I
1
1886.
N°. 867.
LAND.
Zaterdag 23 Januari.
Zonen,
sn dag
I'
I
Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht.
S. W. N. VAN NOOTEN 1 tk Schoonhoven,
I
I
a
J‘
4
4
5
5
5
5
5
8
5
5
5
5
5
5
5
<1
4
4|
4
4
4
J‘
BINNENLAND.
„Je MaintiendraiI”
BUITENLAND.
:n.
Ie
alf
I
U
gei
der
I
rei- dito
te Hardings-
alf kilo.
aan-
Uitgaven-
De
Z|j«
>n f 1,40
1,00
I
I
eeuwscho
lect.
1 f 21,-.
50 Cents,
één gulden.
de Boek-
NOOTEN.
SGÏÏOONHOVEfiSCHE COURANT.
■aarsgraaf,
ovoord
alveren,
(pen of
m.
e quel.
q: late
ichapen
VAAG",
on voor;
’«Jun;
irolongatie-
beunvoor-
n en ver
in een pro-
Schrijfinkt,
van P. L.
tajf kilo,
per half
w week,
f 7,25 h
itte dito
k 5,90.
i: aware
in f 140
arkoeien
I k 110,
en f 40
mchtere
EN.
1 15 Jan.
30 7. J
30’/.;
le Anuter-
qual.
kilo;
Deze Courant wordt des Zaterdag-morgens uitgegeven.
Prgs: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70. Franco per post
door het geheele rijk 0,80. Men kan zich abonneeren bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
704
82 i
1034
102J
100
664
65{
661
661
44J
101}
864
1001
1004
99
95J
96
92}
861
894
784
61|
50}
13|
13}
63}J
83
Door Z. M. den Koning is be-
noomd tot oommiaaaris van politie to Gouda
J. W. Tuinenburg, thans commissaris van
politie, tevena commissaris van Rijkspolitie,
te Bolsward.
4
5
4
5
5
1
kmarkt
«ragons,
11,130
è24,—
Derby-
rt f—,
rt f 25
ÖtËn.
die ge-
o van on
derwerping, geen nederhalen van de vlag,
geen intrekking van het bestaande, vooraf
gaan. Hei stel van den vrede is ook onze
vurige wepsch, opdat eindelijk eens zou kun
nen gewerkt worden aan de wezenlijke be
langen van het onderwijs, door den poli-
tieken strijd over het onderwijs geheel op
den achtergiond geraakt. Doch eerlijke on-
derhandeling onderstelt toorloopig behoud
van het status quo.
Indien de partijen den vrede willen, dat
zy dan eerst het kiesrecht hervormen en niets
meer dan dat. Een nieuwe Volksvertegen
woordiging zal dan bat overige werk wel
verrichten.
Dal is, meenen we, een eerlijke oplos
sing. Vèei omslachtiger dan die welke de
bare school een stap achterwaarts is, die
de liberale partij niet mag doen. Er staat
in de gewijzigde redactie: »In of voor elke
gemeente wordt lager onderwijs gegeven,
voldoende aan de behoefte der bevolking,
liet wordt, voor zooveel daarin niet op
andere wijze is voorzien, van overheids
wege verstrekt in openbare scholen; aldaar
wordt het aan onvermogenden kosteloos
gegeven.” De laatste woorden zijn over
bodig, een schijn van concessie aan de
liberalen; zij schrijven eenvoudig voor wat
nergens in twijfel wordt getrokken. Van
het overige is de korte zin eigenlijk deze:
het bijzonder onderwys regel, het openbare
aanvulling. In de grootere gemeenten heeft
de bevolking zelve bepaald hoewel en welke
scholen er moesten komenze werden eerst
opgericht nadat de behoefte zich had ge
openbaard. In de kleinere zouden deze be
palingen de geestelijkheid de gelegenheid
openen, om liet niet-kerkehjk onderwys voor
langen tijd te verdringen, en daartegen be
hoort gewaakt te worden. Want bij de
oneindige verscheidenheid, die zich op het
gebied der leerstellingen openbaart, een
verscheidenheid die zelfs in den boezem
van een zelfde kerkgenootschap, bij vol
gers van dezelfde richting botsingen doet
ontstaan. zou in dat geval miskenning
der gewetensvrijheid steeds voor de hand
liggen.
