I
o.
I
1883.
N°. 746.
Zaterdag 29 September.
ASSEN,
RIJ
ELST,
ii-Saisonsf
LAGEN,
Cents.
N GELDER.
TELLING
orstraat.
Effecten,
dam.
3 Gorinchem
HA.RT0G.
ion hoven
Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht.
{DAM.
BOECK,
enair in Effecten.
isons
EREN. 1
F
1
aar meerlü
BINNENLAND.
Brieven van Barend.
Coupons,
46,
D A,
A 4®/, jaars, te-
jde, mits een halve
wende.
000 en daarboven
fondsen verstrekt.
BUITENLAND.
^schillend naarmate
jen zeer matig tarief.
OTEN, Schoenhoven.
SCHOONÏÏOYEB8CHE COIJRAET.
S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven,
Uitgever».
P. Jh SCHELLING.
Gouda, 17 September 1883.
BUGBAAE.
F voor
O
ELLINQ
1E N verkrijgbaar
issortiment nieuwe
prijzen on nu reeds
59, 1862, 1867/69,
>er, December 1883
i- on buitenlandsche
Prijs der Advertontiön: Van 1 tot 5 regels 0,50. Iedere regel
meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco,
uiterlijk tot Vrijdags-namiddags. Alle binnenlandsche Advertentiön,
waarvan de plaatsing 3 maal wordt opgogeven, worden slechts
2 maal in rekening gebracht.
Lelijk lichaam
en vele ver- s
ing van het
rerktuigeljjke -g
ren is onder
3 verrichting 2
vijfde maand S
in het einde®
len de eerste
dijker te doen 3
ewenddoch .2
ich nog geen va
j alleen ver- o
elve dan ook o
ito loftuiging a.
90 cent per
ja
»LTZ.]
iS
De nieuwe
LONDON
doet het grjjze
haar binnen en
kele dagen ver-
k dwijnen, maakt
iS het haar glans-
mX rijk en zacht;
belet hot uitval-
len van en geeft
groeikracht aan
WN de jeugdige ha-
ren.
ui bij A. MOERDIJK,
Zulddorpe (Zeeland).
VAN EERTEN te
OST te Oudewater
a; P. VERSLOOT te
OSSIEAU Zn. te
STRAATJfN te Meer-
IMAN te Woorden;
CamerikB. KRUIT-
H. MOES te IJssel-
Doze Courant wordt dos Zaterdag-morgens uitgegeven.
Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70. Franco per post
door het geheele rijk 0,80. Men kan zich abonneeren bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
te houden. De bescheidenheid verbiedt mij
dit zoo maar voetstoots aan te nemen,
ofschoon ik voor de uitsluiting van mijn
1 wapen van de glorievolle Septemberbedry-
5 ven moeielijk een andere reden kan vinden.
Er zijn menschen die beweren dat al de
vooronderstelde aanvallen en verdedigingen,
zooals men ze bij de militaire manoeuvres
i gewoon is er op na te houden, weinig om
i het lijf hebben. In oorlogstyd, als men met
werkelijke toestanden te doen heeft, kan
soms een omstandigheid van betrekkelijk
gering belang de best beraamde plannen in
duigen doen vallen. Een enkele verande
ring in de aanvalswapenen, enhetschjjnt
wel of de beste werktuigkundigen geen
edeler taak kennen dan onophoudelijk aan
de geweren en de kanonnen te knoeien,
doet weer nieuwe behoeften voor de ver
dediging ontstaan. Het geschermutsel om
en bij de vestingen leert wel, hoe een vyand
verslagen zou kunnen worden dien men te
voren heeft vastgesteld dat op die manier
de nederlaag zal lijden, maar heel anders
wordt de zaak, als men te doen krijgt met
een vyand die niet op commando afmar
cheert, die er den brui van geeft verslagen
te worden als hij door list of door geweld
baas kan blijven. Sommigen zeggen, dat
als onze vestingen goed in orde zyn, de
manschappen behoorlijk zijn geoefend in
het marcheeren en in het schieten, de twee
noodige, maar ook zeer stellig onmisbare
zaken, en de officieren flink op de hoogte
zyn van hun taak, alles best terecht zal
komen ook zonder dat men jaarlyks zoo
veel geld uitgeeft voor die groote troepen
bewegingen, waarbij wel verschrikkelijk veel
kruid wordt verschoten maar de juistheid
in het treffen door niets wordt bevorderd.
