ÖTfr
Kin,
OVff,
f.n, <Ul hjj
Zondag 15 Januari.
1882.
schade
schade
:erij.
uu>, i. J
EREN
1T. 657.
Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht.
E;
i
4
^betalingen.
w ,1
NI),
1LLÏK.
IKK”
Polder onder Ouderkerk a/d IJsel.
VONNIS
van de Arrondiaaementa-Reshtbank te
Rotterdam, dd. 31 Docomker 1881.
Koningen
der verschrikking.
f
dan het magazijn
- dito f1,20
crediet
[Z
■OWE»» COURANT.
S. W. N. VAN NOOTEN nt Schoonhoven,
Uitcmn.
*k to« Bw-
e voorbeelden
orlyke zaken
)lgen» de wet
gemaakt, door
draft. Naarde
nieuw
186
W. N. VAN
m verder by
Dean Ueareat wordt j,
Prfta: voor Bekooahovan per
.000.000.
488.000.
277.000.
dikke f3,00
Q, mindere
Aangevoerd
157 vette en
Iveren438
verkent, 81
2de qual.
Iveren: late
10; Schapen
er kilo.
qual. f66,
elling, heele
pzaad f 7 k 8.
ingevoerd 81
krÖ« f26 4 81
dhollandache
Zeeuwache,
'5, dito beate
3,25 A 10,25,
dito f 10,25
eouwaohe en
f6,60 8,30.
1. en Overm.
left f 5,80 A
>0, mindere
ar half kilo,
ct per half
,50 per week.
ioht van de
Goudache
an. Pryzen
f26 4 29.
TEN.
tor: le qual.
df kilo; kaaa
8 ct., overloo-
0, lammeren
4 26 cta. per
1 8 per stak;
Zeeu weehe
f2,80, Roode
oliter.
iY.
Directeur.
Prfle der AdvartentUaVan 1 tot 5 regola 0,50. Iedere regel
meer 0,10. Groote lettere naar plaataraimte. Intending franco, en
niteriyk tot Zaterdag»-voormiddag» te 10 uren. AUo binaenlambch.
Ad verten tl inwaarvan de plaatsing 8 maal wordt opgogevenworden
slechts maal in rekening gebracht
aanvraag ga
de UitAvera
:hoontoven.
aloguafteti».
met de houding van oen vorst uitroept:
»SchrV maar opf’ en dan het magazijn
uitatapl ronder een aterveliDg te groeten.
Dal nu zulke winkelt en, en Inderdaad,
daar sya er zoo, eenz een langen neus
halen ala »y »m dn heer" komen manen op
een ttyd dat ZEd. niet al te beat gemutst
is, kyk, dat vindt men over het alge
meen verrukkelijkmen beschouwt het ab
een aoort van wedervergelding.
boven somerpeii van dien polder te hebben
gemaakt en onderhouden s^nde die brug
gen aleohta reapecttoyeiyk 82 ea 42 oeati-
m*ter t»ov*u het »oii>arp®il; en in dien
Kerkvliet twbo dammen te hebben dOen
loggen, hoewd hy alvorens door don toor
nt tor van hét bestuur van dien poldur
x-hriftelyk was aangemaand bovenbedoeld»
bruggen in te richten overeenkomstig de
bepalingen der keur on do bovenbedoelde
damn!»» te faradderen;
Overwegende, dat yeorte wettig onover
tuigend b beweeeu^dor de beledigde ver-
klaringen dor eerste on derde getuigen in
onderling verband:
dat de geïntimeerde door het doen log
gen der dammen in don Kerkvliet stoornis
heeft gebracht in de vrye doorvaart van
dien Vliet;
Overwegende, dat noch wettig, noch
overtuigend i« bewezen, dat do geïntimeerde
door het maken en onderhouden dor be
doelde bruggen in den voor omschreven
toestand aanhoudende stoornis sou hebben
gebracht in de vrye doorvaart van den Vliet,
aoodat hy hiervan zal moeten worden vry.,
gesproken
Overwegende, dat als au moet worden
onderzocht oftogen de bewegen verklaarde
feiten, door oenige wot of verordeningotraf
wordt bedreigd
Overwegende, dat by dat ondersoek in
de cerate plaats in aanmerking komt do
keur of politie-vererdening op de wegen,
heulen, bruggen, bruggenhoofden, waterin
gen, vlieten, schei- on banslooten, kaden,
het houtgewas, den windvang enz. in den
polder Kromme, Geer en Zyde onder de
gemeente Ouderkerk a/d IJsel, vastgesteld,
9 October 1880;
