1881.
Zondag 20 November.
N#. 649.
4
[NES
Gorincbem
4 uur.
IABKT
LSCHHEID
nstig bekende
-Borst-Honig
IER te Mainz.
te Koop,
takaan de Stal-
k,
Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht.
HOOP,
BLOM,
te Gouda.
Dinsdag
rember,
dagen van
■INDEN,
eelkundige.
fC,
rdijk,
b winst kan
inco en geeft
mtie.
>EN-
DHEM.
TWEEDE BRIEF
BUITENLAND.
Overzicht.
"^SnnenlandT
i
tte van 3 pCt
conditie der
of bij gedeel-
SCHOONHOYENSGHE COURANT.
S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven,
Uitgevers.
lag verzonden.
__w_.ïco per post
door het geheele rijk 0,80. Men kan zich abonieeren bij alle
De politie
jen op post
II
Ngmegen.
zijn te ver-
IM op beide dagen
naar 8CHOON-
E DIRECTIE.
honig gebruikte
lene langdurige
igaat, niet be-
daarnaar niet
ezigt,
AL, Notaris.
b Hage.
308.
Zonder Tanden.
ik onafgebroken
bezocht heb en
reken te Schoon-
DEN HOED.
lewater bij den
les voormiddag»
i Dinsdag 15
ran de Stations
wen hebben, moe-
12 November
ven en de vracht
Is, Heppin-
Marienbad,
•g, Püllna-
anz Josef-
1, Célestins
in.
ngn hartelgken
stekend genees*
ütdebesto
igbaarsljn.
t S47,
>t incaseeeren
f ik
1. Dienaar,
IENDRIK8.
DSOHE DRUI-
P-HONIG alleen
baar in flesschen
1 en 65 Cent,
capsule met ne-
briekstempel, te
1. Wolff 4 Zn.;
Gorinchem bij
t bij J. D. den
VlasveldLek-
rre; Oudewater
ilwijk bjj C. G.
der
iet op
hier- wSÜaSlK
nboot „8CHOON-
leid vad boven-
p Noord-Borneo onder
land, en wenschte op-
.ag van het civiel
innen der Regeering
ng voor Indië achtte
'insel dor financiëele
ag van hoerendien-
der Javanen. De
op tegeit
van net In-
1 aan onmacht tot
dringende behoeften.
een
houding,
gedeeld.
Z. M. heeft C. L. Klein, ont
vanger der dir. bei. en acc. te Ouderkerk
aan den IJsel c. a., benoemd tot ontvanger
derzelfde middelen te Dassen c. a.
De gemeenteraad van ’s Gra-
venhage heeft besloten het groot stedelijk
Badhuis io Scheveningen te verkoopen tot
een prijs niet minder dan f 500.000.
—Op de groote naj aarskoemarkt,
in deze week te Hoorn gehouden, werden
ongeveer 7000 stuks vee aangevoerd, over
het algemeen van de beste qualiteit. De
handel was over het geheel vlug en er
werden voor de eerste qualiteit hooge prij
zen besteed.
Nadat de heeren J. en K. Smit
hunne scheepstimmerwerf te Kinderdijk
sedert eenige weken met electrische lampen
aan den Schrijver der Hoofdartikelen.
FKaarde Heer!
Toen ik, een week of zes geleden, aan
mijn epistel over de Schutterij een plaats
zag ingeruimd op de eerste bladzijde der
Schoonhovensche Courant, werd ik, men
moge ’t gek vinden zooveel men wil,
een heel klein beetje trotsch. Mijn goede
vrouw lachte my er over uitmaar zij weet
natuurlijk niet welk een geheimzinnige be
koorlijkheid er in ligt, zich gedrukt te zien.
U ziet daaruitdat zij goddank niet behoort
tot de klasse der zoogenaamde geëmanci
peerde dames,anders zou zy dit gevoel
van zelfvoldoening reeds sinds lang bü er
varing kennentrouwenswat zou ook een
eenzaam schutter en meesterknecht op een
grofsmederij met zoo iemand uitvoeren?
Wie zou myn kousen stoppen, myn eten
klaarmakende kinderen rein houden, als
mijn dierbare wederhelft Vergaderingen
ging bywonenbriefwisseling voerenrap
porten opstellen en af en toe een courant
artikel samenstellen?