Evenwel, we hadden niet het voornemen,
in een uitvoerige critiek van het regeerings-
voorstel te treden. Bij de totale onmoge
lijkheid, dat het twee derden der stemmen
in de Tweede Kamer op zich vereenigen
zal, achten wij het niet noodig er meer van
te zeggen dan dienstig was om' het libe
raal beginsel in het licht te stellen.
De tegenwoordige formuleering van art. 194
is niet bepaald onberispelijk te noemen, zóó
dat zij voor geen verandering of verduide
lijking vatbaar zou zyn. Toch gelooven we
niet, dat in den tegenwoordigen stand van
zaken de liberale partij iets anders zal
kunnen doen, dan zich voor
handhaving te verklaren. Zij
consistorie heeft Paus Leo met voldoening
van zijn optreden als bemiddelaar tusschen
Duitschland en Spanje gewaagd. Jammer
maar dat in eene nieuwe encyclica, gericht
aan de Pruisische bisschoppen, volgens de
„KÖlnische Zeitung", wederom aanleiding
wordt gegeven tot hernieuwing van den
kerkelijk-staatkundigen strijd.
Op verzoek van Duitschland heeft Bul
garije er in toegestemddat de vredes
onderhandelingen met Servië te Bucharest
zullen gevoerd worden, doch die onderhan-
delingen beloven weinig kans tot slagen
te hebben, daar door de in beginsel toe
gezegde nauwere vereeniging tusschen Bul
garije en Rumelië, de naijver en de strijd
lust van Servië en Griekenland weder danig
zijn opgewekt. Beide hebben dan ook op
de aanmaning der Mogendheden, om zich
te ontwapenen, met een non possumus ge
antwoord, zoodat de toestand op het Balkan-
Schiereiland er vrij gevaarlijk begint uit
te zien, ’i Is maar te hopen, dat de Mo
gendheden krachtig genoeg zullen optreden,
om het ontbranden van den strijd te beletten.
Turkije zoekt in den laatsten tijd toenade
ring tot Montenegro.
In Engeland is alles in gespannen ver
wachting hij de aanstaande opening van
het Parlement door Koningin Victoria in
persoon. Uitgehreide voorzorgsmaatregelen
zyn genomen. Naarmate de dag der ont-
bulUfgen aanbreektverminderen de ver
wachtingen omtrent de in den laatsten tijd
zoo druk besproken hervormingen in het
lersch bestuur. Zelfs wordt thans meer
aan eene wederinvoering der dwangwetten
geloofd. Bradlaugh heeft den eed weder
afgelegd.
de rivier de Maas van Rot-
ïee, noch in zee buiten den
)g voor deze proeftochten
een dergelijke voldoend officiëele afstand
wordt aangetroffen
dat reeds herhaalde malen daarom, vooral
bij het afleveren van stoomschepen aan
vreemde reeders, moeielijkheden zich hebben
voorgedaan, en adressanten genoodzaakt zijn
geworden, dan nu eens hier, dan weer el
ders afgestoomden afstand door authoriteifen
te laten certificeeren
dat het in het belang van den tak van
industrie, door adressanten uitgeoefend, mag
worden beschouwd, dat een dergelijke offi-
cieele afstand door de zorg van uw depar
tement worde vastgesteld, redenen waarom
adressanten Uwe Excellentie eerbiedig ver
zoeken, dat het Uwe Excellentie moge be
hagen, op de rivier de Maas van Rotter
dam naar zeezoo ook in zee buiten den
Nieuwen Waterweg op plaatsen, nader door
deskundigen aan te geven, bakens te laten
plaatsen op een afstand van 1852 meter,
die adressanten alsdan in de gelegenheid
zullen stellen, op dien alsdan officieel ge-
constateerden afstand de grootte te bepalen
van de vaart van een schip.
’t Welk doende,
(W. g.) De Directeur der Nederland-
8che Stoomboot-Maatschappij,
W. M. Visser.
Maatschappij „De Maas”.
Lucardie.
Lt. Smit Zoon.
J. K. Smit.
H. J. Bonn.
Rijkeo Co.
