HOOI
Pensioen.
N°. 637.
1881.
Zondag 28 Augustus.
GPILIEN
Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht.
1
I
i
'1
BINNENLAND.
BUITENLAND.
tus 1881.
VAN RIPS.
J
i ten.
i
komkom-
.0.
S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven,
Uitgevers.
andere plaatsen,
namaaksels!!
wikkeld in een
nteekening van
van NOOTEN
Boekhandelaren
ire, op levering
rkens van 6 h 8
daar
Wjj
wordt aan
snberigtdat
D te Ameide
Stoomboot-
i”, in dienst
i. Schoonhoven,
dus 1881.
rs F. Oudshoorn
irt, ouders W.
et., 2de qual.
Kalveren: lste
f 0,75.; Schapen
eiboter f 1,20
f1,10 a 1,20 de
,00.
heden gehouden
:7 partijen kaas
vlug; le qual.
/an
jn.
Bergambacht,
LLEN,
Laxerend, bij
en bevorderen
per doos, ver-
[NG, oud 14
gszins met het
om als
srling
anvoorname-
Gorlnchem of
len adresseeren
r voorwaarden,
vers dezer Cou-
TNG te Hoog-
calf koeien f220
200, dito vaarzen
10 h 200, stieren
Ik 30, nuchtere
en bij de
Zn.
;s. per kilo.
2de qual. f 56,
SCHOOHHOVENSCHE COURANT.
ende verklaart
F premiën te
oetkoming van
bij de feeste-
Lek, op den
g. Aangevoerd:
m graskalveren,
19 schapen of
131 biggen en
i C. Gerstmejjer.
n, oud 2 jaren.
HTEN
Boter: le qual.
half kilo; kaas
128 ct., overloo-
8,00, lammeren
4 A 26 ets. per
5 k 8 per stuk;
0, Witte f3,00,
por Hectoliter.
t f 16. Gelling
uwsche, Flakk.
dito goede f 10
90.
1,50.
vsohe en Overm.
f 7,50 k 8,00.
a, Fl. en Overm.
mindere f 5,50 k
i 5,80, mindere
ibericht van de
laars. Goudsche
rtijen. Prijzen
.f 26,50 k 29,50.
.e f4,50 k 5,30,
Deze Courant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag verzonden.
Prijs; voor Schoonhoven per drie maanden 0,70. Franco per post
door het geheele rijk f 0,80. Men kan zich abonneeren bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
ter f 1,40 k 1,50,
kilo.
per half kilo.
126 ct. per half
k 2,15 per week.
De vraag: wie recht heeft op pensioen,
en op welke gronden, mag, gelooven we,
nog wel veilig onder de open vraagstukken
worden gerangschikt; althans een voldoende
oplossing, waarbij ieder zonder eenige be
denking zich zou kunnen nederleggen, is
ons nog nooit onder de oogen gekomen.
Er is, ja, een zeker gewoonterecht in het
leven getreden, volgens hetwelk zekere klasse
van burgers, benevens de militairen, die
beiden in dienst van den Staat zyn, na
het einde van hun diensttyd niet aan hun
lot worden overgelatendoch in de gele
genheid gesteld om niet al te ver beneden
den stand waarin zy vroeger verkeerden
tot aan het eind hunner dagen, in hun
behoeften te voorziendat gewoonterecht,
dat zeer zeker niet op willekeur is gegrond
vest, anders zou het niet in alle beschaafde
landen worden aangetroffen, is door wetten
geregeld, maar een meer solieden rechts
grond zoeken we te vergeefs.
lij een aanvoer
a, was de handel
geluk over-
H. Broekman,
ER, Apotheker,
iedereen.
lie Binnen- en
'Ichten en Man
die van dente-
inne onderlinge
n, benevens vele
igen, die ieder-
Tweede, veel
linnen bandje.