Overwegende, dat daarby in de eerste
plaats behoort te worden onderzocht, of het
bestuur van ovengenoemden poldur daar
gelaten de vraag, of de thans als leden van
dat bestuur fungeerende personen zich die
hoedanigheid terecht toekennen bevoegd
b tot het - “’nir
rechter te Schoonhovenop 21 October 1881,
in deoe saak gewonen
En doendo, hetgeen die Rechter bad bo
ll 00 ren te doen
Overwegende, dat de geïntimeerde ter
terechtsitung van het kantongerecht te
Schoonhoven van 30 September 1881bly-
kens het daarvan opgemaakt proces-verbaal
hoeft bekend
igenaar b van de peroeelen,
beide in de dagvaarding Ver-
“i liggendat die bruggen
kerkvliet op «jjn last zyn ge
lul I en toevloeienen rijn nagelaten betrek
kingen tullen de sm3*JUrter zyn ver
scheiden niet vormegrdqg^jm mM de al
leronaangenaamste gewaarwordingenge-
woonlyk aan de regeling van min of meer
verwarde financibele aangelegenheden ver
bonden.
Van welken kant men het scrediet nemen"
ook beziet, het b en blyft een leelyk ding,
en 't b wel teer te bejammeren dat het
roo diep in onze zeden b ingedrongen. Al
mochten wy over dit huishoudeiyk onder
werp geen enkele nieuwe gedachte hebben
uitgesprokenwe zullen om doel bereikt
achten ala dit schryven opwekt, over de
saak een» na te denken, en de vraag te
overwegenof het geen warme toejuiching
zou verdienen, het «Jantje contantje" wat
meer op den voorgrond te plaatsen.
Johoonhoven.
fan. 1882.
1, ouders C.
notta Regina,
Kerling.
torgh, oud 2
124 dagen.
rs zyn J. Van
ivenloos kind.
Willigen eu
Schub, oud
Overwegen Ie daaromtrent: dat de water
schappen in hot algemeen aan hun publiek
rechterlijk karakter de bevoegdheid niet
ontleeneo tot het vaststellen van keuren of
politie-verordoningen, hetgeen in strijd zoude
zijn met art 192 der Grondwet, waarbjj
asn de Provinciale Staten in de verschil
lende proviaciSn het toezicht op de water
schappen en de bevoegdheid om reglemen
ten voor hen vast te stellen uitdrukkelijk
gegeven wordt, waaruit volgt: dat de be
voegdheid tot het vaststellen van keuren
of politio-verordeningen door de water
schappen in den regel moet zyn verkregen
uit een daartoe strekkend provinciaal regle
ment.
Overwegende, dat geheel in overeenstem
ming hiermede by art. 1 der wet van 12
Juli 1855 (Stbl. N*. 102) b aangenomen:
dat aan de besturen der waterschappen de
bevoegdheid tot het maken van keuren of
verordeningen van politie ab ten deze be
doeld moet zyn toegekendten ware «y die
bevoegdheid vóór de werking der bedoelde
wet, wettig mochten hebben uitgeoofend.
Overwegende, dat dus moet worden on
derzocht of het bestuur van den polder
Kromme, Geer en Zyde in één dezer beide
gevallen verkeert.
Overwegende, dat van een wettig uitoe
fenen der bedoelde bevoegdheid!’ door het
bestuur van den polder Kromme, Geer en
Zyde vóór de werking der wet van 1855
niets blykt, terwjjl integendeel uit de be
nodigde verklaringen der getuigen, voor het
kantongerecht te Schoonhoven gehoord, zou
moeten worden afgeleiddat de genoemde
polder als zoodanig vóór 1855 zelfs niet
bestond, doch eerst veel later is opgericht,
verklarende toch de getuige G. Vonk, dat
hij in 1860 door de ingelanden van de
polders Kromme, Geer en Zyde tot voor
zitter b gekozen, en J. Boogaerdt, dat hij
in 1870 door de ingelanden van den polder
Zjjdo b gekozen tot lid van het bestuur
der polder» Kromme, Geer an Zyde.
