ra,
wteg.
die zich met
gd-
oriitter.
aard”.
iliM,
;lst,
ffecten,
M,
r. 883.
i Zonen.
Zatördj^g 15 Mei
7) c
7 z
1886.
Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht.
Oudewater,
No. i.
r te Gouda,
nbevolen.
u en H. Boer,
boven.
■ENEN-,
MOUT,
S I N,
M.
reeniging
E”
Ö4
Mttffllffl COURAST
oven, Secretaris.
it Baitenlaad.
(ave naar keuze
Getal
N®.
teert WISSELS
mte Tan 2| pCt.
prolongatierente
i" of by gedeel-
S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven,
Uitgeven.
svoerd,
s kun-
601
95
194
59
35
33
105
ijn ont-
le Kamer
iDELOOS EN
Grondeigenaar,
topman.
11 Mei
1886.
422
77
141
50
34
30
99
O 410.
eesóhade.
Udawaardige
46
32
120
82
143
34
57
62
31
34
72
26
91
41
55
1779
O -A-,
DE WAAG",
Effecten voor:
4 4®/, jam;
den prolongatie*
msche beunvoor-
IALE STATEN
net algemeene
de Hoeren:
inden prijs:
DN8CHALEN en
EK- en 8CH0EI-
gebruikte RAAM-
G00T8TEENEN
genoegen, een
heden daagsche
61
48
175
151
191
46
130
90
44
57
132
30
143
51
79
«IBO
Toezigi,
IA AL, Motor»,
van de Eerste
leven, tegen in-
i, gevestigd te
oven de 30
nder 30 ®/t
ioven de Amster-
Hoofdplaataen der
onderkiesdistricten.
INzn. Voorzitter.
Penningmeester.
UITEN-
per vierk. Meter,
band A 18 Cts.
te en gemaakte
•n, bij
ONING,
ren, In da Nee.
Deze Courant wordt dea Zaterdag-morgeus uitgegeven.
Prfja: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70. Franco per post
door het geheele rgk 0,80. Men kan sich abonneeren by alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
koopen en ver-
N, tegen een pro-k
meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Intending franco,
uiterlijk tot Vrydags-namiddaga. Alle biljpenlandsche Advertentiën
waarvan de plaatsing 3 maal wordt opgegevén, worden slechts
2 maal in rekening gebracht.
drie Ledep
s., de Heeren;
BINNENLAND.
Door Z. M. den Koning is op
zijne aanvrage aan den kolonel F. M. Col
lard, commandant van het le regiment ar
tillerie, pensioen toegekend ten bedrage van
f2100 ’sjaars; aan J. J. Keijzer, kapitein-
magazynmeester van militaire kleeding, uit
rusting enz. te Woerden, f1445.
Door Z. M. den Koning is be
noemd tot kapitein bij het 2e regiment
vesting artillerie, de le luitenant G. A. Van
Steel, van bet korps pontonniers.
Door Z. M. den Koning zijn
benoemd bij den provincialen staf: tot
luitenant-kolonel, provinciaal-adjudant in
Zuid-Holland, de majoor H. J. G. Furst-
ner, van het 2e regiment infanterie; bij
het wapen der infanterie, bij het regi
ment grenadiers en jagers, tot luitenant-
kolonel, de majoor P. J. Straatman van
het 4e regiment; bij het 3e regiment, tot
majoor, de kapitein N. H. A. Camp, ad
judant van het korps; bij het 4e regi-
1 Gouda.
2 Haastrecht.
3 Woerden.
4 Waarder.
5 Barwoutswaarder.
6 Rietveld.
7 Oudé water.
8 Hekendorp. (Hekendorp
34. Papekop 27.)
9 Langeruigeweide.
10 Waddingsveen.
11 Reeuwijk.
12 Schoonhoven.
13 Vlist
14 Stolwijk.
15 Ouderkerk d IJsel.
16 Berkenwoude.
17 Gouderak.
18 Berg-Ambacht.
19 Ammurstol.
20 Lekkerkerk.
21 Krimpen a/d IJsel.
22.Krimpen a/d Lek.
beelding zyn van een bergpartij in Honga
rije. Op sommige kermissen reist een Mnel- -
schilder’ die in drie vloeken en een zucht
landschappen en portretten op het doek
gooit: dat is, in deze eeuw van stoom en
spoed, het ideaal van artistieke ontwikkeling.
