l
m
N°. 692.
1882.
Jiveraar
Zondag 17 September.
Hobbelpaarden.
DOPING
7uid-Holland en Utrecht.
Weekblad voor
s. w.
Az.,
4
BINNENLAND.
BUITENLAND.
Overzicht.
imeente Gou-
id 20 jaren.
ere qualiteiten
Schoonhoven.
NOOTE) te Schoonhoven,
Uitgeven.
dito f 1,10
,15 A 1,25 de
;ev. 2 paarden,
en graskal-
1462 schapen
41 biggen en
kaasmarkt.
,55, wei- dito
rkrijgbaar bij
polders, den
n achtkan-
en van den
raarin eene
begrip van
en het ge-
If koeien f270
0, dito vaarzen
)&220, melk-
ossen f80 A
graskalveren
f 7 15.
48 50 ct
8 weken f 7,00
JRS en MEU-
227, Gouda,
tie.
nommer 677
Schoonhoven,
r 1882.
I. Koutstaal en
Th. Langerak
uders A. Den
per half kilo.
24 at. per half
1,60 per week,
animeren f 14
50.
ericht van de
lts. Goudsche
ijen. Pryzen
ual. f24 A 27.
D.
3 qual. f30,00
irdhollandsche
121 partyen.
een aanvoer
was de handel
SCHO MHÖ m GOBRMT.
t., 2de qual.
balveren: 1ste
i,75; Schapen
IK,
>enbaren ver-
t achtkant
ten), bene-
i het ton
den vjjzel-
'older Kat-
van de hand,
per kilo.
ie qual. f56,
i A 85 ets.
vsche, Flakk.
1,50 12,25,
dito mindere
e beste f9,50
9,25.
ie, Zeeuwsoho
dito mindere
weg naar Kuilenburg, niet toe te staan.
Een uitstel van 4 weken word gegeven.
Intusschen hebben de hoeren Verkerk o. s.
boricht, dat zij dezelfde concessie willen
aanvragen.
Bij Z. M. besluit is aan Mr.
J. G. Patijn, op zijn verzoek, eervol ontslag
verleend als officier van justitie bij de arrond.-
rechtbank te ’s-Gravenhageen benoemd
Mr. E. Z. L. Van der Kemp, thans subst.-
officier van justitie bij dje rechtbank.’
Z. M. heeft tot burgemeester
benoemd te Reeuwijk F. H. Bulaeus Brack,
secretaris dier gemeente; te Waddinxveen
i Dort Kroon, secretaris dier
frdeteKoöp:
en LOGE-
gelegen aau
raar dagelijks
tornt Adres
ud-Beierland.
ie weekmarkt
aas111 wa-
egende 36.618
I f28 A 30,50,
er 9 wagens
9,50, 2e soort
f 27,1 wagen
1. Weiboter:
prijs 60 ct.
Fl. en Overm.
ndere f 5,20 A
1,20, mindere
Prijs der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels 0,50. Iedere regel
meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco, en
uiterlijk tot Zaterdags-voormiddags te 10 uren. Alle binnenlandsche
Advertentiënwaarvan de plaatsing 3 maal wordt opgegevenworden
slechts prnal in rekening gebracht.
imber 1882,
zal in het
ITEN.
ter: le qual.
alf kilo; kaas
27 ct., overloo-
00, lammeren
a 26 ets. per
A 6 per stuk;
Zeeuwsohe
f3,20, Boode
toliter.
lint f 161118,
tepzaad f 7 A 8.
PERSPULP,
IE te Nleuw-
Moeten we dan de théorie het recht
ontzeggen, zich te doen hooren in het debat
over algemeene en bijzondere belangen?
Integendeel; haar adviezen stellen we
hoog op prijs; zonder haar zou de practyk
misschien wel vooruit komen, doch met
slakken-snelheid.
Wil zij inderdaad invloed uitoefenen, dan
mag zij nooit vergeten dat we het bestaande
niet zoo maar eventjes weg kunnen denken.
De werkelijkheid,dat is de wortel die
aan den eikenstam waarvan we straks heb
ben gesproken de levenwekkende sappen
moet toevoeren. f’“
Deze Courant wordt geregeld iederen Zaterdagsmiddag verzonden.
Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70. Franco per post I
door het geheele rijk 0,80. Men kan zich abonneeren brij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
hoofdstad van het gewest, dat eenmaal on
der tranen door Maria Theresia aan Fre-
derik den Groote moest worden afgestaan.
Wel een bewijs dus, dat de oude veeten
vergeteji aflnl 1
Von Schlösinger, de Pruisische gezant
bij het Pauselijke hof, is weer te Rome
aangekomen en heeft een langdurig on
derhoud gehad met ’s Pausen Secretaris
Jacobini. De toepassing der overeengeko
men punten schijnt getuige het gedrag
van den Bissohop van Breslau nog al
ernstige moeielijkheden te ontmoeten.
De Russische keizer en keizerin hebben
zich weder eens een paar uren te Petersburg
gewaagd waar zij in een open rijtuig rond
reden en een bezoek aan de hoofdkerk brach
ten. Ongelukkig landwaar dergelijko zaken
tot de vermeldingswaardige bijzonderheden
behooren.
»Met onpractische theoriëen”, zegt
Laurillard’s Scheurkalender op 7 Septem
ber,»zit een mensch op een hobbelpaard
hij maakt wel beweging, maar komt niet
vooruit”
Gelijk Harpagon eens het bekendeWij
leven niet om te etenmaar wy elen om
te leven”, in gulden letters op de wanden
van zijn eetzaal wilde laten beitelen,
zouden wij geneigd zijn de aangehaalde
woorden van den geachten letterkundige
op een in het oog vallende plaats van het
schrijfvertrek aan te brengen bij allen,
die zich nu en dan bezig houden met het
leveren van beschouwingen over maatschap
pelijke zaken. Ook in de spreekzalen, waar
we soms byeenkomen om van gedachten te
wisselen over sociale en politieke belangen,
zouden zy gansch niet misplaatst zyn.
Het kan niet ontkend worden, er zyn
een massa dingen en toestanden in de
wereld niet zooals zij behoorden te zyn.
Aan het opnoemen zullen we ons maar
niet wagen, dat zou een onbegonnen werk
zynaanstonds slechts een paar voorbeelden
tot toelichting van de manier waarop
>theorie” ze*foms te vergeefs poogt op te
knappen. Dat wy allen de begeerte in ons
voelen leven, die kromme dingen recht te
buigen, die verkeerdheden uit te dry ven, die
onhoudbare toestanden in orde te bren
gen, zulk# bewyst, dat we onze plaats in
de maatschappij verdienenwanneer ten
minste niet het persoonlyk belang, het
egoïsme in zyn meest prozaïschen vorm, ons
naar zwaard of pen ot strydbyl doet grypen.
Want in dat laatste geval is ons oordeel
altyd min of meer verdacht, en bestaat er
noodzakelijkheid, onze uitspraken aan een
kleine revisie, onze voorstellen tot verbete
ring aan een onpartijdig onderzoek bloot
te stellen.
Maar aangenomen nu, dat het laatste
volstrekt niet het geval isdat onze afkeuring
van hetgeen if volkomen belangeloos is,
dat woord in de alledaagsche beteekenis
genomen, zooals het byv. voorkomt in de
berichten betreffende de medewerkers aan
liefdadigheids-concerten I ja zelfs, dat we,
indien die minder goede dingen eens volgens
onzen zin werden opgeruimd, financieel na
deel zouden lijden! Dat zou dan toch wel
aangemerkt mogen worden als een bewijs
van de oprechtheid onzer bedoelingen, geloof
ik. Zoo is het denkbaar, dat een upper
(met vergunning) het jenevergebruik vijandig
is; dat een aannemer van fortificatiën of
een leverancier van fourages het land heeft
aan de hooge uitgaven voor militaire doel
einden; dat een slager de weldaden van
het vegetarianisme levendig beseft, en een
collecteur van de Staatsloterij alle dobbelspel,
zonder onderscheid en in welken vorm ook,
verderfelijk noemt.
Hervormingsplannen voorstellen, zegt men,
is geen kunst.
Als we nagaan, dat we telkens nieuwe
zien vormen, die na korten tijd even weinig
levensvatbaarheid toonen te bezitten als een
by den wortel afgehouwen eikenstam, dan
zouden we dat wel moeten aannemen. De
redeneering die gewoonlyk wordt gevolgd,
is dezeDe toestand, dien we daar hebben
geschetst, deugt niet: weg er dus mee.
