tt-rtoflÉi, allen staande en liggende in dq gemeenten gouda openbare verkoopixg N”. 888. BOUWMANSWONINGEK Isaak Ketjser, Mans- en Jongens Kleedingstnkken, die tot spotprijzen worden uitverkocht. BUITEN! NAGÉKOMEN ADVÉRTENTIÉN. TE GOVÜA, ten overstaan van den Notaris G. C. Fortuijn Droogleever, «OU omstreeks 35 Hectaren uitmuntend Mr. A. J. Roost, Officier van Justitie te Rotterdam, Mr. J. Fortuijn Droogleever, Advocaat te Gouda. SCI I ivertuiging •evolutionaii 11 Juni 1886. Snelpersdruk 8. \V. N. VAN NOOTEN. Lopikerstraat, Schoonhoven, maakt zijn geëerde begunstigers in Schoon hoven en Omstreken bekend dat bij hem nog voorhanden is eene partij Deze Courant w Prijs: voor Schoonhov door het geheele rijl Boekhandelaren, Postc tex'*-- BURGEMEESTER en WET- HOUDERS van Schoonhoven geven, ingevolge art. 23 der Verordening voor de Openbare Scholen voor GEWOON LAGER- on HERHALINGS-ONDERWUS, bij deze aan Ouders of' die hen vervangen kennis, dat op Woensdag 16 Juni a. s. des namiddags van 1 tot 2 urenop het Gemeentehuis zitting zal worden gehouden tot het ontvangen van aangifte van N1EU WE LEERLINGEN, die, na later af te leggen admissie-examenop de School der derde soort (Hoofdonderwijzer G. H.WESTBROEK) wenschen geplaatst to worden. Schoonhoven, 7 Juni 1886. Burgemeester on Wethouders voornoemd, Do Burgemeester, S. P. II. NOORDENDORP. Do Secretaris, H. G. GEELHOED. Overzich Niemand had zeker 1 dat het drama, waarvai van het jongste overzicht vermelddenzoo spoedig zou eindigen. Koning Beieren is niet meer; li moord. Vooraf onderrich commissie, die hem het l brengen van het besluit een regentschap in te st< niet alleen haar te on zelfs de leden dier commis Ministershoogwaardigh neeskundigen enz. gevan boeid voor zich brengen, gerende het besluit tot regentschap te ondertei goedgezinde ambtenaren Konings, gelukte het o deputatie uit hun minde ■tand te midden eener b paleiswacht, die met 1; Koning gehecht was, I bleef nu niets anders o' te doen datgene, waart medewerking weigerde Luitpold werd tot regei vies eener commissie v die verklaarde, dat de mogens gekrenkt en vc iaar ongeschikt was on zen, opgeroepen door de kiesvereeniging Burgerplicht”, traden de liberale candida ten, de hh. Mr. A. J. Roest en Mr. Fortuijn Droogleever, op tot nadere ontwikkeling van hunne politieke denkwijze. Laatstge noemde sprak het eerst en behandelde voor namelijk het punt van het onderwijs, ter- ,wijl de heer Roest vervolgens de verhouding besprak van de staatkundige partijen op dit oogenblik. De vergadering word gepraesideerd door den heer J. M. Noothoven van Goor, voor zitter van Burgerplicht”, die de bijeen komst sloot met een krachtig woord tot opwekking aan de kiezers, om den liberalen candidaten de overwinning te verzekeren. t Spr. schetste met een enkel woord den ernst van het oogenblik. Wordt de rechterzijde in de Tweede Kamer meerderheid, de Grond wetsherziening loopt groot gevaar en daar mede tevens eene nadere regeling der troons opvolging, die in alle opzichten toch zoo noodig is. Spr. hoopte, dat uit het resuk* taat der verkiezing op 15 Juni zou blijken, hoezeer men ook in het district Gouda over tuigd is van do grooto belangen, die op hot spel staan 1 ♦AMMERSTOL, 11 Juni. Bij de aanbe steding, op Dinsdag 1.1., van dijkwerken ten behoeve Schielands hoogen zeedijk, is de heer C. Zanen' Hz. alhier aannemer gewor den van het leggen eener stoenglooiing on der de gemeente Moordrecht en Kralingen voor de som van f1748; niettegenstaande de heer W. ’t Hoen van Alblasserdam laagste inschrijver was. De heer D. v. d. Dool heeft Zaterdag I. 1. bij de verpachting van wege de gemeente van het grasgowas der Capollolaan deze gepacht voor de som van f 12. •HAASTRECHT, 12 Juni. De reke ning van den polder Klein-Keulevaart over het dienstjaar 1885 bedraagt aan ontvang sten f447,20| on aan uitgaven f397,10, derhalve een batig saldo van f 50,10j. Op do gisteren gehouden paarden markt alhier waren 30 stuks aanwezig. De handel was zeer flauw. OPGAAF van brieven, gedurende de maand Maart uit Schoonhoven verzonden, ge adresseerd aan onbekenden, welke aan het postkantoor kunnen worden gereclameerd. 