[ICIN, N°. 878. Zaterdag 10 April. 1886. een. Eerste Blad. [J N, LST, JEN, ÏERIHG T, LANGE, -_JL- vaten iges, NTELS. aetingeo. rectie. Tecten, wen. •ij van stukken. aan tot J I 1886. ERLANDEN, bosch •hade, koe- 4 ■I, TVo. 4. Weekblad 'voor Zuid-Holland en Utrecht. Vf'tK )VEN, at Van Sumatra’s Noorden. BINNENLAND. «i Deze Courant bestaat uit twee Bladen. Ki VELEND. asch 11. - wen- I *Üke 1 toeRf ÏN NOOTlflf. I S. W. N. VAN NOOTEN ns Schoonhoven, Uitgevers. tfieuwe-, als oorende. )Z. erd. litbreiding in tenoteeren, vn oitiebaO If JSHZH onvol- niet- I '5 onhoven, ivo naar keuze van stoffen, zen: »r f IJ,-. 14,’-.' OE .1 ijnw'-l. Li jenoeg drie- e flauw ge- p. m. tien Deze Conducteurs [OVEN, aan hare ge naken en leve- ouders ditmSfd de hoofdstad niet zekëi leize op voor diensten, leid collej“ F. M. Bost» van Deze Courant wordt des Zaterdag-morgens uitgegeven. Prijs; voor Schoonhoven per drie maanden 0,70. Franco per post door het geheele rijk 0,80. Men kan zich abonneeren by alle «Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders. 8 GOBDEBSH, op vaste en zeer VEE kan ook tijd van see en aanvragen van ■dichtingen ge tal den Agent eel, den lieer daan te worden. De opnieuw opgewekte belangstelling in SCHOONHOVEMSCHE COURANT. Jl l;u. ,.U UUI ».b •- Buitenland. i 7. ns taande de «Atjeh-quaestie’’ een verschijnsel dat we vooral te danken hebben kan het kloek optreden van den gepensioneerden Luit.- Kolonel van het Indische leger Verstege, het eerst in Burgerpligt” te Amsterdam op 26 Jan. jl., zal ons wel nopen, ineen volgend nummer op haar terug te komen. NLood- en Prijs der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels 0,50. Iedere regel meer f 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco, uiterlijk tot Vrijdags-namiddags. Alle binnenlandsche Advertentiën, waarvan de plaatsing 3 maal wordt opgegeven, worden slechts 2 maal in rekening gebracht. omdat men geen rekening gehouden heett met de eigenaardige behoeften dezer plan ten, die vooral met kalizouten dienen ge- mest te worden. Asch is een der mest stoffen, die veel kali bevat, zoodat eene aschbemesting voor erwten en peulen zeer aan te bevelen is; ook komt kalk derge- lyke planten zeer te stade. Het ligt nu voor de hand, dat het bemesten van den geheelen tuin met stalmest, zooals dat vooral door de landlieden gedaan wordt, verkeerd is. Naar aanleiding van het hierboven ge zegde, zouden wij dus den tuin kunnen verdeden in drie, vier, vyf of meer vak ken, om op elk vak die gewasseg te telen, welke ongeveer dezelfde behoeften hebben. Men bemeste dan bijvoorbeeld het eerste vak met veel goed gerotten mest. Ik zeg met goedgerotten mest, want de mest moet noodzakelyk m verrotten toestand zijn over gegaan alvorens hy door de planten kan worden opgenomen. Brengt men verschen mest op den tuin, dun zal er eenige tijd verloopen alvorens hjj voor de planten ge schikt is, en de groenten in dus bemesten grond zullen geen of slechts weinig nut van den mest hebben. Op het vak met goed gerotten mest teelt men bladgroenten, welke daarop welig zullen groeien, liet tweede vak moet on bemest blijven en daarin teelt men wortel gewassen. Was dit vak het vorige jaar bemest, dan zullen deze gewassen een goed beschot opleveren; was echter dit vak nu nog wat schraal, dan zullen er niet zoo veel maar toch goede wortelgewassen van ge- 1 oogst -worden. Het derde vak kan men met kalimest bemesten en daarin dan peul- o r j plan dan tyd aan haar oplossing te gaan arbei den, met allen ernst. Maar dan moet men zich ook ontdoen van politieken