N\ 651.
Zondag 4 December.
1881.
deau
ilaas enz.
-S
rang.
AP:
venhage.
irpnses,
t.
a
AT,
Albums,
I,
ML
In afwachting.
Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht.
FF&Zm.
;»s
hoven,
w,
ZEN.
:rken,
men
TTPLAAT.
■vanging
Militie:
J,
VEN,
ISTEN
terd.
"2.
2.
f
IVEN.
ft
■11 b I f.»< I I-
kt
instaan. De
Ie bevoegde
fe voor
i.
tikelen
LEKEN, dat hij
zich uitgeven, dan hebbe
die voor de identiteit will
geboortebriefjes beware me
S. W. N. VAN NQOTEN te Schoonhoven,
Uitgevers.
V
maken van alle
EKEN in alle
De Vos
ontslag
rings in
r, No. 25.
e Leiden.
’a Bosch.
Nummerver-
Heer J. W.
e achting,
enaar,
IJBELS.
en do overige
Pry» der
meer 0,10.
uiterlijk tot Zaterdags-voormi
Ad vertentiën1
slechts 2 maal
q©
5T
hij van
vond.
nu eens
igen
dan
Ische
zich uitgeven, dan hebbe hjj het recht het
getuigenis in te'roepen van twee personen
rlm vnnn <1.. x- r.
SGHOOlïHOmSCHE COURANT
26 November
.ANTAARNB,
LEN, KLOK-
AMWAY- en
PHIÊN in eeno
N, ENVELOP-
in alle groot-
aoor het geheele rijk 0,80. Men kan zich abonneeren bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
rlcot, Crofcé,
T
Advertentiön: Van 1 tot 5 regels 0,50. Iedere regel
Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco, en
liddags te 10 uren. Alle binnenlandscho
vaarvan de plaatsing 3 maal wordt opgegevenworden
in rekening gebracht
len maken be-
,f heden weder
nette collectie
n ruim gesof-
llectie BOUW-
8CHEURKA-
plaats in fabriek of andere werkinrichting
hebben t jachten te veroveren.
3. Elk die arbeiders in het werk neemt,
worde verplicht bij de indiensttreding over
legging van een extract te vragen uit het
geboorteregister. Twijfelt hy of de knaap
of het meisje wel degeen is, voor wie zij
de zijde der Vergadering onder-
Hjj zou echter voortgaan op den
die liefde tot den Keizer en belang-
ing in de eenheid en den voorspoed des
s hem voorschreven.
In Terrana unjmrcr nog aittju zeer tm-
rustig. Als een bewijs hoe bespottelijk
hoog de pachters hunne eischen durven
stellen, strekt het bericht, dat een aantal
hunner 10 °/0 vermindering dor pachtsom
en kwijtschelding van de helft der ach
terstallige pacht alleen wilde aannomen,
indien allen, die krachtens die dwangwet
in hechtenis waren genomen, onvoorwaar
delijk in vrijheid gesteld werden. Het
Engeleche parlement is tegen den 7. Fe
bruari bijeengeroepen.
toriteit.
4. Voor de contróle op de uitvoering
der wet benoeme men afzonderlijke amb
tenaren die de macht hebben ten allen
tyde de werkplaats binnen te treden en
opgaven te vragen omtrent de personen
die er in dienst zjjn.
Ofschoon deze vermeerdering van amb
telijke verrichtingen weer nieuwe uitgaven
zal noodig maken, hebben we geen vrees
dat iemand die improductief zal noemen.
Het tegendeel is waar. Verhooging van het
verstandelijk peil van ons volk voert nood
wendig tot hoogere welvaart en versterkt
alzoo de draagkracht in de naaste toekomst.
Dat de taakaan bedoelde ambtenaren op
te leggen, niet gemakkelijk zal zijn; dat
zy niet slechts veel yver, maar ook veel
vastheid van karakter en takt behooren aan
den dag te leggendat alles behoeft niet
nader betoogd te worden. Dpch wat nood
Die eigenschappen zyn ons volk immers
niet zoo heel vreemd?
