I o. I 1883. N°. 746. Zaterdag 29 September. ASSEN, RIJ ELST, ii-Saisonsf LAGEN, Cents. N GELDER. TELLING orstraat. Effecten, dam. 3 Gorinchem HA.RT0G. ion hoven Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht. {DAM. BOECK, enair in Effecten. isons EREN. 1 F 1 aar meerlü BINNENLAND. Brieven van Barend. Coupons, 46, D A, A 4®/, jaars, te- jde, mits een halve wende. 000 en daarboven fondsen verstrekt. BUITENLAND. ^schillend naarmate jen zeer matig tarief. OTEN, Schoenhoven. SCHOONÏÏOYEB8CHE COIJRAET. S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven, Uitgever». P. Jh SCHELLING. Gouda, 17 September 1883. BUGBAAE. F voor O ELLINQ 1E N verkrijgbaar issortiment nieuwe prijzen on nu reeds 59, 1862, 1867/69, >er, December 1883 i- on buitenlandsche Prijs der Advertontiön: Van 1 tot 5 regels 0,50. Iedere regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco, uiterlijk tot Vrijdags-namiddags. Alle binnenlandsche Advertentiön, waarvan de plaatsing 3 maal wordt opgogeven, worden slechts 2 maal in rekening gebracht. Lelijk lichaam en vele ver- s ing van het rerktuigeljjke -g ren is onder 3 verrichting 2 vijfde maand S in het einde® len de eerste dijker te doen 3 ewenddoch .2 ich nog geen va j alleen ver- o elve dan ook o ito loftuiging a. 90 cent per ja »LTZ.] iS De nieuwe LONDON doet het grjjze haar binnen en kele dagen ver- k dwijnen, maakt iS het haar glans- mX rijk en zacht; belet hot uitval- len van en geeft groeikracht aan WN de jeugdige ha- ren. ui bij A. MOERDIJK, Zulddorpe (Zeeland). VAN EERTEN te OST te Oudewater a; P. VERSLOOT te OSSIEAU Zn. te STRAATJfN te Meer- IMAN te Woorden; CamerikB. KRUIT- H. MOES te IJssel- Doze Courant wordt dos Zaterdag-morgens uitgegeven. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70. Franco per post door het geheele rijk 0,80. Men kan zich abonneeren bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders. te houden. De bescheidenheid verbiedt mij dit zoo maar voetstoots aan te nemen, ofschoon ik voor de uitsluiting van mijn 1 wapen van de glorievolle Septemberbedry- 5 ven moeielijk een andere reden kan vinden. Er zijn menschen die beweren dat al de vooronderstelde aanvallen en verdedigingen, zooals men ze bij de militaire manoeuvres i gewoon is er op na te houden, weinig om i het lijf hebben. In oorlogstyd, als men met werkelijke toestanden te doen heeft, kan soms een omstandigheid van betrekkelijk gering belang de best beraamde plannen in duigen doen vallen. Een enkele verande ring in de aanvalswapenen, enhetschjjnt wel of de beste werktuigkundigen geen edeler taak kennen dan onophoudelijk aan de geweren en de kanonnen te knoeien, doet weer nieuwe behoeften voor de ver dediging ontstaan. Het geschermutsel om en bij de vestingen leert wel, hoe een vyand verslagen zou kunnen worden dien men te voren heeft vastgesteld dat op die manier de nederlaag zal lijden, maar heel anders wordt de zaak, als men te doen krijgt met een vyand die niet op commando afmar cheert, die er den brui van geeft verslagen te worden als hij door list of door geweld baas kan blijven. Sommigen zeggen, dat als onze vestingen goed in orde zyn, de manschappen behoorlijk zijn geoefend in het marcheeren en in het schieten, de twee noodige, maar ook zeer stellig onmisbare zaken, en de officieren flink op de hoogte zyn van hun taak, alles best terecht zal komen ook zonder dat men jaarlyks zoo veel geld uitgeeft voor die groote troepen bewegingen, waarbij wel verschrikkelijk veel kruid wordt verschoten maar de juistheid in het treffen door niets wordt bevorderd. Laatst dat ik over die zaken onder een gezellig glaasje bier zat te redeneeren met een collega, ook