Overwegende, dat alsuu moet worden on
derzocht of onder de wet van 1855 aan het
bestuur van genoemden polder Kromme, Geer
on Zijde de hier besproken bevoegdheid is
toegekend;
Overwegende, dat dit alsdan zoude moe
ten zyn geschied by art. 46 van het alge
meen reglement voor de polders in Zuid-
Holland, vastgeateld op 24 Juli 1856.
Overwegende, dat echter het bestuur van
den polder Kromme, Geer en Zyde aan ge
zegd reglement die bevoegdheid niet kan
ontleenen, daaraan dat reglement alle ver
bindende kracht moet worden ontzegd;
Overwegende toch, dat provinciale regle
menten, bïykens de artt. 100, 101 en 102
der wet van 6 Juli 1850 (Stbl. N*. 39) in
werking treden door 01P na plaatsing in het
Provinciaal blad, voorzien van het in laatst
genoemd wetsartikel voorbeschreven formu
lier van afkondiging, zoodat oen provinciaal
reglement dat zondor hot bedoelde formu
lier in het provinciaal blad zoude zyn ge
plaatst, als niet afgekondigd zoude moeten
worden beschouwd;
Overwegende, dat nu by de plaatsing van
hot algemeen reglement voor do polders in
Hot b al heel dikwyb gezegd, en zal
nog dik wjjbgenoeg herhaald moeten worden,
dat het crediet twee kanten heeft, een goede,
voor den handel in het algemeen, die
ronder een groote mate van «vertrouwen"
ónmogelijk kan bestaanen een zeer be-
denkeïyke, waarvan «tf die geen handelaars
zyn in den gewonen zin, maar enkel af
nemers, al te vaak mbbrutk maken. En
nu mogen de neringdoenden dikwyb de
verkeerde gevolgen van het crediet-ver-
leenen ondervindendat het zulk een
verbazenden omvang neemt is zeer stellig
kun schuld.
Of denkt gedat men het als sfateoenlyk"
aanmerkt, terstond te betalen? 't Mocht
wat Wil men zich zeker aanzien by zyn
medeburgers verwerven, dan moet alles
ordelik gaan. By alle magazynhouders of
winkeliers moet men een pagina op het
boek vormendat staat gekleed. Den sb-
gersjongendadelyk geld meegeven voorliet
vleesch dat hy brengt, b krenterig, klein
burgerlijk; er moet een blikken trommelde
by met een boekje er in. Idem by den bakker,
en dito by den groenboer. Is men op
het eind van een kwartaal of van een jaar
niet al te ruim in de fondsen, geen nood:
de vriendelyke leverancier maakt geen be
zwaar een nieuw crediet boven het oude
te openen, en ab hy zyn cliënt op straat
tegen komt, zal hy hem des te beleefder
groeten naarmate deze meer op zyn kerfstok
heelt. Geduldig b hy boven alle beschrij
ving en het zal erg lang duren eer hy aan
h<» mopperen eUnt, Uy
horizon een bankroetje ziet opdoemen.
Zeil» onze dienstboden vinden er haar
voordeel by, als we poffen, en zyn onte
vreden als we het niet doen. Immersbe
talen wy contant, dan krygen zy niets;
laten wy de betalingen daarentegen oploopen
tot een min of meer hoog bedragen oe-
lasten we dan de dienstmaagd met de vol
doening van de rekening, dan schiet er
voor haar altjjd een fooitje over, waarvan
de usantie zelfs het bedrag vastgesteld en
op één percent van de hoofdsom bepaald
heeft. En voor onze huismoeders is ei
zooveel aangelegenBefje en Mietje in een
goed humeur te houden, dat zy wel de
gelijk op deze bijzonderheid hebben te letten.
Alzoo zien we het zonderlinge verschijnsel
voortduren, dat het nemen van crediet
voordeel afwerpt, dat contante betaling
schade is. Mochten nu niettemin de mannen
van den handel van oordeel zyn, dal het
toch in het belang van een regelmaligen
en dikwyls herhaalden omzel van hun ka
pitaal is, het credietatelsel te beperken,en
als het kan geheel uit de gebruiken te doen
verdwynen, dan ligt het op kwa weg,
het niet langer aan te moedigen door een
speciale premie, maar die over te brengen
naar de contante betaling. Hoe zy dit moeten
aan leggen dat is hun zaak, niet de onze.