Er is nog meer op te merken. Aan
het slot der wet lezen wé de gebruikelijke
formule: Lasten en bevelen, dat deze iri
het Staatsblad a?l worden geplaatsten
dat alle Ministeriëele Departementen, Au- «oon
toriteiten, Oflkgiön en AmbtenareOfMien ze steèds*ter inz
zulks aangaat, atm de nauwkeurige uit
voering de hand zullen houden.” Ais het
met alle wetten zoo gaat als met deze,
dan zouden we ze byna wel kunnen missen;
althans in onderscheiden gevallen laat men
de dingen maar op hun beloop, als ware er
volstrekt niets aan te doen. En eigenlyk
ligt dat wel eenigszins in den aard der zaak.
De politie moge zoo yverig zyn als zy wil
en kan nergens staat voorgeschreven
dat zy de werkplaatsen kan binnentreden
en inzage nemen van lijsten waarop de
namen en geboortedatums der werklieden
zyn geschreven; zelfs behoeft niemand er
zulke staten op na te houden. Alleen van
overtredingendie als het ware in het oog
springen, zoodat er aan de zaak geen twyfel
kan bestaan, zou, zy proces-verbaal kunnen
maken, evenals van de handeling van een
dief op het oogenblik dat hy bezig is de
hand te steken in een opengebroken secre
taire. Wel is waar zou zy, om in den
geest des wetgevers te arbeiden, de hulp
kunnen inroepen van personen die geacht
kunnen woiden de belangen der jeugd voor
te staanwaar de Vereeniging Volksonder
wijs een afdeeling heeft, of waar men door
een plaatselijke vereeniging het schoolbe
zoek tracht te bevorderen, zou zy van de
besturen opgave kunnen vragen van de
kinderen die vóór het twaalfde jaar de
scholen hebben verlaten met aanwyzing of
er vermoeden bestaat dat zy ergens aan het
werk zyn gegaan en zoo ja, waar? Doch
zulk een samenwerking tusschen politie en
publiek is iets zoo onbestaanbaars met Ne-
derlandsche verhoudingendat wij dit denk
beeld niet'verder zullen uitwerken.
Bovendien, waar zit nu toch eigenlijk
het verschil tusschen ïdienst” in het alge
meen en »persoonlyke diensten” in het
bijzonder? Het is zeer wel mogeltfk dat
deze vraag erg gemakkelijk te beantwoorden
is, - mSar 3# pe prartyn
nogal bezwaren op te leveren. Een blikslager
heeft kleine jongens in dienst om bood
schappen te doen en om zijn winkel op te
ruimen, zooals hij zegt: is hij nu strafbaar
De man beroept zich tóch op de uitsluiting
van >persoonlyke diensten”. Een bakker
heeft knapen die het brood by de klanten
rondbrengen; persoonlijke diensten zegt hy
als de jongens iets doen in de bakkery, i
al is het maar den oven opstoken, dan is
het wat anders. Nu geven we dadelijk toe, I
dat deze opvatting volstrekt niet houdbaar
is, en bij een flinke tenuitvoerlegging ook
van de bestaande wethoe gebrekkig ook,
te vergeefs zou worden uitgepakt; doch
het is evenzeer waar, dat een groot getal
lieden de quaestie op die manier bekyken,
en dat het openbaar gezag er oogluikend
genoegen mee neemt.
Nu het wetsontwerp, door de Regeering
aangekondigdwellicht spoedig openbaar
zal gemaakt worden, wenschen wij met na
druk te wyzen op de bijzonderheden die
in de eerste plaats in aanmerking moeten
komen. Wij bepalen ons tot de behoeften
van kinderen beneden twaalf jaar,tenzij
de Regeering mocht willen besluiten, wat
BINNENLAND.
STATBN-GENERAAL.
De Tweede Kamer behandelde in haar
zitting van Maandag jl. een dertiental kleine
wetsontwerpendié allen werden aangeno
men. Benige daarvan lokten bedenkingen
uitinzonderheid was dit het geval met de
voordracht om aan Vlissingen nog gedu
rende vijf jaren de heffing van accijnzen op
Het gemaal en het gedistilleerd toe te staan.
Do discussie bestond hoofdzakelijk in een
vergelijking van den toestand van Vlissingep
met dien van Harlingende Minister be*
toogde dat de draagkracht van laatstge
noemde gemeente veel grooter was. Door
de aanneming van een amendement van den
heer De Bruijn Kops werd de vergunning
tot 3 jaar beperkt.