1. Teunis De Pater, Blokland. 2. Boterfabrikant, Nijmegen. 3. Vaandrager, Vlaardingen. 4. Mej. D. Muller, Amsterdam. 5. J. De Jong Dz., Berg-Ambacht. 6. Hannes Van Es, Willige-Langerak. 7. Cornelia Van Klaveren, Schoonhoven. 8. Mr. George Westerink, New-York. 9. Johannes Ambrink, Curasao. Verzonden van Berg-Ambacht 10. Pieter Boom, Lopik, Verzonden II. A. H. Kuik, jaar ongeschikt te oefenen. Eenmaal zoover, gek ’s Konings lijfarts Z. zich in het onvermijdeli zijn verblijf te Hohenscl eener bevolking, die he zelfzucht want de zijn weldoen zoo onverf afgodisch liefhad, te vi kasteel te Berg, waar i om een lijder als hij v te verzorgen. Terwijl dat zich alles ten goed het voorval plaats wi doelden. Op een wand waarbij de Koning, op door zijn lijfarts vergezt zich in het meer en metgezel, die hem zo< trachten terug te hoi den dood. Te vergeeft het lange nitblyven i totdat men de wantlelai meer drjjvende vond, d< gedoofde levensgeesten middernacht den 12. dez leden. De indrukken d( plaats des ongelukszo< dingen aan het hoofd v den aan dat eene lange voorafgegaan. Zoo I leven van Koning Li die zich door zijne zt en zeldzaam verkwist gen tijd berucht inaa in 1864 de regeerinj liefde, het af breken eene jonge’ ham verin innig lief had, schrijf zaak van zijn lijden t genaardige levenswijs verergeren kon. Tool een groot beminnaar schap en onder de zijn er velen die hem Algemeen en opred ken kan, de rouw Beiersche volk en ii De Reichraths-kammei komen om goed te ring bereids heeft ver van 12 leden is be geering alle inlichtte treurige zaak te ont openbaarmaking beste digen, die den lijkscb verklaarden eenstemn schedel en hersenen en de vroegere verkl nings toestand alleszi verklaring is voorzeil dan die van den vro nings, eene verklari heid trouwens betw weerd wordt dat hij opgewonden en zond krankzinnig was, worden dat de pro kerij te Füssen bij U slag is genomen, en een zijner secretarï verstandige bewoorj zijn krankzinnighel beroep doet op zijn ja op geheel Duitse zetten tegen de ei; van regeering en gi op zijde willen zette Engeland's Konii Gladstone’s advies ding vereenigd en het lersche vraagt doen. °P verschi zij dit reeds tracht vuistrecht. Te Be andere plaatsen, ,n volkskarakter, in strjjd met den godsdienstzin, welke een sieraad is van ons volk, in strijd met het huisgezin. Maar dat is zoo nietwaar is het bewijs dat in de openbare school de godsdienstzin onder den domper moet worden gestopt, dat men niet mag hooren dat God onze Vader wordt genoemd? Het tegendeel is waar, ik heb daarvoor slechts te denken aan een boekje met versjes dat o. a. in Gouda op de openbare school wordt ge bruikt, waarin wordt gesproken van bidden; waar het kind aan de moeder vraagt wat zij doet, als zij des morgens geknield ligt, waarom, vader ’s middags de pet afneemt en er in kijkt vóór hij gaat eten. Neen, de godsdienst vindt geen bezwaar, de open bare school, is niet ongodsdienstig, niet godsdienstloos, maar zij weert het onder scheid tusschen de verschillende gezinten, zij weert de verkondiging der leerstellingen doch leert alleen wat waar en edel is. De openbare school heeft echter in den laatsten tijd eenigszins hare reputatie ver loren, niet door de onderwijzers, maar om dat de uitvoering der onderwijswet van 1878 niet was in den geest van ons volkdoor het onkundig ingrijpen der regeering in de taak der gemeentebesturen groote kosten zijn veroorzaakt, die vermeden hadden kun nen worden. Spreker staat vervolgens stil bij de wij ziging die eerst door de tegenpartij werd verlangd om er vervolgens op te wyzen dat naar mate de liberale partij toegaf, hare eischen steeds hooger