Prijs der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels 0,50. Iedere regel
meer 0,10. Grooto letters naar plaatsruimte. Inzending francoen
uiterlijk tot Zaterdags-voormiddags te 10 uren. Alle binnenlandscho
Advertentiënwaarvan de plaatsing 3 maal wordt opgegevenworden
slechts 3 maal in rekening gebracht
Bij Koninklijk besluit is aan
Mr. 8. Vissering, Minister van Financiën,
een pensioen verleend van f 4000.
Voor de verkiezing van een
lid der Provinciale Staten van Zuid-Holland,
in do plaats van Jhr. J. Westpalm van
Hoorn van Burgh (overleden), moet eene
herstemming plaats hebben tusschen de
heerenmr. Th. Borret, notaris, en H. M. De
Vries, lid van den gemeenteraad te ’s Hage.
Bij besluit van den Minister
van Binnenlandsche Zaken is aan de Rijks
normaallessen te Leerdam eene opleidings-
klasse toegevoegd. De normaalschool aldaar
telt 24, de opleidingsklasse 7 leerlingen.
Aan het Ministerie van W a-
terstaat, Handel en Nijverheid werd Woens
dag aanbesteedHet opruimen van gronden
uit den Nieuwen Maasmond aan den Hoek
van Holland voor de verbetering van den
Overtyht
Naarmate de Republiek in Frankrijk zich
vestigt en ontwikkelt, treedt bij elke nieuwe
verkiezing het vraagstuk Republiek, Monar
chie of Keizerrijk meer op den achtergrond
en zien de voorstanders der beide laatst
genoemde regeeringsvormen hunne rijen
meer en meer dunnen. Dit is niet alleen,
zelfs niet in de eerste plaats een gevolg
van de voorliefde der natie voor den repu-
blikeinschen regeeringsvorm, maar vooral
ook eene goedkeuring van den toestand van
vooruitgang en welvaart, onder dien regee-
ringsvorm in het leven geroepen. De ver
kiezingsstrijd betreft dan ook voornamelijk
de staatkunde van het oogenblik, het oor
deel over het beleid van de partij die op
het kussen zit. Het oordeel over dat be
leid bij de jongste verkiezingen uitgespro
ken is niet twijfelachtig. De Republikeinen
wonnen 58 zetels en tellen nu 403 leden.
Die aanwinst werd verkregen voornamelijk
ten nadeele der Bonapartistische partij, die
38 plaatsen verloor. Deze staat nu in ge
talsterkte ongeveer gelijk met de Monar-
chalen, nl. 42 en 38. De uiterste Linker
zijde bezet 26 plaatsen. Er moeten 64
herstemmingen plaats hebben.
Gambetta, de hoofdfiguur in den jongsten
verkiezingsstrijd, heeft zijne positie als zoo -
danig slechts ter nauwernood kunnen hand
haven. Met nog geen 50 stemmen meer
derheid werd hij in het eerste arrondisse
ment van Belleville gekozen, terwyl die
meerderheid in het tweede arrondissement,
waar hij mede candidaat gesteld was, slechts
één stem bedroeg. Voor een goed deel
heeft Gambetta dit echter aan eigen schuld
te wijten. Bij eene tweede kiezersvergade
ring te Belleville, waarin men hem belette
het woord te voeren, vergat hij zich zelven
zoodanig, dat hij zich als een waren com
munard gedroeg en zjjn eer en prestige als
VoorniHor der KafflOT at ZGCF Weinig Op
hield. Het dagblad Le Tempt bewijst hem
dus zeker al een zeer slechten dienst, door
thans opnieuw eene lans te breken voor
de vorming van een Kabinet met Gambetta
als premier.