De uitslag der aanbesteding
van 350 M1 grint ten behoeve van den
dorpspolder Dalem is als volgt:
150 M’ aangenomen door P. Den Breejen
te Hardingsveld, ad fl.20 per M*.;
150 M’ door A. Vriens te Woudrichem,
ad f 1.22 per M1., en
50 M1 door A. Van der Wal te Gouda,
ad f 1.18 per M».;
alzoo gemiddeld ad f 1.20} per Ma.
Bij combinatie dezer drie perceelen werd
aannemer Adr. Den Brepjen
veld voor f 1.15 per M’.J
In de Zaterdag gehouden oor»
rectioneele zitting van het gerechtshof te
's Gravenhage werd het vonnis van de
Dordtsche rechtbank, waarbij H. v. B., uit
Sliedrecht, wegens mishandelingwerd ver
oordeeld, vernietigd, terwijl beklaagde als
nog werd vrijgesproken.
Vervolgens kwam o. a. in behandeling het
hooger beroep van een vonnis van de recht
bank te Rotterdam, waarbij A. 8. H-, te
Ouderkerk a/d IJseleene celstraf van 5
dagen is opgelegd, wegens bet toebrengen
van een slag aan den koetsier K. S., op de
Markt te Gouda, in den vroegen ochtend
van 3 Aug. jl. De beklaagde ontkende den
slag te hebben gegeven hetgeen door eenige
a décharge gehoorde getuigen nader werd
bevestigd. Do verdediger, Mr. II. J. Kra
nenburg te Utrecht geloofdedat door het
gehouden getuigenverhoor voldoende bewijs
was geleverd dat beklaagde niet schuldig is.
Zijne conclusie strekte tot vrijspraak.
Advocaat-generaal Jhr. Mr. De Savornin
Lohman eischte de bevestiging van het
vonnis.
Het hof gisteren in deze zaak uitspraak
doendevernietigde het vonnik van boven-
STATEN-GENER AAL.
Het bericht in ons vorig nummer over
de zitting van de Eerste Kamer van Don
derdag 14 Jan. was in zijn beknoptheid
onvolledig, en bovendien niet geheel juist.
Een kleine uitbreiding en rectificatie is
niet overbodig.
De toen behandelde rechterlijke ontwerpen
waren drie in getal.
1. Wijziging van het Wetboek van straf
vordering. De heer De Sitter bracht hulde
aan allen die hebhen samengewerkt tot het
tot stand komen dezer wet, en maakte een
paar opmerkingen van technischen aard,
hierin gevolgd door de heeren Pijnappel,
Van Roijen en Van Tienhoven. Het ontwerp
werd aangenomen met algemeene stemmen.
2. Wijziging van het Wetboek van straf
recht. De heer Pijnappel zou tegen het
ontwerp stemmen, wegens het strafbaar
stellen van landlooperij. De heer Elout
evenzoo, omdat het geen bepalingen in
houdt tot bestrijding van vergrijpen tegen
de eerbaarheid, de Zondagsheiliging niet
waarborgt en de doodstraf niet herstelt.
De Minister van Justitie merkte op, dat
op het stuk van strafbaarstelling der aan
randing van de eerbaarheid een belangrijke
schrede vooruit is gedaandat de Zondags
heiliging geregeld behoort te worden bij
speciale wet; dat herstelling van de dood
straf geen voldoenden steun zal vinden.
Het ontwerp werd aangenomen met 29
tegen 3 stemmen, die van de heeren Elout,
De Bruijn en Pynappel.
3. Ontwerp tot uitvoering van de ar
tikelen 38 en 39 van het Wetboek van
strafrecht. Aangenomen met 29 tegen 3
stemmen. (Tegen de heeren Van Roijen,
De Bruijn en Elout.)
In de vergadering van Maandag werd
een achttal kleinere wetsontwerpen zonder
beraadslaging aangenomen, als: begrooting
wegens den arbeid der gevangenen, begroo
ting voor de njks-gestichten Ommerschans
en Veenhuizen, enz.
