1881. Zondag 20 November. N#. 649. 4 [NES Gorincbem 4 uur. IABKT LSCHHEID nstig bekende -Borst-Honig IER te Mainz. te Koop, takaan de Stal- k, Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht. HOOP, BLOM, te Gouda. Dinsdag rember, dagen van ■INDEN, eelkundige. fC, rdijk, b winst kan inco en geeft mtie. >EN- DHEM. TWEEDE BRIEF BUITENLAND. Overzicht. "^SnnenlandT i tte van 3 pCt conditie der of bij gedeel- SCHOONHOYENSGHE COURANT. S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven, Uitgevers. lag verzonden. __w_.ïco per post door het geheele rijk 0,80. Men kan zich abonieeren bij alle De politie jen op post II Ngmegen. zijn te ver- IM op beide dagen naar 8CHOON- E DIRECTIE. honig gebruikte lene langdurige igaat, niet be- daarnaar niet ezigt, AL, Notaris. b Hage. 308. Zonder Tanden. ik onafgebroken bezocht heb en reken te Schoon- DEN HOED. lewater bij den les voormiddag» i Dinsdag 15 ran de Stations wen hebben, moe- 12 November ven en de vracht Is, Heppin- Marienbad, •g, Püllna- anz Josef- 1, Célestins in. ngn hartelgken stekend genees* ütdebesto igbaarsljn. t S47, >t incaseeeren f ik 1. Dienaar, IENDRIK8. DSOHE DRUI- P-HONIG alleen baar in flesschen 1 en 65 Cent, capsule met ne- briekstempel, te 1. Wolff 4 Zn.; Gorinchem bij t bij J. D. den VlasveldLek- rre; Oudewater ilwijk bjj C. G. der iet op hier- wSÜaSlK nboot „8CHOON- leid vad boven- p Noord-Borneo onder land, en wenschte op- .ag van het civiel innen der Regeering ng voor Indië achtte 'insel dor financiëele ag van hoerendien- der Javanen. De op tegeit van net In- 1 aan onmacht tot dringende behoeften. een houding, gedeeld. Z. M. heeft C. L. Klein, ont vanger der dir. bei. en acc. te Ouderkerk aan den IJsel c. a., benoemd tot ontvanger derzelfde middelen te Dassen c. a. De gemeenteraad van ’s Gra- venhage heeft besloten het groot stedelijk Badhuis io Scheveningen te verkoopen tot een prijs niet minder dan f 500.000. —Op de groote naj aarskoemarkt, in deze week te Hoorn gehouden, werden ongeveer 7000 stuks vee aangevoerd, over het algemeen van de beste qualiteit. De handel was over het geheel vlug en er werden voor de eerste qualiteit hooge prij zen besteed. Nadat de heeren J. en K. Smit hunne scheepstimmerwerf te Kinderdijk sedert eenige weken met electrische lampen aan den Schrijver der Hoofdartikelen. FKaarde Heer! Toen ik, een week of zes geleden, aan mijn epistel over de Schutterij een plaats zag ingeruimd op de eerste bladzijde der Schoonhovensche Courant, werd ik, men moge ’t gek vinden zooveel men wil, een heel klein beetje trotsch. Mijn goede vrouw lachte my er over uitmaar zij weet natuurlijk niet welk een geheimzinnige be koorlijkheid er in ligt, zich gedrukt te zien. U ziet daaruitdat zij goddank niet behoort tot de klasse der zoogenaamde geëmanci peerde dames,anders zou zy dit gevoel van zelfvoldoening reeds sinds lang bü er varing kennentrouwenswat zou ook een eenzaam schutter en meesterknecht op een grofsmederij met zoo iemand uitvoeren? Wie zou myn kousen stoppen, myn eten klaarmakende kinderen rein houden, als mijn dierbare wederhelft Vergaderingen ging bywonenbriefwisseling voerenrap porten opstellen en af en toe een courant artikel samenstellen? Maar ter zake, ’t Gebeurt weleens meer, dat ik iets in de hersens meen te hebben dat ik gaarne op mijn manier onder de oogen van het groote publiek zou brengen, als de gelegenheid my slechts openstond. Ook nu is dit het gevalofschoon het din gen betreft die niet rechtstreeks met myn vakken schutteren en smeden in ver band staan, ’k Zal maar weer den vroeger ingeslagen