Het Engelsche Hoogerhuis heeft zich
tevreden gesteld met de concessie door de
regeering en het Lagerhuis gedaan in zake
de lerscbe Landwet en deze mede goedge
keurd. Reeds heeft zij do koninklijke be
krachtiging gekregen. Een voorstel van
Parnell om allo in hechtenis genomenen in
vrijheid te stellen en de buitengewone vol-
waterweg langs Rotterdam naar Zee. Eenige
inschrjjvers waren de heeren A. Volker Lz.
te Sliedrecht en P. A. Bos te Gprinchem, voor
f 2.320.000. De raming bedroeg f 2.276.000.
Onder de minste inschrijvers
voor do aanbesteding, op 22 Augustus ge
houden door het departement van koloniën,
komen voor de heeren G. Prince en Zn.
te Gouda voor 9000 Kg. loodwit f 2329,20,
10.000 Kg. id. f 2598,-, 10.000 Kg. id.
f 2608,-, 10.000 Kg. id. f 2618,- en
10.000 Kg. id. f 2628,Verder voor
470 st. vouw- of kruisstoeltjes, J. Alphe-
naar Wzn., Waddinxveen, f 2256,— en
voor divers touwwerk, A. en J. Verburg,
Moordrecht, f 600,
Bij de aanbesteding voor het
aanleggen van riolen in do Lek-, IJsel-
en Amstelstraten te ’s Gravenhage is het
minst ingeschreven door don heer H. Jon
genburger te Waddinxveen, voor f 5400.
De gemeenterekoning over
1880 van Waddinxveen is door den gemeen
teraad voorloopig vastgesteld in ontvang
op f33285,40, in uitgaaf op f30280,27} en
het batig saldo bedraagt alzoo f3000,12}.
De kosten van het onderwijs hebben bedra
gen f7399,58}.
De gemeenteraad te IJsel-
monde heeft benoemd tot onderwijzer aan
de 2de openbare school aldaar den heer
H. G. Harting, te Schiedam, en tot onder
wijzeres in de handwerken aan dezelfde
school mej. C. Zevenbergen-Rjjsdjjk.
De jacht op alle wildsoorten
wordt in de provincie Utrecht den 3en Sep
tember geopend. De lange jacht is geoor
loofd alleen des Dinsdags en Vrijdags.
Aan het Nederlandsohe taal
en letterkundig congres te Breda zullen
deelnemen de volgende damesMej. L.
Stratenus, jkvr. C. gravin van Limburg
Stirum, mevr. wed. W. Storm—Van der
CMjs en mevr. Servaas van RooijenLittel.
Uit Tertroutvbarè bron ver
neemt men, dat ’t adres van hulde aan ’t
Transvaalsche volk bijna allerwege met in
genomenheid is begroet. Aangezien ’t oir-
culeeren der lijsten in vele der grootere
plaatsen aanvankelijk eenige moeieljjkheden
ondervindt, worden door ’t Bestuur van
„’t Groene Kruis” maatregelen beraamd
om ook daar voor ieder de gelegenheid
ie maken door hun handtee-
sympathie te betuigen aan onze
stamverwanten in de Transvaal,
door onderteekening van ’t adres,
Maar is het wel waar, dat de Staat
de pensioenen betaalt?
Alleen ten opzichte van de mindere mi
litairen kan deze vraag bevestigend worden
beantwoord. We kunnen dan zeggen dat
de Staat, door hun tractemrnten toe te
leggen beneden hetgeen geregeld in bur
gerlijken dienst, of in dien van particu
lieren, wordt ontvangen, een deel in re
serve houdt, om dat uit te betalen aan hen
die er door hun langen diensttijd aanspi aak
op hebben. Misschien, als het aan de
keuze van belanghebbenden werd overge
laten zouden zij die voorziening in de be
hoeften van hun ouden dag van de hand
wyzen; het getal on der-officieren en min
deren, die in de gelederen blijven totdat
zij aanspraak hebben op pensioenis ver
gelijkenderwijs niet groot.
Met de burgerlijke ambtenaren en de
officieren is dat een geheel ander geval.