een adspirant-korporaal bij de dienstdoende, en de idéés, die ik zooeven heb uiteengezet, ook van hem ver nam, kwam het mij zoo voor, dat hij wel een beetje gelijk had; althans, ik kon er niet heel veel tegen inbrengen. Toen hy merkte dat hij voet kreeg, zei hy-nog: »En kijk eens, hoeveel gewicht toch e|genlijk de regeering aan die manoeuvres hecht;” met een haalde hij een courant voor den dag en las: ®Bij een'Koninklijk besluit van 3 dezer is uit overweging dat het noodig is, de groote parades op de geboortedagen van de leden van het Koninjdijk Huis onder alle omstandigheden zooveel mogelijk te doen plaats hebben bepaald, dat, wanneer in eenig tijdperk, bestemd tot het houden van groote of veldmanoeuvres, geboortedagen vallen van leden van het Koninklijk Huis, op die dagen de manoeuvres sullen geschorst worden en door de troepen groote parade zal gehouden worden, waar ook, in groot tenue.” U moet niet denken, amice, dat de woor den waar ik een streep onder gezet heb, in het bewuste Koninklijk Besluit met een andere lettersoort zyn gedrukt, althans, dat geloof ik niet. Maar mijn kameraad las ze met bijzonderen nadruk, en op een toon, alsof hij zeggen wilde: Zieje nu, jij die zoo hoog loopt met den zoogenaamden militairen geest, gelijk die door de oefenin gen te velde heet te worden opgewekt, de regeering zelve drijft met je geestdrift den spot. Voor een simpele verjaardags- parade, die, dat zult ge mij toch toegeven, met de verdedigbaarheid van ons land hoe- I dichte genaamd niets te maken heeft, laat men de heele manoeuvres in den steek. Gij kunt niet uitrekenen, en ik evenmin, hoeveel elke dag, dien de' lichtingen onder de wa pens zijn, aan het land kost, en dus ook niet bepalen, hoeveel er bezuinigd wordt als men de lui één dag vroeger naar huis laat gaan. In plaats daarvan laat men die menschen, die toch ook hun bezigheden hebben en misschien moeielijk thuis gemist kunnen worden, vergeet niet, ’t is nog in ’t best van den tyd om wat te verdie nen, straks komen de wintermaanden en dan zouden velen liever uit eigen beweging •groote manoeuvres” willen gaan maken als ze daardoor wat te eten konden krygen een dag langer blijven, omdat er een on misbare groote parade tusschen valt. IK'verzeker u, ik ging dien avond in een, onpleizierige stemming naar huis. Dat komt er van, als men aanlegt met lieden, die altyd op de daden onzer geëerbiedigde re geering wat te vitten hebben. Van Regeering gesproken, de Minister van Oorlog heeft de militaire wetten van zijn voorganger stilletjes weer ingepalmd, ’t Spijt me ontzaglyk, want als ik my wel herinner was er aan onze schutterij in die wetten een flinke rol bij de verdediging toegewezen, en ik ben zoo in myn ziel overtuigd dat zij die eer en dat voorrecht ten volle waard is. Men zegt, dat de heer Weitzel eerlang een nieuw stel militie- en schutterijwetten gaat maken, die precies klaar zullen zijn als zijn tijd van aftreden is gekomen, en die zijn opvolger hem dan, natuurlijk! ook weer achterna zal werpen. Op die manier blijft de wetten-macbine aan den gang, en zal er zeker wel altyd stof zijn voor min of meer diepzinnige be schouwingen van Uw getrouwen vriend, BAREND DEN SCHU1TER. socialistische denkbeelden. Het leger is op het oogenblik nog getrouw, maar het is gewoon revolutiën te maken en er zijn vele ontevreden officieren. De toekomst is der halve hoogst onzeker. Omtrent Tongkin en de tusschen Frank rijk en China gevoerde onderhandelingen, is er geen nieuws, maar van Madagascar is tijding ontvangen, die voor do Franschen zoor ongunstig luidt. Behalve op oen punt zouden zij uit allo door hen bezette positiëu aan de noordwestkust zijn