Maar ter zake, ’t Gebeurt weleens meer,
dat ik iets in de hersens meen te hebben
dat ik gaarne op mijn manier onder de
oogen van het groote publiek zou brengen,
als de gelegenheid my slechts openstond.
Ook nu is dit het gevalofschoon het din
gen betreft die niet rechtstreeks met myn
vakken schutteren en smeden in ver
band staan, ’k Zal maar weer den vroeger
ingeslagen weg volgenen er wellicht later
op voortkuierenals u denkt dat het mooi
genoeg isdat by voorbeeld het publiek
mij vervelend gaat vinden, wees zoo goed
en roep dan maar eventjes: Unit n-of
>Op de plaatsrust!” en ik schel er on-
middellijk uit. ’k Zal er evenmin nydig om
worcteji als die aartsbisschop, van wien ik
Gilblas heb gelezen, die den laatste ver
zocht hem een wenk te geven als zyn
preeken niet meer in den smaak der toe
hoorders vielen.
Zooals u misschien weet of niet weet,
woon ik sedert eenige jaren in een tame
lijk groote stad. Welnu, in die weinige
jaren heb ik het al drie of vier maal te
kwaad gehad met de politie. Gij zult mis
schien denkendat zulks niet in myn voor
deel pleit. «Toch zou dat onbillyk zyn.
Willens en wetens doe ik nooit eenig ster-
.veling kwaad; misbroik van sterken drank
maak ik nooit, zelfs op geen schutterlyke
inspectiedagen of als de Koning jarig is;
de plaatselyke verordeningenwier naam
is legio want ze zijn vele I tracht ik zooveel
mogehjk in acht te nemenen mijn drukke
werkzaamheden zyn oorzaakdat ik mij
nooit aan visscherij-overtredingen kan schul
dig maken. Kortom, ik ben in elk opzicht
een rustig burgertje, en dat hoop ik te
blijven tot aan myn jongsten snik.
Hoe het dan komt, dat ik met de po
litie niet altyd op den besten voet ben ge
bleven? Laat mij het u in korte trekken
vertellen.
Een paar jaar geleden, 'smorgens vroeg
in myn voorkamer tredende, zag ik er iets
vreemds. De bloempotten, die altyd voor
het raam stonden, waren verwyderd, en
geen van myn huisgenooten wist daar iets
van. Toen herinnerde ik mydat ik den
vorigêh avond mijn horloge op tafel had
laten liggengekeken ja wel’t was er
geweestNu begreep ik er aanstonds alles
van. Ik op hooge beenen naar ’t bureau
van politie. Een slaperige agent bracht
mij geeuwende bij een dito inspecteur;
deze hoorde half soezend myn aangifte aan,
teekende haar opliet mij een beschrijving
geven van het vermiste voorwerp't num
mer staat nog in myn zakboekje, dat is
’t eenige wat ik er van heb, helaas!
en beloofde dat hij spoedig eens zou komen
kyken. Een paar uur later verscheen ZEd.
om een onderzoek »in loco” in te stellen,
constateerde de voetstappen op het vloer
kleed, sprak als zyn oordeel uit dat de
dief eerst het raam zou hebben opgescho
ven, daarna de bloempotten, die hem in
den weg stonden, eenige schreden verder'
in het water gesmetenwerkelijk zyn ze
een maand of drie later door een bagger
man opgevischten toen was ingeklom
men, >Maar vroeg ik"j hoe is het mo
gelijk dat de nachtpolitie daar niets van
heeft bespeurd? Al dat werk kan toch
maar niet in een oogenblik gedaan zyn,
en er gaan toch rondes?”
•Hoor eens, vriend,” was het ant
woord >je had je ramen secuurder moe
ten sluiten.” Dat was ik met hem eens,
doch waagde de opmerkingdat de roeping
der politie is, diefstallen te verhinderen,
of, zoo dat niet was geschied, den dader
op te sporen.
•Dat laatste zal niet gemakkelijk gaan;
oen horloge wordt zonder moeite wegge-
moffeld. We zullen aan alle uitdragers en
goudkashouders bericht sturen. Ook zal
uw aangifte in het politieblad geplaatst
worden. Voorts komt ge van avond om
zes uur op het bureau om het proces-ver-
baal te teekenen. Meer kan de politie er
niet aan doen.”
hadden verlicht, hebben zij die verlichting
ook op hunne werf te Krimpen aan de Lek
aangebracht, voorloopig daar met ééne
lamp, die zóó goed voldoet, dat het grootste
gedeelte van het werkvolk op de verschil
lende plaatsen van de werf hunne werk
zaamheden evenals bij daglicht voortzetten.
