I 1 1886. N°. 867. LAND. Zaterdag 23 Januari. Zonen, sn dag I' I Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht. S. W. N. VAN NOOTEN 1 tk Schoonhoven, I I a J‘ 4 4 5 5 5 5 5 8 5 5 5 5 5 5 5 <1 4 4| 4 4 4 J‘ BINNENLAND. „Je MaintiendraiI” BUITENLAND. :n. Ie alf I U gei der I rei- dito te Hardings- alf kilo. aan- Uitgaven- De Z|j« >n f 1,40 1,00 I I eeuwscho lect. 1 f 21,-. 50 Cents, één gulden. de Boek- NOOTEN. SGÏÏOONHOVEfiSCHE COURANT. ■aarsgraaf, ovoord alveren, (pen of m. e quel. q: late ichapen VAAG", on voor; ’«Jun; irolongatie- beunvoor- n en ver in een pro- Schrijfinkt, van P. L. tajf kilo, per half w week, f 7,25 h itte dito k 5,90. i: aware in f 140 arkoeien I k 110, en f 40 mchtere EN. 1 15 Jan. 30 7. J 30’/.; le Anuter- qual. kilo; Deze Courant wordt des Zaterdag-morgens uitgegeven. Prgs: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70. Franco per post door het geheele rijk 0,80. Men kan zich abonneeren bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders. 704 82 i 1034 102J 100 664 65{ 661 661 44J 101} 864 1001 1004 99 95J 96 92} 861 894 784 61| 50} 13| 13} 63}J 83 Door Z. M. den Koning is be- noomd tot oommiaaaris van politie to Gouda J. W. Tuinenburg, thans commissaris van politie, tevena commissaris van Rijkspolitie, te Bolsward. 4 5 4 5 5 1 kmarkt «ragons, 11,130 è24,— Derby- rt f—, rt f 25 ÖtËn. die ge- o van on derwerping, geen nederhalen van de vlag, geen intrekking van het bestaande, vooraf gaan. Hei stel van den vrede is ook onze vurige wepsch, opdat eindelijk eens zou kun nen gewerkt worden aan de wezenlijke be langen van het onderwijs, door den poli- tieken strijd over het onderwijs geheel op den achtergiond geraakt. Doch eerlijke on- derhandeling onderstelt toorloopig behoud van het status quo. Indien de partijen den vrede willen, dat zy dan eerst het kiesrecht hervormen en niets meer dan dat. Een nieuwe Volksvertegen woordiging zal dan bat overige werk wel verrichten. Dal is, meenen we, een eerlijke oplos sing. Vèei omslachtiger dan die welke de bare school een stap achterwaarts is, die de liberale partij niet mag doen. Er staat in de gewijzigde redactie: »In of voor elke gemeente wordt lager onderwijs gegeven, voldoende aan de behoefte der bevolking, liet wordt, voor zooveel daarin niet op andere wijze is voorzien, van overheids wege verstrekt in openbare scholen; aldaar wordt het aan onvermogenden kosteloos gegeven.” De laatste woorden zijn over bodig, een schijn van concessie aan de liberalen; zij schrijven eenvoudig voor wat nergens in twijfel wordt getrokken. Van het overige is de korte zin eigenlijk deze: het bijzonder onderwys regel, het openbare aanvulling. In de grootere gemeenten heeft de bevolking zelve bepaald hoewel en welke scholen er moesten komenze werden eerst opgericht nadat de behoefte zich had ge openbaard. In de kleinere zouden deze be palingen de geestelijkheid de gelegenheid openen, om liet niet-kerkehjk onderwys voor langen tijd te verdringen, en daartegen be hoort gewaakt te worden. Want bij de oneindige verscheidenheid, die zich op het gebied der leerstellingen openbaart, een verscheidenheid die zelfs in den boezem van een zelfde kerkgenootschap, bij vol gers van dezelfde richting botsingen doet ontstaan. zou in dat geval miskenning der gewetensvrijheid steeds voor de hand liggen. Evenwel, we hadden niet het voornemen, in een uitvoerige critiek van het regeerings- voorstel te treden. Bij de totale onmoge lijkheid, dat het twee derden der stemmen in