Ziezoo, nu is er schoon schip gemaakt, en
kunnen we alles van voren aan zóó inrichten
als we meenen dat goed zou zyn. We
hebben een zekere hoeveelheid menschen,
die, zoo al niet volmaakt, de volmaaktheid
toch tamelijk nabij zyn, en die over de
dingen precies denken als wij, derhalve A.
hier, B daar, C in deze, D in gene ver
houding tot E, en die allen bezield met
het ernstige voornemen om geen haarbreed
af te wijken van de voorgeschreven baan,
nu moet het wel beter gaan.
In theorie sluit dat alles als een boek.
Maar de practyk spot met al die mooie
plannen: zij is een eigenzinnige dame, die
haar weg bewandelt zooals zij zelf verkiest,
en wel de raadgevingen van haar rede-
neerende zuster in ontvangst neemt, ze
somtyds in toepassing tracht te brengen
ook, maar alleen voor zoover zij met haar
zienswijze en ervaring overeenkomen. Op
de laatste vooral laat zy zich niet weinig
voorstaan. Elke schrede die zy aflegt staat
in nauw verband met haar vroegere stappen
zy is, zooals men dat noemt, aan zekere
antecedenten gebonden en kan haar verleden
nooit uit het oog verliezen.
Laat ons eens zien.
Gedurende eenige weken is een gedeelte
van ons lieve vaderland in rep en roer ge
bracht door krijgstoerustingen. Men heeft
eenige duizenden jongelieden, die door hun
arbeid de maatschappij dienden, en daar
onder zelfs hoofden van gezinnen, uit hun
omgeving weggerukt, hen laten bijeenkomen
op de onherbergzame heide, laten exerceeren
en manoeuvreeren onder geweldige plas
regens, veel kruid laten verschieten dat
allemaal geld kost, op staatskosten een
voeding verstrekt die zy beter zelf konden
verdienen, en dat alles voor oefening in
Bij de Woensdag te Baam-
brugge gehouden harddraverij met paard en
ohais, door paarden die niet meer dab een
maal een prijs gewonnen hadden, is de
prijs behaald door de Goliath van Hille-
brandt, le Amsterdam, pikeur A. I)o Graaf,
en de premie door Dikke Jan, van C. De
Jong, te-Nieuwerbrug bij Woerden. 13
deelnemers waren ingeschreven.
Bij de ringry derijuitgeschre
ven door de afdeeling Osdorp der Holl.
Maatschappij van landbouw, werd de le
premie, een sigarendrager met zilver ge
monteerd, behaald door den heer J. v. d.
Laarse.
De heer J. D. De Bock te Gouda
heeft aan den gemeenteraad van stad Almelo
concessie gevraagd voor het aanleggen en
exploiteeren van stoomtramwegen van Al
melo naar Ootmarsum en naar Avereest.
Door eenige ingezetenen van
Gorinchem zal in het laatst dezer maand
een stoombootdienst worden geopend, tus-
schen Gorinchem en Vianen.
De spoorweglijn Geldermal-
sen—'Eist wordt met 1 November geopend.
Do spoorbaan beoosten den
Diefdijk is Zaterdag over eene aanzienlijke
lengte van ongeveer 250 meter plotseling
weggezakt. Tengevolge dezer ramp zal van
het in exploitatie brengen op 1 November,
waartoe het voornemen bestond, thans ver
moedelijk wel niets komen.
Wegens geringe deelneming
zal het concours, uitgeschreven door de
Gorinchemsche rederijkerskamer, aanstaan
den winter niet plaats hebben.
—Aan de heeren Diepeveenf Leis
en Smit, te Kinderdijk (gemeente Nieuw-
Lekkerland), is tot wederopzeggens vergun
ning verleend tot den aanleg en het gebruik
van eene electrische geleiding tusschen hun
kantoor en dat van de heeren I. en K.
Smit, beiden aldaar.
Vermits de gronden in de pol-
TX 1
aan één eigenaar behoordenwaren ae be
palingen van het rivier-polderreglement
betreffende het bestuur en het financieel
beheerdaarop niet toepasselijk. Na de
scheiding der nalatenschap van Mr. I. Viruiy
van Vuren en Dalem tusschen zijne erfge
namen heeft die toestand opgehouden en
zijn die polders ook onder die bepalingen
gebracht, en hobbon Gedeputeerde Staten
benoemd tot poldermeesters in den polder
Vuren de heeren O. A. Van Everdingen
en G. De Bruyn, en in den polder Dalem de
heeren G. De Gier, H. Van Giessen Wz.
en W. Van Dannes.
