[ICIN,
N°. 878.
Zaterdag 10 April.
1886.
een.
Eerste Blad.
[J N,
LST,
JEN,
ÏERIHG
T,
LANGE,
-_JL-
vaten
iges,
NTELS.
aetingeo.
rectie.
Tecten,
wen.
•ij van
stukken.
aan tot
J
I 1886.
ERLANDEN,
bosch
•hade, koe-
4
■I, TVo. 4.
Weekblad 'voor Zuid-Holland en Utrecht.
Vf'tK
)VEN,
at
Van Sumatra’s Noorden.
BINNENLAND.
«i
Deze Courant bestaat uit twee Bladen.
Ki
VELEND.
asch
11. -
wen-
I
*Üke
1 toeRf
ÏN NOOTlflf.
I
S. W. N. VAN NOOTEN ns Schoonhoven,
Uitgevers.
tfieuwe-, als
oorende.
)Z.
erd.
litbreiding in
tenoteeren,
vn oitiebaO
If JSHZH
onvol-
niet-
I
'5
onhoven,
ivo naar keuze
van stoffen,
zen:
»r f IJ,-.
14,’-.'
OE .1 ijnw'-l.
Li
jenoeg drie-
e flauw ge-
p. m. tien
Deze
Conducteurs
[OVEN,
aan hare ge
naken en leve-
ouders ditmSfd
de hoofdstad
niet zekëi
leize op
voor
diensten,
leid collej“
F. M. Bost»
van
Deze Courant wordt des Zaterdag-morgens uitgegeven.
Prijs; voor Schoonhoven per drie maanden 0,70. Franco per post
door het geheele rijk 0,80. Men kan zich abonneeren by alle
«Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
8 GOBDEBSH,
op vaste en zeer
VEE kan ook
tijd van see en
aanvragen van
■dichtingen ge
tal den Agent
eel, den lieer
daan te worden.
De opnieuw opgewekte belangstelling in
SCHOONHOVEMSCHE COURANT.
Jl l;u. ,.U UUI ».b •-
Buitenland.
i 7.
ns taande
de «Atjeh-quaestie’’ een verschijnsel dat
we vooral te danken hebben kan het kloek
optreden van den gepensioneerden Luit.-
Kolonel van het Indische leger Verstege,
het eerst in Burgerpligt” te Amsterdam
op 26 Jan. jl., zal ons wel nopen, ineen
volgend nummer op haar terug te komen.
NLood- en
Prijs der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels 0,50. Iedere regel
meer f 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco,
uiterlijk tot Vrijdags-namiddags. Alle binnenlandsche Advertentiën,
waarvan de plaatsing 3 maal wordt opgegeven, worden slechts
2 maal in rekening gebracht.
omdat men geen rekening gehouden heett
met de eigenaardige behoeften dezer plan
ten, die vooral met kalizouten dienen ge-
mest te worden. Asch is een der mest
stoffen, die veel kali bevat, zoodat eene
aschbemesting voor erwten en peulen zeer
aan te bevelen is; ook komt kalk derge-
lyke planten zeer te stade. Het ligt nu
voor de hand, dat het bemesten van den
geheelen tuin met stalmest, zooals dat vooral
door de landlieden gedaan wordt, verkeerd
is. Naar aanleiding van het hierboven ge
zegde, zouden wij dus den tuin kunnen
verdeden in drie, vier, vyf of meer vak
ken, om op elk vak die gewasseg te telen,
welke ongeveer dezelfde behoeften hebben.
Men bemeste dan bijvoorbeeld het eerste
vak met veel goed gerotten mest. Ik zeg
met goedgerotten mest, want de mest moet
noodzakelyk m verrotten toestand zijn over
gegaan alvorens hy door de planten kan
worden opgenomen. Brengt men verschen
mest op den tuin, dun zal er eenige tijd
verloopen alvorens hjj voor de planten ge
schikt is, en de groenten in dus bemesten
grond zullen geen of slechts weinig nut
van den mest hebben.