de Tweede Kamer op zich vereenigen zal, achten wij het niet noodig er meer van te zeggen dan dienstig was om' het libe raal beginsel in het licht te stellen. De tegenwoordige formuleering van art. 194 is niet bepaald onberispelijk te noemen, zóó dat zij voor geen verandering of verduide lijking vatbaar zou zyn. Toch gelooven we niet, dat in den tegenwoordigen stand van zaken de liberale partij iets anders zal kunnen doen, dan zich voor handhaving te verklaren. Zij consistorie heeft Paus Leo met voldoening van zijn optreden als bemiddelaar tusschen Duitschland en Spanje gewaagd. Jammer maar dat in eene nieuwe encyclica, gericht aan de Pruisische bisschoppen, volgens de „KÖlnische Zeitung", wederom aanleiding wordt gegeven tot hernieuwing van den kerkelijk-staatkundigen strijd. Op verzoek van Duitschland heeft Bul garije er in toegestemddat de vredes onderhandelingen met Servië te Bucharest zullen gevoerd worden, doch die onderhan- delingen beloven weinig kans tot slagen te hebben, daar door de in beginsel toe gezegde nauwere vereeniging tusschen Bul garije en Rumelië, de naijver en de strijd lust van Servië en Griekenland weder danig zijn opgewekt. Beide hebben dan ook op de aanmaning der Mogendheden, om zich te ontwapenen, met een non possumus ge antwoord, zoodat de toestand op het Balkan- Schiereiland er vrij gevaarlijk begint uit te zien, ’i Is maar te hopen, dat de Mo gendheden krachtig genoeg zullen optreden, om het ontbranden van den strijd te beletten. Turkije zoekt in den laatsten tijd toenade ring tot Montenegro. In Engeland is alles in gespannen ver wachting hij de aanstaande opening van het Parlement door Koningin Victoria in persoon. Uitgehreide voorzorgsmaatregelen zyn genomen. Naarmate de dag der ont- bulUfgen aanbreektverminderen de ver wachtingen omtrent de in den laatsten tijd zoo druk besproken hervormingen in het lersch bestuur. Zelfs wordt thans meer aan eene wederinvoering der dwangwetten geloofd. Bradlaugh heeft den eed weder afgelegd. de rivier de Maas van Rot- ïee, noch in zee buiten den )g voor deze proeftochten een dergelijke voldoend officiëele afstand wordt aangetroffen dat reeds herhaalde malen daarom, vooral bij het afleveren van stoomschepen aan vreemde reeders, moeielijkheden zich hebben voorgedaan, en adressanten genoodzaakt zijn geworden, dan nu eens hier, dan weer el ders afgestoomden afstand door authoriteifen te laten certificeeren dat het in het belang van den tak van industrie, door adressanten uitgeoefend, mag worden beschouwd, dat een dergelijke offi- cieele afstand door de zorg van uw depar tement worde vastgesteld, redenen waarom adressanten Uwe Excellentie eerbiedig ver zoeken, dat het Uwe Excellentie moge be hagen, op de rivier de Maas van Rotter dam naar zeezoo ook in zee buiten den Nieuwen Waterweg op plaatsen, nader door deskundigen aan te geven, bakens te laten plaatsen op een afstand van 1852 meter, die adressanten alsdan in de gelegenheid zullen stellen, op dien alsdan officieel ge- constateerden afstand de grootte te bepalen van de vaart van een schip. ’t Welk doende, (W. g.) De Directeur der Nederland- 8che Stoomboot-Maatschappij, W. M. Visser. Maatschappij „De Maas”. Lucardie. Lt. Smit Zoon. J. K. Smit. H. J. Bonn. Rijkeo Co. De uitslag der aanbesteding van 350 M1 grint ten behoeve van den dorpspolder Dalem is als volgt: 150 M’ aangenomen door P. Den Breejen te Hardingsveld, ad fl.20 per M*.; 150 M’ door A. Vriens te Woudrichem, ad f 1.22 per M1., en 50 M1 door A. Van