Iets van dat koortsachtige en tevens on
bekookte vinden we mede in het streven
van onze letterkundigen. Een voor één 1
zien wy ze heengaan, weggerukt door den
dood, die trouwe beoefenaars van de fraaie
letteren, die meesters van de pen, van wie 1
elk werk een rype vrucht was; nauwelijks
sloot zich het graf over de rykbegaafde
vrouw, wier reeks van historische romans
nog zeer lang de bewondering van eiken
Nederlander zal trekken, of in den vreemde
werd den grooten landgenoot de pen uit
de hand gerukt, die >Het Land van Rem
brandt” schreef, de schoonste hulde, ooit
aan ons verleden gebracht Busken Huët 1
had onder de Nederlandsche penvoerders,
vyanden, en dat is te begrypen. Want
niet alleen was hij een groot geleerde, een j
uitstekend kenner van historie en kunst,
hy bezat ook dien fijnen smaak, die onrnid-
dellyk het vérgankelyke van het onsterfelyke,
het kaf van net rijpe graan wist te scheiden,
en de zwakke plekken van elk letterkundig
product aan wees met volle waardeering van
het goede dat er in te vinden was. Aan 1
wien de schuld, zoo het laatste soms in 1
geringe mate te ontdekken viel, en voor
wiens verantwoording kwam dan de vaak
ongunstige critiek?
Doch we spraken over het verwaarloozen
van den vorm, dat we zoo vaak bij schry-
vers van den tegenwoordigen tijd opmerken, j
en waardoor hetgeen zij ons te zeggen
hebben niet begrepen wordt. Goede ge
dachten, in schoone woorden voorgedragen,
treffen dubbel; het proza, dat ons nu en 1
dan wordt voorgezet, is slechts voor de in
gewijden verstaanbaar. We beweren vol
strekt niet, dat de toekomst onzer litera
tuur zoo hopeloos is, dat er geen opvolgers ge
reed staan die Mevrouw Bosboom-Toussaint
en den heer Busken Huët eenigermate 1
waardig zynmaar toch wijzen we op één
verschijnsel, dat men in het oog behoort
te houdenhet luid geroep van zekere be- 1
ginners, die meenen dat ze op nieuwe
wegen wandelen, terwijl het eenig onder
scheidende wat we bij hen kunnen waar
nemen is de verwaarloozing van de taal.
Zij zyn als het ware de impressionisten van
de letterkunde; het werk van dezen geeft
ons hetzelfde gevoel van onvoldaanheid, als
de aanschouwing der hierboven besproken
kunstwerken teweegbrengt.
En nu de oorzaak van dat verschijnsel?
Voor een deel gelooven we het te moeteh'
zoeken in den heerschenden afkeer van
genoegzame voorbereiding. Een schilder
moet flink teekenen leeren, eer hij met het
penseel mag werken; een schrijver moet
de taal, die hem het voertuig zijner gedachten
zal zyn, geheel meester worden, door yve-
rige studie, door kennis te nemen van het
geen in die taal is geschreven.
Juist het gemis van den lust tot die
groote inspanning is een van de kenmer
ken van onzen tijd. Men wil maar zoo
gauw mogelyk zelf optreden, met oorspron
kelijke gedachten die de wereld in verbazing
zullen brengen, zich een eigen weg banen
waar geen mededinging te^vreezen is. Dat
langzaam voortkruipen, waardoor de schoon
ste helft des levens op de schoolbanken wordt
gesleten en de eigen arbeid eerst begint
wanneer de gloed der inspiratie zal zijn
verflauwd, acht men een allerongelukkigst
stelsel; het verlamt de wieken op welke
het genie opwaarts zou willen stijgen.