Op het vak met goed gerotten mest
teelt men bladgroenten, welke daarop welig
zullen groeien, liet tweede vak moet on
bemest blijven en daarin teelt men wortel
gewassen. Was dit vak het vorige jaar
bemest, dan zullen deze gewassen een goed
beschot opleveren; was echter dit vak nu
nog wat schraal, dan zullen er niet zoo veel
maar toch goede wortelgewassen van ge-
1 oogst -worden. Het derde vak kan men
met kalimest bemesten en daarin dan peul-
o r j plan
dan tyd aan haar oplossing te gaan arbei
den, met allen ernst. Maar dan moet men
zich ook ontdoen van politieken hartstocht,
ook bij het beoordeelen van hetgeen vooraf
is gegaan, anders is het niet mogelyk, den
waarlijk niet rooskleurigen toestand met
onbevangen blik te overzien, en helder na
te denken over hetgeen thans, in de gege- jaar
ven omstandigheden, en den staat van za-
In de laatste dagen, maar elke nieuwe
Indische mail kan daarin verandering bren
gen, hebben we nogal niet veel •oorlogs-
nieuws” van Atjeh vernomen. Het schijnt
er dus, in de tweede maand van dit jaar,
vrij rustig te zyn.
Nu gelooven we niet dat het raadzaam
is, zich illusies te maken dat het aldus zal
blijven. De ervaring, opgeleverd door der
tien jaren van nagenoeg aanhoudenden stryd,
js daar om aan te toonen, dat de vestiging
van een geregelden toestand van vrede en
orde bij een volk van zoo weinig politieke
ontwikkeling niet tot de gemakkelijkste
zaken behoort. Een Atjehsche natie, in
den zin dien wy gewoon zyn aan dat woord
te hechten, is er nietde hoofden der ver
schillende districten oefenen in eigen kring
een nagenoeg onbeperkte souvereiniteit uit.
We kunnen eer spreken van een groep roof-
staatjes dan van een staat. Zoo was het
reeds vroeger, vóór den oorlog, toen de in
vloed van het Sultanaat uiterst gering was
en zich hoofdzakelijk bepaalde tot de be
trekkingen met het buitenland; en het is
er zeker niet op verbeterd, sinds in 1874,
een paar dagen na de hooggeroemde »in-
neming van den Kraton”, de jonge Sultan
Mohammed Iskander Sjah is overleden en
het nog niet is kunnen gelukken, hem een
opvolger te geven.
De tegenwoordige positie van het Neder-
landsche bezettingsleger kan niet schitte
rend genoemd worden. Nadat verschillende
•stelsels” zyn beproefd, als daar zynhet
aanvallend optreden, -het uitlokken tot toe
naderen, het proclameeren van den vredes
toestand,groote expedities, kleine expe
dities, geen expedities, is sinds een maand
of wat de zoogenaamde geconcentreerde
vestiging het anker onzer hoop geworden.
Men verbeelde zich een nage J_'“
hoekige landstreek, waarvan de
bogen kustlijn, ter lengte van
kilometers, een der zijden vormt,
kustlijn eindigt zoowel in het noorden als
in het zuiden met een soort van kreek, de
verwijde, ondiepe en moerassige monding
van een riviertje; in het zuiden ligt Oleh-
leh, dat onder andere omstandigheden als
handels- en havenplaats wellicht een goede
toekomst zou hebben, doch thans al te zeer
de sporen vertoont van haastige en 1
doende pogingen tot vestiging van
inlandsche bevolkingen. Vooral zijn er meer
Chineezen, dan ons in het algemeen
schelyk zou toeschynen.
In nagenoeg oostelijke richting van Oleh-
leh ligt Kota Radja, de oude Koningsstad,
in den laatsten tijd vóór den oorlog reeds
een tamelijk vervallen boeltje, en dat met
groote moeite en kosten voor een militaire
bezetting eenigszins geschikt is gemaakt.