Op den Rijn bij Rhenen is men
met het visschen naai* zalm begonnen, en
tot nog behoeft men niet te klagen. De
vangst is redelijk, eenigen zyn reeds naar
Kralingen verzonden. In 1881 en in het
begin van dit jaar ging het den visschers
niet voordeelig; reeds in Januari moest
men het bedrijf staken, daar er toch niets
meer gevangen werd.
Voor de zooveelste maal
wordt weer door de Duitsche en Zwitsersche
bladen de oude klacht aangeheven over
de roofvisscherij van de Nederlandsche
zalm-visschers. Als een bewijs hoe erg die
roofvisscherij gedreven wordt, voert men
o. a. aan, dat in de laatste week van Au
gustus, nog even vóór het sluiten van de
visscherij, aan het Kralingsche veer, bij
Rotterdam, niet minder dan 1062 stuks
zalmen gevangen werden.
Die klacht is even onbillijk als ze oud is.
Er zijn hier te lande voldoende maat
regelen genomen tegen moordvisschorij, het
vangen van jonge zalmen in netton met
kleine magen en dergelijken, terwijl de vis-
scherij in den tijd dat de zalmen kuit schieten
verboden is. De goede vangst, binnen den
geoorloofden termyn gedaan, mag dus geen
moordvisscherij boeten. Het is toch een
aan zee gelegen land niet kwalijk te nemen,
dat het do zalmen in zijn rivieren vangt
en zo niet aan zijn naburen ten geschenke
zendt, ’t Is waar, als zij hier niet gevangen
werden, zouden zij de rivieren verder op
zwemmenon in Duitsohland gevangen
worden. Maar onze Duitsche broeders
zullen toch niet vergen dat onze visschers
te hunnen behoeve oen gedeelte van de ge
vangen zalmen aan de Duitsche grenzen
weer in den Rijn werpen? Dat zou de
welwillendheid wat al te ver gedreven zyn.
De heer H. Homkes Kz., lid der
Commissie van Toezicht op het Lager On
derwijs te Haarlem heeft aan den Minister
van Binn, Zaken een afdruk aangeboden van
het dezer dagen door hem geschreven werkje,
getiteld: „Een NederlandschBelang, de Lees
boeken voor de Volksschool van L. Leopold
enz. beoordeeld.” Hij wenscht de aandacht
van de Hooge Regeering te vestigen op de
feiten, door hem in dat werkje aan het licht
gebrachten verzoekt dat daarmede in ken
nis worden gestold de ambtenarenbelast
met het toezicht op het Lager Onderwijs
(ingevolge art. 21 der wet van 17 Augustus
I 1878regelende het Lager Onderwijs.)
I Te Rotterdam heeft zich in de
vorige week slechts óón nieuw geval van
I pokken voorgedaan.
