.
Elf millioen gulden dn óen jaar aan
standsgelden, en dat terwijl er nog zoovelen
zijn die zeer zeker behoefte hebben aan hulp,
doch zich schamen die in te roepen en liever
van gebrek zouden sterven!
De armoede moet dan in ons land wel ont
zettend zijn.
Vergelijkingen kunnen we hier niet maken.
Al hadden we een juiste opgave van de sommen
die elders worden besteed, dan nog zou bet niet
mogelijk zijn er een conclusie uit te trekken;
immers wij weten niet volgens welken maatstaf
de ondersteuning wordt verstrekt en in hoever
de offervaardigheid in verhouding staat tot de
behoefte. Ook kunnen we geen parallel maken
tusschen het heden en het verleden; oppervlak
kige beschouwers, zooals wij allen zijn, beweren
wel dat er thans meer gebrek heerscht dan
vroeger, maar het komt ons voor dat er veel
waarheid is in hetgeen wijlen de heer De Bosch
Kemper eenmaal schreef: Voorheen werd meer
armoede geleden, in onzen tijd wordt zij dieper
gevoeld.” Maar laat ons liever de zaak bezien
zooals zij daar ligt, met dat enkele cijfer vóór
ons, en dan meenen we recht te hebben, ons
over den omvang der algemeene armoede te
verbazen en te bedroeven. Ja, het klinkt heel
In het jaar 1878 werd in ons land, voor on
derstand van allerlei aard aan armen, werk
verschaffing niet medegerekend, de som van
f 11.236.678 uitgegeven. Bijna elf en een kwart
millioen.
Dat bedrag, vergeleken met ons bevolkings
cijfer van p. m. vier millioen zielen, ziet er,
dunkt ons, nogal eerbiedigwaardig uit. In do
eerste plaats bewijst het, dat de Nederlanders
niet gewoon zijn de hulpbehoevenden aan hun
lot over te laten, en dat de roem van weldadig
heid, waarin we ons mogen verheugen, ons niet
geheel ten onrechte is toegekend. Dat er zoo
bij speciale gelegenheden, als de noodkreet van
een door onverwachte rampen geteisterde streek
ons jn de ooren klinkt, ruime liefdegaven worden
uitgereikt, is zeker niet on verdienstelijkmaar
zoo altijd door, jaar in jaar uit, schatten te of
feren op het altaar der menschlievendheid, zonder
dat het noodig is buitengewone middelen te be
zigen om elkander tot weldoen aan te sporen,
zegt nog veel meer.
Wanneer we de cijfers groepeeren, zooals ge
daan werd in het Verslag over de verrichtingen
aangaande het Armbestuur over 1878, Z. M.
den Koning door den Minister van Binnenland-
sche Zaken voorgelegd, dan is er nog een andere
opmerking te maken. We lezen namelijk:
„Van gemelde som” (waaronder echter ook
begrepen zyn de uitgaven voor verpleging van
niet-behoeftigen in Gods-, gast- en ziekenhuizen)
„werd uitgegeven door de gemeentebesturen
rechtstreeks f 1.182.075; door instellingen onder
burgerlijk beheer of van gemengden aard
f3.533.833; door instellingen onder kerkelijk
beheer f 5 232.083, en door die onder bjjzondere
personen f 1.268.687. Of: van de veertig gulden
aap armverzorging uitgegeven komen er vier van
de gemeentebesturen, p. m. 13 van de burgerlijke
en gemengde armbesturen, omstreeks 19 van de
kerkelijke instellingen en bijna 5 van de parti
culiere weldadigheids-inrichtingen. Wat blijkt
hieruit? Onzes inziens dit, dat de geheel vrij
willige offervaardigheid, die het ondersteunings-
werk niet overlaat aan de gemeentelijke auto
riteiten, maar het zelf ter hand neemt en in
handen houdt, voor een zeer aanzienlijk deel in
de behoeften voorziet, en dat de officiëele arm
verzorging, die o. a. in Engeland tot een zoo
bedenkelijke hoogte is gestegen, ten onzent
slechts een zeer bescheiden rol vervult.