werden, zoodat men op het laatst niet eens tevreden was met de bepaling dat het aan den gewonen wet gever zou worden overgelaten of het open bare of het bijzonder onderwijs hoofdzaak zou zijn, maar nu bepaald verlangde dat in de grondwet het bijzonder onderwijs als ?egel en het openbaar onderwijs als aan vulling zou worden aangenomen. De staat zou dus voor het openbaar onderwys zor gen daar waar men geen bijzondere scholen kan oprichtenevenals de verzorging van die armen, welke noch door eenig kerkge nootschap noch door gemeente of provin ciaal armbestuur kunnen worden verzorgd. Men eischte echter nog meerwas men aanvankelijk afkeerig van alle subsidie, than» geen mogelijkheid maar recht daarop. „Wat krijgen wij dan vervolgt spreker, „een macht schooltjes, ieder naar zijn eigen zin en dan is er geen eerbiediging meer van alle godsdienstige begrippen, maar is datgene grondslag, Avat iedere gezinte onderscheidt.” Spreker acht dien toestand in de praktijk onmogelijk. Hij herinnert verder aan het voorstel De Brauw van 1868 betreffende restitutie-stelsel, waarvan Wjjlen Groen niet veel goeds voor de anti-revolutio- nairen verwachtte, schetst nog nader den on wil der tegenpartij om tot eene oplossing van den schoolstrijd te komen, omdat dan de sappen verslonden zijn van den boom, dien zij voortdurend hebben gekweekt. Spreker eindigt met de hoop, door het door hem gegeven overaicht de overtuiging te hebben geschonken dat de handhaving der open bare school is in het belang van het ge heele Nederlandsche Volk en met do ver zekering dat door de afvaardiging van mannen, die daarvoor zullen strijdenook de vrijheid op ieder gebied blyft gehandhaafd. Luide toejuichingen vielen ook dezen spreker ten deel. De voorzitter hoopt in die luide bijvals betuigingen het bewijs te zien dat de meet ning der beide heeren door velen wordt gedeeld. Hij zegt hun dank VoÖr de moeite, die zy zich hebbön gegeven, om den kiezers met hunne ideën nader bekend te maken; hij hoopt dat daaruit veel goeds zal mogöti voortvloeien en sluit) na ëene krachtige aansporing om töch vooral met opgewekt heid don grooten strijd te aanvaarden tegen de partij, die, wordt zij meerderheid, het land ten gronde zal richten, deze van be langstelling in den politieken toestand van ons land getuigende vergadering. Ook deze bezielende opwekking werd luide toegejuicht. Onze gemeente leed Zondag een gevoelig verlies, door het overlijden van een geacht ingezetene, den heer WILLEM KOOIMAN Jz. Na eene ziekte, die hem slechts weinige dagen aan het ziek bed bond, werd hij op 66jarigen leeftijd ontrukt aan zijn talrijk gezin en aan de maatschappij. In velerlei opzicht heeft do heer Kooi man zich jegens de gemeente verdienstelijk gemaakt. Gedurende velejaren bekleedde hij de betrekkingen van regent van het gereformeerden weeshuis, lid der instelling tot uitdeeling vop warme spijs en brand stof, lid der commissie van toezicht op het lager onderwijs en lid van het college van brandmeesters, van welke corporatie hij ge durende de laatste dertien jaren het voor zitterschap waarnam. Vriendelijk en welwillend inden omgang, had de heer Kooiman steeds een open oog en oor voor al wat goed en edel is, en toonde zich in menig opzicht vriend van waren vooruitgang. Geen wonder, dat eene grooto menigte zich Woensdag-middag bevond op de be- graafplaats en langs den weg, dien do treu rige stoet volgde, toen het stoffelijk over blijfsel ter laatste rustplaats werd geleid. Een achttal prachtige kransen bedekten do lijkbaar, die door eene groote schare familie en vrienden gevolgd werd, terwijl het col lege van brandmeesters zich bij den stoet had aangesloten. Toen de lijkkist in de groeve was ne- dergelaten, nam de heer S. P. H. Noor dendorp het woord on schetste in welspre kende taal hoezeer de heer Kooiman zich verdienstelijk had gemaakt jegens do ge meente, om daarna de aanwezige zonen des