Donderdag werd een aanvang gemaakt
met het algemeen debat over de Staats-
bejjrooting. Eerste spreker was de heer
Elout, die opkwam tegen de ongerechtig
heden in het staatsbeheer, de handhaving
van jenever en opium als bronnen van
inkomstende Staatsloterijde ongods
dienstige opvoeding der jeugd. De heeren
De Bruijn, Pynappel en Van Naamen debat
teerden over de scheiding van gewone en
buitengewone uitgaven, de heeren Muller
on Regout over het vrijhandelstelsel. De
heer De Sitter drong aan op voorbereiding
eener inkomsten-belasting.
De Minister Heemskerk betoogde tegen
over den heer Elout dat de algemeene toe
stand des volks vooruitgaat. Bij het verschil
van gevoelen omtrent inkomstenbelasting
moet uitgezien worden naar andere bronnen
tot versterking der middelen. De Minister
van Koloniën verzekerde dat do Regeering
het opium-misbruik krachtig bestrijdt.
Minister van Financiën handhaafde
voorkeur van het vrijhandelstelsel.
De Hoofdstukken II en III werden
genomen.
Zonder wijziging van Artikel 194 «n onzen
geest,geen Grondwetsherziening.
Zoo heeft de rechterzijde gesproken, by
herhaling, en met zooveel nadruk, dat het
voor haar een beleediging zou zijn, in het
minst te twijfelen aan de stelligheid van
haar verzekering. Uitzicht op een schik
king, op een modus vivendi, waarbij elke onzer
beide Staatspartijen zich zou kunnen neder-
leggen met het doel om de groote her
vormingen op wetgevend gebied, die het
land behoeft, tot een goed einde te bren
gen, en middelerwijl den schoolstiyd te laten
rusten, zoowel in het publiek debat als bij
de stembus, dat uitzicht is niet gegeven.
Zelfs is de rechterzijde tot heden toe in
gebreke gebleven, haar eischen op dit punt
nauwkeurig, in den vorm van een wetsar
tikel, uit te drukken; wel heeft zij in al
gemeene trekken doen zien, waar zij eigenlyk
heen wil, dat is naar een toestand die
de volksopvoeding geheel in handen der
kerkelijke leidslieden brengt en waarbij de
Staat eenvoudig de kosten draagt; maar ten
einde niet te doen blijken, dat zelfs bij het
ëénige punt van overeenkomst tusschen de
rechtergroepen de overeenstemming nog
ver te zoeken is, wordt de juiste tormu-
leering van een onderwys-artikel »in onzen
geest” achterwege gelaten.
De liberale helft der Tweede Kamer is
hiermede voor een moeielyk vraagstuk
geplaatst
leder erkent de dringende noodzakelijk
heid van een aanzienlijke uitbreiding van
het kiesrecht, en de vrijzinnige party ge
voelt levendig, dat op haar de taak rust,
die tot stand te brengen. De Tweede Ka
mer wordt gediukt door het besef dat zij
niet meer is de werkelijke Vertegenwoor
digster der natiedat haar bevoegdheid tot
het vaststellen van belangryke wettelyke maat
regelen, bindend voor de toekomst, ophield
van het oogenblik af, dat door een aan
zienlijk en tot dusver uitgesloten deel der
bevolking invloed op haur samenstelling
werd gevraagd. Ten volle bereid om de
grondslagen van het Staatsgebouw te ver
sterken en daarmede een nieuw tijdperk
van wetgevende» arbeid in te wijden, maar
niet bij machte dit te doen zonder mede-
werking van hun tegenstanders, sluiten de
liberalen op dezen onwil om op andere dan
volkomen onaannemelijke voorwaarden de
hand te bieden. Zij staan alzoo voor de
keuzeaanvaarden van die voorwaarden,
of van de herziening van het kiesrecht
afzien, op gevaar af dat de aandrang in
kracht zal toenemen, en dat later met ge
weld afgedwongen wordt wat tot heden
langs wettelyken weg is gevraagd.
Doch we zeiden het reeds, de rechter
zijde eischt het onmogelyke. Haar leus is:
allee of niets. Zy is in zooverre meesteres
van den toestand, dat zij alles kan tegen
houden wat niet met haar in/ichten strookt.