Zy betalen hun pensioen zelf; de Staat
administreert het slechts. Er wordt zelfs
beweerddat zij meer bydragen dan strikt
noodig is, en dat, zoo zy vry waren inde
keuze van een fondszij voor dezelfde som
die zij thans moeten storten gedurende de
vijf eerste jaren van hun werkkring wat
den eersten, of doorloopend wat den laat-
slen betreft, veel gunstiger conditiën zou
den bedingen. Het ontbreekt ons aan ge
gevens om de juistheid van die meening
te bevestigen of tegen te spreken; alleen
gelooven we dat het niet zonder gevaar
zou zyn wanneer het Staatsgezag zich die
zorg van den hals schoof, omdat velen een
voudig zouden verwaarloozenhun toekomst
op een andere wyze te verzekeren. De
dwangin deze op een bepaalde klasse van
personen uitgeoefend, schijnt ons toe nog
niet voor opheffing vatbaar te zjjn.
Het is evenwel waar, dat ambtenaren
dikwijls door werklieden en beambten in
particulieren dienst worden benyd, juist
om dat zoogenaamde penfiioens-voorrecht.
Maar zou men dan warkalijk tevreden zijn
als ieder, die ondergeschikten in zyn dienst
heeft, op hen dezelfde pressie zou kunnen
uitoefenenonder verplichting hun op vijf-
en-zestig-jarigen leeftyd gelijke uitkeering
te doen? Zou er niet geklaagd worden
over krenking van vryheidover verkorting
van recht? We leven nu eenmaal in een
wereldje, waarin men eiken toestand dien
men niet door ervaring kentvoortreffelijker
vindt dan dien waarin men het moet trach
ten te stellen. Laat ons eens aannemen,
er bestaat een algemeene, voor geheel Ne
derland werkende pensioenskas ten behoeve
van hen die niet in c'"’
werkman, van den leerjongen af, moet
daarin wekelijks storten twee percent van
zyn loon, het bedrag dat van de open
bare lagere onderwijïers wordt ingehouden
voor het pensioen dat zij op 65-jarigen
leeftijd zullen ontvangen; zou men
algemeen genoegen mede nemen
veroorloven ons dit te betwijfelen.
En tochwil men eenig succes zien van
de thans in staat van voorbereiding ver-
keerende pogingen om een valgemeen Ne-
derlandsch pensioenfonds voor werklieden”
in het leven te loepen en te houden, dan
moet het dien kant op. Al kan er dan
geen wettelyke verplichting tot aansluiting
worden voorgeschrevenieder werkman
dient de zedelyke noodzakelijkheid ten
diepste te gevoelen. Het gaat niet aan te
roepen, dat de werkgevers verplicht zyn
voor het onderhoud van oude of gebrekkige
werklieden te zorgen; er is geen enkel ar
gument dat er vóór pleit. De werkgever
Betaalt eenvoudig de diensten die hem
worden bewezenverder reikt zijn ver
antwoordelijkheid niet.
Wel is het ten hoogste wenschelyk, dat
ook de maatschappij, in haar geheel ge
nomen, het lot der bejaarde arbeiders zich
aantrekt, anders nog dan in den vorm van
armverzorging, want ook het algemeen be
lang is er mee gemoeid dat hun een rus
tige toekomst wordt verzekerd. Het is
daarom zeer toe te juichen, dat vereeni-
gingen als de Maatschappij tot Nut van ’t
Algemeen, de Nederlandsche Maatschappij
van Ny verheid en anderen de gewichtige
quaestie tot een punt van ernstig onderzoek
hebben gemaakt niet alleenmaar ook gel
den byeen brengen om het grondkapitaal
te vormen waarop de gewenschte inrich
ting zal rustendoch de werklieden moeten
het overige doen. Wanneer zij beginnen
met de verklaringwy kunnen de wekelijk-
sche premie niet betalen, dan vragen
we: wie moet het dan doen? Ook voor
den kleinen ambtenaar is de storting van
een jaar bezoldiging, over vyf jaren ver
deeld, geene geringe opoffering.