hartstocht, ook bij het beoordeelen van hetgeen vooraf is gegaan, anders is het niet mogelyk, den waarlijk niet rooskleurigen toestand met onbevangen blik te overzien, en helder na te denken over hetgeen thans, in de gege- jaar ven omstandigheden, en den staat van za- In de laatste dagen, maar elke nieuwe Indische mail kan daarin verandering bren gen, hebben we nogal niet veel •oorlogs- nieuws” van Atjeh vernomen. Het schijnt er dus, in de tweede maand van dit jaar, vrij rustig te zyn. Nu gelooven we niet dat het raadzaam is, zich illusies te maken dat het aldus zal blijven. De ervaring, opgeleverd door der tien jaren van nagenoeg aanhoudenden stryd, js daar om aan te toonen, dat de vestiging van een geregelden toestand van vrede en orde bij een volk van zoo weinig politieke ontwikkeling niet tot de gemakkelijkste zaken behoort. Een Atjehsche natie, in den zin dien wy gewoon zyn aan dat woord te hechten, is er nietde hoofden der ver schillende districten oefenen in eigen kring een nagenoeg onbeperkte souvereiniteit uit. We kunnen eer spreken van een groep roof- staatjes dan van een staat. Zoo was het reeds vroeger, vóór den oorlog, toen de in vloed van het Sultanaat uiterst gering was en zich hoofdzakelijk bepaalde tot de be trekkingen met het buitenland; en het is er zeker niet op verbeterd, sinds in 1874, een paar dagen na de hooggeroemde »in- neming van den Kraton”, de jonge Sultan Mohammed Iskander Sjah is overleden en het nog niet is kunnen gelukken, hem een opvolger te geven. De tegenwoordige positie van het Neder- landsche bezettingsleger kan niet schitte rend genoemd worden. Nadat verschillende •stelsels” zyn beproefd, als daar zynhet aanvallend optreden, -het uitlokken tot toe naderen, het proclameeren van den vredes toestand,groote expedities, kleine expe dities, geen expedities, is sinds een maand of wat de zoogenaamde geconcentreerde vestiging het anker onzer hoop geworden. Men verbeelde zich een nage J_'“ hoekige landstreek, waarvan de bogen kustlijn, ter lengte van kilometers, een der zijden vormt, kustlijn eindigt zoowel in het noorden als in het zuiden met een soort van kreek, de verwijde, ondiepe en moerassige monding van een riviertje; in het zuiden ligt Oleh- leh, dat onder andere omstandigheden als handels- en havenplaats wellicht een goede toekomst zou hebben, doch thans al te zeer de sporen vertoont van haastige en 1 doende pogingen tot vestiging van inlandsche bevolkingen. Vooral zijn er meer Chineezen, dan ons in het algemeen schelyk zou toeschynen. In nagenoeg oostelijke richting van Oleh- leh ligt Kota Radja, de oude Koningsstad, in den laatsten tijd vóór den oorlog reeds een tamelijk vervallen boeltje, en dat met groote moeite en kosten voor een militaire bezetting eenigszins geschikt is gemaakt. De afstand tusschen beide genoemde plaat sen is, hemelsbreedte, 4 kilometers; zij zijn verbonden door een spoorweghjn, (de eerste die gebouwd werd op het groote eiland Sumatra, waar wel meerdere zouden aan te leggen zyn, van welke belangryker voordeelen verwacht kunnen worden.) die een noordwaartsehe bocht maakt en dus wat langer is. Het scheelt weinig, of Kota Radja is het centrum van de thans bezette streek; wanneer men, met deze plaats als middenpunt, een cirkel kon beschrijven van 4 A 5 kilometers straal, dan zouden slechts enkele uiterste posten er buiten vallen. Daaronder echter het belangrijke Lambaroe, de zuidoostelijkste punt der tegenwoordige bezetting, en dat door een tramlijn met Kota Radja is verbonden. Een tramlijn loopt ook langs de