verdreven. Op bevel van den Keizer van Rusland, is de staat van beleg voor St. Petersburg weer met een jaar verlengd. Uit Transvaal wordt gemeld, dat de beide opperhoofden der Kaffers, die, na lang de wapenen der republiek te hebben ge trotseerd, zich moesten overgeven, ter dood zijn veroordeeld. In de militaire werkplaatsen van Wool wich heeft eene ontploffing groote schade veroorzaakt; twee menschen zijn daarbij omgekomen. Het ligt voor de hand, aan boos opzet te denken, maar gronden daar voor zijn nog niet bekend. Door Z. M. is benoemd tot rechter in de arrondissements-reohtbank te Dordrecht, Mr. J. W. Mouton, thans kan tonrechter te Woerden. Tot noodheemraden van do Krimpenerwaardvoor den winter van 1883 op 1884zijn benoemd de heerenP. J. Smits, te Berg-AmbachtA. Berkouwer, te LekkerkerkL. Kooij te Krimpen a/d IJsel en J. J. De Jong, te Gouderakallen hoofdingelanden. De Minister van Binnenland- sche Zaken heeft aan de Tweede Kamer eenigo inlichtingen verstrekt op de adressen van P. Schelling en Zoon en andere steen fabrikanten in Zuid-Holland en van de Kamers van Koophandel en fabrieken te Deventer en te Assen over het gebruik van Belgische steen, bij den bouw van lagere scholen. Daarin wordt gezegd, dat de loop van vermelde aangelegenheid aan de Tweede Kamer bekend is uit de over gelegde adressen der steenfabrikanten. Daarin wordt geklaagd dat de inlandscho nijverheid wordt benadeeld omdat bij den bouw van openbare lagere scholen het gebruik van Belgische steen sou zijn voor- geschroven. Tot adstructie dezer klacht worden drie gevallen genoemd; er wordt namelijk gewezen op de bestekken voor het bouwen van scholen te Krabboudjjke, Schore en Hansweort. Het is gebleken, zegt de Minister, dat in die bestekken de Belgische baksteen alleen is voorgeschreven voor de metsel werken onder het trasraam, dat de districts schoolopziener deze bepaling heeft goed gekeurd, omdat deze steensoort, naar het oordeel der deskundigen, voor fundeeringen zeer geschikt is, ook dat derhalve de voor stelling in de bedoelde adressen, als zoude voor den bouw en verbouw der genoemde gebouwen uitsluitend Belgische baksteen zijn voorgesnhrevon, onjuist is, daar aan genoemde gebouwen voor verreweg het grootste gedeelte Nedorlandsche steen ge bruikt is. Het komt niettemin aan den Minister voor, dat oen bestek, houdende het voor schift om bij uitsluiting voor eenig werk buitenlandsche baksteen te gebruiken, door den districts-schoolopziener had moeten zijn afgekeurd. In dien zin is een aanschrijving aan ieder der districts-schoolopaiener ge richt, hoewel het geval slechts in twee schooldistricten schjjnt te zijn voorgekomen. Het komt den Minister van Waterstaat wenscheljjk voor verdere proef nemingen te doen met de kunstmatige vischteelt. Kwam totnogtoe alleen zalm daarvoor in aanmerking, de Minister wenscht een proef te nemon met de elft. Vau Amerikaansche zijde zjjn 2 millioen eieren kosteloos aangeboden*. Daartoe is oen tijdelijke inrichting tot uitbroeding en de overkomst van twee Amerikanen noodig, wat f7500 zal kosten. Het is do be doeling later ook do eieren dor inlandscho soort in te zamelon on uit te broeden. Naar mon mot zekerheid ver neemt, zal do onthulling vau het standbeeld van Graaf Jan Van Nassau te Utrecht, op Maandag 15 October a. s. plaats hebben. Z. M. de Koning heeft aan de commissie toezegging gedaando plechtigheid met HDs. tegenwoordigheid te willen vereer on. Hot leggen van don eorrton steen voor het gedenktoeken van Leidens ontzet zal op 3 Oct. a. s. aldaar plaats heb ben. Kinderen van de openbare school al daar zullen de plechtigheid opluistoron door het zingen van toepasselijke liederen. In