der Wal te Gouda, ad f 1.18 per M».; alzoo gemiddeld ad f 1.20} per Ma. Bij combinatie dezer drie perceelen werd aannemer Adr. Den Brepjen veld voor f 1.15 per M’.J In de Zaterdag gehouden oor» rectioneele zitting van het gerechtshof te 's Gravenhage werd het vonnis van de Dordtsche rechtbank, waarbij H. v. B., uit Sliedrecht, wegens mishandelingwerd ver oordeeld, vernietigd, terwijl beklaagde als nog werd vrijgesproken. Vervolgens kwam o. a. in behandeling het hooger beroep van een vonnis van de recht bank te Rotterdam, waarbij A. 8. H-, te Ouderkerk a/d IJseleene celstraf van 5 dagen is opgelegd, wegens bet toebrengen van een slag aan den koetsier K. S., op de Markt te Gouda, in den vroegen ochtend van 3 Aug. jl. De beklaagde ontkende den slag te hebben gegeven hetgeen door eenige a décharge gehoorde getuigen nader werd bevestigd. Do verdediger, Mr. II. J. Kra nenburg te Utrecht geloofdedat door het gehouden getuigenverhoor voldoende bewijs was geleverd dat beklaagde niet schuldig is. Zijne conclusie strekte tot vrijspraak. Advocaat-generaal Jhr. Mr. De Savornin Lohman eischte de bevestiging van het vonnis. Het hof gisteren in deze zaak uitspraak doendevernietigde het vonnik van boven- STATEN-GENER AAL. Het bericht in ons vorig nummer over de zitting van de Eerste Kamer van Don derdag 14 Jan. was in zijn beknoptheid onvolledig, en bovendien niet geheel juist. Een kleine uitbreiding en rectificatie is niet overbodig. De toen behandelde rechterlijke ontwerpen waren drie in getal. 1. Wijziging van het Wetboek van straf vordering. De heer De Sitter bracht hulde aan allen die hebhen samengewerkt tot het tot stand komen dezer wet, en maakte een paar opmerkingen van technischen aard, hierin gevolgd door de heeren Pijnappel, Van Roijen en Van Tienhoven. Het ontwerp werd aangenomen met algemeene stemmen. 2. Wijziging van het Wetboek van straf recht. De heer Pijnappel zou tegen het ontwerp stemmen, wegens het strafbaar stellen van landlooperij. De heer Elout evenzoo, omdat het geen bepalingen in houdt tot bestrijding van vergrijpen tegen de eerbaarheid, de Zondagsheiliging niet waarborgt en de doodstraf niet herstelt. De Minister van Justitie merkte op, dat op het stuk van strafbaarstelling der aan randing van de eerbaarheid een belangrijke schrede vooruit is gedaandat de Zondags heiliging geregeld behoort te worden bij speciale wet; dat herstelling van de dood straf geen voldoenden steun zal vinden. Het ontwerp werd aangenomen met 29 tegen 3 stemmen, die van de heeren Elout, De Bruijn en Pynappel. 3. Ontwerp tot uitvoering van de ar tikelen 38 en 39 van het Wetboek van strafrecht. Aangenomen met 29 tegen 3 stemmen. (Tegen de heeren Van Roijen, De Bruijn en Elout.) In de vergadering van Maandag werd een achttal kleinere wetsontwerpen zonder beraadslaging aangenomen, als: begrooting wegens den arbeid der gevangenen, begroo ting voor de njks-gestichten Ommerschans en Veenhuizen, enz. Donderdag werd een aanvang gemaakt met het algemeen debat over de Staats- bejjrooting. Eerste spreker was de heer Elout, die opkwam tegen de ongerechtig heden in het staatsbeheer, de handhaving van jenever en opium als bronnen van inkomstende Staatsloterijde ongods dienstige opvoeding der jeugd. De heeren De Bruijn, Pynappel en Van Naamen debat teerden over de scheiding van gewone en buitengewone uitgaven, de heeren Muller on Regout over het vrijhandelstelsel. De heer De Sitter drong aan op voorbereiding eener inkomsten-belasting. De Minister Heemskerk