zuidelyke grens onzer stellingter verbinding van de posten aldaar; zij begint bij Lambaroe en eindigt te Lamdjamoe, zijnde een afstand van circa 9 kilometers. Rondom die geconcentreerde stelling, langs de oostelyke en zuidelyke grenzen, is op de kaart een strookóiangewezon als jopenge- kapt terrein". Teneinde een weinig ge waarborgd te zijn tegen plotselinge over vallen van den vyand, die als een tijgei in het bosch verscholen te voorschyn vliegt en zijn slag heeft geslagen eer nog de ver baasde schildwacht tijd heeft gehad om zijn geweer aan te leggen, worden daar de hoo rnen en het struikgewas opgeruimd, zoodat men de nadering des Atjehschen aanvallers kan bespeuren. Ongelukkigerwijze staan aan het openhouden groote bezwaren in den weg; de weelderige Tiopische plantengroei spot met den geenszins overdreven yver der voor dien aibeid aangewezen koelies, en plaatsen die men voor weinige maanden geheel kon overzien, zyn thans weer, vooral by het vallen van den avond, voor het oog van den sshildwacht ondoordringbaar. We herinneren er nog even aan, dat niet lang geleden, ten gevolge van de zegepra len door Generaal Van der Heyden behaald, onze posten zich veel verder uitstrekten vooral iu zuid-oostelyke lichting, in het ge- I tte Goederen, cotsAjolir, )or ’t suizoen. "ewassen telen. By het aankweeken van planten ter zaad winning, zou marteen vierde bed kunnen nemen, maar dit bed heeft eene bijzondere zorg en bemesting noodig. Aangezien de overgroote meerderheid van de buitenlieden hun zaad koopen kunnen wy zulk een mestbed missen en buiten be spreking laten. Heeft men nu op deze wijze zyn tuin ingericht, dan moet men het tweede op de bedden, waarop het vorige jaar een der bovengenoemde soorten van groenten ken nemende geljjk hij nu is, behoort ge- is geteeld, eene andere soort telen. Men ziet dat ik hier bedoel, dat geen plant twee achtereenvolgende jaren op de zelfde af- deeling van den tuin moet verbouwd worden. Ook in onze tuinen moeten wy, om de grootst mogelyke opbrengst te verkrijgen, de vruchtwisseling niet uit het oog ver liezen. Een eerste wet der vruchtwisse ling is: dat slechts bij uitzondering een grond twee achtereenvolgende jaren de hoogste opbrengst geeft van een zelfde ge was, hoe rijk men ook mest en hoe goed men ook het gewas verzorgt. Gaat men dus voort met op den zelfden grond eenige jaren achtereen hetzelfde gewas te telen, dan zullen de oogsten steeds kleiner worden en ook zal er spoediger eene verbastering plaats hebben en bovendien zullen de planten houterig en vezelig worden. Op het eerste bed, dat het vorige jaap sterk was bemest, hebben bladgroenten gestaan. Deze putten den grond niet zeer uit, zoodat dit bed nu niet behoeft, bemest te worden en toch nog voedsel genoeg bevat voor de wortelgewassen, welke er nu op gezaaid zullen worden. Men ziet dat nu het vroeger gezegde ons te pas komt. Wortelgewassen zeiden we mogen in geen versche bemesting staan en moeten toch voldoend voedsel voor de ontwikkeling hunner wortels hebben. Door niet te mes ten wordt aan de eerste voorwaarde vol daan; door de sterko bemesting van het vorige jaar in verband met de weinig uit puttende gewassen, die er toen op geteeld zijn, is ook aan de tweede voorwaarde vol daan. De uitkomst zal leeren, dat een r’yke oogst het gevolg is van zulk eene toepas sing der bemestingsleer en der vruchlwis- seling. Het vak waarop het eerste jaar wortelgewassen stonden, wordt nu niet wat kalimest gemest en men belegge het met erwten en peulen. Het derde bed, waarop het vorige jaar erwten en peulen