do zifting der Rotterdam- sche Rechtbank van Dinsdag stonden te recht K. De U. on B. v. d. H.,. arbeiders te Ameide, beklaagd van diefstal van stroo. Eisch 7 dagen gov. cell, voor ieder. W. II., kleermaker te Schoonhoven, be klaagd van mishandeling en verbreking van afsluiting. Eisch 15 dagen gev. eouz. en 2 boeten van f8. In bovenst, zaken over 8 dagen uitspraak. IX. Uw uitnoedigingamice Redacteur! om als militaire specialiteit geregeld aan de Schoonhovenache courant med« te werken kan ik, hoe vereerend ook voor myn schut- terlyk gevoelwezenlijk niet aannemen. Vooreerst gaat het schryven mij zoo erg best niet af, wat de vlugheid aangaat; en ’t heeft gewoonlyk heel wat voeten in de aard eer ik weer een brief voor u klaar heb. Maar ’t voornaamste is, dat ik hee- lemaal vry wil blijven en my tot niets ver binden. Zie, waarde heer, ik heb heel veel respect voor de mannen van de pers als zij om half zeven de copij voor een paar kolommen in de krant klaar moeten heb ben gaan ze om vyf uur eventjes zitten en komkommertyd of geen, of er iets aan de hand is of niet, nooit zyn ze om een onderwerp/ verlegen. Ze schrijven er maar vroolijk op los, en de eerste klokslag van half zeven valt precies samen met den kias dien ze onder hun werk zettenen die toch eigenlijk overbodig is. Ik bewon der dat, evenals ik versuft ben van den zevenjarigen knaap die uit zyn hoofd met zulke verechrikkelyk groote getallen verme nigvuldigt als wy vroeger op school opkre gen om stil te werken als de meester met andere jongens bezig was: maar het na vol gen in geen honderd jaardenk ik. Toch wil ik unatuurfykmyn indruk ken wel mededeelen als er iets van belang heeft plaats gehad op militair of ander ge bied. De menschen zeggen weler gebeurt tegenwoordig heel weinig, en wat er dan nog voorvalt is nog alles behalve opwek kend, zooals by voorbeeld die treurige ge schiedenis daar in Indiëmaar dat is be- trekkelyk. Ik vind, om maar iets te noe men dat er in deze maand nogal aardig wat gedaan is aan onze verdedigingreden waarom ik myn schutters-denkbeelden over die en soortgelijke zaken eens ten beste wil geven. Alleen nog de vraag: waarom hebt u geen bij zonderen verslaggever naar het oorlogstooneel by de Nieuwe Hollandsche waterlinie gezonden om alles uit de eerste hand te weten Of behoorde u ook tot het. groote getal dier onv'aderlandslievendendie eerst wenschten te berekenen hoeveel het wel zou kosten om den manschappen een behooriyke oefening te geven Maar neendat kan niet waar zyndaar voor zyt ge te zeer in merg en nieren Nederlander. Ongetwijfeld hebt ge even als ik levendig belang gesteld in hetgeen de maand September op krijgskundig ge bied te aanschouwen gaf, vooral in het hart van het verdedigbare deel van het land. Ik verzeker u dat het raak moet geweest zynNaarden veroverd, Muiderberg be stookt, de vijand meester hier, terugge- worpen daar, met ontzettende verliezen soms; gelukkig was het meestal maar een •gemaskeerde” vyand, en die doet niet heel veel kwaad. Voeg daarbij dat de koeien dol werden vau het schieten en op hielden melk te geven; dat op verscheiden plaatsen de huizen gebarsten ruitenge scheurde muren en uit ‘t lood gezakte deu ren gekregen hebben van ’t kanongebul der, en ik behoef u niet te vertellen dat er wat te koop was. Naar ik hoor hebben de eigenaars van beschadigde wo ningen een request ingediend by den Mi nister van Oorlog, om vergoeding van de geleden schade uit ’s Rijks schatkist. Hoe men tot zoo iets den treurigen moed kan hebbenbegrijp ik niet. Vooreerst is er iets lachverwekkende in het woord »schat- kiet’nu we pas den Minister van Finan ciën een begrooting voor het volgend jaar