betoogde tegen over den heer Elout dat de algemeene toe stand des volks vooruitgaat. Bij het verschil van gevoelen omtrent inkomstenbelasting moet uitgezien worden naar andere bronnen tot versterking der middelen. De Minister van Koloniën verzekerde dat do Regeering het opium-misbruik krachtig bestrijdt. Minister van Financiën handhaafde voorkeur van het vrijhandelstelsel. De Hoofdstukken II en III werden genomen. Zonder wijziging van Artikel 194 «n onzen geest,geen Grondwetsherziening. Zoo heeft de rechterzijde gesproken, by herhaling, en met zooveel nadruk, dat het voor haar een beleediging zou zijn, in het minst te twijfelen aan de stelligheid van haar verzekering. Uitzicht op een schik king, op een modus vivendi, waarbij elke onzer beide Staatspartijen zich zou kunnen neder- leggen met het doel om de groote her vormingen op wetgevend gebied, die het land behoeft, tot een goed einde te bren gen, en middelerwijl den schoolstiyd te laten rusten, zoowel in het publiek debat als bij de stembus, dat uitzicht is niet gegeven. Zelfs is de rechterzijde tot heden toe in gebreke gebleven, haar eischen op dit punt nauwkeurig, in den vorm van een wetsar tikel, uit te drukken; wel heeft zij in al gemeene trekken doen zien, waar zij eigenlyk heen wil, dat is naar een toestand die de volksopvoeding geheel in handen der kerkelijke leidslieden brengt en waarbij de Staat eenvoudig de kosten draagt; maar ten einde niet te doen blijken, dat zelfs bij het ëénige punt van overeenkomst tusschen de rechtergroepen de overeenstemming nog ver te zoeken is, wordt de juiste tormu- leering van een onderwys-artikel »in onzen geest” achterwege gelaten. De liberale helft der Tweede Kamer is hiermede voor een moeielyk vraagstuk geplaatst leder erkent de dringende noodzakelijk heid van een aanzienlijke uitbreiding van het kiesrecht, en de vrijzinnige party ge voelt levendig, dat op haar de taak rust, die tot stand te brengen. De Tweede Ka mer wordt gediukt door het besef dat zij niet meer is de werkelijke Vertegenwoor digster der natiedat haar bevoegdheid tot het vaststellen van belangryke wettelyke maat regelen, bindend voor de toekomst, ophield van het oogenblik af, dat door een aan zienlijk en tot dusver uitgesloten deel der bevolking invloed op haur samenstelling werd gevraagd. Ten volle bereid om de grondslagen van het Staatsgebouw te ver sterken en daarmede een nieuw tijdperk van wetgevende» arbeid in te wijden, maar niet bij machte dit te doen zonder mede- werking van hun tegenstanders, sluiten de liberalen op dezen onwil om op andere dan volkomen onaannemelijke voorwaarden de hand te bieden. Zij staan alzoo voor de keuzeaanvaarden van die voorwaarden, of van de herziening van het kiesrecht afzien, op gevaar af dat de aandrang in kracht zal toenemen, en dat later met ge weld afgedwongen wordt wat tot heden langs wettelyken weg is gevraagd. Doch we zeiden het reeds, de rechter zijde eischt het onmogelyke. Haar leus is: allee of niets. Zy is in zooverre meesteres van den toestand, dat zij alles kan tegen houden wat niet met haar in/ichten strookt. Moet nu maar de liberale party eenvoudig zwichten, haar stelling prijsgeven, en zich zon der eigenlyken stryd overwonnen verklaren De Regeering heeft getracht een mid denweg te banen, en onder de liberalen zijn er die dezen willen bewandelen, in het vooruitzicht, dat ook de tegenpartij dien betreden zal. Deze laatste illusie zal wel verdwenen zyn door kennisneming van het oordeel dat vooral in