stonden, wordt nu weer sterk gemest en bezaaid met bladgroentenzaad. Het derdejaar wordt het eerste bed, dat zooals wy zagen het l.vn JJv )uu. U.Kuoet wua flink mot of kalimest bedekt. Deze mest wordt ondergespit en nu komt dit bed eerst tot zyn recht voor het verbouwen van peulgewassen, want de twee voorgaande gewassen hebben nog voedsel genoeg over gelaten. uitgezonderd kali, die niet genoeg aanwezig was. Peulgewassen putten den grond zeer uit en daarom moet het vak, waarop zij het vorige jaar verbouwd zijn weer flink gemest worden om er blad groenten op te telen. De peulgewassen zullen nu niet zoo hoog opschieten, maar rijkelyk vrucht vóórtbrengen. Zoo beproeve men eens te tuinen en ik verzeker u, dat men er geen berouw over zal hebben. Goudriaan, April 1880. A. KARS. Dordrecht, Mr. J. B. Van Osenbruggon Zieriksee, J. J. Van Kerkwijk; Goes, Jhr. Mr. J. J. Pompe Van Meerdervoort; Mid delburg, Mr. L. W. O. Keuchenin»; Bosch, Mr. A. E. Vos de Wad; Boksmeer, Mr. J. M. L. H. Clercx; Breda, Mr. J. J. W. Van den Biesen; Zevenbergen, Mr. A. Tb. R. O. Baron Van der Borch Van Verrolde; Tilburg, F. H. H. Borret; Eindhoven, Mr. A. J. A. Van Baar; Roermond, Mt. H. F. Lambrechts; Maastricht, JJhr. Mr. L. M. H. Ruys Van Beerenbroek. Naar het Hbl. meldt, verwacht men dat ons Prinsesje hare Koninklijke ,1 qp .hun gewoon bezoek aan stad zal vergezellen. Het is nog L>r, mai?yer worden alvast ten pa den namk toebereidselen gemaakt hare ontvangst. - Uitslag der door Dijkgraafen Hoogheemraden van den Lekdijk beneden- danis en van den IJseldam, den 5. April 1886 te Jaarsveld gehouden aanbesteding van; A. Het uitvoeren van verschillende aar dewerken aan den Lekdijk benedendams in 3 perceelen 1ste Perceel begroot op f 10.300. D. Van der Plas te Hardingsveld, f 10545 C. Van der Meijden Cz te Hardingsveld, f10 480; Bk. Dubbeldam te Gorinohemf 10.199; M. Tromp Mzn. te Heukelumf9.999; Wr. Sterk Mzn. te Heukelum 9 984; H. De Man te Ammerstol, f9.978; Hs. De Jong Pzn. te Ammerstol, f9.750; A. Koorevaar te Har dingsveld, f 9.665 P. Zanen Hzn. te Am merstol, f9.537; J. De Jong Aan. Jr. te Ammerstol, f9.474; C. Versteeg te Hardings veld f 9.408J. Kroos te Bliedrechtf 9.352 A. G. Van Kenswoude te Jaarsvéld, f9.233. 2de Perceel begroot op f2.700. H. De Man te Ammerstol, f2 924; A. G. Van Renswoudeto Jaarsveld, f2.844; Wr. Sterk Mzn. te Heukelum, f2.800; A. Kouwon- hoTcn Amoido, f 2.765 J. Do Jona Actn.Jr. te Ammerstol, f 2.500 A. H. Do Vroome te Ameide, f 2.387. 3da Perceel begróot op ff 9.000. C. Van der Meijden Can. te Hardingsveld f 19.980; M. Tromp Mzn. te Heukelum, f18.644; A. Koorevaar te Hardingsveldf18.580; P. Zanen Hzn. te Ammerstol, f18.430; B. Swets Ta. te Hardingsveld, f18.300; J. De Jong Azn.Jr. te Ammerstolf18.200; Cs. Versteeg te Hardingsveld, f 18.114; Hk. Dubbeldam te Gorinchem f 17.944; A. G. Van Kenswoude te Jaarsveldf 17.558; D. Van der Pias te Hardingsveldf17.549; B. Het maken van steenglooiingen J. De Jong Azn.Jr. te Ammerstol, f3,40 per M J. Kroos te Sliedrecht, f 2,79 C. Streefkerk te Ameide, f2,70; D. Van der Plas te Hardingsveld, f2,45. C. De levering van grint in 3 perceelen. 1ste perceel. G. J. Sturry tb Groot-Am- mers, f 1,55 per M*.; N. Van Goch te Ameide, f 1,52; J. C. Bokstein te Vianen, f 1,50; G. Vonk te Ameide, f 1,49. 2de perceel. G. J. Sturry te Groot- Am- mers, f1,60; G. Vonk te Ameide, f 1,59 J. C. Bokstein te Vianen, f 1,55; N. Van Goch te Ameide, f 1,54. 