zagen indienenwaarbij de uitdrukking •zooveel millioenen tekort”, schering en inslag was. En ten tweede, hebben die menschen dan zoo schrikkelijk weinig hart voor de vryheid, de veiligheid, de zelfstan digheid, de onafhankelijkheid van Neder land dat zy ter wille van deze hun huis niet met liefde en geestdrift zouden prijs geven Ik heb u al meer gezegdik geloof niet dat ik ooit Minister van Oorlog zal wordenmaar zoo dat ooit gebeurdezou ik die groote manoeuvres nog heel anders inrichten. Alles moest dan gebracht wor den op voet van oorlog: de sluizen, die het terrein voor en om de verdedigings werken onder water moeten zettenopen de Woningen en schuren, die in den weg staanomveren wat er verder noodig is. Eerst dan krygt men een heldere voorstel ling van den toestand gelijk hy zyn zal als eenmaal de vyand ons op het dak zit altoos voorondersteld dat hy ons tyd ge noeg laat om alles netjes in orde te laten brengen. En dan ik zou niet alleen de militie- troepenmaar ook de schutterij aan de manoeuvres laten deelnemen. Wat hagel men wil door die oefeningen de weerbaar heid van het wapendragëffd gedeelte der natie verhoogenen de kern der stryd- macht, het personeel dat reeds door zyn liksche militaire houdingdoor de onmis kenbare uitdrukking van zijn militairen geest ontzag inboezemtjuist dat laat men thuis. U zult misschien zeggen: de schut- tery heeft die bijzondere' oefening niet noo dig: zy is reeds zonder dat mans genoeg om eiken vyand op een eerbiedigen afstand IENzooals Zijde, urrentie. tst worden. kan bestaan, zooveel te zekerder ook zijn wij, dat in tijden van gevaar de beide na tiën eendrachtelijk te samen zullen werken. Tractaten kunnen worden gesloten, maar daar waar geene meerdere belangen op het spel staan, zullen tractaten blijken op het gegeven oogenblik, te zijn geschreven om niet te worden nagekomen. Nog zjjn de tijden er niet rijp voor om een innig tolverbond tusschen Nederland en België te sluiten; opheffing van tolrechten kan beter geleidelijkerwjjs, dan eensklaps geschieden. Door zulks op eenmaal te willen doen, zou men allicht het doel voorbijstre ven. Te veel belangen voor volk en indi vidu komen hier met elkander in strijd. Men beginne dus de vereeniging der beide rijken daar, waar men zeker is met de ver eeniging het gewenschte doel te bereiken, on daartoe staan ons voorshands open x 1°. Posterijen en telegrafie. De beide rijken te zamen hebben vrij wat minder uitgestrektheid, en daarbij before commu nicatiemiddelen ter harer beschikking dan Groot-Brittanië en Ierland. Daar wordt door het geheele rijk een uniform briefport van 5 cents toogopast. Waarom zou dit voor Nederland en België tezaam onmooghjk zijn? De handelaar die zich nu bepaalt met zijne brieven en circulaires in zijn eigen land te verspreiden, zou daadlijk van het uniform tarief gebruik maken, met zijne brieven en circulaires naar beide landen geleidelijk te verspreiden. Hierdoor aan- knooping van nieuwe connecties en inniger vereeniging der beide volken. Telegrafie zou eveneens naar een uniform tarief kunnen worden geregeld. 2°. Examens en graduoering. Niets verhindert dat in beide landen met gemeen- schaplyk overleg dezelfde examens worden ingevoerd, waardoor het gemaklijker zou vallen voor dengeen die in het eene rjjk gegradueerd is, in het andere rijk eene be trekking te vinden. 3°. Leerplicht en gelegenheid kon in beide rijken door dezelfde wetten worden beheerscht. 4°. Arbeidswetgeving kan in heidelan den gelijk zijn. Heeft Nederland meer landbouw dan België, niets belet het land- bouwwerk afzonderlijk te regiemen teeren, evenals nu geschiedt (wanneer tenminste de meerderheid van gevoelen blijft, dat zulk onderscheid wenschehjk is). 