Wegens slapte in de werk
zaamheden zijn aan het etablissement
„Feyenoord” te Rotterdam in bet begin
dezer week ruim 50 werklieden ontslagen.
Te Amsterdam wordt in de
Amstelstraat een panopticum (een soort
wassenbeeldenspel) gebouwd. Daarin zal
aan de afbeeldingen van de generaals Van
der Heijden en jhr. Verspyck eene eervolle
plaats worden gegeven. De directie van
de Panopticum-maatschappij wacht het ant
woord van Z. M. onzen Koning af, of het
hem al dan niet welgevallig zou zijn, daarin
te worden geplaatst. Z. K. H. Prins Fre-
derik zal worden voorgesteld als veldmaar
schalk, Prins Hendrik als admiraal der
vloot, met den keten van het Gulden Vlies,
die in Parijs wordt vervaardigd, en de Prins
van Oranje (te Parijs overleden) in zijn
uniform van kolonel der huzaren.
Het benoodigd kapitaal om ook te ’s-Hage
een panopticum te stichten, is reeds bij
elkaar. Men zoekt naar een geschikt terrein.
De inrichting der diaconessen
te Utrecht heeft Maandag een groot verlies
geleden door het overlijden harer directrice
Swellengrebel, die sohier al hare krachten
aan die inrichting wijdde.
Blijkens een bij het Departe-
ment van Koloniën ontvangen telegram van
den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch
Indië, neemt de cholera af te Soerabaija,
Samarang on Batavia, doch heerscht zij
hevig te Demak, Sidajoe, Grissce, Malang,
Soerakarta en Kandong.
De veeartsen, belast met de
uitvoering der buitengewone maatregelen
tegen de longziekte in het spoelingdistrict,
hielden zich heden onledig met een micros
copisch onderzoek in te stellen naar eene
ziekte onder het rundvee bij een veehouder
te Overschie. Bij dit onderzoek bleek, dat
de aanwezige ziekte miltvuur was, terwijl
de miltvuur-bacterie (bacillus anthracis)
vooral duidelijk aantoonbaar was met den
condensor van professor Abbe. Het vleesch
van een reeds gestorven rund werd onscha
delijk gemaakt.
Door do Arr.-Rechtbank te
Rotterdam zijn 11. Dinsdag veroordeeld:
G. v. d. B., werkman te Berg-Ambacht,
beklaagd van beleediging van een bedienend
beambte, tot f 15 boete.
A. P. 8., korenmolenaar te Lekkerkerk,
beklaagd van beleediging van een magi
straatspersoon en bedienend beambte tot 15
dagen gev. cell, en f8 boete.
Het Prov. Kerkbestuur van
Zuid-Holland heeft, bij een uitvoerig vonnis,
uitspraak gedaan in de zoo algemeen be
kende Gorkumsche aannemings-kwestie.
Daaraan is het volgende ontleend:
1°. dat in casu noch uit het ingediend
beklag, noch bij het persoonlijk onderzoek
is gebleken, waarin de kennis der leerlingen
van den heer W. Zegers te kort schoot;
dat geene bijzonderheden opgenoemd of aan
gegeven zijnwelke zij zouden hebben moe
ten weten, maar dat het eenige voorbeeld
van onvoldoende kennis, het antwoord be
treft, op eene vraag naar het lijden van
Jezus, die naar de eigen verklaring der
ouderlingen, wat het geschiedkundig over
zicht betrof, vrij goed, maar wat de betee-
kenis voor de geloofsleer aanj
antwoord werd, óók omdat
verder is onderzocht;
dat de ouderlingen mitsdien in gebreke
gebleven zijn met bewijzen het onvoldoende
der kennis van de leerlingen van den pre
dikant W. Zegers te staven; terwijl hun
kennis daarentegen door den kerkeraad der
Hervormde gemeente te Hardinxveld voor
meer dan voldoende bevonden werd;
overwegende, dat de handelwijze der
meer genoemde ouderlingen, hunne onge
schiktheid voor het bekleeden hunner ker
kelijke bediening dermate aanwijst, dat er
alleszins grond voor zou zijn om hen ter
zake van verstoring van orde en rust in de
gemeente en van vergrijp in de uitoefening
van hunne kerkelijke betrekkingen te ont
zetten van hunne bediening;
overwegende evenwel, dat als verzach
tende omstandigheid kan in aanmerking
genomen worden het feit, dat zij voor het
eerst bij eene aanneming adsisteerden en
door wel meenendenofschoon kwalijk be
stuurden ijver gedreven werden, terwijl men
hopen mag, dat zij, thans terecht gewezen,
zich voortaan wachten zullen voor alle
onberaden handelingen, en dat ook de geest
van het Reglement van Kerkelijk opzicht
en tucht, de toepassing van minder strenge
tuchtmiddelen veroorlooft;