3de perceel. G. Vonk te Ameide, f2,15; N. Vau Goch te Ameide, f2,13; G. J. Sturry te Groot-Ammers, f2,09. D. Het vervoer van grint in 2 perceelen. Isto perceel. T. Endeveld te Jaarsveld, f0,85 per M*.; T. De Groot te Jaarsveld, f0,83; D. Van Lint te Lopik, f0,80. 2de perceel. T. Endeveld te Jaarsveld, f 0,86; T. Db Groot te Jaarsveld, f0,78; D. Van Lint te Lopik, f 0,75. De heer Mr. W. Hemsing, ont vanger der registratie en domeinen te Goada, r is voor 1886 weder benoemd tot lid der Staatscommissie belast met het examen be doeld bij art. 11 der wet op het notarisambt, dat dit jaar te 's Graven huge gehouden zal worden en op Donderdag 1 Juli e, k» sal aanvangen. De eind-examens deri hoo- gare burgerscholen, in de protineia Zuid- Holland, zullen dit jaar te Gorincbeai plaats hebben. Tot heden werden deze examens nimmer daar afgenomen; de directe ver binding van het Zuid-Hollandsche spoor wegnet, sedert eenige maanden, moet de reden van dit besluit sjjn. Tot onderwjjseres aan eene bijzondere school te Gouda is benoemd Mej. A. A. Sanders te Rotterdam. Zond a^oTorleod te Gorin chem in den ouderdom van 82 jaar Ds. J. Everwjjn, in leven emoritus-prodl- kant der gemeente Vuren on Dalem. Ge durende ruim 51 jaar (1828—1880) was de overledene in de Evangelie-bediening te dier plaatse werkzaam. Door Z. D. H. den Bitse hop van Haarlem is benoemd tot Kapelaan ie Bodegraven de heer F. W. Van der Bigge te Zevenhoven. De bevolking der proyincio Z.-Holland bestond op 1 Jan. 1886 uit 432.320 mannelyke en 464.265 wou weljjko totaal 896.585, tegen 423.435 mannelijke 455.459 vrouweljjke, totaal 878.894 op r.j gygjj manne- 8806 vrouwelyke, totaal 17.691, Bemesting van Tuinen. ’t Is waarlijk niet te verwonderendat ve len klagen over de geringe opbrengst hunner tuinen, of over het minder welig of htt te welig groeien van sommige tuinvruchten. Het is toch onwedersprekelijk dat elke plant, daargelaten nog de grondsoort, eene voor haar passende voeding en behandeling ver- eischt. Toch handelt men in de meeste gevallen, alsof de verschillende groenten in onze tuinen overeenkomen in hunne be hoefte aan voeding. Ervaren tuinlieden weten wel beter en verbouwen dan ook met meer voordeel en met beteren uitslag verschillende groenten in hunne tuinen. Zy, die achter of in de nabijheid hunner wo ning een lapje grond hebben, gaan van de veronderstelling uit, dat de tuin goed be mest moet worden en brengen dan ook elk jaar mest aan, dien zij gelykmatig over den ganschen tuin verdeelenmaken daarna bedden en zaaien in den versch bemesten grond de groenten, welke zij wenschen te telen als snijsalade, spinazie, kool, bieten, sjalotten, peterselie, kropsalade, erwten, peulen enz. Met opzet noem ik deze plantenomdat zy gegroepeerd kunnen worden in drie afdeelingen, namelijk: 1. bladgroenten, dat zyn dezulken, die veel blad vormen en waartoe de drie eerst genoemde groenten behooren| 2. wortel gewassen, of zulke planten, die een groote wortelontwikkeling hebbenwaartoe dan ook de zoo even genoemde bieten (kroten), 'sjaluileu, pelcioolio «u krODSalu^e V”' hooren en ten 3. peulgewassen dat zijn zulke gewassenwelke droge vruchten voortbrengen en waartoe de twee laatstge noemde groenten, de erwten en peulen be- hooien. De ondervinding heeft nu geleerd, dat de bladgewassen veel voedsel noodig hebben en daarom rijkelijk moeten geniest worden. Is de grond, waarop dergelijke ge wassen komen, te schraal bemest, dan zul len zij een kwijnend bestaan voortsleepen en minder malsch, minder smakelijk zijn, dan de bladgroenten op een rijk bemesten grond. Wortelgewassen hebben weer behoefte aan anderen mest dan de bladgewassen en ook zullen zy in