weg volgenen er wellicht later op voortkuierenals u denkt dat het mooi genoeg isdat by voorbeeld het publiek mij vervelend gaat vinden, wees zoo goed en roep dan maar eventjes: Unit n-of >Op de plaatsrust!” en ik schel er on- middellijk uit. ’k Zal er evenmin nydig om worcteji als die aartsbisschop, van wien ik Gilblas heb gelezen, die den laatste ver zocht hem een wenk te geven als zyn preeken niet meer in den smaak der toe hoorders vielen. Zooals u misschien weet of niet weet, woon ik sedert eenige jaren in een tame lijk groote stad. Welnu, in die weinige jaren heb ik het al drie of vier maal te kwaad gehad met de politie. Gij zult mis schien denkendat zulks niet in myn voor deel pleit. «Toch zou dat onbillyk zyn. Willens en wetens doe ik nooit eenig ster- .veling kwaad; misbroik van sterken drank maak ik nooit, zelfs op geen schutterlyke inspectiedagen of als de Koning jarig is; de plaatselyke verordeningenwier naam is legio want ze zijn vele I tracht ik zooveel mogehjk in acht te nemenen mijn drukke werkzaamheden zyn oorzaakdat ik mij nooit aan visscherij-overtredingen kan schul dig maken. Kortom, ik ben in elk opzicht een rustig burgertje, en dat hoop ik te blijven tot aan myn jongsten snik. Hoe het dan komt, dat ik met de po litie niet altyd op den besten voet ben ge bleven? Laat mij het u in korte trekken vertellen. Een paar jaar geleden, 'smorgens vroeg in myn voorkamer tredende, zag ik er iets vreemds. De bloempotten, die altyd voor het raam stonden, waren verwyderd, en geen van myn huisgenooten wist daar iets van. Toen herinnerde ik mydat ik den vorigêh avond mijn horloge op tafel had laten liggengekeken ja wel’t was er geweestNu begreep ik er aanstonds alles van. Ik op hooge beenen naar ’t bureau van politie. Een slaperige agent bracht mij geeuwende bij een dito inspecteur; deze hoorde half soezend myn aangifte aan, teekende haar opliet mij een beschrijving geven van het vermiste voorwerp't num mer staat nog in myn zakboekje, dat is ’t eenige wat ik er van heb, helaas! en beloofde dat hij spoedig eens zou komen kyken. Een paar uur later verscheen ZEd. om een onderzoek »in loco” in te stellen, constateerde de voetstappen op het vloer kleed, sprak als zyn oordeel uit dat de dief eerst het raam zou hebben opgescho ven, daarna de bloempotten, die hem in den weg stonden, eenige schreden verder' in het water gesmetenwerkelijk zyn ze een maand of drie later door een bagger man opgevischten toen was ingeklom men, >Maar vroeg ik"j hoe is het mo gelijk dat de nachtpolitie daar niets van heeft bespeurd? Al dat werk kan toch maar niet in een oogenblik gedaan zyn, en er gaan toch rondes?” •Hoor eens, vriend,” was het ant woord >je had je ramen secuurder moe ten sluiten.” Dat was ik met hem eens, doch waagde de opmerkingdat de roeping der politie is, diefstallen te verhinderen, of, zoo dat niet was geschied, den dader op te sporen. •Dat laatste zal niet gemakkelijk gaan; oen horloge wordt zonder moeite wegge- moffeld. We zullen aan alle uitdragers en goudkashouders bericht sturen. Ook zal uw aangifte in het politieblad geplaatst worden. Voorts komt ge van avond om zes uur op het bureau om het proces-ver- baal te teekenen. Meer kan de politie er niet aan doen.” hadden verlicht, hebben zij die verlichting ook op hunne werf te Krimpen aan de Lek aangebracht, voorloopig daar met ééne lamp, die zóó goed voldoet, dat het grootste gedeelte van het werkvolk op de verschil lende plaatsen van de werf hunne werk zaamheden evenals bij daglicht voortzetten. Wegens slapte in de werk zaamheden zijn aan het