We ontkennen niet de mogelijkheid eener
vroegtijdige geriialiteit, die zelfs aan studie
en oefening minder behoefte schijnt te
hebben; maar toch, het bestaan er van
behoort tot de groote uitzonderingen, en
zelfs beroemde mannen, die op jeugdigen
leeftyd de wereld door hun optreden ver
baasden, hebben toch later heel wat beters
geleverd, nadat zij door grondige en lang
durige studie hun natuurlijke gaven hadden
ontwikkeld.
Dat men die studie, die voorbereiding
niet wenscht, dat men haar zelfs schuwt,
is geen bewys van kracht, wel van het
tegendeel. Het spreekt van verslapping,
die men te vergeefs onder groote woorden
en trompetgeschal zoekt te bedekken. En
daar we hetzelfde verschijnsel ook in andere
kringen opmerken, waar het getal van hen,
die zonder inspanning een maatschappelijke
stelling van eenige beteekenis willen inne
men, niet gering is, zou het de moeite
waard zyn, het in zyn verschillende vormen
onder de aandacht te brengen. De leer
zonder stryd geen zegepraal, zonder ar
beid geen vordering, moet bij elke gele
genheid worden gepredikt, want een volk,
dat haar niet in het oog houdt, haar niet
steeds in toepassing brengt, verliest terrein
en delft in den stryd om het bestaan, dien
ook de natiën te voeren hebben, zoowel op
verstandelijk als op stoffelyk gebied, gewis
het onderspit..
Een praatje over kunst, letteren,
critiek, en wat daar verder
volgen zal.
Onlangs hadden we het
verzameling schilderyen van
kunstenaars byeen te zien.
Sommige beden zyn gewoon voor alles,
wat de tegenwoordige tyd oplevertde
schouders op te halen; ’t lijkt volstrekt
niet naar het fraaie, degelijke werk van
vroeger. Wat nu gemaakt wordt is mooi
op een afstandhet werk der ouden mocht
van zeer nabij bezien worden, en won dan
nog in waarde.
Vooroordeelen vallen niet onder het be
reik van redeneering; geen betoog is in
staat ze te doen verdwynen. We kunnen
dus die lofredenaars op het oude ter zijde
laten, en een beroep doen op onpartijdige
beschouwers. En dezen zullen waarschynlijk
hetzelfde beweren als wy, namelijk dat er
onder de tegenwoordige mannen en vrouwen
die het penseel hanteeren een niet gering
getal zyn, wien de groote meesters uit
Hollands bloeityd zonder eenige aarzeling
een handdruk en een woord van geluk-
wensching geschonken zouden hebben.
We noemen plaatsen noch namen, daar
we iets zeer algemeens te bespreken hebben.
Het kan namelijk bezoekers van kunstver
zamelingen evenmin verborgen zijn geble
ven als ons, dat er, om zekere soort van
schilderyen te bewonderen, een bepaald
orgaan moet noodig zyn, hetwelk zij niet
bezaten, in welks bezit ook wy ons niet
mogen verheugen. >Wat is dat?” vroe
gen we: en 't antwoord was: een schil
derij, namelijk een harmonie van kleuren
en tinten en tonen.
Op de vraag, wat die harmonie eigenlyk
voorsteldewe deden die vraag niet
omdat we daar niet wilden aangezien wor
den voor onnoozele halzen, zouden we
wezenlyk het antwoord niet hebben kunnen
vinden. Hier een veer, daar een lik, ginds
een plakkaat, en op een ander plekje
weer een dikke kwak, allemaal verf en nog
eens verf. Somtijds zit het er een paar
duimen zwaar op; men kan het aan kluiten
er af pakken, ’t is als of er een glazenmaker
met zyn stopmes aan te pas is gekomen.
In de onzekerheid, wat we van die vreemd
soortige iharmonie” moeten denken, lezen
wy het opschrift, dat het onderwerp aan
geeft en met die kennis gewapend, treden
we zooveel schreden terug, totdat al die
kleuren zoo’n beetje ineenvloeien, en we
inderdaad iets meenen te zien te krygen
van hetgeen de kunstenaar aanschouwelijk
heet te maken. Maar er is nog altyd
een niet geringe mate van verbeeldings
kracht bij noodig, en de illusie verdwynt
weer geheel, zoodra we de schildery een
schrede oi wat naderen.