Maar wel is het onze zaak, eens na te
gaan welken invloed hei leven ten koste
van de toekomst, dat van het zborgen"
het onvermydeluk gevolg is, op hel maat-
schappelyk velzyn uitoefent. Vooreerst
hebben we reeds gezien, dat de nadering
van den vervaltjjd heel wat onrust en zorg
uitstort op de hoofden van hen die met
het geldelyk beheer der huishouding zyn
belast. Er gaat op die wyze een belangryk
kapitaal aan vroolykheid en blymoedigheid
verloren, en ik verzoek dringend dat
verlies niet onbeduidend te noemen.
Daarby komt nog het wezenljjk groot
nadeel dat hjj, die van het crediet gebiuik
maakt, maar al te zeer geneigd is zyn
financiëele krachten te overschallen. Het
is hem niet gemakkelyk, de tering naar
de nering te zetten; en nu moge men dat
een ouderwetsch begrip gelieven te noemen,
niemand zal ons kunnen wysmaken dat het
verouderd is. Het is in de hoogste mate
roekeloos,op de toekomst te bouwen; wie
kan zeggen welke rampen ons kunnen treffen,
waardoor het ons straks onmogelyk zal
worden aan onze geldelyke verplichtingen
te voldoen? Komende rampen,en vinden
zy ons vry van schulden, dan kunnén wjf
ze misschien het hoofd bieden door bezui
niging, door onze levenswyze in te krimpen,
door den kring onzer behoeften wat nauwer
te maken, doch op schulden te bezuinigen,
dat gaat met, dat kunnen alleen de be
stuurders van de Spaansche, Turksche
enz. schatkist.
En eindelyk, hoe vaak gebeurt het niet
dat iemand in de kracht zyns levens wordt
weggerukt, zonder dat het hem mogelyk
is geweest zyn zak en te regelen?” W»o
gewoon is, zyn betalingen' direct te doen,
zal zich in ieder geval rustiger nedei leggen
dan de man, die reeds over een deel heeft
beschikt van inkomsten welke hem nimmer
ffaromU lederen Zaterdaf-ssiddaf n
per drie maanden 0,70. Franeo
Men kan sich abonneeren
en Brievengaarders.
dat hjj ei|
waarover do
molde bruggen
over den Kerk r _w_
legddat die bruggen lager zyn dan
meter boven het somerpeii, on zich in
dion toestand reeds bevonden vóór 5 Dooem-
Ber 1880;
dat do twee dammen in do dagvaarding
mode vermeldop sjjnen laat in don Kerk- j
vllot zijn gelegd en gemaakt;
dat hy vóór den 20 April 1881 en wel op
8 April 1881, van den voorzitter van hét
polderbeatuur door tnsKhonkomst van den
poMerbode bjj brief waa aangomaandom
die voorwerpen vóór 20 April 1881 te ver
wijderen of in te richten volgens de be
palingen der keur, doch daaraan geen ge
volg heeft gpgeven
Overwegende, dat de geïntimeerde wel
by het ondersoek der zaak ter terechtzit
ting deser Rechtbank in het algemeen de
hem te laat® gelegde feiten heeft ontkend
doch dat doM algemeene door geene re
denen omkloede ontkentenianiet voldoende
ia ter herroeping van sjjne boven omachre-
voao gerechtelyke bekentenia, zoodat deze
hare volle kracht bljjfl behoudenen ala
bewyanuddel moet worden aangenomen.
Overwegende, dat de gerechtelyke beken
tenis wordt beveatigd door de beêedigde ver
klaringen der gehoorde getuigen die ter
zelfder-terechtaitting verklaarden als volgt:
1'. GysYonk: dat het hem by persoon-
lyk onderzoek is gebleken dat de beide in
do dagvaarding bedoelde bruggen over den
Kerkvliet in den polder Kromme. Geer en
gèn op jé percentenaan dea hmeerdv
ia eigendom toebehoorendkadastraal be
kend in de gemeente Ouderkerk a/d IJsel
onder Sectie O N’. 1565, 1579, 1603 en 1604,
dat die bruggen aan die peroeelon toegang
geven tot den Kerkweg.