Wij meenen reden te hebben om ons daarmee
geluk te wenschen. De gedwongen armverzor
ging, uit de beurzen der belastingschuldigen,
biedt onderscheiden nadeelen aan, die niet ge
noeg in het oog worden gehouden, anders
zouden niet meermalen stemmen opgaan om
ook hier aan dat stelsel meer uitbreiding to geven.
In de eerste plaats wordt de armenbelasting dik
wijls betaald door hen die zelf aan het kantje
van den kring staan, waarbinnen de aanspraak
op ondersteuning begint, zoodat niet zelden
iemand van daag tot de bedeelers, morgen tot
de bedeelden behoort, welken achteruitgang hij
ook daaraan heeft te wijten dat de fiscus hem
zoo hooge eischen stelde in het belang der be-
hoeftigen. Vervolgens, splitst dit stelsel de
natie in twee helften, helpers en hulpbehoe
venden, die, ofschoon elkander op de uiterste
grens naderende, toch vrij scherp zijn onder
scheiden. Eindelijk - bekommert het officieel
staats- of gemeentelijk gezag zich bijzonder wei
nig om de individuen, en kan dat uit den aard
der zaak niet doen. De ondersteuning is eigenlijk
niets meer dan een politiemaatregel in 't belang
van de openbare orde en veiligheid, en van po-
pingen om de armen niet in massa natuurlijk
maar elk afzonderlijk, tot een hooger maatschap
pelijk peil te brengen, kan geen sprake zijn.
Dat laatste blyft dus overgelaten aan de phi-
lanthropie, die echter, wanneer zy geen zeer
ruim aandeel heeft in het stoffelijk ondersteu-
ningswerk, van haar zedelijke hulp weinig vruch
ten kan verwachten.
Wanneer, gelijk bij ons, de particuliere krach
ten het werk verrichten, dan kan er tegelijkertijd
in beide richtingen worden gearbeid. De helper
wordt dan tevens raadgever; zelfs kan hij op
den arme zekere pressie uitoefenen die hem
ondanks zichzelven noodzaakt meer tot „eigen
hulp”, eigen krachtsinspanning zijn toevluchtte
nemen. Niet slechts voedt men den arme zooals
ook het openbaar gezag doet, men voedt hom
ook op. De officiëele hulp snijdt den band door,
die den behoeftige aan het overig deel der.
menschheid verbindt; de particuliere ondersteu
ning tracht dien zorgvuldig te hechten waar hij
gescheurd is en door alle middelen te versterken.
Werd in Nederland, bijvoorbeeld van Staats-
Z. M. heeft benoemd: tot'burge-
meester der gemeente MeerkerkLeerbroek en
Nieuwland Jhr. Mr. B. W. Th. Falck; en, met
ingang van 1 April 1881tot burgemeester der
gemeente GoridShem C. Van Andel.
Z. M. heeft herbenoemd tot burge
meester van Krimpen a/d Lek J. G. Van Mierop.
Z. M. heeft de heer J. A. A, Wal- z
dorp, hoofdingenieur van ’s Rijks Waterstaat,
benoemd tot Staatsraad in buitengewone dienst.
Ingevolge de bevelen des konings
heeft het hof voor den tijd van zes weken den
rouw aangenomen, wegens het overlijden van
Zijne Majesteit den Keizer van Ruslandte weten
drie weken middelbaren en drie weken lichten
rouw.