verklaart de ouderlingen J. Kortenhoeven,
O. F. Van Mill, J. D. De Kruyf, M. A.
Den Dekker en D. Van der Veer schuldig
aan verstoring van orde en rust en aan
vergrijp in de uitoefening hunner kerkelijke
betrekking
geeft hun dientengevolge eene berisping;
overwegende wat de handelingen van
Prijs der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels f 0,50. Iedere regel
meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending francoen
uiterlijk tot Zaterdags-voormiddags te 10 uren. Alle binnenlandsche
Advertentiën,' waarvan de plaatsing 3 maal wordt opgegevenworden
slechts 2 njéal in rekening gebracht
De algemeene beraadslagingen over de
Indische begrooting werden geopend door
den heer Wintgens, die o. a. sprak over de
gevaren van de uitbreiding van don Islam
1 voor ons gezag, getuigen de toenemende
bedevaarten naar Mekka, waarvan hij ook
in een sanitair belang het verbod in over
weging gaf; over de voorgestelde afschaffing
der pantjèndiensten, die hij ontried; over
de toeneming van vrije cultuur, van parti
culiere industrie, waardoor z. i. de finan-
ciëele belangen der schatkist worden bena
deeld. De heer Bahlmann bepleitte de we
derinvoering van differentiëele rechten.
De vergadering van Dinsdag begon met
een plechtig afscheid van den aftredenden
griffier, Mr. D. Veegens en den commies
griffier Mr. P. A. W. Gort Van der Linden
en installatie van hun opvolgers, Mr. J. D.
Veegens en Mr. Zillesen. Bij de voortge
zette behandeling der Indiscne begrooting
bepleitte de heer Kool de noodzakelijkheid
van een voldoende organisatie van het In
dische leger. De heer Keuchenius verklaarde
zich tegen belemmering van de bedevaarten
naar Mekka, besprak de vestiging van den
heer Van Overbeck op
bescherming van Engeland, e.
helderingen over de invoering
bestuur in Atjeh. De plannen
ten aanzien van de leeninj
hij in strijd met het begh
eenheid, de afschaffing
sten togen de belangen c
heer Van Dedem (Hoorn) kwam
de verregaande bureaucratie
disch bestuur, gepaard
voorziening in dringende
Donderdag drong de heer Bastert aan
op matiging in het aanleggen van openbare
werken in Indië, met het oog op den finan-
ciëelen toestand. De heer Gleicbman be
handelde de vlottende schuld; het bedrag
van 25 millioen, dat de Regeering daarvoor
hoeft bepaald, kwam hem te hoog voor.
Ook wees hij op de behoefte aan meerdere
zilver-circulatie. De heeren Van Gennep
en Do Bruijn Kops bestreden den wensch
van den heer Bahlmann tot herstel van
beschermende rechten; de heer Rutgers van
Rozenburg noemde het begrootingsrecht der
Kamer ten aanzien van Indië een illusie,
omdat er toch ieder jaar buitengewone cre-
dieten worden geopend. Dat credietenstelsei
zou hij gaarne zien vervallen. De heer
Van der Hoeven betoogde de hooge nood
zakelijkheid van de voorgestelde openbare
werken, en verklaarde zich sterk vóór de
afschaffing der pantjèn-dionsten. De heer
De Casembroot drong aan op verbetering
van het marine-materieel in Indië, en sloot
zich aan bij het betoog van den heer
Keuchenius aangaande de Atjehsche be-
stuursverandering. De heer Oorver Hooft
wilde onder de tegenwoordig&Nynstandig-
heden differentiëele rechten om handel eu
nijverheid te steunen. Ook de heer Van
Nispen deelde dien wensch; van do heffing
ter vervanging der heerendiensten verwachtte
hij slechts misrekening. Donderdag kwam
de Minister aan het woord. Hij verdedigde
de Indische Regeering, noemde den toestand
der Indische financiën niet zorgwekkend,
verdedigde de uitgaven voor openbare wer
ken als komende ten voordeele der bevol
king, en verdedigde eveneens de afschaffing
der pantjèn-diensten.