Sommige deskundigen beweren, dat dit
juist het mooie is van de zaak, en dat het
geen ons een onbeholpen kladwerk toe-
schynt, een van de fraaiste producten is
uit de hand van een der grootheden van
de impressionistische school. Hoe nietig,
hoe peuterig steekt daarby niet af de ar
beid der oudere schilders, die zaten te
tobben op allerlei kleine bijzonderheden,
den plooi van een kleed, den vorm van een
neus. Wy priesters van de kunstrichting
der toekomst, wy storen ons aan geen neu
zen; stip en kwats, daar staat de heele
kop, en als u, mits op het juiste stand
punt staande voor het invallen van het
licht, daar geen fijn gevormden Griekschen
neus ontdekt, geen prachtig getinte lipjes,
geen fraai afgerond kinnetje, dan komt
het eenvoudig, mynheer, dat u geen ge
zicht hebt op een schildery, dat het peu
terig en krenterig geslacht, ’t welk dood
bleef op een haartje of een' rimpeltje, uw
smaak heeft bedorven, als ge ten minste
ooit smaak hebt gehad.
Schilderkunst en fotographie zyn twee.
Eenzelfde landschap. onder gelijke omstan
digheden door verschillende fotographen te
ruggegeven, zal hetzelfde afbeeldsel ople
veren; terwijl twee' schilders, al spreken
zij af, gelyk standpÖWt in te nemen, toch
zeer onderscheiden werk zullen leveren.
Dat komt omdat de schilder wel het land
schap copiëert, in het algemeen wel de
werkelijkheid maalt, doch deze geïdeali
seerd, tot een hooger opvatting opgev-"J
geplaatst in den tpovergloed van des
stenaars ziel.
Maar om dit'te kunnen doen, moet men
toch nauwkeurig de werkelijkheid kunnen
schetsen. De fout van de impressionisten
is, dat z'y hierop niét lettenzy vinden het
teekenen erg vervelend, hunkeren naar het
oogenblik waarop zij met eigen werk voor
den dag kunnen komen, en is die geluk
kige ure geslagen, dan wordt met zekere
woede het penseel in den verfpot gestopt en
over het doek gezwaaid: en wie dan niet
bewondert wal er voor den dag komt, heeft
geen oog’voor kleuren harmonie, is een
slaaf van doode lynen en koude vormen.
Zoo kan men ons willen wysmaken, dat
de grillige mosplekken op een ouden ver
weerden muur een frappant gelijkende af-
Tdlgdfe betten PI'
dende bepalingen regelende het in werking
treden van het bij de #et van 3 Maart
1881 vastgestelde wetboek van strafrecht
en den overgang van de oude tot de nieuwe
strafwetgeving, alsmede om overeenstemming
te brengen tussohen de bestaande wetten
en het nienwe wetboek; 2®. van 19
April jl. tot wijziging van de bovengenoemde
wet (door namelijk hare in werking treding
te bepalen op 1 September a. s.); 3®. van
9 Meiji. tot Conversie vati 4 ten honderd in 3J
ten honderd rentegevende Nationale schuld.
Het Ry kstelegraafkantoor te
Alblasserdam zal op Zon- en feestdagen ge
opend zijn van 8—10 en van 3—4 uren
idem te Boskoop van 9—12 uren; idem te
IJselstein, van 8—10 en van 4—5 uren;
idem te Krimpen a/d Lek, van 9—12 uren
idem te Kuilenburg, van 8—10 en van 2—3
uren idem te Leerdam van 7 J —9 en van
IJ—3 uren; idem te Moordrechtvan 8—9
en van 10—-12 uren; idem te Oudewater,
van 8 10 en van 12—1 uren idem te
Vianen van 9—11 en van 3®— 4J uren; idem
te Woerden van 8—9 en van 10^—12 uren.
Van wege de afdeóling Gouda
der Hollandsche Maatschappij yan Landbouw
had Donderdag te Gouda de uitgeschrevey
keuring van stieren plaats.
6 stuks 2-jarige stieren waren ter keuring
aanwezig, de le prijs f25 werd behaald
door A. Oudyk van Moordrecht met een
zwartbonten stier, de 2e prijs f 15 werd
behaald door B. Matse te Gouda met een
zwartbonten stier.