etablissement „Feyenoord” te Rotterdam in bet begin dezer week ruim 50 werklieden ontslagen. Te Amsterdam wordt in de Amstelstraat een panopticum (een soort wassenbeeldenspel) gebouwd. Daarin zal aan de afbeeldingen van de generaals Van der Heijden en jhr. Verspyck eene eervolle plaats worden gegeven. De directie van de Panopticum-maatschappij wacht het ant woord van Z. M. onzen Koning af, of het hem al dan niet welgevallig zou zijn, daarin te worden geplaatst. Z. K. H. Prins Fre- derik zal worden voorgesteld als veldmaar schalk, Prins Hendrik als admiraal der vloot, met den keten van het Gulden Vlies, die in Parijs wordt vervaardigd, en de Prins van Oranje (te Parijs overleden) in zijn uniform van kolonel der huzaren. Het benoodigd kapitaal om ook te ’s-Hage een panopticum te stichten, is reeds bij elkaar. Men zoekt naar een geschikt terrein. De inrichting der diaconessen te Utrecht heeft Maandag een groot verlies geleden door het overlijden harer directrice Swellengrebel, die sohier al hare krachten aan die inrichting wijdde. Blijkens een bij het Departe- ment van Koloniën ontvangen telegram van den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch Indië, neemt de cholera af te Soerabaija, Samarang on Batavia, doch heerscht zij hevig te Demak, Sidajoe, Grissce, Malang, Soerakarta en Kandong. De veeartsen, belast met de uitvoering der buitengewone maatregelen tegen de longziekte in het spoelingdistrict, hielden zich heden onledig met een micros copisch onderzoek in te stellen naar eene ziekte onder het rundvee bij een veehouder te Overschie. Bij dit onderzoek bleek, dat de aanwezige ziekte miltvuur was, terwijl de miltvuur-bacterie (bacillus anthracis) vooral duidelijk aantoonbaar was met den condensor van professor Abbe. Het vleesch van een reeds gestorven rund werd onscha delijk gemaakt. Door do Arr.-Rechtbank te Rotterdam zijn 11. Dinsdag veroordeeld: G. v. d. B., werkman te Berg-Ambacht, beklaagd van beleediging van een bedienend beambte, tot f 15 boete. A. P. 8., korenmolenaar te Lekkerkerk, beklaagd van beleediging van een magi straatspersoon en bedienend beambte tot 15 dagen gev. cell, en f8 boete. Het Prov. Kerkbestuur van Zuid-Holland heeft, bij een uitvoerig vonnis, uitspraak gedaan in de zoo algemeen be kende Gorkumsche aannemings-kwestie. Daaraan is het volgende ontleend: 1°. dat in casu noch uit het ingediend beklag, noch bij het persoonlijk onderzoek is gebleken, waarin de kennis der leerlingen van den heer W. Zegers te kort schoot; dat geene bijzonderheden opgenoemd of aan gegeven zijnwelke zij zouden hebben moe ten weten, maar dat het eenige voorbeeld van onvoldoende kennis, het antwoord be treft, op eene vraag naar het lijden van Jezus, die naar de eigen verklaring der ouderlingen, wat het geschiedkundig over zicht betrof, vrij goed, maar wat de betee- kenis voor de geloofsleer aanj antwoord werd, óók omdat verder is onderzocht; dat de ouderlingen mitsdien in gebreke gebleven zijn met bewijzen het onvoldoende der kennis van de leerlingen van den pre dikant W. Zegers te staven; terwijl hun kennis daarentegen door den kerkeraad der Hervormde gemeente te Hardinxveld voor meer dan voldoende bevonden werd; overwegende, dat de handelwijze der meer genoemde ouderlingen, hunne onge schiktheid voor het bekleeden hunner ker kelijke bediening dermate aanwijst, dat er alleszins grond voor zou zijn om hen ter zake van verstoring van orde en rust in de gemeente en van vergrijp in de uitoefening van hunne kerkelijke betrekkingen te ont zetten van hunne bediening; overwegende evenwel, dat als