Moet nu maar de liberale party eenvoudig
zwichten, haar stelling prijsgeven, en zich zon
der eigenlyken stryd overwonnen verklaren
De Regeering heeft getracht een mid
denweg te banen, en onder de liberalen zijn
er die dezen willen bewandelen, in het
vooruitzicht, dat ook de tegenpartij dien
betreden zal.
Deze laatste illusie zal wel verdwenen
zyn door kennisneming van het oordeel dat
vooral in antirevolutionaire kringen over de
gewyzigde onderwyspai agraaf van den Mi
nister Heemskerk is uitgesproken. Men
dryft er den spot mede, en acht haai geen
ernstige bespreking waard.
Ware het niet, dat ook wy deze poging
tot verzoening ais totaal mislukt beschouw
den, we zouden ons gaarne de moeite geven,
te onderzoeken in hoeven e de voorgestelde
lezing van artikel 194 inbreuk maakt op
het beginsel, dal de Staat, by het voldoen
aan zyn verplichtingen, buiten bet terrein
der kerkelyke opvattingen moet blijven. Wy
zouden aantoonen, dat er in de weglating
der woorden >met eerbiediging van ieders
godsdienstige begrippen een wezenlijk ge
vaar schuilt, dat met wordt weggenomen
door de latere invoeging van de bepaling:
»de openbare scholen zijn toegankelijk voor
leerlingen zonder onderscheid van gods
dienstige gezindheid.”
Ja, want wanneer die eerst-aangehaalde
woorden woi den weggenomen van de plaats
die zy tot nu toe innemen, welke gevolg
trekking is daaiuit af te leiden? Immers
geen ander© dan deze, dat bedoelde be
grippen niet langer geëeibiedigd behoeven
te Worden. Maar wal dan de tegenstel
ling wellicht? Doch tegenover eerbiedigen
staat krenken, en welk onderwijzer zal dat
willen, we gaan verder, welk fatsoenlijk
man zal by onmondige», die zich niet kun
nen verdedigen, godsdienstige gevoelens
kwetsen De verplichting, hier uitgespro
ken, is zoozeer boven tegenspraak verheven,
dat wy een bepaald voorschrift bij de grond
slagen waarop in den Nederlandseben Slaat
de regeling van het onderwijs rust, onmis
baar achten.
Zoo zouden we ook kunnen betogen, dat
de omschrijving van het terrein der open-
on ge wijzigde
kan zich nog
beroepen op het oordeel des Ministers zelven,
die bij het indienen zijner ontwerpen tot
herziening der Grondwet van oordeel was,
d.it het, juist opgevat, voldoende ruimte
van beweging laat aan den gewonen wet
gever. Al werd later een gewijzigde re
dactie aangeboden, als een poging tot ver
zoening, daaruit kan niet de gevolgtrekking
worden afgeleid, dut de Minister op deze
meening terugkomt, 0/ dat hij haar zonder
nadenken heeft neergeschreven. Zij zal wel i
de slotsom zijn van de overwegingen in
den boezem der Grondwetscommissie, in
welker werkzaamheden de Minister ijverig
deel heeft genomen.
In zekeren zin staat de Regeering nog
altyd als middelaarster tusschen de beide
partijen; wy vreezen dat zij weldra die rol
zal moeten laten varen. Een ander be-
middelings-voorstel is gedaan door Mr. Van
Houtenals hij de Tweede Kamer het
recht ontzegt, met het oog op haar tegen
woordige samenstelling, een onderwijsrege-
ling te ontwerpen die ook voor de toe
komst bindt, weshalve hij aanbeveelt, de
gansche p&ragraaf eenvoudig weg te laten
en de oplossing der qnaestie aan den tateren,
gewonen wetgever op te dragen. Wat ver
beeldt zich zoo’n zwakke, door een kleine
minderheid des volks jzekozen Kamer wel,
zoo roept hij met eenigszins andere woorden
uit, dat zij zich de taak van constituante
zou durven aanmatigen?