4 stuks 1-jarige stieren waren ter keu
ring aanwezig, de le prijs f20 werd be
haald door L. Erberveld van Gouda met..
een vaalbonten stier, de 2e prijs f 10 werd
behaald door W. Verleun van Gouda met
een zwartbonten stier.
De heer Sluiter, lid van de
Tweede Kamerin het hoofdkiesdistrict
’s Graven hage stelt zich voor de a. s. ver
kiezing niet weder verkiesbam*.
Mr. P.O. ’t Hooft heeft ijju vul-
slag genomen ala lid van de Tweede
(Hoofdkiesdistrict Middelburg).
De Kiesveree,niging „Vrijheid
en Recht” te Alfen en Omstreken heeft in
hare Algemeene Vergadering' van den 5n
Mei II. voor de aanstaande verkiezing van
leden voor de 2e Kamer der Staten-Gene-
raal de beide aftredende leden, den heer
U. H. Huber voor Gouda en den heer
O. Baron van Wassenaar van Catwijk voor
Leiden voorloopig opnieuw candidaat gesteld.
Aan het Departement van
Waterstaat werd Dinsdag te ’s Hage o. a.
aanbesteed: het uitvoeren van graafwerk
op het bovendeel der Nieuwe Merwede en
het maken van zuilen-baaaltateenglooiing
tegen het buitenbeloop van den Rijksberm
langs de polders den Oostelijken Opslagen
den Louwsmondswaard en door het Gat vlfr
don Hengst, langs den rechteroever dier
rivier, tusscheu de kilometerraaien 108 eu
109, onder de gemeenten Werkendam en
Sliedrecht Minste inschrjjver de heer A.
Prins Thz. te Sliedrecht, voor f7682.
Bij de gisteren door de Com
missie voor de plaatselijke werken te Rot
terdam gehouden inschrijving naar de leve
ring van een ijseren klepschouw (onder-
losser)werd het minst ingeschreven door
de heeren Gebr. Pot te Bolnesvoor f 3895.
De zomerdienst der verschil
lende spoorwegen zal dit jaar op 1 Juni
een aan vang nemen.
De directie der stoomboot
„Mercnrius”, gevestigd te Gorinchem, heeft
in hare vergadering van Woensdag 1.1. be
sloten eene nieuwe stoomboot te laten bou
wen voor haar dienst tusscheu Zaltbommel,
Gorinchem en Dordt. Schip en machine
zullen vervaardigd worden by den heer
Van Reede, scheepsbouwmeester te Papen-
drecht a/d Noord.
Het plan bestaat op do
Niéuwe Merwede nieuwe visscherijen aan
te leggen. Tot nu toe bestond er slechts
ééne, waar dit jaar de vangst van elft en
zalm, in onderscheiding van andere plaat
sen, zeer gunstig was. Een ingenieur stelde
in de laatste dagen een onderzoek in, met
het doel de best gelegen plaatsen op die
rivier op te nemen. Het voornemen be
staat, op zyn minst drie groote visscherijen
aan te leggen.
Het gerechtshof te ’sGraven-
hage heeft in de door ons vroeger vermelde
procedure tussohen het R. K. parochiaal
kerkbestuur te Gouda als appellant en de
gemeente Gouda als geïntimeerde bevestigd
het vonnis door de arrondissements-recht-
bank te Rotterdam in die zaak gewezen.
Door het Kantongerecht te
Gouda zijn in de zitting vau 5 Mei j 1.
veroordeeld: Th. V. d. 8., timmerman,
P. v. d. 8. tuinman en J. V., koopman
te Schoonhoven, ieder tot 5} gulden boete
of 2 dagen gevangenisstraf wegens maken
van naohtgerucht te Gouda.
Ds. F. Woudstra te Oudemir-
dum heeft voor het beroep naar Zegveld
bedankt.
bij het personeel dor militaire admini
stratie, tot kapitein-magazijnmeester te
Woerdende kapitein-kwartiermeester
N. W. Forré van het 4e regiment
infanterie.