de verdediging onzer onafhankelijkheid, die,
zoover we weten, op dit oogenblik door
niemand wordt bedreigd. De théoristen
onder nns halen over al die dingen de
schouders op, en vragen, waarvo-jj- zooveel J heeft toph
beweging noodig is. Vechten behoort thuis moet blyvt
bij barbaarsche volken, en indien de burgers
van een vrijen staat één greintje gezond
verstand bezaten en wisten te gebruiken,
dan zouden zij eenvoudig zich nooit laten
commandeeren om een natuurgenoot die
hun nooit eenig leed veroorzaakte, voor
het hoofd te schieten, zoodat oorlog on-
mogelyk was en oefening in het krijgvoeren
geheel overtollig werden. Komaan, laat
ons een vredebond sluiten, die voorschrijft
alle internationale geschillen langs scheids
rechterlijken weg te beslissen en daarna,
de geweren verkocht voor oudrpest, de
zwaarden omgesmeed tot ploegijzers, en
van het brons der vuurmonden tuinsieraden
gemaakt I
Zoudt ge niet denken, dat het vredebond
een hobbelpaard is Het beweegt zich
tot dusver heel bescheiden en langzaam
wel is waar, doch komt geen duimbreed
van zyn plaats. Want let eens op, hoeveel
broederzin er reeds voorzit bij de betrek
kingen der volken; hoe weinig er noodig
is, om het wantrouwen, dat immer in een
hoekje onzer ziel op den loer ligt, te ont
ketenen en als een wild beest op hol te
jagen. Wie kon denken dat de Êngelsche
matroos, die vandaag met het grootste plei-
zier van de wereld en het heldhaftig be
wustzijn dat hij het vaderland een grooten
dienst bewyst, een armen Arabier of fellah
nederschiet, gisteren in ’t geheel geen ge
dachten had dat hij dien man ooit als vyand
zou moeten beschouwen Ge zegt, dat die
telkens losbarstende haat door de «Staats
lieden” wordt in het leven geroepen en
wakker gehoudenwaren de volken geheel
vry, inderdaad, zooals zy het thans slechts
in naam zijn, zy zouden er eenparig voor
bedanken als kanonnenvleesch te worden
gebruikt. Alsof de volks- en raeocrrhaat
anders de menschelyke natuur zoo vreemd
is! Ziet eens wat er nog dezer dagen te
Parys gebeurde, te Parys, in het midden
punt der beschaving, waar mannen die
beter weten of moesten weten, de Duitschers
wilden moiesteeren die zich in hun midden
hebben neergezet en van meening waren
dat zy gerust onder elkander een huishou
delijk feest mochten vieren. Zoolang de
menschen zich nog door zulke booze harts
tochten om den tuin laten leiden, is ieder
oogenblik een uitbarsting te vreezen,
moet elk volk als het ware tot de tanden
gewapend staan en zyn ook wy verplicht,
hoe ongaarne ook, onze zuurverdiende pen
ningen als aandeel in het leger-onderhoud
af te staan. De apostelen des vredes kun
nen inmiddels hun beginsel verbreiden, en
den steun van weldenkenden inroepen,
zoolang zij geen enkel praktisch middel
hebben aangewezen om in verband niet
met den door hen gedroomden, maar met
den werkelijken toestand, den oorlog te
beperken, nemen wy de vrijheid aan het
door hen bestegen ros den toegang tot de
renbaan te ontzeggen, op grond dat we
daar levende paarden behoeven.
Zoowel op maatschappelijk als op staat
kundig gebied zyn we allen min of meer
hoppelpaard-ruiters. We gaan uit van on
derstellingen, in plaats van wezenlijk be
staande dingen als bazis aan te nemen, en
vandaar die eentonige op en nederwaartsche
gang die geen gang is. Arbeiders die al
leen heil verwachten van hooger loon en
verkorten yverktijd, doch het meerdere dal
zy, by vroeger vergeleken, ontvangen, be
steden voor uitgaven die liever vermeden
moesten worden, of den vrijen tijd, waar
over zy meer dan voorheen beschikken
kunnen, aanwenden voor geheel verkeerde
dingensocialistische hervormers, naar wier
meening alles goed zou gaan indien niet
het kapitaal optrad als middelaar tusschen
voortbrengers en verbruikers, maar de eer
sten zelven al de vruchten hunner vlyt tot
zich riemen kunnen, door het kapitaal in
hun dienstbaarheid te brengen; ijveraars
voor algemeen kiesrecht, die niet eerst den
geschikten tijd willen afwachten om lang
zamerhand en zonder schokken tot hun
ideaal te komen, doch het zoo maar stor
menderhand zouden wenschen te veroveren,
op het gevaar af dat al wat wij uan poli
tieke vryheden tot op dezen dag hebben
bijeengezameld, op eenmaal onderst boven
zou gaan, we gelooven dat zij allen het
zelfde houten beest beryden.
G. W. C. Van
gemeente.
De tegenwoordige vergade
ring van de Staten-Generaal zal heden, te
2 uren, door den Minister van Binnen!.
Zaken in naam des Koningsin eene ver
een igde zitting der beide Kamers worden
geslotenterwijl de plechtige opening op
Maandag 18 September door Z. M. den
Koning op de gewone wijze zal geschieden.
Ofschoan de heer Mr. J. G.
Patijn nog niet zijn mandaat als lid van
de Tweede Kamer der Staten-Generaal voor
Gouda neerlegt, is hij. toch niet voorne
mens oy nwr ourgoiireeswrscuap van ueu
Haag de gewichtige taak van afgevaardigde
te blijven waarnemen. Zijn aftreden als
zoodanig is slechts een quaestie van tijd.