’sKonings adjudant-generaalde
vice-admiraal Jhr. Van Capellen, zal Z, M. den
Koning vertegenwoordigen bij de begrafenis van
Z. M. Keizer Alexander II van Rusland.
Ook hot rivierbeheer zal eene
wijziging ondergaan. Was dit tot heden aan
één hoofd-ingenieur opgedragen, met ingang van
1 April e. k. zal die dienst in tweeën worden
gesplitst, en door twee hoofd-ingenieurséén
voor de bovenrivieren en één voor de beneden
rivieren, worden vervuld. Onder eerstgenoem-
den zullen behooren de Bovenrijn, Waal, Neder-
rijnLekGeldersche IJsel en do Bovenmaas
tot Crévecoeur, terwijl de tweede de Merwede-
takken, Dordsche waterwegen en Maasmonden,
alsmede de Bovonmaas beneden Crévecoeur zal
beheeren. Voor den dienst der beneden-ri vieren
zou de tegenwoordige hoofd-ingenieur in Zeeland,
de heer Van Diesen, voor die der boven-rivieren
een der beide nieuw te benoemen hoofd-inge
nieurs bestemd zijn»
De Minister van Oorlog heeft, in/
overleg met de Ministers van Marine en Kolo
niën, bepaald: lo. de militaire studenten verder
zelf hun studiën te doen regelen, allo toezicht
daarop, zoowel als repetition, ie doen vervallen,
en 2o. de~studenten te ontheffen van het be
staande toezicht op hun gedragen hun levenswijze.
Zaterdag jl. is te Vianen overle
den de heer W. Rooseboom, sedert- 1853 lid
van de Provinciale Staten van Zuid-Holland on
dijkgraaf van de Vijf Heerenlanden, in welk
dijkcollege hij in verschillende betrekkingen
meer dan 40 jaren zitting had.
Vanwege de Nederl. jacht vereen i-
ging „Nimrod” zal dit jaar te Utrecht een inter
nationale hondententoonstelljng gehouden worden
op 10, 11 en 12 Juni.
De nieuwe stoomtramdienst
Utrecht-Vianen-Gorinchem, in aansluiting met
Breda, die met het oog op de gebrekkige en gerin
ge vervoermiddelen in die streken in een lang
govoejde behoefte zal voorzieq,. wordt door het
dagelijks toenemend aantal reizigers, door alle
belanghebbenden in een woord, verlangend te
gemoet gezien.
Den len April e. k. zal door de
stoombootonderneming Concordia, gevestigd te
Arnhem, een nieuwe stoombootdienst worden
geopend voor passagiers en goederen, tusschen
die stad en Nijmegen.
Men schryft ons uit Ameide:
In de onmiddellijke nabijheid van Ameide is
ucu, op Tienhovensch grondgebied, en wel op een
beschot- i der bouwakkers van den Iloogen Waard, oen
kroeg in aanbouw. Het volk kan in den letter-
Turkije’s hoofdatad luiden de berichten lijken zin geen schrede meer doon, of men houdt
haar de jeneverfiesch voor. Met hot oog op dit
zeden en welvaart verwoestend verschijnsel mag
i men het betreuren, dat de drankwet nog niet
t w aangenomen is. Moge dit spoedig geschieden,
de door het Berlijnsche tractaat j Van die wet, en ook van hare terugwerkende
I kracht, verwachten wij voel goeds.
voor zoover het strekt in de behoeften des
gezins te voorzien.
Het oordeel, in de pers over deze regeling
uitgesproken, is nog al verschillend. Wij voor
ons kunnjp. niet anders, dan onze ingenomen
heid met (Hen maatregel betuigen; bevordering
van spaarzaamheid, des noods door zachten
dwang, is een krachtig wapen tegen de armoede.
Met de meeste belangstelling zien we de latere
mededeeling van de resultaten te gemoet, die
j natuurlijk eerst na een zeker aantal jaren van
vertrouwbaren aard kunnen zijn. Mocht het dan
blijken, dat de Enschedésche commissie juist
hoeft gezien, dan zal haar voorbeeld stellig na
volging vinden.