Van harte wenschen we, dat het fonds
tot stand moge komen. En zyn we zoover,
dan zullen we de vryheid nemen vooral
den jongen werklieden tóe te roepenVer
zuimt nu niet langer de belangen uwer
toekomst. Wanneer ge (volgens de tabellen
van prof. Van Geer) op 18 jarigen leeftijd
wekelyks 60 cents afzondert, dan ontvangt
ge op 60-jarigen ouderdom een wekelyksch
pensioen van flü. Die bijdrage is vooi-
zeker een niet gering offer, doch, er is
immers geen andere weg?
Die wettelyke regeling schijnt, wanneer
men de geschiedenis raadpleegt, ook niet
overbodig geweest te zyn. Als we lezen, hoe
en aan wien en onder welke omstandigheden
voorheen door vorsten jaargelden en lijfren
ten zyn toegestaan, dan moeten we ons wel
verbazen over zooveel willekeur, die des
te duidelijker uitkomt, wanneer nevens de
namen van bevoorrechte gunstelingenwier
eenige verdienste daarin bestónd dat zy
aan de allerlaagste hartstochten hunner
gebieders voldoening wisten te bezorgen,
mannen van groot talent en beproefde eer
lijkheid worden gevonden, wier deel het
werd onderdrukkende zorgen en bezwaren
het laatste gedeelte hunner levensdagen
voort te slepen.
In de wet bezitten wy thans de noodige
waarborgendat er met het toekennen van
pensioenen volgens een vasten maatstaf
wordt gehandeld; dat er rekening wordt
gehouden met bewezen dienstenten minste
met dienstjaren, in overeenstemming met
de genoten jaarwedde. Over de juistheid
van dien maatstaf en de wyze waarop het
beginsel dat er by is aangenomen, wordt
toegepast, is discussiemogelijk; wy zouden
by voorbeeld kunnen vragen of het we! in
den haak is dat een Minister, die slechts
eenige maanden aan het hoofd van een
Departement heeft gestaan, in het genot
wordt gesteld van een niet onaanzienlijk
pensioen: we zouden kunnen wyzen op
voorbeelden van officierendie in den
zomertyd huns levens worden op stal gezet
met vol pensioen„wegens lichaamsge
breken, in en door den dienst verkregen
ofschoon >de dienst” aan hun werkelyke of
vermeende ongesteldheid part noch deel
heeft; we zouden, om het vraagstuk eens
aan een anderen kant op te vatten, er de
aandacht op kunnen vestigen dat de groote
Reus, de Staat, het niet beneden zich acht
pensioenen uit te reiken van 26, van 34,
van 47gulden per jaar, zooals de Staats
courant somtijds vermeldt achter de namen
van op verzoek eervol ontslagen postboden
en brievengaarders. Doch dat zijn eigenlijk
ondergeschikte punten, waar we misschien
later op terug zullen komenthans bepalen
we ons tot het hoofdbeginsel.
Waarom pensionneért de Staat zyn bur
gerlijke en militaire ambtenaren Men zou
aldus kunnen redeneeren: Het is in het
belang van alle ingezetenen, dat de beste
werkkrachten zich voor den Staatsdienst
beschikbaar stellen. Om deze te lokken,
moqt men haar goede vooruitzichten openen.
Onder deze bekleedt de kansop den ouden
dag niet hulpeloos te zijn, niet de geringste
plaats. Wat alzoo voor pensioenen wordt
uitbetaald, geschiedt geheel ten voordeele
van den Staat.
Zoo op het eerste gezicht zou men daar
vrede mee kunnen hebbendoch er is wel
het een en ander tegen in te brengen ook.