De afstand tusschen beide genoemde plaat
sen is, hemelsbreedte, 4 kilometers; zij zijn
verbonden door een spoorweghjn, (de
eerste die gebouwd werd op het groote
eiland Sumatra, waar wel meerdere zouden
aan te leggen zyn, van welke belangryker
voordeelen verwacht kunnen worden.) die
een noordwaartsehe bocht maakt en dus
wat langer is. Het scheelt weinig, of Kota
Radja is het centrum van de thans bezette
streek; wanneer men, met deze plaats als
middenpunt, een cirkel kon beschrijven van
4 A 5 kilometers straal, dan zouden slechts
enkele uiterste posten er buiten vallen.
Daaronder echter het belangrijke Lambaroe,
de zuidoostelijkste punt der tegenwoordige
bezetting, en dat door een tramlijn met
Kota Radja is verbonden. Een tramlijn
loopt ook langs de zuidelyke grens onzer
stellingter verbinding van de posten
aldaar; zij begint bij Lambaroe en eindigt
te Lamdjamoe, zijnde een afstand van circa
9 kilometers.
Rondom die geconcentreerde stelling, langs
de oostelyke en zuidelyke grenzen, is op de
kaart een strookóiangewezon als jopenge-
kapt terrein". Teneinde een weinig ge
waarborgd te zijn tegen plotselinge over
vallen van den vyand, die als een tijgei
in het bosch verscholen te voorschyn vliegt
en zijn slag heeft geslagen eer nog de ver
baasde schildwacht tijd heeft gehad om zijn
geweer aan te leggen, worden daar de hoo
rnen en het struikgewas opgeruimd, zoodat
men de nadering des Atjehschen aanvallers
kan bespeuren. Ongelukkigerwijze staan
aan het openhouden groote bezwaren in den
weg; de weelderige Tiopische plantengroei
spot met den geenszins overdreven yver
der voor dien aibeid aangewezen koelies,
en plaatsen die men voor weinige maanden
geheel kon overzien, zyn thans weer, vooral
by het vallen van den avond, voor het oog
van den sshildwacht ondoordringbaar.
We herinneren er nog even aan, dat niet
lang geleden, ten gevolge van de zegepra
len door Generaal Van der Heyden behaald,
onze posten zich veel verder uitstrekten
vooral iu zuid-oostelyke lichting, in het ge- I
tte Goederen,
cotsAjolir,
)or ’t suizoen.
"ewassen telen. By het aankweeken van
planten ter zaad winning, zou marteen vierde
bed kunnen nemen, maar dit bed heeft
eene bijzondere zorg en bemesting noodig.
Aangezien de overgroote meerderheid van
de buitenlieden hun zaad koopen kunnen
wy zulk een mestbed missen en buiten be
spreking laten. Heeft men nu op deze wijze
zyn tuin ingericht, dan moet men het tweede
op de bedden, waarop het vorige jaar
een der bovengenoemde soorten van groenten
ken nemende geljjk hij nu is, behoort ge- is geteeld, eene andere soort telen. Men
ziet dat ik hier bedoel, dat geen plant twee
achtereenvolgende jaren op de zelfde af-
deeling van den tuin moet verbouwd worden.