De afgéloopen week is aangevangen met een
voorvaldat in gansch Europa groote ontsteltenis
te weeg gebracht heeft. De toeleg der nihilisten
in Ruslandom in den persoon des Keizers het
stelsel te treffen dat zoo weinig strookte met
hunne dwaze begrippen van vrijheidis eindelijk
gelukt. Op zyn terugtocht van de cavalerie-
oefeningen in do Michael-rijschool naar het Win
terpaleis Zondag jl., viel hij door de hand van
ben sluipmoordenaar. De onverlatenen hadden
hun plan wel overwogen zoo goeddatnaar
men beweert, de politie en de Keizer zelfs ge
waarschuwd warendat er iets op til was. Toch
waagde de Keizerwellicht gewoon aan zulke
bedreigingenzich buiten het paleis. Een eerste
bom die geworpen werdverbrijzelde het geslo
ten rijtuig waarin de Keizer gezeten was en
doodde twee personen van zijn gevolg. De
goed, jaarlijks in de Troonrede een paragraaf moordenaar werd dadelijk gevatdoch toen de
of een stuk van een paragraaf te hooren die een i—u-k
lofrede inhoudt over de heerschende welvaart;
maar indien het waar isdat wij de meeste Vol
zinnen in die officiëele toespraak „met een kor
reltje zout” moeten opvatten, dan geldt zulks
inzonderheid van deze.
Neen, Nederland is niet welvarend. Neder
lands bevolking lijdt aan een kwijnende ziekte
zyn groot getal armen. Er zijn teveel handen,
die geen brood kunnen verdienen, te veel
monden, die teren op den ruif der publieke lief
dadigheid.
En al spant die liefdadigheid alle krachten in,
om het lijden, door die krankheid veroorzaakt,
te helpen verzachten, wanneer zij zich daarbjj
bepaalt doet zij slechts half werk. Wij hebben
het recht niet, ons zelven oen getuigschrift van
goed gedrag uit te reiken, wanneer we niet met
allen ernst de handen aan den ploeg slaan om
vooreerst de oorzaken der armoede duidelijker
dan tot dusver is geschied op te sporen en
deze gevonden zijnde, ze weg te nemen. Lenigen
is goed, genezen is beter.
Wat daarbij in de eerste plaats in aanmerking
komt is onze arbeid aan de volksopvoeding.
Nederland telt zooveel armen, omdat dat groote
werk niet met den noodigen ijver wordt ter harte
genomen. Wij willen niet eens spreken van de
taak die de volksschool hierbij te verrichten
heeft, ofschoon het boven allen redelijken twijfel
is verheven, dat ook deze bij toeneming dienst
baar moet gemaakt worden aan de vorming van
een geslacht hetwelk door eigen vlijt levenson
derhoud kan vinden. Doch voornamelijk vesti
gen wij het oog op de al te groote vrijheid, die
de ouders ^nieten, wien het weinig deert of zij
daar hun talrijk kroost zien opgroeien tot on
nutte loden (Ier maatschappij, die op kosten van
het algemeen in het leven gehouden moeten
worden. Geen warmer pleidooi voor invoering
van leerplicht o. a. dan die elf millioen en nog
wat. Cijfers bezitten dikwijls een verpletterende
welsprekendheid.
Maar er is nog meer, ’t Is zeker dringend
noodig op het opkomend geslacht de blikken te
slaan, doch dat belet ons niet ook de volwas
senen tot voorwerpen van nog iets meer dan
stoffelijke verzorging te maken. Et wordt op
dat gebied reeds het een en ander gedaanechter
bepaalt Itich dat meest tot bemoeiingen op kleine
schaal en in beperkten kring, zonder dat het
algemeen er bijzonder door wordt gebaat. Werk
verschaffing is de leus van onzen tijd, en onder
dat vaandel kunnen we hopen met voordeel het
pauperisme te bestrijden; doch er is geei
doende samenwerking, er wordt niet g
partij getrokken van wederzijdsche ervaringen,
de philanthropen van onze dagen sluiten zich
niet genoeg aaneen om door gezamenlijke toe
passing van dat middel de groote kwaal af
doende te bestrijden.