Vooreerst heeft de Staat volstrekt geen
kunstmiddelen noodig, om lief hebbers voor
openbare ambten te lokken, althans niet
bij ons. Voor een verbazend groot aantal
Nederlanders is er geen gezegender lot
denkbaar, dan zyn arbeid te wijden aan
het landde jacht naar een „vaste betrek
king” zit ons in merg en bloedals is ook
de bezoldiging soms van dien aard, dat er
heel wat Overleg noodig is om er mee rond
te komen. Er zyn er die dit een beden-
kelyk teeken des tijds noemendie zeggen
dat het niet pleit voor de geestkracht en
de ondernemingszucht van onze landge-
nooten. Wie zoo oordeelen kunnen wy
in gemoede geen ongelijk geven. Het lokaas,
pensioen geheeten, schjjnt dus eigenlijk
by de burgerlijke ambtenaren geheel over
bodig te zyn.
Iets anders is het met de militairen.
Dezen moeten bepaald gelokt worden
en nog komen zij niet in voldoenden getale.
Of, zie maar eens na, hoe ontzaglijk groot
het te kort aan vrijwilligers is bij de land
macht; vestig de aandacht eens op het
groot getal niet vervulde oflieiersplaatsen 1
Hier kan men dus zeggendat de aanspraak
op pensioen vokomen machteloos is om het
beoogde doel, een waardige vervulling va
den militairen dienst, te doen bereikei
notaris te Vianen, benevens zijne familie,
terwijl zij zich op eene reis in Zwitserland
bevonden.
Volgens ontvangen bericht is het rijtuig,
waarin de heer B. zich niet zijne echtge-
noote en zjjne zuster, de echtgenoote van
den heer Stuart, bevond, op de Tête-Noire-
pas in een afgrond gestort.
Des morgens was de heer B., vergezeld
van de twee dames, uit Chamouny naar
Martigny gereden. Tusschen de brug van
Valloscine en het Barberine-hótel gekomen,
zagen zij dat, ten gevolge van don zwaren
regen des vorigen daags, een gedeelte van
den weg was weggeslagen, en men er der
halve onmogelijk kon passeeron. Er bleef
dus niets anders over dan terug te rjjden.
Maar nauwelijks was het rijtuig gekeerd,
of er volgde eene nieuwe instorting, waar
door het rijtuig werd nedergeslingerd in
den bergstroom van het Zwarte Water,
hetwelk in do Trient valt. De koetsier
had slechts den tijd om aan den anderen
kant er af te springen. Er bestond geen
mogelijkheid om do drie andere personen
te hulp te komen, daar zij ouder oen toe
vloed van aardkluiten en steenen door den
stroom werden weggesleept. De lijken der
verongelukten zijn later gevonden.
Het ongeluk heeft te Vianen groote ont
roering verwekt. De heer en mevrouw
Broekman laton 7 en mevrouw Stuart, hunne
zuster, 6 kinderen na.
Nader schrijft men uit Vianen, dat de
maire v«n Chamouny aan den Burgemeester
van Vianen per telegraaf de vraag richtte,
of de familie der slachtoffers overbrenging
van de lijken herwaarts, dan wel teraarde
bestelling te Chamouny wonschte.
Overeenkomstig het antwoord, aan don
maire gezonden, zijn daarop drie loden der
familie van do omgekomenen derwaarts
vertrokken.
In den nacht van Zaterdag op
Zondag heeft te Botterdam een rreeselijk
ongeval plaats gehad.
Omstreeks kwart voor 4 uren is er brand
ontstaan in het pand N°. 109, aan de
Boompjes, waarvan hot gedeelte op den be-
ganen grond en de eerste bovenverdieping
bewoond werd door den broodbakker B. J.