verzach tende omstandigheid kan in aanmerking genomen worden het feit, dat zij voor het eerst bij eene aanneming adsisteerden en door wel meenendenofschoon kwalijk be stuurden ijver gedreven werden, terwijl men hopen mag, dat zij, thans terecht gewezen, zich voortaan wachten zullen voor alle onberaden handelingen, en dat ook de geest van het Reglement van Kerkelijk opzicht en tucht, de toepassing van minder strenge tuchtmiddelen veroorlooft; verklaart de ouderlingen J. Kortenhoeven, O. F. Van Mill, J. D. De Kruyf, M. A. Den Dekker en D. Van der Veer schuldig aan verstoring van orde en rust en aan vergrijp in de uitoefening hunner kerkelijke betrekking geeft hun dientengevolge eene berisping; overwegende wat de handelingen van Prijs der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels f 0,50. Iedere regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending francoen uiterlijk tot Zaterdags-voormiddags te 10 uren. Alle binnenlandsche Advertentiën,' waarvan de plaatsing 3 maal wordt opgegevenworden slechts 2 njéal in rekening gebracht De algemeene beraadslagingen over de Indische begrooting werden geopend door den heer Wintgens, die o. a. sprak over de gevaren van de uitbreiding van don Islam 1 voor ons gezag, getuigen de toenemende bedevaarten naar Mekka, waarvan hij ook in een sanitair belang het verbod in over weging gaf; over de voorgestelde afschaffing der pantjèndiensten, die hij ontried; over de toeneming van vrije cultuur, van parti culiere industrie, waardoor z. i. de finan- ciëele belangen der schatkist worden bena deeld. De heer Bahlmann bepleitte de we derinvoering van differentiëele rechten. De vergadering van Dinsdag begon met een plechtig afscheid van den aftredenden griffier, Mr. D. Veegens en den commies griffier Mr. P. A. W. Gort Van der Linden en installatie van hun opvolgers, Mr. J. D. Veegens en Mr. Zillesen. Bij de voortge zette behandeling der Indiscne begrooting bepleitte de heer Kool de noodzakelijkheid van een voldoende organisatie van het In dische leger. De heer Keuchenius verklaarde zich tegen belemmering van de bedevaarten naar Mekka, besprak de vestiging van den heer Van Overbeck op bescherming van Engeland, e. helderingen over de invoering bestuur in Atjeh. De plannen ten aanzien van de leeninj hij in strijd met het begh eenheid, de afschaffing sten togen de belangen c heer Van Dedem (Hoorn) kwam de verregaande bureaucratie disch bestuur, gepaard voorziening in dringende Donderdag drong de heer Bastert aan op matiging in het aanleggen van openbare werken in Indië, met het oog op den finan- ciëelen toestand. De heer Gleicbman be handelde de vlottende schuld; het bedrag van 25 millioen, dat de Regeering daarvoor hoeft bepaald, kwam hem te hoog voor. Ook wees hij op de behoefte aan meerdere zilver-circulatie. De heeren Van Gennep en Do Bruijn Kops bestreden den wensch van den heer Bahlmann tot herstel van beschermende rechten; de heer Rutgers van Rozenburg noemde het begrootingsrecht der Kamer ten aanzien van Indië een illusie, omdat er toch ieder jaar buitengewone cre- dieten worden geopend. Dat credietenstelsei zou hij gaarne zien vervallen. De heer Van der Hoeven betoogde de hooge nood zakelijkheid van de voorgestelde openbare werken, en verklaarde zich sterk vóór de afschaffing der pantjèn-dionsten. De heer De Casembroot drong aan op verbetering van het marine-materieel in Indië, en sloot zich aan bij het betoog van den heer Keuchenius aangaande de Atjehsche be- stuursverandering. De heer Oorver Hooft wilde onder de tegenwoordig&Nynstandig- heden