Een zoo scherpzinnig man als de heer
Van Houten kan het, dunkt onsniet ont
snapt zijn, dat een pleidooi op dezen grond
weinig afdoetmet dezelfde argumenten kan
men de Kamer het recht ontzeggen, te be
palen dat ons land zal zyn »het Konink
rijk der Nederlanden." Met wat recht ver
oorlooft zich deze Kamer, den toekomstigen
wetgever te verbieden, de republiek uit te
roepen? Behoort deze niet de volle verant
woordelijkheid voor haar handelingen te
behouden
Werd evenwel het advies van den heer
Van Houten het uitgangspunt tot een toe
nadering, dan zuu de vraag moeten gesteld
worden, in hoeverre de Grondwet de Staats
bemoeiing met de volksopvoeding, onmisbaar
element van den vooruitgang die het voort
bestaan den natie waai borgt, moet vast
stellen. Maar en in dit opzicht kunnen
we met met hem medegaan, aan
dachtenwisseling mag geen daad
Overzicht
Uit Frankrijk valt deze week van eene
boodschap, eene amnestie en eene verklaring
melding te maken. De boodschap, door den
President Grévy aan de vertegenwoordiging
gericht, vangt aan met eene dankbetuiging
voor zijne herkiezing tot President, waarin
hij den wenach tot bestendiging der Repu
bliek ziet uitgedrukt. Om dien wensch
vervuld te zien, spoort hg de vrienden der
Republiek tot krachtige samenwerking aan,
waardoor het gevaar voor eene nieuwe om
wenteling, die Frankrijk niets dan kwaad
berokkenen kan, verij<}eld wordt, en Frank
rijk zich de hooge achting van geheel Europa
zal big ren verzekeren.
Gelijktijdig met deze boodschap werden
besluiten uitgevaardigd, waarbij aan «He
veroordeelden, om staatkundige redenen,
sedert 1870, en aan vele veroordeelden we
gens vergrijpen tegen het gemeene recht,
kwijtsch' Iding van straf werdt verleend, ten
gevolge waarvan o. a. ook de ten onzent
I bekende Louise Michel weder op vrije voe-
ten zal komen.
De verklaring, waarmede het nieuwe Ka-
binet—Freycinett zich aan de Kamers voor
stelde, is ais ’t ware eene uitwerking van
do presidiale boodschap Op samenwerking
der verschillende partygroepen wordt in de
allereerste plaats aangedrongen. Waar amb
tenaren of geestelijkheid, gelijk by de jong
ste verkiezingen bleek, zich vijandig jegens
de openbare instellingen mochten betoonen,
zullen zij tot orde en« tucht gebracht of
anders door anderen vervangen worden. De
geestelijkheid wordt bedreigd met hot Spook
van Scheiding tusschen Kerk en Staat. Ook
de meer en meer in elke ministeriëele ver
klaring gebruikelijke zinsnede, betreffende
het herstel van evenwicht in de begrooting,
ontbrak niet, terwijl bezuiniging in leger
en vlootuitgaven, gepaard met beperking van
gewaagde ondernemingen, als in Tonkin en
op Madagascar, in het vooruitzicht wordt
gesteld en ten slotte eenige meer of minder
belangrijke wetsontwerpen werden aange-
kondigd.
De goede plannen der nieuwe Regeering
worden al dadelijk zeer in de hand gewerkt
door de tot stand gekomen overeenkomst
met Madagascar, waardoor het vooruitzicht
bestaat, dat déér de strijd zal eindigen.
Met hetzelfde doel vaardigde de Regee
ring den Hoogleeraar Paul But af tot Gou
verneur van Annam en werd Generaal
Courcey aldaar vervangen door zijn collega
Warnet. Die eerste uitingen van den her
kozen President en de nieuwe Regeering
werden vrij algemeen met waardeering ont
vangen.
Gelijktijdig met de voorlezing der bood
schap in de Fransche Kamerswerd de
Pruisische Landdag door den Koning-Keizer
in persoon geopend. Behalve de gewone
vredelievende verklaringen, de financiëele
mededeelingende aankondiging van de
bekende kanalenwet, wordt in de troonrede
nog in het vooruitzicht gesteld, maatregelen
tot bescherming der Duitsche bevolking, te
genover de opdringende Poolsche elementen.
Laatstgenoemde plannen hebben aanleiding
gegeven tot eene jegens de regeering tamelijk
vijandige gedachtenwisseling in den Rijksdag.