overledenen op te wekken steeds ten steun te wezen hunner bedroefde moeder. De heer A. Van Scherpenzeel sprak daarna, namens de familie, een hartelijk woord van dank tot allen, voor de belangstelling en don steun, tijdens de ziekte en bij het overlijden zyns zwagers, en voor de eer, dien afgestorvene bij deze droeve plech tigheid bewezen. En zoo telt Schoonhoven weder een ge acht ingezetene in haar midden minder. Zijne nagedachtenis zal ongetwijfeld langen tijd in eere blijven voortlevon! Vervolg der Nieuwstijdingen. GOUDA, 11 Juni. In eene gisteren avond alhier gehouden bijeenkomst vankie- indien de grondwet daarin niet duidelijk heeft voorzien? Wat dunkt u van die mannen, welke hun eisch tot wijziging van het hoofdstuk onderwijs niet willen losmaken van de zoo dringend noodige regeling der kiesbevoegd heid en regeling van het belastingstelsel? Regeling der kiesbevoegdheid, niet om al gemeen stemrecht te Vferkrygen, maar toch om het aantal kiezers eene groote uitbrei ding te geven. Vergeljjkt men tegenwoor dig wie kiezer is en wie niet, dan komt men tot de overtuiging dat door de tegenwoor dige regeling van het kiesrecht velen het kiesrecht wordt onthouden, die het dienden te bezitten. Door uitbreiding van het kies recht zal men eene vertegenwoordiging krij gen op de hoogte van de nooden en be hoeften van het volk, omdat zij meer dan nu zal zijn de vertegenwoordiging van dat volk zelf. Geen algemeen stemrecht en dus niet aan lieden, die voor zioh zelven niet weten wat zij noodig hebben, laat staan voor anderen. En die regeling, zij wordt, wij zien het met verbazing, met leedwezen, door de helft der vertegenwoordiging tegengehou den, door het dwarsboomen van de voor stellen tot grondwetsherziening. Laten wij toch geen oog sluiten voor de gevaren die uit dezen onwil voor ons va derland kunnen ontstaan. Ik wil u in her innering brengen een woord van den groo ten Thorbecke van voor bijna een halve eeuw, dat ook voor heden van toepassing is, namelijk dat van onderlinge verdeeld heid bij een klein volk met een zwak poli- tisch gestel alles te duchten is, indien wij het gevaar niet afwenden. Wat moeten wij denken van dat deel der vertegenwoordiging, dat, de ziekte kennend, tooh de genezing niet wil? Wij staan tegenover die groep, niet in haar godsdienstzin, geen ongeloof en on verschilligheid is ons doel, immers zij zijn niet vereenigbaar met den eerbied, die, de liberale partij voor alle gezinten ondubbel zinnig heeft getoond, en niettemin worden haar door mannen die ’t beter weten, althans moesten weten, insinuatiën van ongeloof en onverschilligheid naar het hoofd geslin gerd. Do liberalen zijn geen vijanden van den godsdienst, maar zij achten haar geen zaak van uiterlijk vertoon, doch eene zaak van het hart en van ons leven. Onze partij geeft recht voor allen, xij kunnen dat elkaar niet geven; Rome en Dordt kunnen niet samengaan indien zy eens de meerderheid in de Kamer verkrijgen, er zullen tusschen hen nog bitterder twis ten ontstaan dan nu het dwarsboomen der regeering teweegbrengt. Den Katholieken alleen is het zedelijk on mogelijk te regeeren en zeggen zij „non pos- 8umus”, wij kunnen niet, dan is zulks nog aan te nemen, doch indien dit „non po»- snmus” ook door de anti-revolutionairen gebezigd wordt, dan zeggen wjtygij kunt niet omdat gij niet verkiest, zoo te regeeren als het volk recht heeft geregeerd te worden.” Wat dunkt u van het woord van Lohman „indien gij onze eischen verwerpt, groeien wijof wij bloeien, betwijfelen wij.” Wat is uit groeien anders te verstaan dan de meerderheid te zullen verkrijgen Meer is niet noodig, toegeven doen zy niet, al zou ook hun politiek het land ten verderve voeren. Veeleer zal dan ook de meest godsdienstige zijn steun geven om de libe rale partij te versterken, die het welzijn van het geheele vaderland beoogt en die vrede en rust waarborgt, dan aan de andere