Dinsdag werd een aanvang gemaakt met
de plgeineene beraadslagingen over de Staats-
begrooting. De eerste spreker was de heer
Bahlmann die een aanval richtte op het
vryhandelsstelsel en op nieuw aandrong op
een onderzoek naar den actueelen toestand
onzer qyverhoid. De heer Donner besprak
de quaestie der Zondagswetten en Zondag
viering hij hoopte dat de Regeering bij
het tot stand brengen der beloofde nieuwe
wet zou letten op de belangen van post
en telegraaf beambten f>n van allen die huns
heer ^afljlfSepmfiiie aïtf«rer
begrooting de stjjging der gewone uitgaven
tegenover niet noemenswaardige vermeerde
ring van inkomsten deed hem aandringen
op bezuiniging, en op spoedige herziening
ónzer belastingen, waarbij een betere rege
ling van de financiëele verhouding tusschen
de gemeenten en het Rijk moet voorafgaan.
Sprekende over kieswetherzieningver
klaarde hij daartoe gaarne mede te willen
werkendoch had hij do keus tuspchen
hervorming van het belastingstelsel of van
het kiesrechthij zou de eerste aangrijpen.
Uitbreiding van het kiesrecht was ook het
onderwerp door den heer Vermeulen be
sproken deze werd door hem uewenscht
zönder de Grondwet te veranderenaan
vankelijk werd afschaffing der dubbelö dis
tricten herziening van de grenzen der
kiesdistricten en herziening van sommige
cijfers der kiestabel verlangd. De heer Van
Baar beschouwde het Ministerie als belast
met de taak om voor de meerderheiddie
zelve tot regeeren onbekwaam isde kastan
jes uit het vuur te halenals een kabinet
buiten de partijen. Aangaande den finan-
ciëelen toestand merkte hij opdat belas-
tingvermeerdering op zichzelf onnoodig is;
betere regeling der verhouding tusschen
rijks- en gemeentebelastingen. De heer Van
der Hoop besprak de noodzakelijkheid van
kieswetherziening en verklaarde dat onze
eeuwovereenkomstig voorspellingen vóór
100 jaar gedaan, lijdende is aan dubbelen
zelfmoord die van het individuten gevolge
der philosophic van het pessimisme die
van den Staatdoor de philosophic van het
nihilisme. Al de genoemde onderwerpen
werden nog besproken door den heer Heij-
denrijck die echter de eedquaestie de alles
overheerschende noemde en tot den Minister
van Financiën de stellige vraag richtteof
hij zijn hoofddenkbeelden aangaande een
algemeen© belastinghervorming wil medo-
deelen.
In de vergadering van Woensdag betuigde
de heer Van Wasseneer het Kabinet, on
danks zijn sympathie voor den nieuwen
Minister van Buitenlandsche Zaken, in zijn
geheel niet te kunnen steunen, omdat de
Staat in het onderwjjs het recht des volks
miskent om God te dienen.
"De heer Van Eysinga drong met klem
aan op de opheffing van art. 76 der Grond
wet, dat het kiesrecht aan den census ketent.
Hij wenscht een uitgebreid stemrecht, met
uitsluiting slechts van alle materiëele en
intellectueele incapacitejfen. De heer Gleich-
man wees den vorigen, spreker op de be
ginselen die in de Kamer zouden moeten
worden opgeofferd om tot dit resultaat te
komen, on zou daarom met een meer be
scheiden kieswet-hervorming genoegen ne
men. Omtrent het belastingwezen meende
hij dat na do vele mislukte proefnemingen
niets meer overbleef dan invoering van een
rijks-inkomstenbelasting, met opheffing van
de gemeente-inkomstenbelasting, waarvoor
dan opcenten vap de eerste in de plaats
kunnen komen en afstand van het geheele
personeel aan do gemeenten. Dezo laatste _o roo
meaning werd ook door den heer Gratama kustvaartuig, waarheen werd gerooid, dat
voorgestaan. Genoemde afgevaardigde wilde
voorts de kies-quaestio geregeld zien door
de vaststelling van een gehjkvormigen
census. Ten einde het gevaar voor sociale
beroeringen te ontgaan, wees hij op een
aantal hervnrmnrgen die geen uitstel gedoo-
gen. De heer Schaepman noemde den toe
stand der natie ongezond, als een onrustige
slaap; er is geen band tusschen Volk en
Vertegenwoordiging; van herziening dor
Grondwet wacht ook hij verbetering. De
heer Keuchenius noemde de verdraagzaam
heid, die als de hoogste wensch der liberalen
wordt voorgesteld, een onmogelijkheid. De
heer Rutgers kwam er tegen op, dat een
Minister, die de portefeuille van Financiën
aanvaardt, nog moet zoeken en onderzoeken
hij behoort een vast plan te hebben. De
heeren Van Dolden en Van Houten bespra
ken de beteekenis der motie van 25 Mei,
waarin de wenscheljjkheid van kieswet
herziening was uitgedrukt.