In eene buitengewone zitting
van den Haagschen gemeenteraad van
Woensdag-namiddag is de heer Mr. J. G.
Patijn als burgemeester geïnstalleerd. De
oudste wethouder, do heer Van der Duyn,
heette hem welkom, roemde ’s Konings
keuze zeer en herdacht de verdiensten van
den afgestorven burgemeester Gevers Dey-
noot. De heer Mr. Patijn verzekerde diens
stappen te willen volgen en ofschoon over
tuigd, dat het een ijdel streven is de goed
keuring van allen te willen verwerven, ver
zekerde hij, dat hij al zijn tijd en al zijne
krachten wilde wijden aan de belangen der
gemeente, die hij lief had; zijn eenig stre
ven was nuttig te zijn voor de plaats zijner
inwoning. Beide redevoeringen werden door,
de raadsleden en een talrijk publiek zeer
toegejuicht.
Op de vergadering van de pro
vinciale vereeniging van burgemeesters en
secretarissen in Zuid-Holland die 26 dezer
te Rotterdam zal plaats hebben j zal onder
meer, een voorstel behandeld worden van de
HH. Quarin Willemier te Kralingen en D.
Nugteren te Moordrecht, om bjj den Minister
van Binnenl. Zaken aan te dringen op eene
aanvulling der gemeentewetwaarbij in be
ginsel worde vastgesteld:
1. Dat schorsing of ontslag van gemeente
secretarissen of gemeente-ontvangers door
den Koning. moet worden bekrachtigd.
2. Dat die ambtenaren op 65-jarigen leef-
tijd recht hebben op ontslag en pensioen
uit ’s Rijks kas en dat gelijk recht van
pensioen aan hen wordt gegeven bij ont
stane lichaams- of zielsgebreken. 3. Dat
dat pensioen zal beloopen voor elk jaar
diensteen zestigste deel van de jaarwedde,
die over de laatste twaalf maandenaan
het ontslag voorafgaandetot grondslag
gediend heeft voor de bepaling der bijdrage
nader vermeld, doch nimmer het twee derde
gedeelte dier jaarwedde mag te boven gaan.
4. Dat telken jare door de titularissen als
bijdrage voor huh pensioen worde gestort
2 pet. hunner jaarwedde in ’s rijks schatkist.
Bij aanschrijving van 6 dezer
hoeft de Minister van Financiën aan de
ambtenaren te kennen gegeven, dat, vol
gens art. 13 der wet op hot recht van
zegel van 11 Juli 1882, o. a. het thans
voorhanden formaatzegel na 1 Januari 1883
niet meer gebruikt kan worden, omdat
van dat soort van zegels, volgens de nieuwe
wet uit te geven, voortaan 50 opcenten
worden geheven, en van de betaling dier
opcenten op het gezegeld papier moet blij
ken. Met de uitgifte van nioqpre zegels
zullen vermoodolyk nog eenige weken voor
bijgaan.
De gemeenteraad van Tiel
heeft besloten het verzoek van de heeren
Crans Co., om acht maanden uitstel voor
deu aanvang van het leggen van den tram-
Generaal Wolseley heeft voorzeker be
grepen, dat na het eerite treffen met den
vijand, dat op een twijfelachtige nederlaag
voor dezen uitliep, van een flink en snel
optreden alleen vrucht te verwachten was.
Hij werd daarin versterkt door een nieuwen
aanval door de voorposten van Arabi’s leger
tegen de stellingen bij Kassasin gericht,
welke aanval evenwel mede werd afge-
8 ^u'weiijKs was net Êngelsche leger dan
ook versterkt door het Indische en Schotsche
contingent, die ook het ontbrekende geschut
aanbrachten, of Wolseley richtte den aanval
tegen de hoofdmacht van Arabi te Tel-el-
Kebir. Na een verwoed gevecht moest
laatstgenoemde zijn stellingen prijs geven
met achterlating van veel geschut en on
geveer 2000 dooden. De verliezen aan de
zijde der Engelschen bedragen 200 man,
waaronder vele officieren. Die opgaven zijn
van Engelschen oorsprong. Neemt men in
aanmerking dat, volgens berichten van de
zelfde afkomst, Arabi’s macht teTel-el-Kebir
bestond uit 25 a 30.000 man, dan zou men
haast geneigd zijn de schitterende en vol
komen overwinning ietwat sterk gekleurd
te wanen, ware het overwinningsbericht niet
gevolgd door de mededeeling, dat Tel-el-
Kebir door de Engelschen genomen is en
dat de vijand fel vervolgd wordt tot in de
woestijn.