partij, wier drijven ongetwijfeld moet uit- loopen op burgertwist en godsdiensthaat. Dat er reeds zoo gedacht wordt, bewyst het woord dat nit Utrecht tot on» gesproken wordt door de heeren Gunning c. s., man nen die op godsdienstig gebied de anti revolutionaire partij met hart en ziel toe- behooren. (Hier volgen twee volzinnen uit het ma nifest dier Utrechtsche heeren, dat in zijn geheel in dit blad is op genomen Spreker eindigt met de woordenWaar gaan we heenindiep mannen onder de beste burgers van ons vaderland mee doen aan dit gruwsaam spel indien nog langer de nacht moet aanhoudendie door het onzedelyk verbond van Rome en Dordt over ons lieve vaderland is gekomen Op dan, gij goedgezinden opdat uit dien droevigen nacht een betere dag koine. Moge die betere dag zich niet lang late wachten I Deze rede die met onverdeelde aandacht werd gevolgdwerd herhaalde malen luide toegejuicht. Na eene kleine pauze neemt vervolgens de heer Mr. J. Fortuijn Droogleever, advocaat te Goudabet woord en zegt ongeveer het volgende Mijne Heeren Nadat mijn ^geacht medecandidaat u op zulk eene uitstekende wjjze zijne meening omtrent de aan do orde zijnde hoogst gewichtige vraagstukken van het oogenblik heeft kenbaar gemaakt, welke meening door mij ten volle wordt gedeeld, wensch ik my meer speciaal te bepalen by enkele opmer kingen ontrent het onderwijs. De politieke strijd toch wordt thans meer dan ooit be paald bij de vraag: Zal de openbare of de bjjzondere school de school van Nederland zyn P Om die vraag te kunnen beantwoorden is het noodig, dat wij nagaan artikel 194 der grondwetdat het onderwijs, in Neder land vrjj laatbehoudens waarborg voor de zedelijkheid en bekwaamheid der ouderwij zers, en dat het gegeven wordt met eerbie diging van ieders godsdienstige begrippen. Ik kan mjj voorstellendat er mannen zijn die voor den tegenwoordigen tijd be zwaar hebben tegen de redactie van 1848 en ik zou daarom geneigd zijn daaromtrent aan de tegenpartij eenige concessie te doen. Men behoeft zich immers ook niet zoo zeer vast te houden aan de letter. Maar wat heeft men eigenlijk tegen dat artikel „dat het on derwijs vrij is”, daar heeft niemand bezwaar tegen, de eisch van bekwaamheid is wel niet van harte, doch deze zal toch wel niet kunnen worden atgewezen, maar de strijd loopt hoofdzakelyk over de godsdienstige begrippen en tegen het woord overal. Men geeft nu aan dat artikel eene uit legging geheel in strjjd met de bedoeling, die er aan gegeven wordt. Indien hot waar was dat de openbare school was eene godsdienstloozo, ongods dienstige school, als hoedanig zij door som migen wordt gebrandmerkt, dan ware het beter dat wij de openbare school afbraken, omdat zij dan zou zjjn in strijd mot ons van Groot-Ammers Hendrik-Ido-Ambacht. Verzonden van Streefkerk: 12. C. Kooy, Rotterdam. CORRESPONDENTIE. Wy ontvingen verschillende stukken ter plaatsing betreffende de aanstaande verkie zing, doch maken den geachten inzenders opmerkzaam, dat slechts die artikelen over dat onderwerp kunnen worden opgenomen, die met den naam dos inzenders zijn on- derteekend. Redactie. STADSNIEUWS. Schoonhoven, 11 Juni. De eerste luitenant der ar tillerie J. E. Ranneft, van de instructie- compagnie alhier, neemt deel aan den 2en cursus in de legerplaats bij Oldenbroek, die Donderdag is aangevangen. In de Dinsdag gehouden raadsvergadering ia o. a. ingekomen eene missive van den heer W. C. J. v. d. Grijp waarbij deze bedankt voor de benoeming tot lid der PI. Gezondheidi-Commissie alhier. Voorts werd besloten 1°. aan den heer G. Stigter te vergunnen de Botersloot te bevaren met een stoom bootje 2°. aan M. G. Blauw, kweekeling op de achool lste soort, eene gratificatie te ver- leenen van f25. 