Laatst dat ik over die zaken onder een
gezellig glaasje bier zat te redeneeren met
een collega, ook een adspirant-korporaal
bij de dienstdoende, en de idéés, die ik
zooeven heb uiteengezet, ook van hem ver
nam, kwam het mij zoo voor, dat hij wel
een beetje gelijk had; althans, ik kon er
niet heel veel tegen inbrengen. Toen hy
merkte dat hij voet kreeg, zei hy-nog: »En
kijk eens, hoeveel gewicht toch e|genlijk de
regeering aan die manoeuvres hecht;” met
een haalde hij een courant voor den dag en
las: ®Bij een'Koninklijk besluit van 3 dezer
is uit overweging dat het noodig is, de
groote parades op de geboortedagen van de
leden van het Koninjdijk Huis onder alle
omstandigheden zooveel mogelijk te doen
plaats hebben bepaald, dat, wanneer in
eenig tijdperk, bestemd tot het houden van
groote of veldmanoeuvres, geboortedagen
vallen van leden van het Koninklijk Huis,
op die dagen de manoeuvres sullen geschorst
worden en door de troepen groote parade
zal gehouden worden, waar ook, in groot
tenue.”
U moet niet denken, amice, dat de woor
den waar ik een streep onder gezet heb,
in het bewuste Koninklijk Besluit met een
andere lettersoort zyn gedrukt, althans,
dat geloof ik niet. Maar mijn kameraad
las ze met bijzonderen nadruk, en op een
toon, alsof hij zeggen wilde: Zieje nu, jij
die zoo hoog loopt met den zoogenaamden
militairen geest, gelijk die door de oefenin
gen te velde heet te worden opgewekt,
de regeering zelve drijft met je geestdrift
den spot. Voor een simpele verjaardags-
parade, die, dat zult ge mij toch toegeven,
met de verdedigbaarheid van ons land hoe- I dichte
genaamd niets te maken heeft, laat men de
heele manoeuvres in den steek. Gij kunt
niet uitrekenen, en ik evenmin, hoeveel
elke dag, dien de' lichtingen onder de wa
pens zijn, aan het land kost, en dus ook
niet bepalen, hoeveel er bezuinigd wordt
als men de lui één dag vroeger naar huis
laat gaan. In plaats daarvan laat men
die menschen, die toch ook hun bezigheden
hebben en misschien moeielijk thuis gemist
kunnen worden, vergeet niet, ’t is nog
in ’t best van den tyd om wat te verdie
nen, straks komen de wintermaanden en
dan zouden velen liever uit eigen beweging
•groote manoeuvres” willen gaan maken als
ze daardoor wat te eten konden krygen
een dag langer blijven, omdat er een on
misbare groote parade tusschen valt.
IK'verzeker u, ik ging dien avond in een,
onpleizierige stemming naar huis. Dat komt
er van, als men aanlegt met lieden, die
altyd op de daden onzer geëerbiedigde re
geering wat te vitten hebben.
Van Regeering gesproken, de Minister
van Oorlog heeft de militaire wetten van
zijn voorganger stilletjes weer ingepalmd,
’t Spijt me ontzaglyk, want als ik my wel
herinner was er aan onze schutterij in die
wetten een flinke rol bij de verdediging
toegewezen, en ik ben zoo in myn ziel
overtuigd dat zij die eer en dat voorrecht
ten volle waard is. Men zegt, dat de heer
Weitzel eerlang een nieuw stel militie- en
schutterijwetten gaat maken, die precies
klaar zullen zijn als zijn tijd van aftreden
is gekomen, en die zijn opvolger hem dan,
natuurlijk! ook weer achterna zal werpen.
Op die manier blijft de wetten-macbine
aan den gang, en zal er zeker wel altyd
stof zijn voor min of meer diepzinnige be
schouwingen van
Uw getrouwen vriend,
BAREND DEN SCHU1TER.
socialistische denkbeelden. Het leger is op
het oogenblik nog getrouw, maar het is
gewoon revolutiën te maken en er zijn vele
ontevreden officieren. De toekomst is der
halve hoogst onzeker.
Omtrent Tongkin en de tusschen Frank
rijk en China gevoerde onderhandelingen,
is er geen nieuws, maar van Madagascar
is tijding ontvangen, die voor do Franschen
zoor ongunstig luidt. Behalve op oen punt
zouden zij uit allo door hen bezette positiëu
aan de noordwestkust zijn verdreven.