Die beraadslaging, waarbij alle leden van
den Bondsraad opzettelijk, als protest, af
wezig waren, eindigde met de aanneming
van eene door Windthorst voorgestelde motie,
waarin de handelingen der Pruisische re
geering als onrechtvaardig en in strijd met
de belangen van de onderdanen des Rijks,
worden afgekeurd.
De pers houdt zich nog altyd druk bezig
met ’s Pausen schrijven aan Von Bismarck,
dat door dezen met een schrijven van dank
betuiging is beantwoord. Ook in het jongste
Prijs der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels 0,50. Iedere regel
meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco,
uiterlijk tot Vrydags-namiddags. Alle binnenlandsche Advcrtentiën
waarvan de plaatsing 3 maal wordt opgegeven, worden slechte
2 maal in rekening gebracht.
Door Z. M. den Koning ia aan
Jhr. W. Laman Tripburgemeester van
Leerdam vergunning verleend om tot 1 Fe
bruari 1887 te Gorinchem te wonen.
Door Z. M. dm Koning is;
1°. Ingetrokken en buiten werking gesteld
het Kon. besluit van 31 Dec. 1885, voor
zoover daarbij aan den reserve-officier van
gezondheid der 2de kl. Dr. F. H. G. Van
Iterson een eervol ontslag uit zijn betrek
king tot de landmacht is verleend. 2°. de
heer Van Iterson voornoemd op nieuw be
noemd voor een tijdvak van vijf jaren tot
reserve-officier van gezondheid 2de kl. bij
het personeel van den geneesk. dienst der
landmacht, met bepaling dat die herbenoe
ming zal gerekend worden te zijn ingegaan
met 1 Jan. jl.
De opzichter van den water
staat, de hoer D. L. A. Van der Kreke,
wordt met ingang van 1 April a. s. ver
plaatst naar Gorinchem.
-r- Aan den Minister van water
staat, handel en nijverheid is het volgende
adres verzonden:
Geven met verschuldigden eerbied te ken
nen de ondergeteekendenallen scheeps
bouwmeesters en rriachine-fabrikanten te
Rotterdam en omstreken
dat bij eene bestelling tot levering van
een stoomschip aan adressanten meestal de
eisch wordt gesteld, dat het schip, hetzy
in ballast, hetzij toegeladen, op de rivier
of in zee eene bepaalde vaart zal moeten
kunnen houden
dat, om die vaart te kunnen bepalen,
de kennis van den juisten afstand tusschen
twee vaste punten aan den wal hoogst
wenschelijk is, dat voor dien afstand ge
woonlijk wordt genomen 1 Eng. mijl 1852
meter (measured mile);
dat noch op d” t»_i
terdam naar Z<
Nieuwen Waterwej
Regeering zich thans vooraiiit is zij zeker
niet. Dit jaar moeten we toch algemeene
verkiezingen hebben; herziening alleen van
de artikelen 7ö en 77 der’Owidwet, vast
stelling van een voorloopig kiesreglement
en daarna de ontbinding der Kamers, zou
geleidelyk de gewenschte hervorming tot
stand doen komen.
Wat wy thans te gemoet zien, kan de
agitatie slechts vermeerderen, zonder tot be
tere uitkomsten te voeren. Verklaart de
rechterzijde zich tegen elke herziening, dan
is zy verplicht de regeertaak over te nemen,
tenzij de Regeering tot een nieuw berot-p
op de natie besluite. In beide gevallen zyn
wij nog in lang niet aan het einde van den
strijd.
Wordt zy er evenwel toe gedwongen,
welnu, dat de liberale partij dan geen zwak
heid toone. Tegenover het duidelijk uit
gesprokenWij willen niet! van den te
genstander plaatse zij een even onwrikbaar
Wy kunnen niet!
Het onderwijs, van overheidswege gegeven,
en uit de openbare kas bekostigd, sta bui
ten den invloed van kerkelijke leerstellingen.
Op dit beginsel van liet nieuwere Staats
recht een levensvoorwaarde in een land waar
alle kerkgenootschappen gelyke rechten be
zitten, big ve immer de leus van toepassing,
aan het hoofd van dit opstel geplaatst.
109 H
98
99}
14|
10}
89
58}
117}
97}}
94
97}
97}
97}
62;
111}
107}
103
101}
94}
981
102?
III4
1354
139
127
43}
Hl