Die eerste overwinning kan dus wel eens
het eerste bedrijf van het laatste tooneel
in Egypte worden, dat dan door Engeland
vermoedelijk wel geheel alleen zal worden
afgespeeld.
De 3000 man die Turkfle, nu de mili
taire conventie dan toch eindelijk is tot
stand gekomen, in Egypte zal ontschepen,
en die nog wel onder contrólo van een En
gelschen Commissaris, overste Wilson zullen
staan, kunnen geen groot aandeel eischen
in de lauweren, die nog te behalen zijn.
Het is ook niet te denken, dat hun een
voorname plaats in den nog te voeren strijd
zal worden aangewezen, daar altijd nog
vrees bestaat voor overloopen naar den
vijand. Die vrees wordt gevoed door dos
Sultans handelwijze tegenover Arabi. In
de tegen deze uitgevaardigde proclamatie
schijnen ten slotte nog veranderingen te
zijn aangebracht, die daaraan de scherpe
punten ontnemen, iets wat trouwens zeer
beprijpelijk is, na de weifelachtige houding
die de Sultan steeds tegenover dien oproer
stoker aannam.
Nu de zaken in Egypte zulk een keer
namen zal het de vraag zijn of de zelfde
Fraiische afgevaardigden, die indertijd de
regeering het crediet weigerden om zoo
noodig gewapenderhand in Egypte te kun
nen optreden, nu er roem te behalen viel,
er de regeering geen verwijt van zullen
maken, dat zij geen deel nam aan de ex
peditie. In elk geval zullen zij wol de
eerste zyn om voor Frankrijk aanspraak te
maken op de vruchten, die er het gevolg
van zijn zullen. Behalve deze quaestie, die,
daar zij de oorzaak is van het optreden der
tegenwoordige regeering, wol in de eerste
plaats in behandeling zal komen, is er een
ander, geheel nieuw vraagstuk, volgens de
Figaro in geboorte. Men zou namelijk eén
vice-prosidentschap willen invoeren, waar
voor Freycinet dan in aanmerking zou ko
men. De gelden zouden gevonden worden
uit eene vermindering der inkomsten aan
het Presidentschap verbondenMen zou
daarom reeds betwijfelen of het denkbeeld
wel van de regeering zal uitgaan.
Ook de Oosfenrijkscho Kroonprins en
Kroonprinses hebben den DuitHchcn Keizer
Elke verandering, san I een bezoek gebracht en wel te Breslau, de
welken aard ook, is ontvikkeling; dat wil
zeggen, zij maakt zicb/tnffistal zonder snelle
overgangen, los uit hetg®® is; en iedere
toestand, dien we willen
heeft toph ook ajjn cHciretnmxleMf
moet blyven. In de stoffelyke wereld is
overvloed van tijdiedere Vooruitgangdien
de geleerden daar hebben kunnen bespie
den, loopt wellicht over eeuwen. Op ze-
delyk gebied kan en moet het wat gauwer
gaan, omdat de mensch de natuur een
weinig te hulp kan komen; er zijn hier
en daar wellicht belemmeringendie het
ontwikkelingsproces tegenhouden, en die
we kunnen wegnemm opdat alles wat ge-
makkelyker ga.
Dat is bij uitnemendheid de taak der
théoristen; voorzichtig opruimen, zuiveren,
hinderpalen verwyderen, aantoonen wat
er in den weg staat en hoe men het kan
doen verdwynen. Dan kan de practijk on
gestoord haar arbe'd voortzetten, en
weest er zeker van dat zij onder die voor
waarden haar tijd gced zal besteden* Ge
schiedt dit, dan wordt er gezaaid op een
behoorlyk toebereides bodem, en de oogst
kan menigvuldig zy>. In het tegenover
gesteld geval strooit men wel de zaden
uit, te midden van keisteenen en onkruid-
stoppelen, maar het is niet te verwachten
dat de* opbrengst de vlyt des bouwmans
voldoende zal beloonen.