Ook in onze tuinen moeten wy, om de
grootst mogelyke opbrengst te verkrijgen,
de vruchtwisseling niet uit het oog ver
liezen. Een eerste wet der vruchtwisse
ling is: dat slechts bij uitzondering een
grond twee achtereenvolgende jaren de
hoogste opbrengst geeft van een zelfde ge
was, hoe rijk men ook mest en hoe goed
men ook het gewas verzorgt. Gaat men
dus voort met op den zelfden grond eenige
jaren achtereen hetzelfde gewas te telen,
dan zullen de oogsten steeds kleiner worden
en ook zal er spoediger eene verbastering
plaats hebben en bovendien zullen de planten
houterig en vezelig worden. Op het eerste
bed, dat het vorige jaap sterk was bemest,
hebben bladgroenten gestaan. Deze putten
den grond niet zeer uit, zoodat dit bed nu
niet behoeft, bemest te worden en toch nog
voedsel genoeg bevat voor de wortelgewassen,
welke er nu op gezaaid zullen worden. Men
ziet dat nu het vroeger gezegde ons te pas
komt. Wortelgewassen zeiden we mogen
in geen versche bemesting staan en moeten
toch voldoend voedsel voor de ontwikkeling
hunner wortels hebben. Door niet te mes
ten wordt aan de eerste voorwaarde vol
daan; door de sterko bemesting van het
vorige jaar in verband met de weinig uit
puttende gewassen, die er toen op geteeld
zijn, is ook aan de tweede voorwaarde vol
daan. De uitkomst zal leeren, dat een r’yke
oogst het gevolg is van zulk eene toepas
sing der bemestingsleer en der vruchlwis-
seling. Het vak waarop het eerste jaar
wortelgewassen stonden, wordt nu niet wat
kalimest gemest en men belegge het met
erwten en peulen. Het derde bed, waarop
het vorige jaar erwten en peulen stonden,
wordt nu weer sterk gemest en bezaaid
met bladgroentenzaad. Het derdejaar wordt
het eerste bed, dat zooals wy zagen het
l.vn JJv )uu. U.Kuoet wua flink mot
of kalimest bedekt. Deze mest
wordt ondergespit en nu komt dit bed
eerst tot zyn recht voor het verbouwen
van peulgewassen, want de twee voorgaande
gewassen hebben nog voedsel genoeg over
gelaten. uitgezonderd kali, die niet genoeg
aanwezig was. Peulgewassen putten den
grond zeer uit en daarom moet het vak,
waarop zij het vorige jaar verbouwd zijn
weer flink gemest worden om er blad
groenten op te telen. De peulgewassen
zullen nu niet zoo hoog opschieten, maar
rijkelyk vrucht vóórtbrengen. Zoo beproeve
men eens te tuinen en ik verzeker u, dat
men er geen berouw over zal hebben.
Goudriaan, April 1880. A. KARS.
Dordrecht, Mr. J. B. Van Osenbruggon
Zieriksee, J. J. Van Kerkwijk; Goes, Jhr.
Mr. J. J. Pompe Van Meerdervoort; Mid
delburg, Mr. L. W. O. Keuchenin»; Bosch,
Mr. A. E. Vos de Wad; Boksmeer, Mr.
J. M. L. H. Clercx; Breda, Mr. J. J. W.
Van den Biesen; Zevenbergen, Mr. A. Tb.
R. O. Baron Van der Borch Van Verrolde;
Tilburg, F. H. H. Borret; Eindhoven, Mr.
A. J. A. Van Baar; Roermond, Mt. H. F.
Lambrechts; Maastricht, JJhr. Mr. L.
M. H. Ruys Van Beerenbroek.
Naar het Hbl. meldt, verwacht
men dat ons Prinsesje hare Koninklijke
,1 qp .hun gewoon bezoek aan
stad zal vergezellen. Het is nog
L>r, mai?yer worden alvast ten pa
den namk toebereidselen gemaakt
hare ontvangst.
- Uitslag der door Dijkgraafen
Hoogheemraden van den Lekdijk beneden-
danis en van den IJseldam, den 5. April 1886
te Jaarsveld gehouden aanbesteding van;
A. Het uitvoeren van verschillende aar
dewerken aan den Lekdijk benedendams
in 3 perceelen
1ste Perceel begroot op f 10.300. D. Van
der Plas te Hardingsveld, f 10545 C. Van
der Meijden Cz te Hardingsveld, f10 480;
Bk. Dubbeldam te Gorinohemf 10.199;
M. Tromp Mzn. te Heukelumf9.999;
Wr. Sterk Mzn. te Heukelum 9 984; H. De
Man te Ammerstol, f9.978; Hs. De Jong Pzn.
