HOOI Pensioen. N°. 637. 1881. Zondag 28 Augustus. GPILIEN Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht. 1 I i '1 BINNENLAND. BUITENLAND. tus 1881. VAN RIPS. J i ten. i komkom- .0. S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven, Uitgevers. andere plaatsen, namaaksels!! wikkeld in een nteekening van van NOOTEN Boekhandelaren ire, op levering rkens van 6 h 8 daar Wjj wordt aan snberigtdat D te Ameide Stoomboot- i”, in dienst i. Schoonhoven, dus 1881. rs F. Oudshoorn irt, ouders W. et., 2de qual. Kalveren: lste f 0,75.; Schapen eiboter f 1,20 f1,10 a 1,20 de ,00. heden gehouden :7 partijen kaas vlug; le qual. /an jn. Bergambacht, LLEN, Laxerend, bij en bevorderen per doos, ver- [NG, oud 14 gszins met het om als srling anvoorname- Gorlnchem of len adresseeren r voorwaarden, vers dezer Cou- TNG te Hoog- calf koeien f220 200, dito vaarzen 10 h 200, stieren Ik 30, nuchtere en bij de Zn. ;s. per kilo. 2de qual. f 56, SCHOOHHOVENSCHE COURANT. ende verklaart F premiën te oetkoming van bij de feeste- Lek, op den g. Aangevoerd: m graskalveren, 19 schapen of 131 biggen en i C. Gerstmejjer. n, oud 2 jaren. HTEN Boter: le qual. half kilo; kaas 128 ct., overloo- 8,00, lammeren 4 A 26 ets. per 5 k 8 per stuk; 0, Witte f3,00, por Hectoliter. t f 16. Gelling uwsche, Flakk. dito goede f 10 90. 1,50. vsohe en Overm. f 7,50 k 8,00. a, Fl. en Overm. mindere f 5,50 k i 5,80, mindere ibericht van de laars. Goudsche rtijen. Prijzen .f 26,50 k 29,50. .e f4,50 k 5,30, Deze Courant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag verzonden. Prijs; voor Schoonhoven per drie maanden 0,70. Franco per post door het geheele rijk f 0,80. Men kan zich abonneeren bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders. ter f 1,40 k 1,50, kilo. per half kilo. 126 ct. per half k 2,15 per week. De vraag: wie recht heeft op pensioen, en op welke gronden, mag, gelooven we, nog wel veilig onder de open vraagstukken worden gerangschikt; althans een voldoende oplossing, waarbij ieder zonder eenige be denking zich zou kunnen nederleggen, is ons nog nooit onder de oogen gekomen. Er is, ja, een zeker gewoonterecht in het leven getreden, volgens hetwelk zekere klasse van burgers, benevens de militairen, die beiden in dienst van den Staat zyn, na het einde van hun diensttyd niet aan hun lot worden overgelatendoch in de gele genheid gesteld om niet al te ver beneden den stand waarin zy vroeger verkeerden tot aan het eind hunner dagen, in hun behoeften te voorziendat gewoonterecht, dat zeer zeker niet op willekeur is gegrond vest, anders zou het niet in alle beschaafde landen worden aangetroffen, is door wetten geregeld, maar een meer solieden rechts grond zoeken we te vergeefs. lij een aanvoer a, was de handel geluk over- H. Broekman, ER, Apotheker, iedereen. lie Binnen- en 'Ichten en Man die van dente- inne onderlinge n, benevens vele igen, die ieder- Tweede, veel linnen bandje. Prijs der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels 0,50. Iedere regel meer 0,10. Grooto letters naar plaatsruimte. Inzending francoen uiterlijk tot Zaterdags-voormiddags te 10 uren. Alle binnenlandscho Advertentiënwaarvan de plaatsing 3 maal wordt opgegevenworden slechts 3 maal in rekening gebracht Bij Koninklijk besluit is aan Mr. 8. Vissering, Minister van Financiën, een pensioen verleend van f 4000. Voor de verkiezing van een lid der Provinciale Staten van Zuid-Holland, in do plaats van Jhr. J. Westpalm van Hoorn van Burgh (overleden), moet eene herstemming plaats hebben tusschen de heerenmr. Th. Borret, notaris, en H. M. De Vries, lid van den gemeenteraad te ’s Hage. Bij besluit van den Minister van Binnenlandsche Zaken is aan de Rijks