dat hy, als voorzitter van bet bestuur
van den polder Kromme, Geer en Zyde, bij
gelegenheid van den door hem gehouden
schouw, op 20 April 1881, de hoogte van
het somerpeii hoeft opgenomen en daarna
den afstand der beide bruggen van dat
somerpeii heeft gemeten
dat hy, daarby bevonden heeft, dateene
der bruggen 82, en de andere 42 centimeters
boven het somerpeii was gelegddat hy
by diezelfde gelegenheid heeft bevonden,
dat aan dezelfde peroeelen des geïntimeer
den in den reeds genoemden Kerkvliet twee
dammen aanwezig waren, en dat door die
dammen de vrye doorvaart daarvan werd
belet;
dat hij, in zyne voormelde hoedanigheid
op 8 April 1881 den geïntimeerde heeft
aangemaand, de bruggen in te richten over
eenkomstig de bepalingen der keur on de
dammen op te ruimen.
2*. Aart den Haan: dat hem by per-
soonljjk onderzoek is gebleken, dat de brug
gen in de dagvaarding vermeld over den
Kerkvliet in den polder Kromme, Geer en
Zijde, onder de gemeente Ouderkerk a/d
IJsel gelegen zijn op de peroeelen, den ge
ïntimeerde in eigendom toebehoorend, en
aan die peroeelen toegang verschaffen tot
den Kerkweg; dat die peroeelen in de ge
meente Ouderkerk a/d IJsel kadastraal be
kend sijn in Sectie 0. N*. 1565,1579,1603
en 1604;
dat hy als bode van het polderbeatuur
is tegenwoordig geweest by den op 20 April
1881 gehouden schouwdat hy by die ge
legenheid met den voorzitter voornoemd het
somerpeii heeft opgenomen, en daarna den
afstand der bedoelde bruggen van dat so-
marpeil met dien voorzitter gemeten heeft
dat hij daarby heeft bevondendat één
dier bruggen 82 en de andere 42 centi
meters boven somerpeii lag; dat hy toen
tevens te dier seifder plaatse twee dammen
heeft gezien, liggende in den Kerkvliet.;
dat hy, den door dien voorzitter van den
polder op 8 April 1881 aan den beklaagden
gerichten brief heeft overhandigd;
3s. Johannes Boogaerdt: dat hy als lid
van het bestuur van den polder Kromme,
Geer en Zyde bij gelegenheid van don schouw
op 20 April 1881 heeft bevonden, dat zich
aan do jiorceelon, den geïntimeerde in ei
gendom toebehoorende in den Kerkvliet twee
dammen bevondeA, dat door deze de vrye
doorvaart van dion Vliet werd» gestoord.
Overwegende, dat door de gerechtelyke
bekentenis dea geïntimeerden bevestigd door
de aanwysingon voortvloeiende uit de bo-
oedigdo verklaringen der eerste on tweedo
getuigen, wettig en overtuigend is bewezen
dat do geïntimeerde bevonden is op 20
April 1881 te Ouderkerk a/d IJsel in den
polder Kromme, Geer en Zyde twee aldaar
to zijnen behoeve als eigenaar der kadas-
B O. N». 1565, 1579,
I 1603, 1604, over den Kerkvliet gologen
bruggen niet op oeno hoogte van t motor
Ia da aaak van den Officier van Justitie
by de Rechtbank, ambtshalveaischerver
volgende het booger beroep dsor den Amb
tenaar van het Openbaar Miniatene bij het
Kantongerecht te Schoonhoven ingeateld
tegen een vonnia van dat Kantongerecht
op den 21 October 1881gewezen in de
zaak tegen Abraham Hendrik Antonie van
Roojen, thans ter tereahtsitting verschenen
en volgens zyne opgave oud 48 jaren, ge
boren te Vleutenwonende te Ouderkerk
a/d IJsel en van beroep geneesheer
De Arrondiseementa-Rechtbank te Rotter
dam (Kamer voor Strafzaken)rechtdoende
in hooger beroep.
Gezien de dagvaarding aan den geïnti
meerde beteekond en inhondende oproeping
om tegen den daarby aangeduidon dag ter
terechtaitting te verachynen alsmede gezien
de overige stukken van het rechtsgeding.