te Ammerstol, f9.750; A. Koorevaar te Har
dingsveld, f 9.665 P. Zanen Hzn. te Am
merstol, f9.537; J. De Jong Aan. Jr. te
Ammerstol, f9.474; C. Versteeg te Hardings
veld f 9.408J. Kroos te Bliedrechtf 9.352
A. G. Van Kenswoude te Jaarsvéld, f9.233.
2de Perceel begroot op f2.700. H. De
Man te Ammerstol, f2 924; A. G. Van
Renswoudeto Jaarsveld, f2.844; Wr. Sterk
Mzn. te Heukelum, f2.800; A. Kouwon-
hoTcn Amoido, f 2.765 J. Do Jona Actn.Jr.
te Ammerstol, f 2.500 A. H. Do Vroome te
Ameide, f 2.387.
3da Perceel begróot op ff 9.000. C. Van
der Meijden Can. te Hardingsveld f 19.980;
M. Tromp Mzn. te Heukelum, f18.644;
A. Koorevaar te Hardingsveldf18.580;
P. Zanen Hzn. te Ammerstol, f18.430;
B. Swets Ta. te Hardingsveld, f18.300;
J. De Jong Azn.Jr. te Ammerstolf18.200;
Cs. Versteeg te Hardingsveld, f 18.114;
Hk. Dubbeldam te Gorinchem f 17.944;
A. G. Van Kenswoude te Jaarsveldf 17.558;
D. Van der Pias te Hardingsveldf17.549;
B. Het maken van steenglooiingen
J. De Jong Azn.Jr. te Ammerstol, f3,40
per M J. Kroos te Sliedrecht, f 2,79
C. Streefkerk te Ameide, f2,70; D. Van
der Plas te Hardingsveld, f2,45.
C. De levering van grint in 3 perceelen.
1ste perceel. G. J. Sturry tb Groot-Am-
mers, f 1,55 per M*.; N. Van Goch te
Ameide, f 1,52; J. C. Bokstein te Vianen,
f 1,50; G. Vonk te Ameide, f 1,49.
2de perceel. G. J. Sturry te Groot- Am-
mers, f1,60; G. Vonk te Ameide, f 1,59
J. C. Bokstein te Vianen, f 1,55; N. Van
Goch te Ameide, f 1,54.
3de perceel. G. Vonk te Ameide, f2,15;
N. Vau Goch te Ameide, f2,13; G. J.
Sturry te Groot-Ammers, f2,09.
D. Het vervoer van grint in 2 perceelen.
Isto perceel. T. Endeveld te Jaarsveld,
f0,85 per M*.; T. De Groot te Jaarsveld,
f0,83; D. Van Lint te Lopik, f0,80.
2de perceel. T. Endeveld te Jaarsveld,
f 0,86; T. Db Groot te Jaarsveld, f0,78;
D. Van Lint te Lopik, f 0,75.
De heer Mr. W. Hemsing, ont
vanger der registratie en domeinen te Goada, r
is voor 1886 weder benoemd tot lid der
Staatscommissie belast met het examen be
doeld bij art. 11 der wet op het notarisambt,
dat dit jaar te 's Graven huge gehouden zal
worden en op Donderdag 1 Juli e, k» sal
aanvangen.
De eind-examens deri hoo-
gare burgerscholen, in de protineia Zuid-
Holland, zullen dit jaar te Gorincbeai plaats
hebben. Tot heden werden deze examens
nimmer daar afgenomen; de directe ver
binding van het Zuid-Hollandsche spoor
wegnet, sedert eenige maanden, moet de
reden van dit besluit sjjn.
Tot onderwjjseres aan eene
bijzondere school te Gouda is benoemd
Mej. A. A. Sanders te Rotterdam.
Zond a^oTorleod te Gorin
chem in den ouderdom van 82 jaar
Ds. J. Everwjjn, in leven emoritus-prodl-
kant der gemeente Vuren on Dalem. Ge
durende ruim 51 jaar (1828—1880) was
de overledene in de Evangelie-bediening
te dier plaatse werkzaam.