I Voor onzen invloed ter noordkust van
Borneo wordt door kruisers gewaakt. Recht
hebben we daar niet. Het door Engeland
thans verleend „charter” draagt geheel een
privaat karakter.
De invoering van het civiel bestuur op
Atjeh geschiedde alleen om staatkundige
redenen. Waar is het verhaal van Der
Kinderen dat generaal Van der Heijden
aangespoord is om ontslag te nemen, maar
dat was onkel ter wille van het prestige
van ons gezag, daar hij te Batavia in een
strafproces als getuige had moeten optreden
wegens mishandelingen van onder hem
staande ambtenaren.
Overeenkomstig de toezegging, door den
Minister van Koloniën gedaan in de verga
dering van do Tweede Kamer van 7 Octo«
ber 1881, is thans van regeeringswege, voor
zooveel noodig, openbaarheid gegeven aan
de stukken, betreffende het ontstaan van
don oorlog met Atjeh, welke in 1874, voor
deel onder voorwaarde van geheim-
aan de Staten-Generaal zijn mede-
We kunnen beginnen met onze lezers het
„groote Ministerie” in Frankrijk voor te
stellenwaarvan Gambetta het hoofd is.
De bijnaam „Grand Ministère”, zooals de
Fransche bladen het nieuwe kabinet deels
in ernstdeels spottenderwijze noemen
heeft dubbele beteekenis. Het telt t^ee
leden meer dan tot nog toe het geval was
daar Schoone kunsten en Landbouw elk
tot een afzonderlijk departement verheven
zijn, en heeft de groote Gambetta tot hoofd.
Dit laatste zegt alleswant hoewel de nieuwe
ministers slechts twee zijn gebleven
allen hun naam met eere dragen en zich
op de eene of andere wijze onderscheidden
op politiek gebied moeten zij hunne sporen
nog verdienen.
Dat een Say als financier en een Freycinet
als diplomaat niet behouden zijn is zeer goed
begrijpelijkals men kennis neemt van het
programma der nieuwe regeering. Dit draagt
geheel den stempel van haar hoofd.
Het scrutin de liste zal bij leven en wel
zijn eene voorwaarde die hier zeer van
pas is worden doorgevoerd met behulp
van een hervormden Senaat. Overigens in
alles gematigde vooruitgang, op het voet
spoor der voorgangersen vrede met ieder
een. De premier Minister van Buitenland-
sche Zaken, heeft zich gehaast, dit laatste
ook aan de Buitenlandsche Mogendheden te
verzekeren en aan de vervanging van St.
Vallier en Ohanzy als gezanten dient dan
ook voorloopig geen vijandige beteekenis
gegeven te worden. Laatstgenoemde zal
waarschijnlijk de opvolger van Albert Grevy
als gouverneur van Algerië worden en daar
door wat in de bestaande omstandigheden
wel noodig schijnt het militair element
aldaar meer op den voorgrond geplaatst
worden. De stand van zaken in Tunis is
in do laatste dagen nog ongunstiger gewor
den door den slechten gezondheidstoestand
der troepeneen gevolg van het klimaat en
het jaargetijde. Een der laatste voorstellen
der afgetreden regeering was dan ook de
aanvrage van 28 millioen francs tot voort
zetting der expeditie. Dit althans is een
minder aangenaam erfstuk van het vorige
Kabinet. Den Bey begint het leventje
intusschen braaf moede te worden; hij
moet er zeer ernstig aan denken zijne aan
spraken te verkoopen. Het protectoraat zou
dan niet van langen duur zijn.