Van den Berg, terwijl het bovengedeelte
aan drie gezinnen was verhuurd. In het
gezin van den heer Van don Berg waren
nevens hom aanwezig zjjn 17-jarige dochter,
zijn 15-jarige zoon en eene nicht, terwijl
zijne vrouw met twee jongere kinderen uit
logeeren was te Neerbosch. Met de drie
eerstgenoemden is hij des avonds uitgogaan
en onderandereifc in het Feestgebouw ge
weest, waarna zij des nachts te half 2 uren
te huis zijn gekomen en onmiddellijk naar
bed gegaan. De nicht sliep als gewoonlijk
beneden in eene opkamer, de vader in de
voorkamer der bovenverdieping, de zoon en
dochter in een daarachter gelegen vertrek.
Te ongeveer 3 uren werd de nicht wakker
en bemerkte brandlucht. Onmiddellijk riep
zij aan haren oom, die haastig voor den
dag kwam, de bakkerij opende en alsnn zag
dat aldaar alles reeds in volle vlam stond.
„Roep maar brand 1” zeide hij „dan ga
ik de kinderen wekken en den effectentrom
mel halen." Dadelijk snelde de nicht heen
om binnen en buiten alarm te maken. Spoe
dig echter had de brand zulk eene uitbrei
ding verkregen dat ernaar het zich liet
aanzienweinig of geen hoop op behoud
van het huis bestond. Gelukkig bleek het
weldradat de bewoners der bovenverdie
pingen aan de ramp waren ontkomen. Doch
inmiddels werd de heer Van den Berg met
zijn zoon en dochter nog steeds vermist,
tot men eindeljjk na veel moeite tot de
treurige ontdekking kwam, dat alle drie bij
de ramp hun dood hadden gevonden. De
lijken lagen in de voorkamer op de eerste
verdieping; dat van den heer Van den Berg
in een hoek onder het raam dat van don
zoon op eenigen afstand naar dezelfde zijde
dat van de dochter bij den achterwand.
Voor zoover men kon nagaan, moeten de
drie ongelukkigen door het vuur ingesloten
zjjn geweest, daar de vlam van de achter-
zjjde naar hen toekwam en er geen uitweg
meer langs de trap bestond, terwijl zij
misschien door do vlammen, die tegeljjker-
tjjd beneden uit het voorraam opsloegen,
verhinderd zjjn om naar buiten te komen.
Wat er van zjj, mon vond naast den heer
Van den Berg den effectentrommel, en in
zijne hand den sleutelbos geklemd. In
overleg met don Burgemeester, die spoedig
op het terrein van den brand aanwezig was
en onafgebroken er bij is gebleven, werden
de lijken voorloopig overgebracht naar het
naburige pand no. Ill, bewoond door den
heer H. Dekker, koopman in kleederen, die
hoogst welwillend zijn huis ter beschikking
stelde voor de lijkschouwing. Deze werd
aldaar verricht door twee geneeskundigen,
die constateerden dat de drie ongelukkigen
waren overleden aan verstikking, zijnde er
slechts aan één der lijken kleine brand
wonden gevonden. Daarna zijn zjj naar
hot Ziekenhuis vervoerd.
Het geheele pand is verbrand, nagenoeg
zonder dat er iets kon worden gered. Bij
de drie gezinnen die het bovengedeelte
bewoonden was niets tegen brandschade
verzekerd.
gemakkeljjk te maken
kening
dappere
Behalve w
heeft „’t Groene Kruis” nog op vele andere
wjjzen betuigingen van sympathie ontvan
gen. Zelfs zijn eenige verzen ingekomen
met ’t verzoek die aan ’t adres toe te voe
gen. Ook is van zeer gewaardeerde zijde
’t aanbod ontvangen’t adres naar de Trans
vaal over te brengen.
De afdeeling Woerden en om
streken der Holl. Maatschappjj van landbouw
heeft besloten, op Woensdag den 7. Sep
tember a. s. aldaar te houden: des voor-
middags een wedstrijd van het schoonst in
het tuig loopende paarden prijs f 50,
premie f 25,—, en des namiddags eene
harddraverjj voor paarden van zessen klaar,
prijs f 250,premie f 75,
De oudste notaris van Rotter
dam, de heer W. 8. Burger Wz., is over
leden. Als beschermer van de kunst maakte
hjj zich in de stad zijner inwoning zeer
verdiensteljjk.