eene versche bemesting wel welig, ja te welig opschieten, daardoor veel stengels en bladeren krygen, maar ten koste van de wortels, die klein blyven en dus geen of te weinig opbrengst zullen leveren. Legt men op de hierboven genoemde versch- i en peulen, dan flinke planten, die menig- bied der XXII moekims. Toen hy er was, konden die verwijderde punten veilig bezocht wordende Atjehers hadden de kracht van zijn vuist gevoeld en zouden zich’ wel be denken alvorens een herhaling uit te lokken. Na zyn terugroeping in Maart 1881 was het prestige der Nederlandsche wapenen gebro ken; met de meeste driestheid hernieuwden de Atjehers hun aavallenelk transport le vensmiddelen en ammunitie naar de ver spreide posten stond aan de grootste geva ren bloot, en het brood dat de bezetting daar kreeg was vaak met bloed gekocht. Men besloot daarom maar die posten te ver laten, op dezelfde wijze ais de Egyptische troepen uit Soedan zijn heengetrokken, met achterlating van alles wat niet gemakkelijk vervoerbaar was, en zooveel mogelijk ver nielende wat men liefst niet in handen des vijands wilde doen blijven. Zóó ging de vrucht van de krachtsinspanning der Neerlandsch- Indische troepen en van de geldelijke offers, door het moederland en de koloniën gebracht, vei loren, ten gevolge van apo litieke” inzichten en overwegingen, waar van het zeer de vraag zal zijn of zy met het welzijn onzer Oost-lndische bezittingen wel iets te maken hebben gehad. Op zichzelf beschouwd zou er voor die •geconcentreerde stelling" wel iets te zeg gen zijn. Wanneer over een uitgebreid ter rein de beschikbare krachten verspreid wor den, dan is het slechts een sch'yn-bezetting, die groote kosten en moeilijkheden veroor zaakt en toch weinig of niets beteekent; be zet men daarentegen al die verwyderde pun ten naar behooren, dan behoeft men daar toe een militaire macht buiten verhouding tot de overige werkzaamheden, het Indische leger opgelegd. Doch men moet ook letten op de om standigheden. De beperkte bezetting kan goed zijï^ wanneer zij de vrucht is van een reek» van overwinningen, Ule üeu vyaiiü met ontzag vervullen en hem den moed benemen, van het vrywillig verlaten eener vroeger ingenomen stell.ing misbruik te ma ken. Gesteld dat Generaal Van der Heijden op Atjeh gebleven ware, en daar tot heden toe het militair en civiel gezag hadde uit geoefend, dan zou misschien een nog ver der terugtrekken dan men zich thans ver oorloofd heeft, volstrekt geen nadeel heb ben opgeleverd Wij zijn echter heengegaan gedwongen. Het kon niet anders of die stap heeft den Atjehers den indruk gegeven van een vlucht, waarmede de terugtocht dan ook werkelijk een treffende overeenkomst had. Wanneer men de berichten uit de dagen van die »con- centreerende beweging" leest, dan trekt het de aandacht hoe de vijand niet ophield, ons te bestoken, en hoe blyde wij waren als er weer een eindje was afgelegd zonder dat er dooden of gewonden waren gevallen. In het bemeste gronden erwten oog der Atjehers zijn wy thans, in de »be- j verkrijgt men p:-'1’*' perkte stelling,” belegerden, en zij de belege- I maal boven de langste ryzen uitgroeien, raars, wien het ongetwijfeld zal gelukken, de I maar van veel vrucht kan geen sprake zijn, overgave te verkrijgen. Aan invallen binnen i omdat men geen rekening gehouden heeft die stelling heeft het, sedert het sluiten der linie van versterkingen, in Februari des vorigen jaars, niet ontbroken sommige daar- van kenmerkten zich door een buitenge wone mate van stoutmoedigheid. Zoo gaan deweg kapen de »sloebers” aardig