In db vergadering ,van Donderdag ver
dedigde de Minister van Financiën, de heer
Van Lijnden, de politiek der Regeering.
Bij de toogezegde kieswetwijziging, die hij
hoopte zoo spoedig mogeljjk tot stand te
zullen brengen, zou het stelsel van vaste
districten worden aangenomen, benevens
censusverlaging door wegneming der groote
verschillen. Voor belastinghervorming, die
naiar (Iqii vast plan zou geschieden, vroeg
de Minister tydinmiddels zou de grond
belasting herzien kunnen worden en eenige
andere partiëele verbeteringen voorgesteld.
Onder de volgende sprekers' waarvan de
meesten replieken leverden jop het door den
Minister aangovoerdebestreed de heer
Lohman sterk do politiek van den Minister
van Binnenlandscho Zakeft, ofschoon hij
afstemming van zijn begrooting af keurde.,De
heer Blussé drong aan op wederopdelving
der rentebelasting, die slechts lovend be
graven, niet gestorven is.
Z. M. heeft Mr. J. A. G. baron
van Steenwijk, op verzoek, eervol
verleend ais Commissaris des Ko-
le provincie Utrecht, met dank-
mr. E. H. ’sJacob, Staatsraad iii buitenge-
wonen dienst.
Z. M. hoeft benoemd in het be
stuur van het waterschap de Linge Uitwa
tering, tot dijkgraaf A. J. Van Hog torna
en tot heemraad H. R. Vogelsang.en
P. C. Swemer.
Bij de verkiezing van een lid
der Tweede Kamer in het kiesdistrict Mid
delburg op 11. Dinsdag waren 1962 geldige
stemmen uitgobracht. Gekozen is de heer
H. J. Bool met 989 stemmen. Op den heer
Mr. Hooft werden 969 stemmen uitgebracht.
De Gedeputeerde Staten der
provincie Zuidholland hebben, beslissende
in geschillen van bestuur, verklaard dat er
geen termen aanwezig zijn om de paden
genaamd de Groote Haven en Kleine Ha
ven te brengen op den legger der wegen
en voetpaden der gemeente Haastrecht.
Aan het Departement van
Waterstaat werd Woensdag aanbesteed:
lo. Het maken van een gedeelte rijks-
oever langs de rechternormaallijn der Nieuwe
Merwede, onder de gemeente Sliedrecht,
Minste inschrijver was do heer L. Kalis Kz,
te Sliedrecht, voor f 8740, bij loting met
den heer C. Hartog te Sliedrecht.
2o. het maken van verdedigingswerken
kan den rechteroever- van het Mallegat, tus
schen de kilomoterraaien 121 en 124, onder
de gemeente Dubbeldam. Minste inschrij
ver was de heer C. Roskam Jr. te Sliedrecht,
voor f 36.500.
Van 30 October tot 26 Novem
ber jl. zijn geene ambtsberichten omtrent
het voorkomen van longziekte onder hot
rundvee ingekomen. In* het daaraan vooraf
gaand tijdvak van Vier weken waren even
min gevallen dor ziekte bekend geworden.