In een bericht uit Constantinopel is er
sprake van een nieuw Engelsch protecto
raat, dat in aantocht zou zijn. Een der
grootste geestelijke opperhoofden, Abdul
Mantuleff Effendi, Kalif van Mekka, af
stammeling van den ouderen tak der Sul
tans, zou n.l. eene beweging leiden om
Arahi, Vazalstaat van Turkije, tot een on
afhankelijk Rijk te vormen, onder bescher
ming van Engeland. Het is haast niet te
denken, dat Gladstonedie zoozeer opkwam
tegen de annexatie en bemoeizucht van zijn
voorganger, nu diens voetstappen zou druk
ken. En dat nog wel terwijl in Ierland
en Zuid-Afrika nog zooveel te regelen valt.
Want is de vrede tusschen pachters en
landheeren in Ierland eenmaal hersteld en
hiervoor is slechts een eerste stap gedaan
dan vereischen tal van zaken nog be
tere regeling. Intusschen neemt hot aantal
pachters, die de tusschenkomst van het
Hof kunnen inroepen, steeds toe, en het
gevolg er van is, dat reeds menige landheer
uit eigen beweging tot verlaging der pacht
sommen overgaat.
Het gerucht dat Von Bismarck als Rijks-
kanselier van het Duitsche Rijk ontslag
zou vragen'tengevolge van den teleurstel
lenden uitslag der verkiezingen, heeft plaats
gemaakt voor het on-dit, dat hij rechts of
links eene meerderheid tracht te vormen,
geneigd om de Regeering te steunen. Na
tuurlijk zal altijd als voorwaarde gelden:
water in den wijn doeniets waarvan de
Rijkskanselier nu zoo afkeerig niet is.
De Torksch-Grlekscho grensregeling is
met de overgave van Volo nu eindelijk
geheel voltooid.
Het proces tegen Guiteau in Amerika is
aangevangen. Het groote aantal getuigen
voorspelt een langen duur.
SKATEN- GENERAAL.
Tweede Kamer. In de zitting van Maan
dag nam de heer Rutgers van Rozenburg,
na beëediging, zijn zetel in. De Kamer
besloot op een nader te bepalen dag de
interpellation te doen houden, die van
den heer Bergsma over het regeeringsbevel
tot sluiting der openbare vermakelijkheden
bij het overlijden van Z. K. H. Prins Fre-
derik; van den heer Van Houten over de
eedsquaestie. Tegen het laatste bestond
bezwaar bij de heeren Van Delden, Roëll
en Heijdenrijck, die de interpellatie over
bodig achtten na de vroegere verklaringen
des Ministers van Justitie on in afwachting
van de conclusie op het verzoekschrift van
den heer Hartogh Hey'si. De heer Van
Houten verklaarde, dat hij slechts de in
troductie tot een motie bedoelde, en de ver
gunning werd verleend met 42 tegen 19
stemmen.
IjlezG Courant vrordt geregeld lederen Zaterdag-middag
Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70. Franc
O-Ï -2- 0,80. Men kan zich abonneert
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders, j
Nu, dat ales is dan ook trouw gedaan.
Toen ik bij i len commissaris kwam
het weinig ik kreeg nog een standje
mijn ramen had. De man begreep niet,
hét toezicht over zijn personeel
inkeeren. Wat verder die ken-
een week later sprak ik
mdkashouder, en vroeg hem
en dien dag geen bericht
van een vermist horloge?
Toen ik bij den commissaris kwamen een
krachtig ond erzoek dorst vragen, scheelde
«A F .1. I, nzxr* rkzrn otartzll..
omdat ik gten luiken met ijzeren bouten
aan ‘*"a n" 1-
dat er aan ht
iets kon mar.^^..
nisgeving betreft
toevallig een goi
of hij op diep en dien dag geen
had ontvangeri v""
kO ja wel; we krijgen dikwijls een agent
aan huis, die óns zoo’n opgave van gestolen
voorwerpen vobr ngezien” laat teekenen I”
•En weet je nu het nommer, opdat, als
het ding je te koop wordt geboden, ge er
werk van kunt maken?”
•Wel neen we houden daar geen aan-
teekening van! Er is wel wat anders te
doen.”
Ik was versuft. Toen ik dat den inspec
teur mededeelde zei hjj: »Ja, er zyn er
wel die dat doen, maar verplicht is het
niet. Daar kan de politie niets aan doen 1”
Sedert is er in den stand dier quaestie
geen verandering gekomen.