Op bevel van den Keizer van Rusland,
is de staat van beleg voor St. Petersburg
weer met een jaar verlengd.
Uit Transvaal wordt gemeld, dat de
beide opperhoofden der Kaffers, die, na lang
de wapenen der republiek te hebben ge
trotseerd, zich moesten overgeven, ter dood
zijn veroordeeld.
In de militaire werkplaatsen van Wool
wich heeft eene ontploffing groote schade
veroorzaakt; twee menschen zijn daarbij
omgekomen. Het ligt voor de hand, aan
boos opzet te denken, maar gronden daar
voor zijn nog niet bekend.
Door Z. M. is benoemd tot
rechter in de arrondissements-reohtbank te
Dordrecht, Mr. J. W. Mouton, thans kan
tonrechter te Woerden.
Tot noodheemraden van do
Krimpenerwaardvoor den winter van 1883
op 1884zijn benoemd de heerenP. J.
Smits, te Berg-AmbachtA. Berkouwer,
te LekkerkerkL. Kooij te Krimpen a/d
IJsel en J. J. De Jong, te Gouderakallen
hoofdingelanden.
De Minister van Binnenland-
sche Zaken heeft aan de Tweede Kamer
eenigo inlichtingen verstrekt op de adressen
van P. Schelling en Zoon en andere steen
fabrikanten in Zuid-Holland en van de
Kamers van Koophandel en fabrieken te
Deventer en te Assen over het gebruik
van Belgische steen, bij den bouw van
lagere scholen. Daarin wordt gezegd, dat
de loop van vermelde aangelegenheid aan
de Tweede Kamer bekend is uit de over
gelegde adressen der steenfabrikanten.
Daarin wordt geklaagd dat de inlandscho
nijverheid wordt benadeeld omdat bij den
bouw van openbare lagere scholen het
gebruik van Belgische steen sou zijn voor-
geschroven. Tot adstructie dezer klacht
worden drie gevallen genoemd; er wordt
namelijk gewezen op de bestekken voor
het bouwen van scholen te Krabboudjjke,
Schore en Hansweort.
Het is gebleken, zegt de Minister, dat
in die bestekken de Belgische baksteen
alleen is voorgeschreven voor de metsel
werken onder het trasraam, dat de districts
schoolopziener deze bepaling heeft goed
gekeurd, omdat deze steensoort, naar het
oordeel der deskundigen, voor fundeeringen
zeer geschikt is, ook dat derhalve de voor
stelling in de bedoelde adressen, als zoude
voor den bouw en verbouw der genoemde
gebouwen uitsluitend Belgische baksteen
zijn voorgesnhrevon, onjuist is, daar aan
genoemde gebouwen voor verreweg het
grootste gedeelte Nedorlandsche steen ge
bruikt is.
Het komt niettemin aan den Minister
voor, dat oen bestek, houdende het voor
schift om bij uitsluiting voor eenig werk
buitenlandsche baksteen te gebruiken, door
den districts-schoolopziener had moeten zijn
afgekeurd. In dien zin is een aanschrijving
aan ieder der districts-schoolopaiener ge
richt, hoewel het geval slechts in twee
schooldistricten schjjnt te zijn voorgekomen.
Het komt den Minister van
Waterstaat wenscheljjk voor verdere proef
nemingen te doen met de kunstmatige
vischteelt. Kwam totnogtoe alleen zalm
daarvoor in aanmerking, de Minister wenscht
een proef te nemon met de elft. Vau
Amerikaansche zijde zjjn 2 millioen eieren
kosteloos aangeboden*. Daartoe is oen
tijdelijke inrichting tot uitbroeding en de
overkomst van twee Amerikanen noodig,
wat f7500 zal kosten. Het is do be
doeling later ook do eieren dor inlandscho
soort in te zamelon on uit te broeden.
Naar mon mot zekerheid ver
neemt, zal do onthulling vau het standbeeld
van Graaf Jan Van Nassau te Utrecht, op
Maandag 15 October a. s. plaats hebben.
Z. M. de Koning heeft aan de commissie
toezegging gedaando plechtigheid met
HDs. tegenwoordigheid te willen vereer on.