antirevolutionaire kringen over de gewyzigde onderwyspai agraaf van den Mi nister Heemskerk is uitgesproken. Men dryft er den spot mede, en acht haai geen ernstige bespreking waard. Ware het niet, dat ook wy deze poging tot verzoening ais totaal mislukt beschouw den, we zouden ons gaarne de moeite geven, te onderzoeken in hoeven e de voorgestelde lezing van artikel 194 inbreuk maakt op het beginsel, dal de Staat, by het voldoen aan zyn verplichtingen, buiten bet terrein der kerkelyke opvattingen moet blijven. Wy zouden aantoonen, dat er in de weglating der woorden >met eerbiediging van ieders godsdienstige begrippen een wezenlijk ge vaar schuilt, dat met wordt weggenomen door de latere invoeging van de bepaling: »de openbare scholen zijn toegankelijk voor leerlingen zonder onderscheid van gods dienstige gezindheid.” Ja, want wanneer die eerst-aangehaalde woorden woi den weggenomen van de plaats die zy tot nu toe innemen, welke gevolg trekking is daaiuit af te leiden? Immers geen ander© dan deze, dat bedoelde be grippen niet langer geëeibiedigd behoeven te Worden. Maar wal dan de tegenstel ling wellicht? Doch tegenover eerbiedigen staat krenken, en welk onderwijzer zal dat willen, we gaan verder, welk fatsoenlijk man zal by onmondige», die zich niet kun nen verdedigen, godsdienstige gevoelens kwetsen De verplichting, hier uitgespro ken, is zoozeer boven tegenspraak verheven, dat wy een bepaald voorschrift bij de grond slagen waarop in den Nederlandseben Slaat de regeling van het onderwijs rust, onmis baar achten. Zoo zouden we ook kunnen betogen, dat de omschrijving van het terrein der open- on ge wijzigde kan zich nog beroepen op het oordeel des Ministers zelven, die bij het indienen zijner ontwerpen tot herziening der Grondwet van oordeel was, d.it het, juist opgevat, voldoende ruimte van beweging laat aan den gewonen wet gever. Al werd later een gewijzigde re dactie aangeboden, als een poging tot ver zoening, daaruit kan niet de gevolgtrekking worden afgeleid, dut de Minister op deze meening terugkomt, 0/ dat hij haar zonder nadenken heeft neergeschreven. Zij zal wel i de slotsom zijn van de overwegingen in den boezem der Grondwetscommissie, in welker werkzaamheden de Minister ijverig deel heeft genomen. In zekeren zin staat de Regeering nog altyd als middelaarster tusschen de beide partijen; wy vreezen dat zij weldra die rol zal moeten laten varen. Een ander be- middelings-voorstel is gedaan door Mr. Van Houtenals hij de Tweede Kamer het recht ontzegt, met het oog op haar tegen woordige samenstelling, een onderwijsrege- ling te ontwerpen die ook voor de toe komst bindt, weshalve hij aanbeveelt, de gansche p&ragraaf eenvoudig weg te laten en de oplossing der qnaestie aan den tateren, gewonen wetgever op te dragen. Wat ver beeldt zich zoo’n zwakke, door een kleine minderheid des volks jzekozen Kamer wel, zoo roept hij met eenigszins andere woorden uit, dat zij zich de taak van constituante zou durven aanmatigen? Een zoo scherpzinnig man als de heer Van Houten kan het, dunkt onsniet ont snapt zijn, dat een pleidooi op dezen grond weinig afdoetmet dezelfde argumenten kan men de Kamer het recht ontzeggen, te be palen dat ons land zal zyn »het Konink rijk der Nederlanden." Met wat recht ver oorlooft zich deze Kamer, den toekomstigen wetgever te verbieden, de republiek uit te roepen? Behoort deze niet de volle verant woordelijkheid voor haar handelingen te behouden Werd evenwel het advies van den heer Van Houten het uitgangspunt