normaallessen te Leerdam eene opleidings- klasse toegevoegd. De normaalschool aldaar telt 24, de opleidingsklasse 7 leerlingen. Aan het Ministerie van W a- terstaat, Handel en Nijverheid werd Woens dag aanbesteedHet opruimen van gronden uit den Nieuwen Maasmond aan den Hoek van Holland voor de verbetering van den Overtyht Naarmate de Republiek in Frankrijk zich vestigt en ontwikkelt, treedt bij elke nieuwe verkiezing het vraagstuk Republiek, Monar chie of Keizerrijk meer op den achtergrond en zien de voorstanders der beide laatst genoemde regeeringsvormen hunne rijen meer en meer dunnen. Dit is niet alleen, zelfs niet in de eerste plaats een gevolg van de voorliefde der natie voor den repu- blikeinschen regeeringsvorm, maar vooral ook eene goedkeuring van den toestand van vooruitgang en welvaart, onder dien regee- ringsvorm in het leven geroepen. De ver kiezingsstrijd betreft dan ook voornamelijk de staatkunde van het oogenblik, het oor deel over het beleid van de partij die op het kussen zit. Het oordeel over dat be leid bij de jongste verkiezingen uitgespro ken is niet twijfelachtig. De Republikeinen wonnen 58 zetels en tellen nu 403 leden. Die aanwinst werd verkregen voornamelijk ten nadeele der Bonapartistische partij, die 38 plaatsen verloor. Deze staat nu in ge talsterkte ongeveer gelijk met de Monar- chalen, nl. 42 en 38. De uiterste Linker zijde bezet 26 plaatsen. Er moeten 64 herstemmingen plaats hebben. Gambetta, de hoofdfiguur in den jongsten verkiezingsstrijd, heeft zijne positie als zoo - danig slechts ter nauwernood kunnen hand haven. Met nog geen 50 stemmen meer derheid werd hij in het eerste arrondisse ment van Belleville gekozen, terwyl die meerderheid in het tweede arrondissement, waar hij mede candidaat gesteld was, slechts één stem bedroeg. Voor een goed deel heeft Gambetta dit echter aan eigen schuld te wijten. Bij eene tweede kiezersvergade ring te Belleville, waarin men hem belette het woord te voeren, vergat hij zich zelven zoodanig, dat hij zich als een waren com munard gedroeg en zjjn eer en prestige als VoorniHor der KafflOT at ZGCF Weinig Op hield. Het dagblad Le Tempt bewijst hem dus zeker al een zeer slechten dienst, door thans opnieuw eene lans te breken voor de vorming van een Kabinet met Gambetta als premier. Het Engelsche Hoogerhuis heeft zich tevreden gesteld met de concessie door de regeering en het Lagerhuis gedaan in zake de lerscbe Landwet en deze mede goedge keurd. Reeds heeft zij do koninklijke be krachtiging gekregen. Een voorstel van Parnell om allo in hechtenis genomenen in vrijheid te stellen en de buitengewone vol- waterweg langs Rotterdam naar Zee. Eenige inschrjjvers waren de heeren A. Volker Lz. te Sliedrecht en P. A. Bos te Gprinchem, voor f 2.320.000. De raming bedroeg f 2.276.000. Onder de minste inschrijvers voor do aanbesteding, op 22 Augustus ge houden door het departement van koloniën, komen voor de heeren G. Prince en Zn. te Gouda voor 9000 Kg. loodwit f 2329,20, 10.000 Kg. id. f 2598,-, 10.000 Kg. id. f 2608,-, 10.000 Kg. id. f 2618,- en 10.000 Kg. id. f 2628,Verder voor 470 st. vouw- of kruisstoeltjes, J. Alphe- naar Wzn., Waddinxveen, f 2256,— en voor divers touwwerk, A. en J. Verburg, Moordrecht, f 600, Bij de aanbesteding voor het aanleggen van riolen in do Lek-, IJsel- en Amstelstraten te ’s Gravenhage is het minst ingeschreven door don heer H. Jon genburger te Waddinxveen, voor f 5400. De gemeenterekoning over 1880 van Waddinxveen is door den gemeen teraad voorloopig vastgesteld in ontvang op f33285,40, in uitgaaf op f30280,27} en het batig saldo bedraagt alzoo f3000,12}. De kosten van het onderwijs hebben bedra gen f7399,58}. De gemeenteraad