Door Z. D. H. den Bitse hop
van Haarlem is benoemd tot Kapelaan ie
Bodegraven de heer F. W. Van der Bigge
te Zevenhoven.
De bevolking der proyincio
Z.-Holland bestond op 1 Jan. 1886 uit
432.320 mannelyke en 464.265 wou weljjko
totaal 896.585, tegen 423.435 mannelijke
455.459 vrouweljjke, totaal 878.894 op
r.j gygjj manne-
8806 vrouwelyke, totaal 17.691,
Bemesting van Tuinen.
’t Is waarlijk niet te verwonderendat ve
len klagen over de geringe opbrengst hunner
tuinen, of over het minder welig of htt te
welig groeien van sommige tuinvruchten. Het
is toch onwedersprekelijk dat elke plant,
daargelaten nog de grondsoort, eene voor
haar passende voeding en behandeling ver-
eischt. Toch handelt men in de meeste
gevallen, alsof de verschillende groenten in
onze tuinen overeenkomen in hunne be
hoefte aan voeding. Ervaren tuinlieden
weten wel beter en verbouwen dan ook
met meer voordeel en met beteren uitslag
verschillende groenten in hunne tuinen. Zy,
die achter of in de nabijheid hunner wo
ning een lapje grond hebben, gaan van de
veronderstelling uit, dat de tuin goed be
mest moet worden en brengen dan ook elk
jaar mest aan, dien zij gelykmatig over den
ganschen tuin verdeelenmaken daarna
bedden en zaaien in den versch bemesten
grond de groenten, welke zij wenschen te
telen als snijsalade, spinazie, kool, bieten,
sjalotten, peterselie, kropsalade, erwten,
peulen enz. Met opzet noem ik deze
plantenomdat zy gegroepeerd kunnen
worden in drie afdeelingen, namelijk: 1.
bladgroenten, dat zyn dezulken, die veel
blad vormen en waartoe de drie eerst
genoemde groenten behooren| 2. wortel
gewassen, of zulke planten, die een groote
wortelontwikkeling hebbenwaartoe dan
ook de zoo even genoemde bieten (kroten),
'sjaluileu, pelcioolio «u krODSalu^e V”'
hooren en ten 3. peulgewassen dat zijn
zulke gewassenwelke droge vruchten
voortbrengen en waartoe de twee laatstge
noemde groenten, de erwten en peulen be-
hooien. De ondervinding heeft nu geleerd,
dat de bladgewassen veel voedsel noodig
hebben en daarom rijkelijk moeten geniest
worden. Is de grond, waarop dergelijke ge
wassen komen, te schraal bemest, dan zul
len zij een kwijnend bestaan voortsleepen en
minder malsch, minder smakelijk zijn, dan
de bladgroenten op een rijk bemesten grond.
Wortelgewassen hebben weer behoefte aan
anderen mest dan de bladgewassen en ook
zullen zy in eene versche bemesting wel
welig, ja te welig opschieten, daardoor veel
stengels en bladeren krygen, maar ten koste
van de wortels, die klein blyven en dus
geen of te weinig opbrengst zullen leveren.
Legt men op de hierboven genoemde versch-
i en peulen, dan
flinke planten, die menig-
bied der XXII moekims. Toen hy er was,
konden die verwijderde punten veilig bezocht
wordende Atjehers hadden de kracht van
zijn vuist gevoeld en zouden zich’ wel be
denken alvorens een herhaling uit te lokken.
Na zyn terugroeping in Maart 1881 was het
prestige der Nederlandsche wapenen gebro
ken; met de meeste driestheid hernieuwden
de Atjehers hun aavallenelk transport le
vensmiddelen en ammunitie naar de ver
spreide posten stond aan de grootste geva
ren bloot, en het brood dat de bezetting
daar kreeg was vaak met bloed gekocht.