wat ge weren weg, waarvan zij zich met toene mend gucces weten te bedienen dank zij ook het onderricht, hun gegeven door Hol- landsche deserteurs, indertyd als eerlyke soldaten door ons met grof handgeld aan geworven. Soms worden de onzen tegenwoordig ver rast door een serenade, in den vorm van een of ander volkslied, het »Wien Neer- landsch bloed” of ’t »Wilhelmus”, nab’y de versterkingen aangeheven door zoo’n deserteur I Geen wonder dat ieder, wier, inderdaad dat bloed »in de aadren vloeit”, zich met ernstige bezorgdheid de vraag stelt, of het zoo blyven moet. We kunnen toch niet lijdelijk aanzien, dat onze militairen, offi cieren zoowel als minderen, zonder eenige vrucht worden opgeofferd aan den over moed des vyands en aan de gevaren van daar ginds heerschende ziektenwe kunnen niet gedoogen, dat het ontzag voor den Nederlandschen naarn in den Indischen ar chipel te gronde gaat; we mogen ons niet aanhoudend zien blootgesteld aan het ge vaar van internationale verwikkelingen, als er ongerechtigheden gepleegd worden door de bevolking van een land dat feitelijk door ons is geannexeerd, zonder dat het ons mogelijk is die annexatie tot een werke lijkheid te maken. Er Is over de Atjeh-zaak veel geschreven, en wordt veel over gesproken. liet is meer I Door Z. M. don Koning is be noemd tot president der arrond.-rechtbank te Dordrecht, Mr. J. J. De Reus, thans rechter in gemelde rechtbank. Door Z. M. don Koning zijn benoemd tot ontvanger der directe belas tingen, invoerrechten en accyn»en te Gen- dringen, F. E. Vreede, surnumerair uit de inspectie Rotterdam; tot ontvanger der di recte belastingen en accjjnsen te Alphen c. a. H. C. Koster, thans te Vianen. Door Z. M. don Koning is aan Mr. F. E. T. Dittlinger, op zijn daartoe gedaan verzoek, eervol ontslag verleend als lid van hot college van regenten over het huis van arrest en van bewaring en cellu laire gevangenis voor vrouwen te Dordrecht, onder dankbetuiging voor do in die be trekking bewezen diensten, en is benoemd tot lid van gemold college van regenten, Mr. L. H. N. F. M. Bosch ridder van Ro senthal, officier van justitie by de arron- dissements-rechtbank te Dordrecht. Als lid der Provincialo Staten voor bet hoofdkiesdistrict Gouda zyn dit jaar aan de beurt van aftreden de heeren R. W. Haentjons Dekker te Oudewater, A. Knijff Ha. te Rietveld en Mr. J. For- tuijn Droogleever te Gouda. De navolgende leden der Tweede Kamer ayn dit jaar aan do beurt van aftreding: Appingedam, J. Schepel; Zuidhorn, Mr. E. J. J. B. Cremers; Winschoten, Mr. H. Goeman Borgosius; Dockum, Mr. W. J. Van Welderen baron Itengors; Leeuwarden, 8. llingst; Sneek, Mr. 8. Wybenga en B. H. Holdt; Assen, W. A. Baron Van der Feite; Almeloo, J. Van Alphen; Zwolle, jhr. Mr. T. A. J. Van Asch van Wyk; Deventer, Mr. A. Van Delden; Zutfen, Mr. W. G. Baron Brantsen Van do Zijp; Arnhem, W. Kooseboom Tiel, F. W. J. Baron van Aylva van Pallaudt; Nymegen, Mr. M J. C. M. Kolkman; Amersfoort, Mr. jE. baron Mac kay; Utrecht, J. E. N. Baron Schimonel- penninclc Van der Oye; Hoorn K. De Jong, Alkmaar, Mr. W. Van der Kaay; Haarlem, Jb. Duyvis; Amsterdam, J. Dirks, Mr. H. L. Kist, Jhr. Mr. J. W. H. Rutgens Van Ro zenburg en Mr. W. H. Do Beaufort; Leiden, O. Baron Van Wassenaar Van Catwyck; 's-Gravenhage, R. A. W. Sluiter; Gouda, on 455.459 vrouwelyke, Mr. U. H. Huber; Delft, J. C. Fabius; 1 Jan. 1885. Zy is dus Rotterdam, W. A. Viruly Verbrugge en lyko en f"!"" Mr, J. Van Gennep, Gorinchem, H.Beret, toegenomen.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1886 | | pagina 1