differentiëele rechten om handel eu nijverheid te steunen. Ook de heer Van Nispen deelde dien wensch; van do heffing ter vervanging der heerendiensten verwachtte hij slechts misrekening. Donderdag kwam de Minister aan het woord. Hij verdedigde de Indische Regeering, noemde den toestand der Indische financiën niet zorgwekkend, verdedigde de uitgaven voor openbare wer ken als komende ten voordeele der bevol king, en verdedigde eveneens de afschaffing der pantjèn-diensten. I Voor onzen invloed ter noordkust van Borneo wordt door kruisers gewaakt. Recht hebben we daar niet. Het door Engeland thans verleend „charter” draagt geheel een privaat karakter. De invoering van het civiel bestuur op Atjeh geschiedde alleen om staatkundige redenen. Waar is het verhaal van Der Kinderen dat generaal Van der Heijden aangespoord is om ontslag te nemen, maar dat was onkel ter wille van het prestige van ons gezag, daar hij te Batavia in een strafproces als getuige had moeten optreden wegens mishandelingen van onder hem staande ambtenaren. Overeenkomstig de toezegging, door den Minister van Koloniën gedaan in de verga dering van do Tweede Kamer van 7 Octo« ber 1881, is thans van regeeringswege, voor zooveel noodig, openbaarheid gegeven aan de stukken, betreffende het ontstaan van don oorlog met Atjeh, welke in 1874, voor deel onder voorwaarde van geheim- aan de Staten-Generaal zijn mede- We kunnen beginnen met onze lezers het „groote Ministerie” in Frankrijk voor te stellenwaarvan Gambetta het hoofd is. De bijnaam „Grand Ministère”, zooals de Fransche bladen het nieuwe kabinet deels in ernstdeels spottenderwijze noemen heeft dubbele beteekenis. Het telt t^ee leden meer dan tot nog toe het geval was daar Schoone kunsten en Landbouw elk tot een afzonderlijk departement verheven zijn, en heeft de groote Gambetta tot hoofd. Dit laatste zegt alleswant hoewel de nieuwe ministers slechts twee zijn gebleven allen hun naam met eere dragen en zich op de eene of andere wijze onderscheidden op politiek gebied moeten zij hunne sporen nog verdienen. Dat een Say als financier en een Freycinet als diplomaat niet behouden zijn is zeer goed begrijpelijkals men kennis neemt van het programma der nieuwe regeering. Dit draagt geheel den stempel van haar hoofd. Het scrutin de liste zal bij leven en wel zijn eene voorwaarde die hier zeer van pas is worden doorgevoerd met behulp van een hervormden Senaat. Overigens in alles gematigde vooruitgang, op het voet spoor der voorgangersen vrede met ieder een. De premier Minister van Buitenland- sche Zaken, heeft zich gehaast, dit laatste ook aan de Buitenlandsche Mogendheden te verzekeren en aan de vervanging van St. Vallier en Ohanzy als gezanten dient dan ook voorloopig geen vijandige beteekenis gegeven te worden. Laatstgenoemde zal waarschijnlijk de opvolger van Albert Grevy als gouverneur van Algerië worden en daar door wat in de bestaande omstandigheden wel noodig schijnt het militair element aldaar meer op den voorgrond geplaatst worden. De stand van zaken in Tunis is in do laatste dagen nog ongunstiger gewor den door den slechten gezondheidstoestand der troepeneen gevolg van het klimaat en het jaargetijde. Een der laatste voorstellen der afgetreden regeering was dan ook de aanvrage van 28 millioen francs tot voort zetting der expeditie. Dit althans is een minder aangenaam erfstuk van het vorige Kabinet. Den Bey begint het leventje intusschen braaf moede te worden; hij moet er zeer ernstig aan denken zijne aan spraken te verkoopen. Het protectoraat zou dan niet van langen duur zijn. In een bericht