Gehoord het verslag van den Rechter-
ra^porteur Mr. Ridder de van dsr^ Öchupren
Gehoord het requisitoir van den Officier
van Justitie, strekkende dat het dor recht
bank behagehet vonnia waarvan hooger
beroep te vernietigenden geïntimeerde
schuldig te verklaren aan het m den polder
Kromme, Geer en Zijde hebbes van 2 brug
gen over den Kerkvliet, lager dan 1 meter
buren somerpeii en atoornu brengen in dion
vliet, door het daar aanwezig hebben van 1
twee dammen hem te veroorieelen tot bo- i
taling van twee geldboeten van f 3 elk en
van eene van f 10met bepaling, dat do 1
boeten zoo de veroordeelde kaar niet be
taalt binnen twee maanden na daartoe aan- 1
gemaand te zyn, zullen vervaagen worden
elk door eeno gevangenisstraf van één dag;
wijders met veroordeeling van den geïnti
meerde in de kosten van het rechtsgeding
verhaalbaar by lyfsdwaag, zoo in eersten
aanleg als in hooger beroep.
Gehoord den geïntimeerde in zyne ver
dediging.
Overwegendedat de zaak, waarvan hoo
ger beroep daarvoor vatbaar is on dat dat
beroep binnen den by de wetgesteldon ter-
myn ia ingeateld.
Overwegende dat de geïntimeerde is ge
dagvaard om voor hot Kantongerecht te
Schoonhoven te verachynen ter zake van
op den 20 April 11. bevonden te zyn:
1’. te Ouderkerk a/d IJselin den polder
Kromme, Geer en Zijde, twee aldaar te sjjnen
behoeve als eigenaar dor kadastrale per
centen sectie O N*. 1565,1579, 1603,1604,
over don Kerkvliet gelegen bruggen niet
op eene hoogte van één meter boven hot
somerpeii van dien polder te hebben ge
maakt en onderhouden «yndo die bruggen
aleohta respectievelijk 82 en 42 centimeter
boven hot somerpeii en daardoor aanhou
dende stoornis te hebben gebracht in de
vrye doorvaart van dien vliet.
2*. in dien Kerkvliet twee dammen te
hebben doen leggen en daardoor tevens
stoornis te hebben gebracht in de vrye
doorvaart van dien vliethoewel hy alvo-
-rons door don Voorzitter van het Bestuur
van dien polder schriftolijk was aangemaand
bovengenoemde bruggen te brengen op do
hoogte van óón meter boven het somerpeii
van dien poldor en bovengemelde dammen
te verwyderen.
Overwegendedat do kantonrechter in hot
boklaagdo vonnia niot hoeft overwogen en
beslist omtrent het al of niet bowezeno van
da omstandigheiddat de beklaagde, thans
geïntimeerde, door het hebben der in do
dagvaarding bedoelde bruggen aanhoudende
stoornis zoudo hebben gebracht in de vrye
doorvaart van den daarin medo genoemden
Kerkvliet.
Overwegende dat de kantonrechter door
dit verzuim hoeft geschonden art. 206 junctis
227 en 253, Wetboek van Strafvordering,
dat alsnu het vonnis, waarvan appel, naar
aanleiding van art. 211 al. 2, Wetboek van
Strafvordering, zal moeten worden vernie
tigd on de Rechtbank ingevolge artt. 348
js. 256, Wetboek van Strafvorderingde
zaak thans solve moet afdoen.
Gezien de vooraangehaalde wetsartikelentrale peroeelen Sectio
Rechtdoende op het hooger beroep I
Vernietigt het vonnis door den kanton-
Toen de dichter Jacobus Bellamy in 1786
op jarigen leefttyd waa overleden, vonden
zyn vrienden te midden van zyn papieren
een verzegeld p«kje, met het opachrifï:
sKoningeo der verschrikking." Het bleek
onbetaalde rekeningen te bevatt^
Of de verdienateiyke schryver van de
sVaderlaiidache gezangen van Zelandua”
zich het bestaan dier documenten byaonder
heeft aangetrokkén, zou ik diet durven
Mftgea. Maar dat voor menig onzer de
eerste msMmden das jaara juist daarom min
of Broer aotnber getint omdat er ze
kere indrukken van sdnngende betalingen"
ohafischeidelyk aan verbonden Ktyn, ja,
dat geloof ik wel te moffen beweren. Het
shell en zegen in liet Nieuwjaar," dat we
kort geleden elkander toeriepen J krygt voor
sommigen de betaekenis van een bittere
apoUerny; immers, *u hadden de komst
der Januari maand wel «00 lang mogelyk