3‘. aan mejuffrouw W. S. G. Hesse, op ver zoek, tegen 1 Augustus a. s. een eervol ont slag te verleenen als onderwyzeres op de school 1ste soort. Woensdag-middag, naafloop der zitting van strafzaken, richtte de heer kantonrechter alhier een woord van geluk- wensching tot den heer Mr. Joh. P. Van Onteren, ambtenaar van het O. M. bij dit kantongerecht, thans benoemd tot substituut- griffier by de rechtbank te Rotterdam. Z E.A. betreurde het nu reeds afscheid van hem te moeten nemen, want hoewel de kennismaking tusschen hen nog kort was, toch was het reeds lang genoeg om te verwachten dat de samenwerking tus schen hen beiden zeer gewenscht zoude zijn. Hij wenschte hem geluk met de eervolle onderscheiding, te meer daar die nieuwe betrekking hem van hooger hand was aan geboden, en de werkzaamheden bij de rechtbank met de invoering van het nieuwe strafwetboek veel gewichtiger zullen zyn. Deze toespraak werd door den ambtenaar op even hartelijke wyze beantwoord. Gisteron-avond had in het hótel „Van Zessen”, van den heer F. Tieter Jr. al hier, de door de kiesvereeniging „Krimpe- nerwaard” uitgeschreven vergadering plaats, waarin de door deze vereeniging gestelde candidaten voor het lidmaatschap der Tweede Kamer hunne politieke denkbeelden zouden ontwikkelen. Daar de toegang tot deze vergadering voor alle meerderjarige belangstellenden was opengesteld, werd zij door een groot aantal personen, waaronder ongeveer een veertig tal uit de omliggende gemeenten in ons district, bygewoond en deed ook een drietal dames door hare tegenwoordigheid van belangstelling in de voor ons land zoo ge wichtige politieke aangelegenheden blijken. De voorzitter der kiesvereeniging, de heer M. Bóogaerdt Bernzn., ongeveer te 7{ uren de vergadering openende, begon met er op te wyzen, dat toen in de laatst gehouden ver gadering de heeren Mr. A. J. Roest en Mr. J. Fortujjn Droogleever tot candidaten voor de a. s. verkiezing werden geproclameerd, er in den boezem der vergadering stemmen opgingen die het niet ondienstig zouden achten, indien de leden in de gelegenheid werden gesteld met de candidaten en hunne zienswyzen op politiek gebied nader kennis te maken. Hoewel nu daarvan geen be paald voorstel werd gemaakt, meende het bestuur niettemin in den geest der leden en in het belang der zaak te handelen door genoemde heeren uit te noodigen tot ons te komen, om ons met hunne denkwyze op politiek gebied nader bekend te maken. Hunne tegenwoordigheid thans was het bewys, dat zij welwillend aan deze uitnoo- diging hadden gevolg gegeven. Het deed spreker genoegen dat zulk een aanzienlyk aantal invloedryke kiezers was opgekomen, het was hem aangenaam allen welkom te heeten. Van hem kon niet ver wacht worden dat hij den politieken toe stand des lands zou schilderen, dit zou, daar waar zoovele eminente mannen in dagbladen en brochures zulks hadden ge daan, slechts eene gebrekkige herhaling zijn. Hij achtte echter den toestand ernstig, zóó ernstig, dat indien onke tegenstanders bjj de a. s. verkiezing de zege behalen, hij met zorg de toekomst tegemoet zag; hij hoopte daarom dat de liberale partij, vast aaneengesloten, al hare krachten by den aanstaanden strijd zoude ontwikkelen, ten einde daardoor te kunnen afvaardigen man nen, wars van alle partygeknoei on die niet de belangen van enkelen, doch die van bet gansche Nederlandsche volk zullen behartigen, mannen die reeds in het bezit zyn onzer sympathie, welke ongetwyfeld heden avond nog versterkt zou worden. (Toejuichingen.) Daarop nam de heer Mr. A. J. Roest, Officier van Justitie bij de arrondissements-recht- bank te Rotterdam, het woord. Zijn eersto woord moest zijn een woord van dank, ook namens zyn mede-candidaataan de ver eeniging, dat zy wel hunnen naam in haar vaandel heeft willen schry ven in den strijd, dien wy tegemoet gaan. Volgens spreker dachten wij hoogst waar- schynlyk byna allen in deze dagen over dezelfde zaak, denzelfden stryd, doch niet op dezelfde wys; was het moeilyk thans nog iets nieuws te hooren, men kon toch behoefte gevoelen eens met elkaar hardop to