De Staatscourant behelst het
volgende besluit
Wij Willem IIIbij de gratie GodsKo
ning der Nederlanden Prins van Oranje-
Nassau, Groot-Hertog van Luxemburg enz.
enz. enz.
Op de voordracht van den Raad van
Ministers
Gelet op artt. 70, 98 en 99 der Grondwet
Hebben besloten en besluiten
x 1. Onze Minister van Binnenlandsche
Zéken wordt gemachtigd om van Onzent-
w^ge de tegenwoordige zitting der Staten-
Generaal te sluiten in eene vereenigde ver
gadering der beide Kamersop Dinsdag
18 Mei aanstaande des namiddags ten 3 ure.
2. De Tweede Kamer der Staten-Gene-
raal Wordt ontbonden met het tijdstip dér
sluiting in het vorige artikel bepaald.
3. De verkiezingen der leden van eene
nieuwe Tweede Kamer zullen plaats hebben
op Dinsdag den 22 Juni 1886; waar her
stemming noodig ia, zal deze plaats hebben
op Dinsdag den 6 Juli daaraanvolgende.
4. De eerste samenkomst der Kamers van
de Staten-Generaal zal plaats hebben in ver
eenigde vergadering op Woensdag den 14
Juli 1886.
Onze Minister van Binnenlandsche Zaken
is belast met de uitvoering van dit besluit
waarvan afschrift zal worden gezonden aan
de beide Kamers der Staten-Generaalaan
dep Raad van Stateaan de Departementen
van Algemeen Bestuur en aan de Algemeene
Rekenkamer, en hetwelk in het Staatsblad
zal worden geplaatst.
s F"
BUITENLAND.
Overzicht.
De verwachting, dat Griekenland sich
ten slotte nog goedschiks zou onderwerpen
aan den eisch der Mogendheden om zich
te ontwapenen en dus den vrede in hot
Oosten niet langer in gevaar te brengen,
is niet vervuld. De Mogendheden zijn tot
de terugroeping hunner gezanten en tot
de blokkade der havens moeten overgalm.
Ook Turkije deed, in verband hiermedè,
zijn gezant vertrekkenalleen die van
Frankrijk en Rusland bleven voorloopig
op hun post. Toch moet in dit blijven
dier gezanten geen teeken van oneenigheid
onder de Mogendheden gezocht worden
indien men althans de verklaringen der
Engelsebe regeering, in het Lagerhuis af
gelegd, mag gelooven. Frankrijk schijnt
integendeel, misschien wel in overeenstem
ming met Rusland, den rol van bemiddelaar
te vervullen, en wellicht is het aan die
bemoeiingen te danken, dat Delyannis, de
Minister die door zijn drijven het zoover
liet komen, zyn ontslag nam en thans door
den Koning, die slechts op herhaald ver
zoek het ontslag toestond, aansprakelijk
wordt gesteld voor den toestand dien hij
in het leven riep. Het nieuwe Kabinet,
dat maar niet zoo voetstoots bereid werd
gevonden om de nalatenschap te aanvaar
den, schijnt wat meer tot toegeven gestemd.
Het riep althans een besluit in bet leven,
waarbij de reserve naar hnis wordt gezon
den en de Mogendheden zullen rermoedelyk,
ziende dat de nieuwe regeering de oorlogs
plannen wil laten varen, bereid gevonden
worden om het terugtrekken wat gemak-
kelijker te maken. En dit schijnt werkelyk
wenschelijk, nu de volksgeest, opgezweept
door de oorlogzuchtige taal van het afgetre
den Kabinet, met moeite binnen de grenzen
wordt gehouden. De Volksvergaderingen,
waarbij op eene onmiddelUjke oorlogsver
klaring wordt aangedrongen en de redder
van gister heden als verrader wordt uit
gekreten, zijn aan de orde van den dag.
De onderhandelingen tusschen Gladstone
en Chamberlain over de lersche wetsvoor
stellen, hebben tot geen goed einde geleid.
Laatstgenoemde zal in het Engelech La
gerhuis, als hoofd der oppositie van liberale
zijde, tegen de voorstellen blijven ageeren.