5°. Onze wetboeken konden met elkaar in volkomen overeenstemming worden ge bracht, en onze rechtbanken op dezelfde leest worden geschoeid. 6®. Eene speciale uitzonderingszaak kon worden gemaakt, waarbij de naturaliseering van Nederlanders in België, van Belgen in Nederland worde afgeschaft. Waarom zou een Zuid-Brabanter op andere wijze in Noord-Brabanter moeten worden veranderd als bv. een Zuid-Hollander in Noord-Hol- lander? Indien wetten gelijk zijn, wat is dan het onderscheid tusschen de beide volken één van stam, één van spraak, één van levenswijs, één van belang? 7®. Vanzelf volgt dan de golyke benoem baarheid tot alle betrekkingen van beider lands ingezetenen over en weder. 8®. Consuls en Gezanten. Eenige meer dere moeite zou het in hebben reeds daadljjk voor beide landen gezaamhjk consuls en gezanten aan te stellen; doch successievelijk ware dit wel'doenlijkevenzeer als het geschiedt tusschen Nederland en Luxemburg. Ware de vereeniging op deze punten eenmaal Volkomen, en niets belet dat deze volkomenheid spoedig bereikt wordedan zou allengs ook op andere punten meeren meer samensmelting kunnen plaats vinden. Mochten Nederland en België niet blind zijn voor de dreigende gevarenen liever ieder iets den ander tegemoet komen, opdat spoedig Europa weten moge: Tegenover de Buitenwereld zijn Nederland en België één en sterk. Overzicht. Door koningen, vorston, prinsen en de vertegenwoordigers der voornaamste legers van Europa omringd, heeft de keizer van Duitschland bij Homburg een wapenschou wing over een deel zijner armee gehouden en daarna zijn hoogo gasten aan een fees- teljjkon maaltijd onthaald. Na de officieele verzekering, dat de rust in Croatia was hersteld, komt de tijding, dat weder eene bloedige botsing tusschen boeren on militairen is vóórgekomen, waarbij van de eerste tien werden gedood en zeer velen gewond. Van Nordenskiolds Groenlandsche expe ditie zijn te Kopenhagen tijdingen ontvan gen. Van een bewoonbaar gebied, in het midden des lands, is geen spoor ontdekt, doch do expeditie moet gpwichtige weten schappelijke resultaten hebben opgoleverd. De onderdrukking van den laatsten op stand in Spanje heeft hot wantrouwen in do bestaande orde van zaken niet doen op houden. Do middenstand ondervindt eon onbestemd govool van malaise; hij is onte vreden met hot gouvernement en verlangt naar allerlei verbeteringende lagere klas sen der bevolking zyn doordrongen vau NEDERLAND en BELGIË. Terwjjl alle groote Mogendheden in Europa ten tande gewapend, iodcyogenblik gereed staan tot den oorlog, is de politieke toestand van Nederland en België in gevaar. Zoolang nog alleen het vooruitzicht be stond op een oorlog tusschen Duitschland en Frankrijk was wel onze horizon niet rozenkleurig, maar mochten wij ons toch vleien, dat Duitschland, onze natuurlijke vijand, zijne groote troepenmacht elders noodig hebbende, slechts een betrekkelijk groot leger beschikbaar zou hebben om Nederland aan te vallen. Dit vooruitzicht was wel geschikt om ons op onze hoede te doen zijn, en ons aan te sporen ons land zoo spoedig mooglijk in behoor lijken staat van tegenweer te stellen. Zag Duitschland dat wij gereed stonden, dan zou het zich nog wel eens bedacht hebben, alvorens het ons aanviel, cn ware het nochtans tot een treffen gekomen, Hol land zou hebben getoond dat het prijs stelt op zijne onafhankelijkheid on wij zouden Duitschland met goed gevolg hebben weer staan. Thans echter dreigt eene combinatie die ons met de grootste zorg moet vervullen. Stel dat een oorlog uitbreekt tusschen Frankrijk en China, Rusland zal dan daar van gebruik maken om China van