denken. Hij wenschte in algemeeno trekken de confessioneelo groepen in haar politiek na te gaan; waarom zouden wij het niet onverholen zeggen, waarom moeten gissenhet valt echter moeilyk zeker te weten welke hun politiek is. Toen toch nadat door twee mannen hunner partij hare eischen waren kenbaar gemaakt en daarop in de laatste weken van liberale zijde een voorstel werd gedaan in dien geest, men werkelyk hun politiek meende te zullen leeren kennen, zagen wy slechts een schim. Wy weten wat wy willen, wy willen recht voor allen, voor alle gezintenvoor idle overtuigingen en wij behoeven ons niet te schamen dat uit te spreken. Wat hebben wy er van te denken indien in onze vertegenwoordiging de helft dor leden zich onttrekt aan de gewichtigste dingen, als grondwetsherziening, vooral betreffende troonopvolging, met het oog op onze dynastie welke vermaagschapt is aan een aantal vreemde hoven, op ons zeer klein Vorstelyk Huis, dat een regentschap zou kunnen mogelyk maken en op het feit dat gedurende een regentschap de grondwet niet gewijzigd mag worden, hetgeen onver- mydelyk tengevolge zoude hebben dat ons een vreemde vorst zou worden opgedrongen, (door sterfgeval) gons to Elf uren, in het Koffiehuis „HARMONIE” aan de Markt te ‘Gouda, van VIJF met en WADDINXVEEN, en wel: een aan de Karnemelksloot te Gouda, wyk R, No. 395; drie in den Broekweg te Goada, wijk T, Nos. 12, 13 en 14; en een in den Broekweg te Waddinxveen, wyk D, No. 305. Voorts: een ruim tot BOUWM A NS WO NING ingericht WOONHUIS en ERVEN, aan den Kattonsingel te Gouda, wijk O. No. 97. En TWEE HUIZEN en ERVEN, aan de Karnemelksloot te Gouda wijk R, Nos. 496 en 497. Nadere inlichtingen en boekjes, waarin de beschrijving, ligging en grootte der per- ceelen vermeld zynzyn 14 dagen vóór den dag der veiling ten kantore van voor noemden Notaris FORTUIJN DROOG LEEVER te verkrijgen. Aan de Orthodox-Protestantsche Kie zers in het Kiesdistrict Gouda. Gij allen ontvingt heden het strooibillet van de Anti-Revolutionairen in uw district. De heilige naam van God en van Jezus wordt hierin misbruikt, om de grofste on waarheden uit te spreken, Ziet hier echter als tegenhanger eene raadgeving, die een belijder van den Her vormden positief-christelijken Godsdienst, de Heer A. F. VAN LIJNDEN te ’s Hage, aan zijne mede-christenen geeft („Vader land” 10 Juni): „Wat is, bij de aanst. verkiezing van leden van de Tweede Kamer der Staten-Qeneraal, de taak van belijders van den Hervormden po- sitief-cbristeljjken godsdienst, wier politieke overtuiging in strjjd is met die hunner anti revolutionaire of clericale mede-christenen Deze vraag verdient ernstige overweging. Zeer velen zijn er, wier gedragslijn door het ant woord op die vraag bepaald wordt. En het lot des vaderlands hangt aan een klein aantal stemmen. De vraag is zeker niet nieuw. Menigeen zal fluks het antwoord geven: zjjt gij niet anti-revolutionair of olerioaal, zoo zjjt gij libe raal! Over het algemeen is dit antwoord waar. Het woord „liberaal” is van wjjden omvang. Maar ik bedoel de enger beperkte vraag waarop het bjj de verkiezing aankomt kun nen de bovenbedoelde christenen zich onvoor- waardeljjk aansluiten bjj do tegenwoordige li- beralspartjj, en op de candidaten dezer partjj hun stemmen uitbrengen? Velen zjjn daarover onzeker, en hun onzekerheid is zeer verklaar baar. Zjj gevoelen, dat de stembusleuze„vóór of tegen God”,’ door anti-revolutionairen of clerioalen aan het volk voorgesteld eene on juiste is; zjj gevoelen dat het pogen dor anti revolutionairen, om God overeenkomstig hunne mensoheljjke begrippen in het staatsbestuur te doen medewerken, een ingrijpen is in den hei ligen arbeid van God, die zich nimmer in een staat, maar in een persoon heeft geopenbaard. Christus werkt in onze persoonljjkheid, en waar die persoonljjkheid aan den arbeid wordt gezet tot het behartigen van openbare belangen, ver biedt geen