tot een toe nadering, dan zuu de vraag moeten gesteld worden, in hoeverre de Grondwet de Staats bemoeiing met de volksopvoeding, onmisbaar element van den vooruitgang die het voort bestaan den natie waai borgt, moet vast stellen. Maar en in dit opzicht kunnen we met met hem medegaan, aan dachtenwisseling mag geen daad Overzicht Uit Frankrijk valt deze week van eene boodschap, eene amnestie en eene verklaring melding te maken. De boodschap, door den President Grévy aan de vertegenwoordiging gericht, vangt aan met eene dankbetuiging voor zijne herkiezing tot President, waarin hij den wenach tot bestendiging der Repu bliek ziet uitgedrukt. Om dien wensch vervuld te zien, spoort hg de vrienden der Republiek tot krachtige samenwerking aan, waardoor het gevaar voor eene nieuwe om wenteling, die Frankrijk niets dan kwaad berokkenen kan, verij<}eld wordt, en Frank rijk zich de hooge achting van geheel Europa zal big ren verzekeren. Gelijktijdig met deze boodschap werden besluiten uitgevaardigd, waarbij aan «He veroordeelden, om staatkundige redenen, sedert 1870, en aan vele veroordeelden we gens vergrijpen tegen het gemeene recht, kwijtsch' Iding van straf werdt verleend, ten gevolge waarvan o. a. ook de ten onzent I bekende Louise Michel weder op vrije voe- ten zal komen. De verklaring, waarmede het nieuwe Ka- binet—Freycinett zich aan de Kamers voor stelde, is ais ’t ware eene uitwerking van do presidiale boodschap Op samenwerking der verschillende partygroepen wordt in de allereerste plaats aangedrongen. Waar amb tenaren of geestelijkheid, gelijk by de jong ste verkiezingen bleek, zich vijandig jegens de openbare instellingen mochten betoonen, zullen zij tot orde en« tucht gebracht of anders door anderen vervangen worden. De geestelijkheid wordt bedreigd met hot Spook van Scheiding tusschen Kerk en Staat. Ook de meer en meer in elke ministeriëele ver klaring gebruikelijke zinsnede, betreffende het herstel van evenwicht in de begrooting, ontbrak niet, terwijl bezuiniging in leger en vlootuitgaven, gepaard met beperking van gewaagde ondernemingen, als in Tonkin en op Madagascar, in het vooruitzicht wordt gesteld en ten slotte eenige meer of minder belangrijke wetsontwerpen werden aange- kondigd. De goede plannen der nieuwe Regeering worden al dadelijk zeer in de hand gewerkt door de tot stand gekomen overeenkomst met Madagascar, waardoor het vooruitzicht bestaat, dat déér de strijd zal eindigen. Met hetzelfde doel vaardigde de Regee ring den Hoogleeraar Paul But af tot Gou verneur van Annam en werd Generaal Courcey aldaar vervangen door zijn collega Warnet. Die eerste uitingen van den her kozen President en de nieuwe Regeering werden vrij algemeen met waardeering ont vangen. Gelijktijdig met de voorlezing der bood schap in de Fransche Kamerswerd de Pruisische Landdag door den Koning-Keizer in persoon geopend. Behalve de gewone vredelievende verklaringen, de financiëele mededeelingende aankondiging van de bekende kanalenwet, wordt in de troonrede nog in het vooruitzicht gesteld, maatregelen tot bescherming der Duitsche bevolking, te genover de opdringende Poolsche elementen. Laatstgenoemde plannen hebben aanleiding gegeven tot eene jegens de regeering tamelijk vijandige gedachtenwisseling in den Rijksdag. Die beraadslaging, waarbij alle leden van den Bondsraad opzettelijk, als protest, af wezig waren, eindigde met de aanneming van eene door Windthorst voorgestelde motie, waarin de handelingen der Pruisische re geering als