te IJsel- monde heeft benoemd tot onderwijzer aan de 2de openbare school aldaar den heer H. G. Harting, te Schiedam, en tot onder wijzeres in de handwerken aan dezelfde school mej. C. Zevenbergen-Rjjsdjjk. De jacht op alle wildsoorten wordt in de provincie Utrecht den 3en Sep tember geopend. De lange jacht is geoor loofd alleen des Dinsdags en Vrijdags. Aan het Nederlandsohe taal en letterkundig congres te Breda zullen deelnemen de volgende damesMej. L. Stratenus, jkvr. C. gravin van Limburg Stirum, mevr. wed. W. Storm—Van der CMjs en mevr. Servaas van RooijenLittel. Uit Tertroutvbarè bron ver neemt men, dat ’t adres van hulde aan ’t Transvaalsche volk bijna allerwege met in genomenheid is begroet. Aangezien ’t oir- culeeren der lijsten in vele der grootere plaatsen aanvankelijk eenige moeieljjkheden ondervindt, worden door ’t Bestuur van „’t Groene Kruis” maatregelen beraamd om ook daar voor ieder de gelegenheid ie maken door hun handtee- sympathie te betuigen aan onze stamverwanten in de Transvaal, door onderteekening van ’t adres, Maar is het wel waar, dat de Staat de pensioenen betaalt? Alleen ten opzichte van de mindere mi litairen kan deze vraag bevestigend worden beantwoord. We kunnen dan zeggen dat de Staat, door hun tractemrnten toe te leggen beneden hetgeen geregeld in bur gerlijken dienst, of in dien van particu lieren, wordt ontvangen, een deel in re serve houdt, om dat uit te betalen aan hen die er door hun langen diensttijd aanspi aak op hebben. Misschien, als het aan de keuze van belanghebbenden werd overge laten zouden zij die voorziening in de be hoeften van hun ouden dag van de hand wyzen; het getal on der-officieren en min deren, die in de gelederen blijven totdat zij aanspraak hebben op pensioenis ver gelijkenderwijs niet groot. Met de burgerlijke ambtenaren en de officieren is dat een geheel ander geval. Zy betalen hun pensioen zelf; de Staat administreert het slechts. Er wordt zelfs beweerddat zij meer bydragen dan strikt noodig is, en dat, zoo zy vry waren inde keuze van een fondszij voor dezelfde som die zij thans moeten storten gedurende de vijf eerste jaren van hun werkkring wat den eersten, of doorloopend wat den laat- slen betreft, veel gunstiger conditiën zou den bedingen. Het ontbreekt ons aan ge gevens om de juistheid van die meening te bevestigen of tegen te spreken; alleen gelooven we dat het niet zonder gevaar zou zyn wanneer het Staatsgezag zich die zorg van den hals schoof, omdat velen een voudig zouden verwaarloozenhun toekomst op een andere wyze te verzekeren. De dwangin deze op een bepaalde klasse van personen uitgeoefend, schijnt ons toe nog niet voor opheffing vatbaar te zjjn. Het is evenwel waar, dat ambtenaren dikwijls door werklieden en beambten in particulieren dienst worden benyd, juist om dat zoogenaamde penfiioens-voorrecht. Maar zou men dan warkalijk tevreden zijn als ieder, die ondergeschikten in zyn dienst heeft, op hen dezelfde pressie zou kunnen uitoefenenonder verplichting hun op vijf- en-zestig-jarigen leeftyd gelijke uitkeering te doen? Zou er niet geklaagd worden over krenking van vryheidover verkorting van recht? We leven nu eenmaal in een wereldje, waarin men eiken toestand dien men niet door ervaring kentvoortreffelijker vindt dan dien waarin men het moet trach ten te stellen. Laat ons eens aannemen, er bestaat een algemeene, voor geheel Ne derland werkende pensioenskas ten behoeve van hen die niet in c'"’ werkman, van den leerjongen af, moet daarin wekelijks storten twee percent van zyn loon, het bedrag dat van de open bare lagere onderwijïers wordt ingehouden voor het pensioen dat zij op 65-jarigen leeftijd zullen ontvangen; zou men algemeen