Uit het bericht van kapitein
Bruijns aan de directie der Maatschappij
„Nederland”, uit SuoZd.d. 18 November,
blijkt, dat de boot, yaarin hij mot zijno
metgezellen de „Koning der Nederlanden”
verlaten heeftevenals die van den Isten
officier op den dorden dag door hevigen wind
en regonwaardoor de seinlantaarns en het
licht bij ’t compas niet konden aangehouden
worden van de andere booten afraakto. Don
volgenden morgen, dus den 9den October,
klèarde het wat open zag kapt. Bruijns
in de verte do boot S n°. 3; hy hield er op
aan en sprak met den kommandant van die
boot, don 3den officier Hoogeboomaf, om
zooveel mogelijk bij elkander te blijven,
’s Nachts verloor men elkander echter weder
uit het gezicht, en na dien tijd heeft kapt.
Bruijns geen der andere booten meer gezien.
Kapt. Bruijns bevond zich op 12 October
3° 15’ Z. B., op 13 October 4° 33’ Z. B. met
dóórkomenden N. W, wind en besloot toen
koers te zotten naar Peros Banhos, waar
hy 18 October ten 4” n.m. achter Diamond
eiland ton anker kwam. Dit oitand was
onbewoonddoch or stond een huis met
een paar rustbanken. Terwijl het plan zou
uitgevoerd worden, om de andere eilanden
te bezoekenzag men bij zonsopgang een
BUITENLAND.
Overzicht.
Ook zonder dat de interpellatie tot be-
koining van meer licht heeft plaats gehad,
beginnen de plannen der Fransche regee
ring, zoo onbestemd in het programma aan
gekondigd, gestaRo aan to nemen. Men is
reeds bezig aan een ontwerp tot regeling
der betrekkingen tusschen kerk en staat,
op den grondslag voor het Concordaat, met
herroeping van allo besluiten en wetten,
die, na 1802 uitgevaardigd, de privilegiën
der kerk hebben uitgebreid. Voorts zijn
ontwerpen tot hervorming van de Rechter
lijke macht en van den Senaat in bewer
king. Met het oog op het laatstgenoemde
wetsontwerp is aan den uitslag dor Zondag
jl. gehouden verkiezingen van gedelegqerdèn
gewicht te hechten. Over nMalgemeen
hebben de Republikeinen daarbij zaken ge
maakt, zoodat versterking van het liberale
element in den Senaat «taarschijnhjk is. De
kansen van Gambetta om «tjn wetsontwerp
er door te halen men weet dat do her
vorming van den Senaat de wraakneming
is voor de verwerping van het tcruhn de
liste zijn hierdoor verbeterd. Als nu de
verschillende fracties der Linkerzijde, die
I eenparig de onvorzoenlijken alleen uit
gesloten besloten het Kabinet te steunen,
hem maar trouw blijven. Naar buiten treedt
het Kabinet wel wat despotisch op- De
bankiers, die bij den premier een beleefde
opmerking maakten over de benoeming van
Magnin tot directeur der Bank, ontvingen
het weinig heusche antwoord, dat de zaak
hun niet aanging,'“''terwyl de prefecten ook
weinig tevreden zijn over de jongste aan
schrijving van den Minister van Onderwijs
Waldeck Rousseau in zake het onderwijs.
Tot Gouverneur van Algerië is de Staats*
raad Tirman niet generaal Chanzy, zooals
eerst vermoed werd, benoemd terwijl ge
neraal Saussier met het militair gezag be
kleed is. Dit laatste klinkt nog niet zeer
geruststellend, met betrekking tot den toe- tingi
stand van Afrika’s kust. Uit Tunis weinig Ije- wel
langrijks. Misschien wordt het meldcnswaar
dige wel achtergehouden tot dat de Kamer
het aangevraagde «rediet zal hebben toe
gestaan.
Turkije eischt van den Beij eene belang
rijke som als schadevergoeding door Turk-
sche onderdanen geleden bij de beschieting
van Sfax. Op zijn beurt eischt Grieken
land weder voldoening van Turkije, wegens
de gewelddadige sluiting der Turksche
postkantoren op het aan Griekenland af
gestane gebied.
De gematigdheid der Russische nihilisten
is niet van langen duur geweest. De
uiting van ronw over den aanslag gepleegd
op President Garfield, is spoedig gevolgd
door een gelukkig verijdelden moordaanslag,
dog wel op don president der Commissie
tot verzachting van het lot der gebannenon,
Generaal Tcherewin, en eene poging tot een
nieuwen aanslag op het leven van den Czar.