willen uitstellenomdat hjj even zeker een
stroom van die bekende papiertje» met roode
strepen medebrengt, als Maart ons buien
present doet. En dat gevoel van sonprel-
ligbeid", dat reeds op of kdrt na Nieuw
jaardag komt aansettenis zoo gauw niet
verdwenenalthansab het getal achuld-
eizehers een beetje groot ia. Immers, zy
verechynen niot alten op denzellden dagl
Doden zy hot maardan waa het eenof
schoon harde, dan toch korte ezecutie, die
altud te verkiezen ia boven van daag een
prik, morgen een kneep en overmorgen een
duw. De een, die haast heeft om de aan
hem verschuldigde penningen in veilige ha
ven te zien amveeren, omdat ook voor
hem de betaaldagen niet tot de vroolykste
z'yns levens behooren- ofdie zekere al
oude gewoonten van zyn firma wil in stand
houden, wacht ternauwernood Driekoningen
af; een ander, die toonen wii met zyn tyd
mede te gaanof den nchyn mwmwki *m
zekere royaliteit, die altud »gekleed” staat
en verbsuid houdt met de denkbeelden »runn
crediet"«flinke zaken", sonbekrompen ge
woonten", laat behoorlyk eerst den leeuw-
rik zich op zyn graszode nederzetten, eer
hy >iich de eer geeft” of »de vryheid
neemt.” Maar alten, haastigen of tragen,
bekrompen of royalen, ouderweischen of
nieuwmodiachenze komen toch in of om
streeks het eerste kwartaal des jaars, en
jagen ons, hun slachtofferstelkens een
rilling op het ijjf. Vandaar wellicht bet
algemeen gevoelendat de drie eerste maan
den des jaars kouder zyn dan de drie
laatste.
Nu zyn er in de wereld al heel weinig
tragische toestanden, waarmede de luimige
geest onzer naluurgenooten niet geleerd
heeft een loopje te nemen. De treurigste
omstandighedendie iemand het teven zuur
kunnen maken, geven sommigen grappen
makers nog reden tot vroolykheid, alsof...
maar op den keper beschouwd is het toch
ook een groote zegen, dat wy onder alle
wederwaardigheden nog oog en hart hebben
behouden voor de komische zyde der dingen.
Enis er wel één onderwerpdat tegenover
de kwellingen, waaraan hel xeer rijk ia,
zooveel stof lot vermaak aanbiedt, als de
zaak die ons thans bezighoudt?
Wie kent ze niet, de duizend-en-een
grappige geschiedenissen waarin schuldei-
schers voorkomen En of ge er één hoort
of eenige dozynen, de sberen" spelen er
zelden of nooit de heldenrol in. Meest al-
tyd komen zy van een slechte reis; zy
worden op een snaaksche manier beetge
nomen 01 op een origineele wyze in t
zonnetje gezet, doch altyd draait het
hierop uil, dat de »beer" te vergeefs bromt
en de schuldenaar zyn portemonnaie tot
wederopzeggens dicht houdt I ’tGaat den
eerste precies als den wolf in de Duiteche
kindersprookjes of den duivel in de mid-
deteeuwsche vertellingen.
Ik heb vandaag niet den minsten lust
tot moraliseererianders zou ik misschien
de vraag opwerpen of het wel in den haak
is, dat de openbare ineening kiaarbiykelyk
party trekt vóór den oplichter, tegen den
beroofde. Of, misschien heb ik my daar
te kras uitgedrukt. Niet de schuldenaars
in het algemeen worden in het gelyk ge
steld, maar een bepaalde soort, in het by-
zonder sommige jongelieden, die nog geen
of een tamelyk onvoldoende positie in de
maatschappij hebben verkregen doch niet
temin erge liefhebbers zgn van al wat pret
geeft en geld kost. Tegenover dezen valt
men den staren" altyd af. Haast zou ik
durven beweren, dat de pasgenoemde pu
blieke opinie meer gelyk heeft dan zyzetve
wel vermoedt. Immers, er zyn handelslui,
die het er bepaald op toeleggen om de
zorgelooze jeugd in schulden te jagen
vooral indien het vermoeden bestaat dat
familieleden wel de financiöele gapingen
zulten aanvullen in hel budget van hun
slachtoffer. Zy verleenen het onbeperktete
crediet, ja, zü dringen het op; zy maken
de allervriendelijkste buiging van de we
reld, als smynheer”, die wellicht op dit
oogenblik op een kwartje na platzak is,
ff- 'I
5