Hot leggen van don eorrton
steen voor het gedenktoeken van Leidens
ontzet zal op 3 Oct. a. s. aldaar plaats heb
ben. Kinderen van de openbare school al
daar zullen de plechtigheid opluistoron door
het zingen van toepasselijke liederen.
In do zifting der Rotterdam-
sche Rechtbank van Dinsdag stonden te
recht
K. De U. on B. v. d. H.,. arbeiders te
Ameide, beklaagd van diefstal van stroo.
Eisch 7 dagen gov. cell, voor ieder.
W. II., kleermaker te Schoonhoven, be
klaagd van mishandeling en verbreking van
afsluiting. Eisch 15 dagen gev. eouz. en
2 boeten van f8.
In bovenst, zaken over 8 dagen uitspraak.
IX.
Uw uitnoedigingamice Redacteur! om
als militaire specialiteit geregeld aan de
Schoonhovenache courant med« te werken
kan ik, hoe vereerend ook voor myn schut-
terlyk gevoelwezenlijk niet aannemen.
Vooreerst gaat het schryven mij zoo erg
best niet af, wat de vlugheid aangaat; en
’t heeft gewoonlyk heel wat voeten in de
aard eer ik weer een brief voor u klaar
heb. Maar ’t voornaamste is, dat ik hee-
lemaal vry wil blijven en my tot niets ver
binden. Zie, waarde heer, ik heb heel
veel respect voor de mannen van de pers
als zij om half zeven de copij voor een paar
kolommen in de krant klaar moeten heb
ben gaan ze om vyf uur eventjes zitten
en komkommertyd of geen, of er iets
aan de hand is of niet, nooit zyn ze om
een onderwerp/ verlegen. Ze schrijven er
maar vroolijk op los, en de eerste klokslag
van half zeven valt precies samen met den
kias dien ze onder hun werk zettenen
die toch eigenlijk overbodig is. Ik bewon
der dat, evenals ik versuft ben van den
zevenjarigen knaap die uit zyn hoofd met
zulke verechrikkelyk groote getallen verme
nigvuldigt als wy vroeger op school opkre
gen om stil te werken als de meester met
andere jongens bezig was: maar het na vol
gen in geen honderd jaardenk ik.
Toch wil ik unatuurfykmyn indruk
ken wel mededeelen als er iets van belang
heeft plaats gehad op militair of ander ge
bied. De menschen zeggen weler gebeurt
tegenwoordig heel weinig, en wat er dan
nog voorvalt is nog alles behalve opwek
kend, zooals by voorbeeld die treurige ge
schiedenis daar in Indiëmaar dat is be-
trekkelyk. Ik vind, om maar iets te noe
men dat er in deze maand nogal aardig
wat gedaan is aan onze verdedigingreden
waarom ik myn schutters-denkbeelden over
die en soortgelijke zaken eens ten beste wil
geven. Alleen nog de vraag: waarom hebt
u geen bij zonderen verslaggever naar het
oorlogstooneel by de Nieuwe Hollandsche
waterlinie gezonden om alles uit de eerste
hand te weten Of behoorde u ook tot het.
groote getal dier onv'aderlandslievendendie
eerst wenschten te berekenen hoeveel het
wel zou kosten om den manschappen een
behooriyke oefening te geven
Maar neendat kan niet waar zyndaar
voor zyt ge te zeer in merg en nieren
Nederlander. Ongetwijfeld hebt ge even
als ik levendig belang gesteld in hetgeen
de maand September op krijgskundig ge
bied te aanschouwen gaf, vooral in het
hart van het verdedigbare deel van het land.