woord van Christus het huldigen van eene liberale politiek in het belang des vaderlands te achten. Wie zoo denken, laten zich door de be wering der anti-revolutionaire alleen, dat het stemmen op een anti-revolutionair of clericaal een dienen van God is, niet afschrikken van het stemmen op liberalen, wanneer zjj het met dezen ééns zjjn omtrent hqt te voeren staats beleid. Iets anders veroorzaakt Voor hen on zekerheid. Hoe dikwijls in het algemeen be weerd is, dat de liberale politieke beginselen niet in strjjd zjjn met godsdienst, wijzen de toongevers der liberalen er niet nadrukkelijk genoeg op, dat hunne partjj evenmin strijdt tegen het positief-ohristeljjk geloof. De herinnering aan de eergisteren-avond in „Diligentia” gehouden politieke vergadering deed mjj de pen ter hand nemen. Daar toonde de heer De Vries aan, tot hoe onjuiste opvatting do leus „clericaal of anti- clericaal”, van liberale zjjde gehoord, aanlei ding geeft, en dat het onjuist is, het streven der liberale partjj te vereenzelvigen met een strjjden tegen eenig godsdienstig geloof. Met meer nadruk behoort er op te worden gewe ien. dat ook een positief-christolijk geloof ver eenigbaar is met liberale denkbeelden omtrent de politieke aangelegenheden. Gaarne had ik gezien dat de heer Goeman Borgesius in de rede, door hem op de vergadering van eer gisteren gehouden die overigens hare toe juichingen volkomen verdiende, had aangetoond hoe de liberale beginselen omtrent punten van staatsbeleid, alsonderwijs, kiesrecht, financiön, defensie, sociale wetgeving e. a., volkomen ver eenigbaar zjjn mot een positief-ohristeljjk geloof. Daarop komt het dan tooh eigenljjk meer aan, dan op de „non possumus-politiek” der rech terzijde, die sleohts eene enkele daad geldt, die men k"" welke politieke be ginselen men ook ‘böiiïdt. De beoordeeling der anti-revolutionaire po litiek heeft te veel de vrees voor „overheer- sching van Rome en Dordt” de herinnering aah „priesterheerschappij en ketterjacht” als vörkieZingsmotief op den Toorgrond gesteld. Die woorden doen geen christen, die in de Neder- landsoho Hervormde Kerk pal staat voor de vrjjheid van geloof en geweten, den schrik om het hart slaan. Maar wel doet hem do wjjze, waarop zulke woorden door zeker deel (niet het beste) der liberale partij opgevat worden, huiveren zich onvoorwaardeljjk aan de liberale partjj aan te sluiten, ’t Meest worden zulke woorden toegojuiohd door dat deel der liberale partij, dat uit afkeor van een kerkeljjk geloof, zioh schaart onder de liberale partij. Men kan er de oogon niet voor sluiten, dat er tal van mannen, vooral onder do jeugdigen, zjjn, die slechts uit haat tegen het kerkeljjk geloof, doch zonder eenig zelfstandig denkbeeld om trent do staatkunde, zioh liberaal verklaren. 'tKqn niet genoeg gezegd wordendat niet dezen het karakter bezielen der liberale partjj. De libe rale partjj is zuiverof wil men - heeft zich althans door hare politiek der laatste tjjden gezuiverd, van de blaam van te zjjn eene partjj, vjjandig aan godsdienst en kerk, en belust op het bevorderen van ongeloof. Hare toegevendheid betoond in do laatste Ka merzittingen tegenover de overzijde, waar deze optrad met eischen, uitsluitend in het vermeend belang van godsdienst on kerk, bewijzen, dat wanneer zjj de richting aan het Staatsbestuur zal geven, geen belemmering in de vrjjheid en den vrjjen voortgang van het kerkeljjk geloof is te vreezen. Zjj heeft het daardoor mogoljjk gemaakt, dat wjj, beljjders van den hervormden positief-christeljjken godsdienst, die langs den zelfden weg als zij het belang des vaderlands wenschen te bevorderen, met hen kunnen me dewerken, en tevens pal kunnen bljjven staan voor de eer van ons geloof, dat ons liefde voor het vaderland inboezemt en kracht tot werkén geeft.” Kfest dus: en Een onpartijdig Kiezer.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1886 | | pagina 4