genoegen mede nemen veroorloven ons dit te betwijfelen. En tochwil men eenig succes zien van de thans in staat van voorbereiding ver- keerende pogingen om een valgemeen Ne- derlandsch pensioenfonds voor werklieden” in het leven te loepen en te houden, dan moet het dien kant op. Al kan er dan geen wettelyke verplichting tot aansluiting worden voorgeschrevenieder werkman dient de zedelyke noodzakelijkheid ten diepste te gevoelen. Het gaat niet aan te roepen, dat de werkgevers verplicht zyn voor het onderhoud van oude of gebrekkige werklieden te zorgen; er is geen enkel ar gument dat er vóór pleit. De werkgever Betaalt eenvoudig de diensten die hem worden bewezenverder reikt zijn ver antwoordelijkheid niet. Wel is het ten hoogste wenschelyk, dat ook de maatschappij, in haar geheel ge nomen, het lot der bejaarde arbeiders zich aantrekt, anders nog dan in den vorm van armverzorging, want ook het algemeen be lang is er mee gemoeid dat hun een rus tige toekomst wordt verzekerd. Het is daarom zeer toe te juichen, dat vereeni- gingen als de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen, de Nederlandsche Maatschappij van Ny verheid en anderen de gewichtige quaestie tot een punt van ernstig onderzoek hebben gemaakt niet alleenmaar ook gel den byeen brengen om het grondkapitaal te vormen waarop de gewenschte inrich ting zal rustendoch de werklieden moeten het overige doen. Wanneer zij beginnen met de verklaringwy kunnen de wekelijk- sche premie niet betalen, dan vragen we: wie moet het dan doen? Ook voor den kleinen ambtenaar is de storting van een jaar bezoldiging, over vyf jaren ver deeld, geene geringe opoffering. Van harte wenschen we, dat het fonds tot stand moge komen. En zyn we zoover, dan zullen we de vryheid nemen vooral den jongen werklieden tóe te roepenVer zuimt nu niet langer de belangen uwer toekomst. Wanneer ge (volgens de tabellen van prof. Van Geer) op 18 jarigen leeftijd wekelyks 60 cents afzondert, dan ontvangt ge op 60-jarigen ouderdom een wekelyksch pensioen van flü. Die bijdrage is vooi- zeker een niet gering offer, doch, er is immers geen andere weg? Die wettelyke regeling schijnt, wanneer men de geschiedenis raadpleegt, ook niet overbodig geweest te zyn. Als we lezen, hoe en aan wien en onder welke omstandigheden voorheen door vorsten jaargelden en lijfren ten zyn toegestaan, dan moeten we ons wel verbazen over zooveel willekeur, die des te duidelijker uitkomt, wanneer nevens de namen van bevoorrechte gunstelingenwier eenige verdienste daarin bestónd dat zy aan de allerlaagste hartstochten hunner gebieders voldoening wisten te bezorgen, mannen van groot talent en beproefde eer lijkheid worden gevonden, wier deel het werd onderdrukkende zorgen en bezwaren het laatste gedeelte hunner levensdagen voort te slepen. In de wet bezitten wy thans de noodige waarborgendat er met het toekennen van pensioenen volgens een vasten maatstaf wordt gehandeld; dat er rekening wordt gehouden met bewezen dienstenten minste met dienstjaren, in overeenstemming met de genoten jaarwedde. Over de juistheid van dien maatstaf en de wyze waarop het beginsel dat er by is aangenomen, wordt toegepast, is discussiemogelijk; wy zouden by voorbeeld kunnen vragen of het we! in den haak is dat een Minister, die slechts eenige maanden aan het hoofd van een Departement heeft gestaan, in het genot wordt gesteld van een niet onaanzienlijk pensioen: we zouden kunnen wyzen op voorbeelden van officierendie in den zomertyd huns levens worden op stal gezet met vol pensioen„wegens lichaamsge breken, in en door den dienst verkregen ofschoon >de dienst” aan hun werkelyke of vermeende ongesteldheid part noch deel heeft; we zouden, om