de an dere zijde aan te vallen. Engeland kan dit niet lijdelijk aanzien en verbindt zich met China. Oostenrijk verstaat zich met Duitschland en Italië en breidt zich uit ten koste van Turkije. Zij het misschien al niet, dat de Veree- nigde Staten zich in de troebelen mengen, waarbij zij natuurlijk partij zouden trekken voor Frankrjjk en tegen Engeland, toch zou reeds Engeland te veel te doen hebben, dan dat Holland veel van Engeland’s hulp zou mogen verwachten. Niets belet Duitschland dus om Neder land aan te vallen. Terwijl Duitschland met de groote Mogendheden in gewapende vrede blijft, heeft het slechts zjjne grenzen togen Rusland en Frankrijk gedekt te hou den, en het kan het hoofdleger met over stelpende meerderheid naar Holland richten. Wel zal Holland zijn alouden roem op houden en grootsch zal de worstelstrijd om zyn bestaan zijn, maar worstelend zal het te gronde gaan. Komen dan de Westersche Mogendheden in verzet tegen deze nieuwe annexatie van Duitschland, dan zijn zij geplaatst voor een fait accompli: Duitschland is in het bezit van onze ongeëvenaard sterke verdedi gingslinie en van onze zeehavens. Frank rijk wordt met België, Engeland met onze Oost-Indië, Rusland met Hollands goud tevreden gesteld. Duitschland kan dan nog aan zijne begeerte naar koloniën voldoen, door onze verdere bezittingen tot zich te nemen. Ziedaar een gevaar dat thans dreigt, mis schien nog zal worden bezworenmaar ieder oogenblik weer voor ons op kan doemen. En wat kan Nederland, wat België daar tegen doen? Ieder op zichzelf weinig, de beide kleine Staten vereenigd, zeer veel. Dat deze beide rijken gescheiden werden is uit een oeconomisch oogpunt misschien te verdedigen, uit een politiek oogpunt nimmer. Te zamen één rijk tiitmakende zouden de beide Nederlanden met hunne en intellectueelontwikkelde bevol king/ met hun landbouw fen hunne indns- tric, met hun handel en hunne koloniën eene macht hebben vertegenwoordigd in Europa, sterk genoeg pm aan den overwel digenden geest der naburen het hoofd te bieden. Neer lands vloot gepaard aan Bel- gië’s landmacht zou zeer zeker voldoende zjjn geweest om den nabuur hot noodig ont zag in te boezemen. Ieder rijk op zichzelf vindt slechts zijne kracht in den naijver der verschillende Mogendheden, die allen in den laatsten tijd doorslaande blijken hebben ge geven geen middel te slecht te vinden, waarmee zjj zichzelf kunnen verrijken. Toch is de toestand nog niet wanhopend te noemen. Het kortelings opgekomen onweer kan nog voorbijtrekken, maar niemand weet wanneer het zal wederkeeren. Daarom geen tijd verloren, maar gedaan wat wy kunnen, dat bij volgend gevaar wij beter voorbereid mo gen* worden gevonden. Nederland en België weder tot een Ko ninkrijk te vereenigen kan niet. Nauw in gesluimerde hartstochten zouden ontwaken en nieuwe scheiding ware misschien weder te wachten. Buitendien zet men niet on gestraft eeu regeerend vorstenhuis op zij, en hebben beide do Nederlanden te veel gehechtheid voor hun Koningshuis, dan dat zy de banden zouden kunnen verscheuren, die vorst en volk verbinden. Ook is het te betwijfelen of Frankrijk en Duitschland zulk eene innige politieke vereeniging niet met leede oogen zouden zien plaats grypen. Maar er is eene andere wijze waarop de twee stamverwante volkon zich kunnen ver- cenigen. Hoe meer de beide volken zich vermengen, zoo in Europa alt» in do koloniën, hoe moer beider belang hetzelfde wordt, hoe meer vriendschaps- en handels-rclatien on derling worden aangeknoopt, hoe moer beide landen de zedelyko overtuiging er langen, dat het eon niet zonder het ander

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1883 | | pagina 1