Men besloot daarom maar die posten te ver
laten, op dezelfde wijze ais de Egyptische
troepen uit Soedan zijn heengetrokken, met
achterlating van alles wat niet gemakkelijk
vervoerbaar was, en zooveel mogelijk ver
nielende wat men liefst niet in handen des
vijands wilde doen blijven. Zóó ging de vrucht
van de krachtsinspanning der Neerlandsch-
Indische troepen en van de geldelijke
offers, door het moederland en de koloniën
gebracht, vei loren, ten gevolge van apo
litieke” inzichten en overwegingen, waar
van het zeer de vraag zal zijn of zy met het
welzijn onzer Oost-lndische bezittingen wel
iets te maken hebben gehad.
Op zichzelf beschouwd zou er voor die
•geconcentreerde stelling" wel iets te zeg
gen zijn. Wanneer over een uitgebreid ter
rein de beschikbare krachten verspreid wor
den, dan is het slechts een sch'yn-bezetting,
die groote kosten en moeilijkheden veroor
zaakt en toch weinig of niets beteekent; be
zet men daarentegen al die verwyderde pun
ten naar behooren, dan behoeft men daar
toe een militaire macht buiten verhouding
tot de overige werkzaamheden, het Indische
leger opgelegd.
Doch men moet ook letten op de om
standigheden. De beperkte bezetting kan
goed zijï^ wanneer zij de vrucht is van een
reek» van overwinningen, Ule üeu vyaiiü
met ontzag vervullen en hem den moed
benemen, van het vrywillig verlaten eener
vroeger ingenomen stell.ing misbruik te ma
ken. Gesteld dat Generaal Van der Heijden
op Atjeh gebleven ware, en daar tot heden
toe het militair en civiel gezag hadde uit
geoefend, dan zou misschien een nog ver
der terugtrekken dan men zich thans ver
oorloofd heeft, volstrekt geen nadeel heb
ben opgeleverd
Wij zijn echter heengegaan gedwongen.
Het kon niet anders of die stap heeft den
Atjehers den indruk gegeven van een vlucht,
waarmede de terugtocht dan ook werkelijk
een treffende overeenkomst had. Wanneer
men de berichten uit de dagen van die »con-
centreerende beweging" leest, dan trekt het
de aandacht hoe de vijand niet ophield, ons
te bestoken, en hoe blyde wij waren als er
weer een eindje was afgelegd zonder dat er
dooden of gewonden waren gevallen. In het bemeste gronden erwten
oog der Atjehers zijn wy thans, in de »be- j verkrijgt men p:-'1’*'
perkte stelling,” belegerden, en zij de belege- I maal boven de langste ryzen uitgroeien,
raars, wien het ongetwijfeld zal gelukken, de I maar van veel vrucht kan geen sprake zijn,
overgave te verkrijgen. Aan invallen binnen i omdat men geen rekening gehouden heeft
die stelling heeft het, sedert het sluiten
der linie van versterkingen, in Februari des
vorigen jaars, niet ontbroken sommige daar-
van kenmerkten zich door een buitenge
wone mate van stoutmoedigheid. Zoo gaan
deweg kapen de »sloebers” aardig wat ge
weren weg, waarvan zij zich met toene
mend gucces weten te bedienen dank zij
ook het onderricht, hun gegeven door Hol-
landsche deserteurs, indertyd als eerlyke
soldaten door ons met grof handgeld aan
geworven.