het vraagstuk eens aan een anderen kant op te vatten, er de aandacht op kunnen vestigen dat de groote Reus, de Staat, het niet beneden zich acht pensioenen uit te reiken van 26, van 34, van 47gulden per jaar, zooals de Staats courant somtijds vermeldt achter de namen van op verzoek eervol ontslagen postboden en brievengaarders. Doch dat zijn eigenlijk ondergeschikte punten, waar we misschien later op terug zullen komenthans bepalen we ons tot het hoofdbeginsel. Waarom pensionneért de Staat zyn bur gerlijke en militaire ambtenaren Men zou aldus kunnen redeneeren: Het is in het belang van alle ingezetenen, dat de beste werkkrachten zich voor den Staatsdienst beschikbaar stellen. Om deze te lokken, moqt men haar goede vooruitzichten openen. Onder deze bekleedt de kansop den ouden dag niet hulpeloos te zijn, niet de geringste plaats. Wat alzoo voor pensioenen wordt uitbetaald, geschiedt geheel ten voordeele van den Staat. Zoo op het eerste gezicht zou men daar vrede mee kunnen hebbendoch er is wel het een en ander tegen in te brengen ook. Vooreerst heeft de Staat volstrekt geen kunstmiddelen noodig, om lief hebbers voor openbare ambten te lokken, althans niet bij ons. Voor een verbazend groot aantal Nederlanders is er geen gezegender lot denkbaar, dan zyn arbeid te wijden aan het landde jacht naar een „vaste betrek king” zit ons in merg en bloedals is ook de bezoldiging soms van dien aard, dat er heel wat Overleg noodig is om er mee rond te komen. Er zyn er die dit een beden- kelyk teeken des tijds noemendie zeggen dat het niet pleit voor de geestkracht en de ondernemingszucht van onze landge- nooten. Wie zoo oordeelen kunnen wy in gemoede geen ongelijk geven. Het lokaas, pensioen geheeten, schjjnt dus eigenlijk by de burgerlijke ambtenaren geheel over bodig te zyn. Iets anders is het met de militairen. Dezen moeten bepaald gelokt worden en nog komen zij niet in voldoenden getale. Of, zie maar eens na, hoe ontzaglijk groot het te kort aan vrijwilligers is bij de land macht; vestig de aandacht eens op het groot getal niet vervulde oflieiersplaatsen 1 Hier kan men dus zeggendat de aanspraak op pensioen vokomen machteloos is om het beoogde doel, een waardige vervulling va den militairen dienst, te doen bereikei notaris te Vianen, benevens zijne familie, terwijl zij zich op eene reis in Zwitserland bevonden. Volgens ontvangen bericht is het rijtuig, waarin de heer B. zich niet zijne echtge- noote en zjjne zuster, de echtgenoote van den heer Stuart, bevond, op de Tête-Noire- pas in een afgrond gestort. Des morgens was de heer B., vergezeld van de twee dames, uit Chamouny naar Martigny gereden. Tusschen de brug van Valloscine en het Barberine-hótel gekomen, zagen zij dat, ten gevolge van don zwaren regen des vorigen daags, een gedeelte van den weg was weggeslagen, en men er der halve onmogelijk kon passeeron. Er bleef dus niets anders over dan terug te rjjden. Maar nauwelijks was het rijtuig gekeerd, of er volgde eene nieuwe instorting, waar door het rijtuig werd nedergeslingerd in den bergstroom van het Zwarte Water, hetwelk in do Trient valt. De koetsier had slechts den tijd om aan den anderen kant er af te springen. Er bestond geen mogelijkheid om do drie andere personen te hulp te komen, daar zij ouder oen toe vloed van aardkluiten en steenen door den stroom werden weggesleept. De lijken der verongelukten zijn later gevonden. Het ongeluk heeft te Vianen groote ont roering verwekt. De heer en mevrouw Broekman laton 7 en mevrouw Stuart, hunne zuster, 6 kinderen na. Nader schrijft men uit Vianen, dat de maire v«n Chamouny aan den Burgemeester van Vianen per telegraaf de vraag richtte, of de familie der slachtoffers overbrenging van de lijken herwaarts, dan wel teraarde bestelling te Chamouny wonschte. Overeenkomstig het antwoord, aan don maire gezonden, zijn daarop drie loden der familie van do omgekomenen derwaarts vertrokken. In den nacht van Zaterdag op Zondag heeft te Botterdam een rreeselijk ongeval plaats gehad. Omstreeks kwart voor 4 uren is er brand ontstaan in het pand N°. 