Reeds is het een jaar geleden,
dat door den heer Hirschman concessie werd
aangevraagd voor de exploitatie van een
stoomtram van Gorinchem naar Tiel. Het
schijnt dat daarmede de zaak geëindigd is.
Dit zou te betreuren zjjn daar zulk een
middel van vervoer voor deze streken ge-
wenscht is en levensvatbaar mag heeten.
Tusschen de genoemde steden liggen toch
twaalf dorpenwaaronder enkelen welvarend
zjjn. Het is niette hopen, dat het met dezen
stoomtram zal gaan als met* die, welke de
heeren Crans Co te ’s Hage wenschten te
exploiteeren tusschen Tiel en Kuilenburg.
De gemeenten Beusichem, Buren en Tiel
hebben dezer dqgen besloten dien heeren
een termijn te stellen, daar zjj het getalm
moede zjjn. ’t Is nu mogelijk dat er van
dezen tramweg waarover reeds twee jaren
gecorrespondeerd isniets komen zal.
De prijs der aardappelen is in
de Tielerwaard sedert een paar dagen zeer
gerezen. De schippers, die op Holland varen
besteden thans voor Kralen f 3,50voor
Westlanders f3,15, voor Turken f2,75.
Zieke aardappelen- worden nog weinig bij
het rooien gevonden terwijl de opbrengst
niets te wenschen overlaat.
Is het met boonen, komkom
mers en dergeljjke over het algemeen treu
rig gesteld ook al tengevolge van den bui
tengewonen regen in de laatste dagenin
de omstreken van Vljjmon schjjnt men dien
aangaande geen reden tot klagen te hebben.
Eiken Maandag is de markt te Gorinchem
althans overladen men boonenterwijl de
prijzen niet zóó heel hoog zijn, Voor f 1,25
a f 1,35 per mand, of tegen 5 ct. per hon
derd koopt men de beste princesseboontjes
die men verlangen kan.
Een vreeselijk on
kwam den heer W. C. G.
geheel
Staatsdienst zyn. Elk machten aan de regeering verleend in te
i- „i -trekken, werd door het Lagerhuis met over-
groote meerderheid verworpen.
Uit eene mededeeling van den Minister
Hartington blijkt dat de Afghaansche oorlog
ruim 23 millioen pond sterling heeft gekost,
welke som grootendeels ten laste der Indi
sche kas komt. In aanmerking genomen
de houding door Engeland thans ten op
zichte van de zaken in Afghanistan inge
nomen, kan men dat geld veilig als weg
geworpen beschouwen.
In Duitschland doen weer geruchten van
verzoeningsonderhandelingen met het Vati-
caan de ronde, en werkelijk geeft ’t geen
men waarneemt daartoe wel eenige aan
leiding.
In de volgende maand zullen er te Konitz
bij Dantzig groote en belangrijke cavalerie-
oefeningen plaats hebben, waarbjj wel ge
kroonde hoofden doch geen vreemde mili
taire specialiteiten zullen worden toegelaten.
Geheel nieuwe evolution zullen daarbij
worden uitgevoerd.
Ten slotte heeft Turkije toch nog eenig
uitstel weten te bedingen in het afstaan
van het aan Griekenland over te geven
grondgebied. -
Griekenlands hoofdstad wordt in den
laatsten tijd zoozeer door epidemische ziek
ten geteisterd, dat de regeering tusschen-
beide is moeten komen om maatregelen
voor te schrijven die ten doel hebben het
voortwoekeren dier ziekten te beletten en
den gezondheidstoestand te verbeteren.
De jongste verkiezingen in Spanje heb
ben, als altijd, aan de regeerende partij
eene flinke meerderheid bezorgd. Opmer
kelijk is, dat slechts ééa Carlist gekozen is.