Nadat de Ministerraad was overeengekomen,
tot hoever men uiterlijk zou kunnen gaan
met het doen van concessie, zijn de be
raadslagingen over het voorstel hervat en
in de eerste zitting tot na middernacht
voortgezet. De premier heeft bij die ge
legenheid nogmaals met den meesten aan
drang er op gewezen, hoe noodzakelijk het
was niet te lang, niet langer meer te
wachten met het toestaan van middelen
tot bevrediging van den volkswensch in
Ierland, nu zoo doorslaand gebleken was,
dat middelen van geweld geen verbetering
konden aanbrengen. Hij wees daarbij op
Canada, dat eveneens, hoewel onder En-
gelands kroon, eene zelfstandigheid bezit,
die tot groote ontwikkeling en welvaart
heeft geleid en geen aanleiding geeft tot
moeielijkheden. Het ontbrak echter ook
niet aan tegenspraak en het lot van
het wetsontwerp is vrij hachelijk.
Als intermezzo verwierp het Lagerhuis
met 117 tegen 62 stemmen een door de
regeering bestreden voorstel tot afschaffing
van de doodstraf, en nam daarentegen aan
een voorstel tot het verleenen van schade
loosstellingen voor vernieling, die er bij de
jongste onlusten in Engeland en Wales
hebben plaats gehad.
Met 280 tegen 108 stemmen heeft het
Pruisische Huis van Afgevaardigden de
kerkelijk-staatkundige voordracht, zooalsdie
door het Heerenhnis was goedgekeurd, in
derde lezing aangenomen, zoodat daarmede
de Mei wetten zoo goed als afgeschaft zijn.
De nieuwe Hpaansche Cortes zijn door
de Koningin geopend, met de aankondiging
van een uitgebreid werkprogram. Wordt
slechts de helft daarvan verwezenlijkt en tot
stand gebracht, dan gaat Spanje eene goede
toekomst te gemoet.
WILLEM.
De Minister van Staat
Miniiter van Binnenlandsche Zaken
Heemskerk.
Uitgegeven den twaalfden Mei 1886.
De Minister van Justitie,
Du Tonr van Bellinchave.
De uitslag van de verkiezing
van drie leden voor de Provinciale Staten
in het hoofdkiesdistrict Gouda is als volgt:
Ingekomen 1779 stemmen.
Onwaarde 6
Volstrekte meerderheid 887.
Waarvan de hoeren R. W. Haentjens
Dekker te Oudewater 876 stemmen, A.
Knijff Hz. te Rietveld 880 stemmen, Mr.
J. Fortuijn Droogleever te Gouda 867 stem
men, A. Yan Walsern Kz. te Krimpen a/d
IJsel 891 stemmen, J. J. Lazonder te
Schoonhoven 891 stemmen, M. O. J. Van
der Weijden te Nieuwkoop 840 stemmen
op zich vereenigden, zoodat gekozen zijq de
heeren A. Van Walsem Kz. en J. J. Lazonder.
Eene herstemming moet plaats hebben
tnsschen de heeren A. Knijff Hz. en
R W. Haentjens Dekker.
Alfen, herkozen het aftredend lid G. A.
Hoogeveen. Herstemming tusschen'liet af
tredend lid S. Van Vellen en M. C. J. Van
der Weyden.
Gorinchem, herkozen de aftredende leden
M. F. Boonzajer en W. C. M. Begram.
Ridderkerk, herkozen do aftredende leden
C. A. Molenaar en P. Smit Jr.
Sliedrecht, herkozen de aftredende leden
A. P. H. A. De Kleijn en L. A. Van
Haaften.
IJselstein, herkozen de aftredende leden
Mr. B. J. L. Baron De Geer, E. G. Wentink,
Jhr. H. P. C. Bosch van Drakenstein en
G. Vaii Harendonk.
Zoetermeer, herkozen Baron van Rhemen
van Rhemenshuizen en gekozen Mr. Bevers.
Staat der door de onderkies
districten ingeleverde stembiljetten in het
hootdkiesdistrict Gouda, bij de verkiezing
van 3 leden der Provinciale Staten:
ïngele-
Ootol ■’eni0 bil'