Ik verzeker u dat het raak moet geweest
zynNaarden veroverd, Muiderberg be
stookt, de vijand meester hier, terugge-
worpen daar, met ontzettende verliezen
soms; gelukkig was het meestal maar een
•gemaskeerde” vyand, en die doet niet
heel veel kwaad. Voeg daarbij dat de
koeien dol werden vau het schieten en op
hielden melk te geven; dat op verscheiden
plaatsen de huizen gebarsten ruitenge
scheurde muren en uit ‘t lood gezakte deu
ren gekregen hebben van ’t kanongebul
der, en ik behoef u niet te vertellen
dat er wat te koop was. Naar ik hoor
hebben de eigenaars van beschadigde wo
ningen een request ingediend by den Mi
nister van Oorlog, om vergoeding van de
geleden schade uit ’s Rijks schatkist. Hoe
men tot zoo iets den treurigen moed kan
hebbenbegrijp ik niet. Vooreerst is er
iets lachverwekkende in het woord »schat-
kiet’nu we pas den Minister van Finan
ciën een begrooting voor het volgend jaar
zagen indienenwaarbij de uitdrukking
•zooveel millioenen tekort”, schering en
inslag was. En ten tweede, hebben die
menschen dan zoo schrikkelijk weinig hart
voor de vryheid, de veiligheid, de zelfstan
digheid, de onafhankelijkheid van Neder
land dat zy ter wille van deze hun huis
niet met liefde en geestdrift zouden prijs
geven Ik heb u al meer gezegdik geloof
niet dat ik ooit Minister van Oorlog zal
wordenmaar zoo dat ooit gebeurdezou
ik die groote manoeuvres nog heel anders
inrichten. Alles moest dan gebracht wor
den op voet van oorlog: de sluizen, die
het terrein voor en om de verdedigings
werken onder water moeten zettenopen
de Woningen en schuren, die in den weg
staanomveren wat er verder noodig is.
Eerst dan krygt men een heldere voorstel
ling van den toestand gelijk hy zyn zal als
eenmaal de vyand ons op het dak zit
altoos voorondersteld dat hy ons tyd ge
noeg laat om alles netjes in orde te laten
brengen.
En dan ik zou niet alleen de militie-
troepenmaar ook de schutterij aan de
manoeuvres laten deelnemen. Wat hagel
men wil door die oefeningen de weerbaar
heid van het wapendragëffd gedeelte der
natie verhoogenen de kern der stryd-
macht, het personeel dat reeds door zyn
liksche militaire houdingdoor de onmis
kenbare uitdrukking van zijn militairen geest
ontzag inboezemtjuist dat laat men
thuis. U zult misschien zeggen: de schut-
tery heeft die bijzondere' oefening niet noo
dig: zy is reeds zonder dat mans genoeg
om eiken vyand op een eerbiedigen afstand
IENzooals Zijde,
urrentie.
tst worden.
kan bestaan, zooveel te zekerder ook zijn
wij, dat in tijden van gevaar de beide na
tiën eendrachtelijk te samen zullen werken.
Tractaten kunnen worden gesloten, maar
daar waar geene meerdere belangen op het
spel staan, zullen tractaten blijken op het
gegeven oogenblik, te zijn geschreven om
niet te worden nagekomen.
Nog zjjn de tijden er niet rijp voor om
een innig tolverbond tusschen Nederland en
België te sluiten; opheffing van tolrechten
kan beter geleidelijkerwjjs, dan eensklaps
geschieden. Door zulks op eenmaal te willen
doen, zou men allicht het doel voorbijstre
ven. Te veel belangen voor volk en indi
vidu komen hier met elkander in strijd.
Men beginne dus de vereeniging der beide
rijken daar, waar men zeker is met de ver
eeniging het gewenschte doel te bereiken,
on daartoe staan ons voorshands open x
1°. Posterijen en telegrafie. De beide
rijken te zamen hebben vrij wat minder
uitgestrektheid, en daarbij before commu
nicatiemiddelen ter harer beschikking dan
Groot-Brittanië en Ierland. Daar wordt
door het geheele rijk een uniform briefport
van 5 cents toogopast. Waarom zou dit voor
Nederland en België tezaam onmooghjk zijn?
De handelaar die zich nu bepaalt met
zijne brieven en circulaires in zijn eigen
land te verspreiden, zou daadlijk van het
uniform tarief gebruik maken, met zijne
brieven en circulaires naar beide landen
geleidelijk te verspreiden. Hierdoor aan-
knooping van nieuwe connecties en inniger
vereeniging der beide volken.
Telegrafie zou eveneens naar een uniform
tarief kunnen worden geregeld.
2°. Examens en graduoering. Niets
verhindert dat in beide landen met gemeen-
schaplyk overleg dezelfde examens worden
ingevoerd, waardoor het gemaklijker zou
vallen voor dengeen die in het eene rjjk
gegradueerd is, in het andere rijk eene be
trekking te vinden.
3°. Leerplicht en gelegenheid kon in
beide rijken door dezelfde wetten worden
beheerscht.