109, aan de Boompjes, waarvan hot gedeelte op den be- ganen grond en de eerste bovenverdieping bewoond werd door den broodbakker B. J. Van den Berg, terwijl het bovengedeelte aan drie gezinnen was verhuurd. In het gezin van den heer Van don Berg waren nevens hom aanwezig zjjn 17-jarige dochter, zijn 15-jarige zoon en eene nicht, terwijl zijne vrouw met twee jongere kinderen uit logeeren was te Neerbosch. Met de drie eerstgenoemden is hij des avonds uitgogaan en onderandereifc in het Feestgebouw ge weest, waarna zij des nachts te half 2 uren te huis zijn gekomen en onmiddellijk naar bed gegaan. De nicht sliep als gewoonlijk beneden in eene opkamer, de vader in de voorkamer der bovenverdieping, de zoon en dochter in een daarachter gelegen vertrek. Te ongeveer 3 uren werd de nicht wakker en bemerkte brandlucht. Onmiddellijk riep zij aan haren oom, die haastig voor den dag kwam, de bakkerij opende en alsnn zag dat aldaar alles reeds in volle vlam stond. „Roep maar brand 1” zeide hij „dan ga ik de kinderen wekken en den effectentrom mel halen." Dadelijk snelde de nicht heen om binnen en buiten alarm te maken. Spoe dig echter had de brand zulk eene uitbrei ding verkregen dat ernaar het zich liet aanzienweinig of geen hoop op behoud van het huis bestond. Gelukkig bleek het weldradat de bewoners der bovenverdie pingen aan de ramp waren ontkomen. Doch inmiddels werd de heer Van den Berg met zijn zoon en dochter nog steeds vermist, tot men eindeljjk na veel moeite tot de treurige ontdekking kwam, dat alle drie bij de ramp hun dood hadden gevonden. De lijken lagen in de voorkamer op de eerste verdieping; dat van den heer Van den Berg in een hoek onder het raam dat van don zoon op eenigen afstand naar dezelfde zijde dat van de dochter bij den achterwand. Voor zoover men kon nagaan, moeten de drie ongelukkigen door het vuur ingesloten zjjn geweest, daar de vlam van de achter- zjjde naar hen toekwam en er geen uitweg meer langs de trap bestond, terwijl zij misschien door do vlammen, die tegeljjker- tjjd beneden uit het voorraam opsloegen, verhinderd zjjn om naar buiten te komen. Wat er van zjj, mon vond naast den heer Van den Berg den effectentrommel, en in zijne hand den sleutelbos geklemd. In overleg met don Burgemeester, die spoedig op het terrein van den brand aanwezig was en onafgebroken er bij is gebleven, werden de lijken voorloopig overgebracht naar het naburige pand no. Ill, bewoond door den heer H. Dekker, koopman in kleederen, die hoogst welwillend zijn huis ter beschikking stelde voor de lijkschouwing. Deze werd aldaar verricht door twee geneeskundigen, die constateerden dat de drie ongelukkigen waren overleden aan verstikking, zijnde er slechts aan één der lijken kleine brand wonden gevonden. Daarna zijn zjj naar hot Ziekenhuis vervoerd. Het geheele pand is verbrand, nagenoeg zonder dat er iets kon worden gered. Bij de drie gezinnen die het bovengedeelte bewoonden was niets tegen brandschade verzekerd. gemakkeljjk te maken kening dappere Behalve w heeft „’t Groene Kruis” nog op vele andere wjjzen betuigingen van sympathie ontvan gen. Zelfs zijn eenige verzen ingekomen met ’t verzoek die aan ’t adres toe te voe gen. Ook is van zeer gewaardeerde zijde ’t aanbod ontvangen’t adres naar de Trans vaal over te brengen. De afdeeling Woerden en om