Eer we deze beschouwing eindigen, willen we
nog met een enkel woord spreken van een proef
dio thans te Enschedé wordt genomen om langs
een anderen weg tot het doel te geraken. In
den afgeloopen winter hebben al de personen,
die aldaar door een particuliere liefdadigheids-
commissie werden ondersteund, een verbintenis
moeten aangaan om gedurende de zomermaan
den een deel van hun verdiensten in de spaarkas
te beleggen, onder controle van den werkgever
en van de commissieleden. Het aldus bespaarde
moet in het volgende seizoen aangewend worden
isohikt voor
>S
AK,
srgambaoht.
n beter mid-
Keizerdeelnemende in het voorgevallenezich
een oogenblik ophieldwerd een tweede bom
voor zijne voeten geworpendie hom do beide
beenen verbrijzelde en een aantal personen van
zijn gevolg wondde of doodde. Leunende in de
armen van kapitein Fedoromin een slede naar
het paleis gevoerdgaf Czar Alexander II Niko-
lajewitsch weinige uren daarna den geest.
Van hem kan waarlijk niet gezegd worden,
dat hij op rozen wandeldeal kan zijn 26-jarige
regeering ook getuigen dat hij het goed meende
met zijn volk. Als opvolger van Keizer Nikolaas
wiens despotisme algemeen veroordeeld werd
begon hij dadelijk met de invoering van belang
rijke hervormingenwaaronder de afschaffing der
lijfeigenschap reeds genoeg was om hem den
dank van het nageslacht te verzekeren. Het on
derwijs de rechtsplegingde administratie en het
leger hebben groote verbeteringen aan hem te
danken en voorzeker zou de Vorst op die wijze
zijn voortgegaanhadden de aanslagen, sinds 1866
op zijn leven gedaan, ende opstand der Polen
hem niet teruggevoerd tot de eenmaal verlaten
denkbeelden. Die teruggang tot het oude despo
tisme waarvan vooral het schrikbewind van
generaal Gourko en van graaf Meliskoff een
afdruk wasbleek de vruchtbare aarde te zijn
waarin het nihilisme welig tierde. De wijze
waarop die partij optrad en overal hare agenten
uitzond, deed vreezen dat zij eenmaal haai* doel
kou bereiken, zooals thans helaas, gebleken is.
Strekt haar doel zich nog verder uit en wil zij
hok hare beginselen zien zegevieren, dan kan
ook de nieuwe Czar Alexander III, die, naar
het gebruik, onmiddellijk na den dood zijns
vaders de teugels van het bewind in handen
pam en reeds den volgenden dag plechtig tot
Keizer gekroond werd, zich op het ergste voor
bereiden. Want zelfs de vrijzinnigste grondwet
ten het meest constitutioneele bestuur, zal de
ijjanden van alle orde niet verzoenen.
Y Roussakoff, die de eerste bom wierp, is een
i/l-jarig jongman, leading aan de mijn-academie.
Hij heeft in een der lijken den werper der tweede
bom herkend, terwijl verschillende medeplichti
gen en verdachten zijn gearresteerd.
Algemeen is de deelneming in de droevige
omstandigheden der Keizerljjke familie, niet het
minst in Engeland, waar de Koninklijke familie,
door het huwelijk van den Graaf van Edinburg
met de eenige dochter van wijlen Keizer Alex
ander, aan het Russische vorstenhuis verwant is.
In Frankrijk verdaagden de Kamer en de
Senaat hare zittingen op den dag, dat de droeve
mare zich verspreidde. De voorzitter van den
Senaat wijdde een woord van hulde aan de na
gedachtenis van den overleden Vorst. Den vol
genden dag had de interpellatie van Batbri plaats
over de toepassing der Maartdecreten, die hij
onwettig noemde. De Minister Ferry bleef het
antwoord niet schuldig en verzekerde den inter-
pellant, dat de regeering met die toepassing zou
voortgaan. De Ministerraad besloot tot gerech
telijke vervolging van eenige dagbladen, die
zich niet ontzagen den Vorstenmoord in ti
ming te nemen.
Uit
weder in verzoenenden geest. De Porte is tot
concession, belangrijke concession zelfs, gezind,
doch nu wil Griekenland weer niet. Koumoun-
dowros, de Grieksche premier, stelt zich nog
altijd voor om
aangewezen provinciën te bezetten.