4°. Arbeidswetgeving kan in heidelan
den gelijk zijn. Heeft Nederland meer
landbouw dan België, niets belet het land-
bouwwerk afzonderlijk te regiemen teeren,
evenals nu geschiedt (wanneer tenminste
de meerderheid van gevoelen blijft, dat zulk
onderscheid wenschehjk is).
5°. Onze wetboeken konden met elkaar
in volkomen overeenstemming worden ge
bracht, en onze rechtbanken op dezelfde
leest worden geschoeid.
6®. Eene speciale uitzonderingszaak kon
worden gemaakt, waarbij de naturaliseering
van Nederlanders in België, van Belgen in
Nederland worde afgeschaft. Waarom zou
een Zuid-Brabanter op andere wijze in
Noord-Brabanter moeten worden veranderd
als bv. een Zuid-Hollander in Noord-Hol-
lander? Indien wetten gelijk zijn, wat is
dan het onderscheid tusschen de beide
volken één van stam, één van spraak, één
van levenswijs, één van belang?
7®. Vanzelf volgt dan de golyke benoem
baarheid tot alle betrekkingen van beider
lands ingezetenen over en weder.
8®. Consuls en Gezanten. Eenige meer
dere moeite zou het in hebben reeds daadljjk
voor beide landen gezaamhjk consuls en
gezanten aan te stellen; doch successievelijk
ware dit wel'doenlijkevenzeer als het
geschiedt tusschen Nederland en Luxemburg.
Ware de vereeniging op deze punten
eenmaal Volkomen, en niets belet dat deze
volkomenheid spoedig bereikt wordedan
zou allengs ook op andere punten meeren
meer samensmelting kunnen plaats vinden.
Mochten Nederland en België niet blind
zijn voor de dreigende gevarenen liever
ieder iets den ander tegemoet komen, opdat
spoedig Europa weten moge: Tegenover
de Buitenwereld zijn Nederland en België
één en sterk.
Overzicht.
Door koningen, vorston, prinsen en de
vertegenwoordigers der voornaamste legers
van Europa omringd, heeft de keizer van
Duitschland bij Homburg een wapenschou
wing over een deel zijner armee gehouden
en daarna zijn hoogo gasten aan een fees-
teljjkon maaltijd onthaald.
Na de officieele verzekering, dat de rust
in Croatia was hersteld, komt de tijding,
dat weder eene bloedige botsing tusschen
boeren on militairen is vóórgekomen, waarbij
van de eerste tien werden gedood en zeer
velen gewond.
Van Nordenskiolds Groenlandsche expe
ditie zijn te Kopenhagen tijdingen ontvan
gen. Van een bewoonbaar gebied, in het
midden des lands, is geen spoor ontdekt,
doch do expeditie moet gpwichtige weten
schappelijke resultaten hebben opgoleverd.
De onderdrukking van den laatsten op
stand in Spanje heeft hot wantrouwen in
do bestaande orde van zaken niet doen op
houden. Do middenstand ondervindt eon
onbestemd govool van malaise; hij is onte
vreden met hot gouvernement en verlangt
naar allerlei verbeteringende lagere klas
sen der bevolking zyn doordrongen vau
NEDERLAND en BELGIË.
Terwjjl alle groote Mogendheden in Europa
ten tande gewapend, iodcyogenblik gereed
staan tot den oorlog, is de politieke toestand
van Nederland en België in gevaar.
Zoolang nog alleen het vooruitzicht be
stond op een oorlog tusschen Duitschland
en Frankrijk was wel onze horizon niet
rozenkleurig, maar mochten wij ons toch
vleien, dat Duitschland, onze natuurlijke
vijand, zijne groote troepenmacht elders
noodig hebbende, slechts een betrekkelijk
groot leger beschikbaar zou hebben om
Nederland aan te vallen.
Dit vooruitzicht was wel geschikt om ons op
onze hoede te doen zijn, en ons aan te sporen
ons land zoo spoedig mooglijk in behoor
lijken staat van tegenweer te stellen.
Zag Duitschland dat wij gereed stonden,
dan zou het zich nog wel eens bedacht
hebben, alvorens het ons aanviel, cn ware
het nochtans tot een treffen gekomen, Hol
land zou hebben getoond dat het prijs stelt
op zijne onafhankelijkheid on wij zouden
Duitschland met goed gevolg hebben weer
staan.
Thans echter dreigt eene combinatie die
ons met de grootste zorg moet vervullen.