streken der Holl. Maatschappjj van landbouw heeft besloten, op Woensdag den 7. Sep tember a. s. aldaar te houden: des voor- middags een wedstrijd van het schoonst in het tuig loopende paarden prijs f 50, premie f 25,—, en des namiddags eene harddraverjj voor paarden van zessen klaar, prijs f 250,premie f 75, De oudste notaris van Rotter dam, de heer W. 8. Burger Wz., is over leden. Als beschermer van de kunst maakte hjj zich in de stad zijner inwoning zeer verdiensteljjk. Reeds is het een jaar geleden, dat door den heer Hirschman concessie werd aangevraagd voor de exploitatie van een stoomtram van Gorinchem naar Tiel. Het schijnt dat daarmede de zaak geëindigd is. Dit zou te betreuren zjjn daar zulk een middel van vervoer voor deze streken ge- wenscht is en levensvatbaar mag heeten. Tusschen de genoemde steden liggen toch twaalf dorpenwaaronder enkelen welvarend zjjn. Het is niette hopen, dat het met dezen stoomtram zal gaan als met* die, welke de heeren Crans Co te ’s Hage wenschten te exploiteeren tusschen Tiel en Kuilenburg. De gemeenten Beusichem, Buren en Tiel hebben dezer dqgen besloten dien heeren een termijn te stellen, daar zjj het getalm moede zjjn. ’t Is nu mogelijk dat er van dezen tramweg waarover reeds twee jaren gecorrespondeerd isniets komen zal. De prijs der aardappelen is in de Tielerwaard sedert een paar dagen zeer gerezen. De schippers, die op Holland varen besteden thans voor Kralen f 3,50voor Westlanders f3,15, voor Turken f2,75. Zieke aardappelen- worden nog weinig bij het rooien gevonden terwijl de opbrengst niets te wenschen overlaat. Is het met boonen, komkom mers en dergeljjke over het algemeen treu rig gesteld ook al tengevolge van den bui tengewonen regen in de laatste dagenin de omstreken van Vljjmon schjjnt men dien aangaande geen reden tot klagen te hebben. Eiken Maandag is de markt te Gorinchem althans overladen men boonenterwijl de prijzen niet zóó heel hoog zijn, Voor f 1,25 a f 1,35 per mand, of tegen 5 ct. per hon derd koopt men de beste princesseboontjes die men verlangen kan. Een vreeselijk on kwam den heer W. C. G. geheel Staatsdienst zyn. Elk machten aan de regeering verleend in te i- „i -trekken, werd door het Lagerhuis met over- groote meerderheid verworpen. Uit eene mededeeling van den Minister Hartington blijkt dat de Afghaansche oorlog ruim 23 millioen pond sterling heeft gekost, welke som grootendeels ten laste der Indi sche kas komt. In aanmerking genomen de houding door Engeland thans ten op zichte van de zaken in Afghanistan inge nomen, kan men dat geld veilig als weg geworpen beschouwen. In Duitschland doen weer geruchten van verzoeningsonderhandelingen met het Vati- caan de ronde, en werkelijk geeft ’t geen men waarneemt daartoe wel eenige aan leiding. In de volgende maand zullen er te Konitz bij Dantzig groote en belangrijke cavalerie- oefeningen plaats hebben, waarbjj wel ge kroonde hoofden doch geen vreemde mili taire specialiteiten zullen worden toegelaten. Geheel nieuwe evolution zullen daarbij worden uitgevoerd. Ten slotte heeft Turkije toch nog eenig uitstel weten te bedingen in het afstaan van het aan Griekenland over te geven grondgebied. - Griekenlands hoofdstad wordt in den laatsten tijd zoozeer door epidemische ziek ten geteisterd, dat de regeering tusschen- beide is moeten komen om maatregelen voor te schrijven die ten doel hebben het voortwoekeren dier ziekten te beletten en den gezondheidstoestand te verbeteren. De jongste verkiezingen in Spanje heb ben, als altijd, aan de regeerende partij eene flinke meerderheid bezorgd. Opmer kelijk is, dat slechts ééa Carlist gekozen is.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1881 | | pagina 1