Nu wat anders. Een poos later gebeurde
het dat ik een werkjongen, die zich door
luiheid en brutaliteit onderscheidde, van
den winkel joeg. Toen hij zijn biezen pakte,
riep hij woedend: Wacht, jou leeiyke
dikbuik, ik zal je wel krijgen!”
Nu moet ik erkfenneó, dat ik werkelijk
zekeren aanleg tot corpulentie schyn te be
zitten, wat vooral ujtKomt als ik in uniform
ben. Maar wat bad die deugniet daarmee
te maken?
Het scheldwoord was toevallig door een
paar straatjongens gehoord. Toen ik den
volgenden dag, ’t was Zondag, ging wan
delen, hoorde ik achter mij een geschreeuw:
Dikbuik, dikbuik 1” Later herhaalde zich
dat eenige malen. Eens geschiedde het,
dat een politie agent op tien schreden af-
stands stond; de man beschouwde aan
dachtig de lucht, en merkte niets van ’t
geen rondom hem op het aard-oppervlak
voorviel. Natuurlijk wilde ik hem in zijn
misschien zeer belangrijke weerkundige
waarnemingen niet storen. Doch ik ging
klagen aan het bureau. De inspecteur,
('t was niet dezelfde van vroeger,) zei
•Ja, wat zal ik u daarvan zeggen; ’t zijn
rekels, dat zijn het, maar we kunnen ze
daarvoor niet ontbieden. Hadden ze u
bijvoorbeeld uitgescholden voor smeerlap,
en hadt ge er voldoende getuigen by, dan
zouden we proces-verbaal kunnen opmaken.
Maar dikbuik ziet u, daar kan de politie
niets aan doen.”
SindS' dien tijd heb ik hetzelfde genot
meermalen gesmaakt; ik doe nu maar net
of er een hond tegen mij blaft.
Nog wat later stonden een paar straat
jongens aan weerszijden van de gracht hun
behendigheid te toonen door elkander met
steenen te gooien. Een steen trof myn
raam en verbiyzelde een rflit. Ik kwam
juist aan denzelfden kant der gracht, waar
de snuiter was, aanloopen, en zag hem het
hazenpad kiezen. Ik hield hem goed in
bet oog; hy vluchtte de steeg in en een
huisje binnen.
•Is de knaap, die daar binnen is geko
men, uw zoon?’ vroeg ik aan de ouders,
nadat ik had aangeklopt.
•Ja, en wat zou dat?”
Hij heeft een ruit bij mij ingegooid.”
•Kom, je bent mal, dat doet hij nooit.
Is ’t wel, Simon?”
Simon zei met het strakste gezicht van
de wereld: »Ikke? ’k Weet nergens van!”
•Zie je wel, hij weet nergens van, de
stakkert! Je hebt een verkeerde voor,
hoor je!”
Ik vertrok, en ging alweer naar’t bureau.
Hebt u er getuigen bij?”
•Wel neen, toevallig was er niemand
dan de twee jongens.”
•Hun neen is net zoo goed als uw ja.
De politie kan daar niets aan doen.”
Nog tweemaal daarna heb ik dezelfde
uitdrukking gehoord, daarna gaf' ik het op.
De eerste inaai was toen ik klaagde dat
een vuilnisschuit altijd vlak voor mijn deur
werd geladen, zoodat ik allen mogelijken
hinder had van stank en stof. De straat
was vry, de politie kon daar niets aan doen.
De tweede keer, toen ik kwam mopperen
over de lydelijke houding tegenover een
snuiter in myn buurt, die des avonds laat
allerlei burengerucht maakte,
kon niet voor dien vent alle»
staan enz.
En waarom schryf ik u dat alles nu?
Vooreerst om myn gemoed te luchten.
Ten tweedeer worden tegenwoordig
nogal eens prijsvragen uitgeschreven, soms
over dingen waar geen meiisch wa^om
geeft. Zoudt u niet kunnen en willen voor
stellen, eens een sommetje uit te loven
voor het beste antwoord op een vraag on
geveer van dezen inhoud:
•Waar kan, in ons dierbaar vaderland,
de politie wèl wat aan doen?”
Uw Dienaar,
Barend de Schutter.
meel