onrechtvaardig en in strijd met de belangen van de onderdanen des Rijks, worden afgekeurd. De pers houdt zich nog altyd druk bezig met ’s Pausen schrijven aan Von Bismarck, dat door dezen met een schrijven van dank betuiging is beantwoord. Ook in het jongste Prijs der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels 0,50. Iedere regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco, uiterlijk tot Vrydags-namiddags. Alle binnenlandsche Advcrtentiën waarvan de plaatsing 3 maal wordt opgegeven, worden slechte 2 maal in rekening gebracht. Door Z. M. den Koning ia aan Jhr. W. Laman Tripburgemeester van Leerdam vergunning verleend om tot 1 Fe bruari 1887 te Gorinchem te wonen. Door Z. M. dm Koning is; 1°. Ingetrokken en buiten werking gesteld het Kon. besluit van 31 Dec. 1885, voor zoover daarbij aan den reserve-officier van gezondheid der 2de kl. Dr. F. H. G. Van Iterson een eervol ontslag uit zijn betrek king tot de landmacht is verleend. 2°. de heer Van Iterson voornoemd op nieuw be noemd voor een tijdvak van vijf jaren tot reserve-officier van gezondheid 2de kl. bij het personeel van den geneesk. dienst der landmacht, met bepaling dat die herbenoe ming zal gerekend worden te zijn ingegaan met 1 Jan. jl. De opzichter van den water staat, de hoer D. L. A. Van der Kreke, wordt met ingang van 1 April a. s. ver plaatst naar Gorinchem. -r- Aan den Minister van water staat, handel en nijverheid is het volgende adres verzonden: Geven met verschuldigden eerbied te ken nen de ondergeteekendenallen scheeps bouwmeesters en rriachine-fabrikanten te Rotterdam en omstreken dat bij eene bestelling tot levering van een stoomschip aan adressanten meestal de eisch wordt gesteld, dat het schip, hetzy in ballast, hetzij toegeladen, op de rivier of in zee eene bepaalde vaart zal moeten kunnen houden dat, om die vaart te kunnen bepalen, de kennis van den juisten afstand tusschen twee vaste punten aan den wal hoogst wenschelijk is, dat voor dien afstand ge woonlijk wordt genomen 1 Eng. mijl 1852 meter (measured mile); dat noch op d” t»_i terdam naar Z< Nieuwen Waterwej Regeering zich thans vooraiiit is zij zeker niet. Dit jaar moeten we toch algemeene verkiezingen hebben; herziening alleen van de artikelen 7ö en 77 der’Owidwet, vast stelling van een voorloopig kiesreglement en daarna de ontbinding der Kamers, zou geleidelyk de gewenschte hervorming tot stand doen komen. Wat wy thans te gemoet zien, kan de agitatie slechts vermeerderen, zonder tot be tere uitkomsten te voeren. Verklaart de rechterzijde zich tegen elke herziening, dan is zy verplicht de regeertaak over te nemen, tenzij de Regeering tot een nieuw berot-p op de natie besluite. In beide gevallen zyn wij nog in lang niet aan het einde van den strijd. Wordt zy er evenwel toe gedwongen, welnu, dat de liberale partij dan geen zwak heid toone. Tegenover het duidelijk uit gesprokenWij willen niet! van den te genstander plaatse zij een even onwrikbaar Wy kunnen niet! Het onderwijs, van overheidswege gegeven, en uit de openbare kas bekostigd, sta bui ten den invloed van kerkelijke leerstellingen. Op dit beginsel van liet nieuwere Staats recht een levensvoorwaarde in een land waar alle kerkgenootschappen gelyke rechten be zitten, big ve immer de leus van toepassing, aan het hoofd van dit opstel geplaatst. 109 H 98 99} 14| 10} 89 58} 117} 97}} 94 97} 97} 97} 62; 111} 107} 103 101} 94} 981 102? III4 1354 139 127 43} Hl

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1886 | | pagina 1