Soms worden de onzen tegenwoordig ver
rast door een serenade, in den vorm van
een of ander volkslied, het »Wien Neer-
landsch bloed” of ’t »Wilhelmus”, nab’y
de versterkingen aangeheven door zoo’n
deserteur I
Geen wonder dat ieder, wier, inderdaad
dat bloed »in de aadren vloeit”, zich met
ernstige bezorgdheid de vraag stelt, of het
zoo blyven moet. We kunnen toch niet
lijdelijk aanzien, dat onze militairen, offi
cieren zoowel als minderen, zonder eenige
vrucht worden opgeofferd aan den over
moed des vyands en aan de gevaren van
daar ginds heerschende ziektenwe kunnen
niet gedoogen, dat het ontzag voor den
Nederlandschen naarn in den Indischen ar
chipel te gronde gaat; we mogen ons niet
aanhoudend zien blootgesteld aan het ge
vaar van internationale verwikkelingen, als
er ongerechtigheden gepleegd worden door
de bevolking van een land dat feitelijk door
ons is geannexeerd, zonder dat het ons
mogelijk is die annexatie tot een werke
lijkheid te maken.
Er Is over de Atjeh-zaak veel geschreven,
en wordt veel over gesproken. liet is meer I
Door Z. M. don Koning is be
noemd tot president der arrond.-rechtbank
te Dordrecht, Mr. J. J. De Reus, thans
rechter in gemelde rechtbank.
Door Z. M. don Koning zijn
benoemd tot ontvanger der directe belas
tingen, invoerrechten en accyn»en te Gen-
dringen, F. E. Vreede, surnumerair uit de
inspectie Rotterdam; tot ontvanger der di
recte belastingen en accjjnsen te Alphen c. a.
H. C. Koster, thans te Vianen.
Door Z. M. don Koning is aan
Mr. F. E. T. Dittlinger, op zijn daartoe
gedaan verzoek, eervol ontslag verleend als
lid van hot college van regenten over het
huis van arrest en van bewaring en cellu
laire gevangenis voor vrouwen te Dordrecht,
onder dankbetuiging voor do in die be
trekking bewezen diensten, en is benoemd
tot lid van gemold college van regenten,
Mr. L. H. N. F. M. Bosch ridder van Ro
senthal, officier van justitie by de arron-
dissements-rechtbank te Dordrecht.
Als lid der Provincialo Staten
voor bet hoofdkiesdistrict Gouda zyn dit
jaar aan de beurt van aftreden de heeren
R. W. Haentjons Dekker te Oudewater,
A. Knijff Ha. te Rietveld en Mr. J. For-
tuijn Droogleever te Gouda.
De navolgende leden der
Tweede Kamer ayn dit jaar aan do beurt
van aftreding:
Appingedam, J. Schepel; Zuidhorn, Mr.
E. J. J. B. Cremers; Winschoten, Mr. H.
Goeman Borgosius; Dockum, Mr. W. J. Van
Welderen baron Itengors; Leeuwarden, 8.
llingst; Sneek, Mr. 8. Wybenga en B. H.
Holdt; Assen, W. A. Baron Van der Feite;
Almeloo, J. Van Alphen; Zwolle, jhr. Mr.
T. A. J. Van Asch van Wyk; Deventer,
Mr. A. Van Delden; Zutfen, Mr. W. G.
Baron Brantsen Van do Zijp; Arnhem, W.
Kooseboom Tiel, F. W. J. Baron van Aylva
van Pallaudt; Nymegen, Mr. M J. C. M.
Kolkman; Amersfoort, Mr. jE. baron Mac
kay; Utrecht, J. E. N. Baron Schimonel-
penninclc Van der Oye; Hoorn K. De Jong,
Alkmaar, Mr. W. Van der Kaay; Haarlem,
Jb. Duyvis; Amsterdam, J. Dirks, Mr. H. L.
Kist, Jhr. Mr. J. W. H. Rutgens Van Ro
zenburg en Mr. W. H. Do Beaufort; Leiden,
O. Baron Van Wassenaar Van Catwyck;
's-Gravenhage, R. A. W. Sluiter; Gouda, on 455.459 vrouwelyke,
Mr. U. H. Huber; Delft, J. C. Fabius; 1 Jan. 1885. Zy is dus
Rotterdam, W. A. Viruly Verbrugge en lyko en f"!""
Mr, J. Van Gennep, Gorinchem, H.Beret, toegenomen.