Stel dat een oorlog uitbreekt tusschen
Frankrijk en China, Rusland zal dan daar
van gebruik maken om China van de an
dere zijde aan te vallen. Engeland kan dit
niet lijdelijk aanzien en verbindt zich met
China.
Oostenrijk verstaat zich met Duitschland
en Italië en breidt zich uit ten koste van
Turkije.
Zij het misschien al niet, dat de Veree-
nigde Staten zich in de troebelen mengen,
waarbij zij natuurlijk partij zouden trekken
voor Frankrjjk en tegen Engeland, toch
zou reeds Engeland te veel te doen hebben,
dan dat Holland veel van Engeland’s hulp
zou mogen verwachten.
Niets belet Duitschland dus om Neder
land aan te vallen. Terwijl Duitschland
met de groote Mogendheden in gewapende
vrede blijft, heeft het slechts zjjne grenzen
togen Rusland en Frankrijk gedekt te hou
den, en het kan het hoofdleger met over
stelpende meerderheid naar Holland richten.
Wel zal Holland zijn alouden roem op
houden en grootsch zal de worstelstrijd om
zyn bestaan zijn, maar worstelend zal het
te gronde gaan.
Komen dan de Westersche Mogendheden
in verzet tegen deze nieuwe annexatie van
Duitschland, dan zijn zij geplaatst voor een
fait accompli: Duitschland is in het bezit
van onze ongeëvenaard sterke verdedi
gingslinie en van onze zeehavens. Frank
rijk wordt met België, Engeland met onze
Oost-Indië, Rusland met Hollands goud
tevreden gesteld. Duitschland kan dan nog
aan zijne begeerte naar koloniën voldoen,
door onze verdere bezittingen tot zich te
nemen.
Ziedaar een gevaar dat thans dreigt, mis
schien nog zal worden bezworenmaar ieder
oogenblik weer voor ons op kan doemen.
En wat kan Nederland, wat België daar
tegen doen? Ieder op zichzelf weinig, de
beide kleine Staten vereenigd, zeer veel.
Dat deze beide rijken gescheiden werden
is uit een oeconomisch oogpunt misschien
te verdedigen, uit een politiek oogpunt
nimmer. Te zamen één rijk tiitmakende
zouden de beide Nederlanden met hunne
en intellectueelontwikkelde bevol
king/ met hun landbouw fen hunne indns-
tric, met hun handel en hunne koloniën
eene macht hebben vertegenwoordigd in
Europa, sterk genoeg pm aan den overwel
digenden geest der naburen het hoofd te
bieden. Neer lands vloot gepaard aan Bel-
gië’s landmacht zou zeer zeker voldoende
zjjn geweest om den nabuur hot noodig ont
zag in te boezemen. Ieder rijk op zichzelf
vindt slechts zijne kracht in den naijver der
verschillende Mogendheden, die allen in den
laatsten tijd doorslaande blijken hebben ge
geven geen middel te slecht te vinden,
waarmee zjj zichzelf kunnen verrijken. Toch
is de toestand nog niet wanhopend te noemen.
Het kortelings opgekomen onweer kan nog
voorbijtrekken, maar niemand weet wanneer
het zal wederkeeren. Daarom geen tijd
verloren, maar gedaan wat wy kunnen, dat
bij volgend gevaar wij beter voorbereid mo
gen* worden gevonden.
Nederland en België weder tot een Ko
ninkrijk te vereenigen kan niet. Nauw in
gesluimerde hartstochten zouden ontwaken
en nieuwe scheiding ware misschien weder
te wachten. Buitendien zet men niet on
gestraft eeu regeerend vorstenhuis op zij,
en hebben beide do Nederlanden te veel
gehechtheid voor hun Koningshuis, dan dat
zy de banden zouden kunnen verscheuren,
die vorst en volk verbinden. Ook is het
te betwijfelen of Frankrijk en Duitschland
zulk eene innige politieke vereeniging niet
met leede oogen zouden zien plaats grypen.
Maar er is eene andere wijze waarop de
twee stamverwante volkon zich kunnen ver-
cenigen. Hoe meer de beide volken zich
vermengen, zoo in Europa alt» in do koloniën,
hoe moer beider belang hetzelfde wordt, hoe
meer vriendschaps- en handels-rclatien on
derling worden aangeknoopt, hoe moer
beide landen de zedelyko overtuiging er
langen, dat het eon niet zonder het ander