Ditmaal zou oen met dynamiet en brand
stoffen beladen luchtballon zijn nedergela-
ten op het paleis van den Keizer, met don
toeleg om te trachten zich van dozen mees
ter te maken in de verwarring door dón
brand ontstaan. Verschillende verdachten
zijn in hechtenis gonomen.
Do Dultschc Rijks kanselier heeft zich
dezer dagen in den Rijksdag weer laten
zien en hooren. Het was naar aanleiding
doch niet in hoofdzaak over het ontwerp
tot opneming .van Hamburg in do tollinie.
Wel vond dé Rijksdag dio opneming in de
tollinie het Rijk moet daarvoor 40 mil-
lioen, Hamburg 80 millioen mark uitgeven
duur gekocht, doch de goedkeuring van
het ontwerp is toch vrij wol verzekerd.
Heel v@el moeite om de zaak te verdedi
gen wendde Von Bismarck nipt aan; des
te meer woorden bezigde hij echter om
zyne economische politiek te verdedigen en
zich te beklagen over de miskenning, die
het dadelijk onze aandacht
»Wet houdende
van ovePr
matigen arbeid en verwaarloozing
hel laatste is eigenlyk in geen
aer u aniseis eenigszins sp»«ke.
•Het is verboden kinderen berieden twaalf
den”, staat er in art. en alsof de wet
gever gevreesd hadde vryheid van degenen
die het opkomend geslacht wenschen te ex-
ploiteeren te zeer aan banden te leggen
wordt e/dadelijk bygevoegd: Het verbod
van art. 1 is niet toepasselyk op huiselijke
en persoonlijke diensten en op veldarbeid.’’
Ook wordt nergens de strafbaarheid voor
de overtreding uitgestrekt tot de ouders,
ofschoon dezen gewoonlyk de hoofdschul
digen zyn en er allerlei loopjes op nahouden
om de werkgevers te misleiden;
door de kinderen zooals hét heet in ei|
dienst mede naar de fabriek te nemen,
weder door het verstrekken van vals
opgaven ten opzichte van den leeftijd der
kinderen. Het onbeperkt recht der ouders,
om met hun kinderen te doen wat zy
willen, als zij hen maar niet moedwillig
verwonden of dooden en voedsel en kleeding
onthouden, wordt door onze wetgevers be
schouwd als iets zoo natuurlijks, dat er
tot dusverre geen sprake van is geweest,
dat eenigszins te begrenzen. En daar het
nu juist de ouders zijndie zich het meest
schuldig maken aan verwaarloozing” van
kinderendie hen laten opgroeien in
lichamelijke en zedelyke onreinheid, hen
overgeven aan allerlei verderfelijke invloeden,
van nen maken een kwelling van de maat
schappij een ergenis voor rustige burgers,
een lastpost voor degenen die een gedeelte
van de vruchten huns arbeids moeten op
brengen om te voorzien in de kosten van de
staatshuishouding, begrijpen we niet hoe
het mogelyk is dat een wet van zoo onvol
ledige strekking, zulk een titel kan dragen.
Waarschynijjk stond het opschrift er boven,
toen de Afgevaardigde uit Groningen zyn
ontwerp aanbood, en vóór de Kamer aan
het snoeien is gegaan; en ofschoon het na
laatstgenoemde operatie geen zin meer had,
Redt men het toch maar laten staan.
In een niet onaanzienlijke gemeente van
ons vaderland, wier naam we ditmaal
zullen verzwijgen, wa» onlangs de Raad
bezig uitvoenng te geven aan de bepaling
van art. 82 der onderwyswet: »De ge
meenteraad kan, voor zooveel dit niet by
de wet is geschied, verbodsbepalingen
omtrent het arbeiden van kinderen beneden
de twaalf jaren vaststellen.” By die gele
genheid maakte een der leden de volgende
opmerking: »Maar gesteld eens, een kind
komt te laat ter school en vindt de deur
gesloten; hy gaat dan weer naar huis. Wan
neer nu de ouders hem gedurende de
schooluren boodschappen laten doen, zyn
dezen dan strafbaar?