uit Constantinopel is er sprake van een nieuw Engelsch protecto raat, dat in aantocht zou zijn. Een der grootste geestelijke opperhoofden, Abdul Mantuleff Effendi, Kalif van Mekka, af stammeling van den ouderen tak der Sul tans, zou n.l. eene beweging leiden om Arahi, Vazalstaat van Turkije, tot een on afhankelijk Rijk te vormen, onder bescher ming van Engeland. Het is haast niet te denken, dat Gladstonedie zoozeer opkwam tegen de annexatie en bemoeizucht van zijn voorganger, nu diens voetstappen zou druk ken. En dat nog wel terwijl in Ierland en Zuid-Afrika nog zooveel te regelen valt. Want is de vrede tusschen pachters en landheeren in Ierland eenmaal hersteld en hiervoor is slechts een eerste stap gedaan dan vereischen tal van zaken nog be tere regeling. Intusschen neemt hot aantal pachters, die de tusschenkomst van het Hof kunnen inroepen, steeds toe, en het gevolg er van is, dat reeds menige landheer uit eigen beweging tot verlaging der pacht sommen overgaat. Het gerucht dat Von Bismarck als Rijks- kanselier van het Duitsche Rijk ontslag zou vragen'tengevolge van den teleurstel lenden uitslag der verkiezingen, heeft plaats gemaakt voor het on-dit, dat hij rechts of links eene meerderheid tracht te vormen, geneigd om de Regeering te steunen. Na tuurlijk zal altijd als voorwaarde gelden: water in den wijn doeniets waarvan de Rijkskanselier nu zoo afkeerig niet is. De Torksch-Grlekscho grensregeling is met de overgave van Volo nu eindelijk geheel voltooid. Het proces tegen Guiteau in Amerika is aangevangen. Het groote aantal getuigen voorspelt een langen duur. SKATEN- GENERAAL. Tweede Kamer. In de zitting van Maan dag nam de heer Rutgers van Rozenburg, na beëediging, zijn zetel in. De Kamer besloot op een nader te bepalen dag de interpellation te doen houden, die van den heer Bergsma over het regeeringsbevel tot sluiting der openbare vermakelijkheden bij het overlijden van Z. K. H. Prins Fre- derik; van den heer Van Houten over de eedsquaestie. Tegen het laatste bestond bezwaar bij de heeren Van Delden, Roëll en Heijdenrijck, die de interpellatie over bodig achtten na de vroegere verklaringen des Ministers van Justitie on in afwachting van de conclusie op het verzoekschrift van den heer Hartogh Hey'si. De heer Van Houten verklaarde, dat hij slechts de in troductie tot een motie bedoelde, en de ver gunning werd verleend met 42 tegen 19 stemmen. IjlezG Courant vrordt geregeld lederen Zaterdag-middag Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70. Franc O-Ï -2- 0,80. Men kan zich abonneert Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders, j Nu, dat ales is dan ook trouw gedaan. Toen ik bij i len commissaris kwam het weinig ik kreeg nog een standje mijn ramen had. De man begreep niet, hét toezicht over zijn personeel inkeeren. Wat verder die ken- een week later sprak ik mdkashouder, en vroeg hem en dien dag geen bericht van een vermist horloge? Toen ik bij den commissaris kwamen een krachtig ond erzoek dorst vragen, scheelde «A F .1. I, nzxr* rkzrn otartzll.. omdat ik gten luiken met ijzeren bouten aan ‘*"a n" 1- dat er aan ht iets kon mar.