Hoe onnoozel, zal men zeggen. Ja,
het is niet anders.; de mannen die geroepen
zyn om de hoogere en hoogste belangen van
ons volk te helpen behartigen, zyn niet al-
tijd op de hoogte van hun taak. En daarom
is het niet aan te bevelen onderwerpen die
voor een wettelyke regeling over het ge
heele land vatbaar zyn, aan het inzicht
van de gemeenteraden over te latenal
moeten we ook aannemen dat dwaze vragen
gelijk we er een hebben aangehaald, ge
lukkig tot de zeldzaamheden behooren.
Trouwens, het is alsof de gemeentebe
sturen instinctmatig gevoeld hebben, dat
de Hooge Regeering liever de quaestie
van den kinderarbeid verder in orde moest
brengen. Gelijk de Minister van Justitie
onlangs in zyn antwoord op het voorloopig
verslag aangaande de begrooting voor zyn
Departeipent schreef, hebben slechts 39
gemeenten, (waaronder de in den aan vang
van dit artikel bedoelde,) van die t be
voegdheid gebruik gemaakten we gelooven
dat vele zich onthouden hebben niet omdat
zij tegen de zaak zelve zyn, maar gedreven
door het beginsel dat het hier een zaak
van algemeene wetgeving geldt. We hebben
dus alle reden tot blijdschap dat het zoo
gegaan is. Immers, reeds verleden jaar
was een wetsontwerp tut Uep®.
van kinderarbeid gereed, doch met de'in
diening bij de Tweede Kamer werd nog
gewacht op de resultaten van art. 82 der
schoolwet. Nu ten duidelijkste gebleken
is, dat we met die bepalingen niet veel
Verder komen, (gelijk de geheele zesde
titel van de onderwyswet »Van de be
vordering van het schoolbezoek” eigenlyk
zoo goed als niets beteekent,) nu aarzelt
de Regeering niet langer de dringende nood
zakelijkheid te erkennen van een uitbrei
ding der bestaande wetdie misschien
niet eens behoefde plaats te hebben indien
in 1874 de Kamer van het oorspronkelijk
voorstel van den heer Van Houten niet
zooveel had afgenomen dat er weinig meer
dan het geraamte van overbleef.
Wanneer we die wet (van 19 September
1874,Staatsbl. No. 130) nalezen, dan trekt
het dadelijk onze aandacht dat haar v,eel
belovende titel zoo weinig overeenkomt met
den schralen inhoud.
maatregelen tot het tegengaan
matigen arbeid en verwaarloozing van
kinderen”, heet het in het opschrift;
maar van
der 5 artikels eenigszins sprake.
Hl in dienst te nemen of in dienst te hou- we zeer zouden toejuichen doch geenszins
verwachtendat traditioneels en door niets
gerechtvaardigde cyfer te vervangen door
veertien.
1. Onbeperkt en onvoorwaardelijk ver
bod van arbeid in dienst van anderen dan
hun ouders. Het laatste voorbehoud is niet
te vermijden; onder de tegenwoordige om
standigheden kan geen wettelyk voorschrift
de exploitatie van kinderen door hun ou
ders tegengaan. Wil byvoorbeeld een si
garenmaker het werk mede naar huis ne
men en daai zyn achtjarig zoontje aan het
bosjesmaken zettenhet is niet te beletten.
Willen de ouders, om in het veld te gaan
werken, de zorg voor een driejarig aan
een vyfjarig kind toevertrouwen, we moe
ten er vrede mee hebben. Alleen de in
voering van den leerplicht zou dat kwaad
in den wortel kunnen aantasten; en aan
gezien daarvan in de verste verte geen
sprake is, en men niet verder kan gaan
dan het tegenwoordig onderwerp van wet
geving mag omvatten, kunnen we niets
anders dan buigen voor hetgeen voorshands
niet is te veranderen. Niettemin is het
dringend noodig, dat met het nevelachtig
begrip van nhuiselijke en persoonlijke dien
sten” voor goed wordt gebroken. Dat ook
de exceptie voor veldarbeid zal vervallen,
is onze stellige verwachting. -*
2. Niet slechts de werkgevers, ook de
ouders stelle men strafbaar, als gelyk we
hierboven trachtten aan te toonen, in den
regel de meest schuldigen'. Vooral is dit
het geval wanneer zy door bedriegelijke
opgave vap leeftyd, voor hun kinderen een