^^.. nisgeving betreft toevallig een goi of hij op diep en dien dag geen had ontvangeri v"" kO ja wel; we krijgen dikwijls een agent aan huis, die óns zoo’n opgave van gestolen voorwerpen vobr ngezien” laat teekenen I” •En weet je nu het nommer, opdat, als het ding je te koop wordt geboden, ge er werk van kunt maken?” •Wel neen we houden daar geen aan- teekening van! Er is wel wat anders te doen.” Ik was versuft. Toen ik dat den inspec teur mededeelde zei hjj: »Ja, er zyn er wel die dat doen, maar verplicht is het niet. Daar kan de politie niets aan doen 1” Sedert is er in den stand dier quaestie geen verandering gekomen. Nu wat anders. Een poos later gebeurde het dat ik een werkjongen, die zich door luiheid en brutaliteit onderscheidde, van den winkel joeg. Toen hij zijn biezen pakte, riep hij woedend: Wacht, jou leeiyke dikbuik, ik zal je wel krijgen!” Nu moet ik erkfenneó, dat ik werkelijk zekeren aanleg tot corpulentie schyn te be zitten, wat vooral ujtKomt als ik in uniform ben. Maar wat bad die deugniet daarmee te maken? Het scheldwoord was toevallig door een paar straatjongens gehoord. Toen ik den volgenden dag, ’t was Zondag, ging wan delen, hoorde ik achter mij een geschreeuw: Dikbuik, dikbuik 1” Later herhaalde zich dat eenige malen. Eens geschiedde het, dat een politie agent op tien schreden af- stands stond; de man beschouwde aan dachtig de lucht, en merkte niets van ’t geen rondom hem op het aard-oppervlak voorviel. Natuurlijk wilde ik hem in zijn misschien zeer belangrijke weerkundige waarnemingen niet storen. Doch ik ging klagen aan het bureau. De inspecteur, ('t was niet dezelfde van vroeger,) zei •Ja, wat zal ik u daarvan zeggen; ’t zijn rekels, dat zijn het, maar we kunnen ze daarvoor niet ontbieden. Hadden ze u bijvoorbeeld uitgescholden voor smeerlap, en hadt ge er voldoende getuigen by, dan zouden we proces-verbaal kunnen opmaken. Maar dikbuik ziet u, daar kan de politie niets aan doen.” SindS' dien tijd heb ik hetzelfde genot meermalen gesmaakt; ik doe nu maar net of er een hond tegen mij blaft. Nog wat later stonden een paar straat jongens aan weerszijden van de gracht hun behendigheid te toonen door elkander met steenen te gooien. Een steen trof myn raam en verbiyzelde een rflit. Ik kwam juist aan denzelfden kant der gracht, waar de snuiter was, aanloopen, en zag hem het hazenpad kiezen. Ik hield hem goed in bet oog; hy vluchtte de steeg in en een huisje binnen. •Is de knaap, die daar binnen is geko men, uw zoon?’ vroeg ik aan de ouders, nadat ik had aangeklopt. •Ja, en wat zou dat?” Hij heeft een ruit bij mij ingegooid.” •Kom, je bent mal, dat doet hij nooit. Is ’t wel, Simon?” Simon zei met het strakste gezicht van de wereld: »Ikke? ’k Weet nergens van!” •Zie je wel, hij weet nergens van, de stakkert! Je hebt een verkeerde voor, hoor je!” Ik vertrok, en ging alweer naar’t bureau. Hebt u er getuigen bij?” •Wel neen, toevallig was er niemand dan de twee jongens.” •Hun neen is net zoo goed als uw ja. De politie kan daar niets aan doen.” Nog tweemaal daarna heb ik dezelfde uitdrukking gehoord, daarna gaf' ik het op. De eerste inaai was toen ik klaagde dat een vuilnisschuit altijd vlak voor mijn deur werd geladen, zoodat ik allen mogelijken hinder had van stank en stof. De straat was vry, de politie kon daar niets aan doen. De tweede keer, toen ik kwam mopperen over de lydelijke houding tegenover een snuiter in myn buurt, die des avonds laat allerlei burengerucht maakte, kon niet voor dien vent alle» staan enz. En waarom schryf ik u dat alles nu? Vooreerst om myn gemoed te luchten. Ten tweedeer worden tegenwoordig nogal eens prijsvragen uitgeschreven, soms over dingen waar geen meiisch wa^om geeft. Zoudt u niet kunnen en willen voor stellen, eens een sommetje uit te loven voor het beste antwoord op een vraag on geveer van dezen inhoud: •Waar kan, in ons dierbaar vaderland, de politie wèl wat aan doen?” Uw Dienaar, Barend de Schutter. meel

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1881 | | pagina 1