tt-rtoflÉi,
allen staande en liggende in dq gemeenten
gouda
openbare verkoopixg
N”. 888.
BOUWMANSWONINGEK
Isaak Ketjser,
Mans- en Jongens
Kleedingstnkken,
die tot spotprijzen worden uitverkocht.
BUITEN!
NAGÉKOMEN ADVÉRTENTIÉN.
TE GOVÜA,
ten overstaan van den Notaris
G. C. Fortuijn Droogleever,
«OU
omstreeks 35 Hectaren
uitmuntend
Mr. A. J. Roost,
Officier van Justitie te Rotterdam,
Mr. J. Fortuijn Droogleever,
Advocaat te Gouda.
SCI
I
ivertuiging
•evolutionaii
11 Juni 1886.
Snelpersdruk 8. \V. N. VAN NOOTEN.
Lopikerstraat, Schoonhoven,
maakt zijn geëerde begunstigers in Schoon
hoven en Omstreken bekend dat bij hem
nog voorhanden is eene partij
Deze Courant w
Prijs: voor Schoonhov
door het geheele rijl
Boekhandelaren, Postc
tex'*-- BURGEMEESTER en WET-
HOUDERS van Schoonhoven
geven, ingevolge art. 23 der Verordening
voor de Openbare Scholen voor GEWOON
LAGER- on HERHALINGS-ONDERWUS,
bij deze aan Ouders of' die hen vervangen
kennis, dat op Woensdag 16 Juni a. s.
des namiddags van 1 tot 2 urenop het
Gemeentehuis zitting zal worden gehouden
tot het ontvangen van aangifte van N1EU WE
LEERLINGEN, die, na later af te leggen
admissie-examenop de School der derde
soort (Hoofdonderwijzer G. H.WESTBROEK)
wenschen geplaatst to worden.
Schoonhoven, 7 Juni 1886.
Burgemeester on Wethouders voornoemd,
Do Burgemeester,
S. P. II. NOORDENDORP.
Do Secretaris,
H. G. GEELHOED.
Overzich
Niemand had zeker 1
dat het drama, waarvai
van het jongste overzicht
vermelddenzoo spoedig
zou eindigen. Koning
Beieren is niet meer; li
moord. Vooraf onderrich
commissie, die hem het l
brengen van het besluit
een regentschap in te st<
niet alleen haar te on
zelfs de leden dier commis
Ministershoogwaardigh
neeskundigen enz. gevan
boeid voor zich brengen,
gerende het besluit tot
regentschap te ondertei
goedgezinde ambtenaren
Konings, gelukte het o
deputatie uit hun minde
■tand te midden eener b
paleiswacht, die met 1;
Koning gehecht was, I
bleef nu niets anders o'
te doen datgene, waart
medewerking weigerde
Luitpold werd tot regei
vies eener commissie v
die verklaarde, dat de
mogens gekrenkt en vc
iaar ongeschikt was on
zen, opgeroepen door de kiesvereeniging
Burgerplicht”, traden de liberale candida
ten, de hh. Mr. A. J. Roest en Mr. Fortuijn
Droogleever, op tot nadere ontwikkeling
van hunne politieke denkwijze. Laatstge
noemde sprak het eerst en behandelde voor
namelijk het punt van het onderwijs, ter-
,wijl de heer Roest vervolgens de verhouding
besprak van de staatkundige partijen op
dit oogenblik.
De vergadering word gepraesideerd door
den heer J. M. Noothoven van Goor, voor
zitter van Burgerplicht”, die de bijeen
komst sloot met een krachtig woord tot
opwekking aan de kiezers, om den liberalen
candidaten de overwinning te verzekeren.
t Spr. schetste met een enkel woord den ernst
van het oogenblik. Wordt de rechterzijde
in de Tweede Kamer meerderheid, de Grond
wetsherziening loopt groot gevaar en daar
mede tevens eene nadere regeling der troons
opvolging, die in alle opzichten toch zoo
noodig is. Spr. hoopte, dat uit het resuk*
taat der verkiezing op 15 Juni zou blijken,
hoezeer men ook in het district Gouda over
tuigd is van do grooto belangen, die op
hot spel staan 1
♦AMMERSTOL, 11 Juni. Bij de aanbe
steding, op Dinsdag 1.1., van dijkwerken ten
behoeve Schielands hoogen zeedijk, is de
heer C. Zanen' Hz. alhier aannemer gewor
den van het leggen eener stoenglooiing on
der de gemeente Moordrecht en Kralingen
voor de som van f1748; niettegenstaande
de heer W. ’t Hoen van Alblasserdam laagste
inschrijver was.
De heer D. v. d. Dool heeft Zaterdag
I. 1. bij de verpachting van wege de gemeente
van het grasgowas der Capollolaan deze
gepacht voor de som van f 12.
•HAASTRECHT, 12 Juni. De reke
ning van den polder Klein-Keulevaart over
het dienstjaar 1885 bedraagt aan ontvang
sten f447,20| on aan uitgaven f397,10,
derhalve een batig saldo van f 50,10j.
Op do gisteren gehouden paarden
markt alhier waren 30 stuks aanwezig.
De handel was zeer flauw.
OPGAAF van brieven, gedurende de maand
Maart uit Schoonhoven verzonden, ge
adresseerd aan onbekenden, welke aan het
postkantoor kunnen worden gereclameerd.
1. Teunis De Pater, Blokland.
2. Boterfabrikant, Nijmegen.
3. Vaandrager, Vlaardingen.
4. Mej. D. Muller, Amsterdam.
5. J. De Jong Dz., Berg-Ambacht.
6. Hannes Van Es, Willige-Langerak.
7. Cornelia Van Klaveren, Schoonhoven.
8. Mr. George Westerink, New-York.
9. Johannes Ambrink, Curasao.
Verzonden van Berg-Ambacht
10. Pieter Boom, Lopik,
Verzonden
II. A. H. Kuik,
jaar ongeschikt
te oefenen.
Eenmaal zoover, gek
’s Konings lijfarts Z.
zich in het onvermijdeli
zijn verblijf te Hohenscl
eener bevolking, die he
zelfzucht want de
zijn weldoen zoo onverf
afgodisch liefhad, te vi
kasteel te Berg, waar i
om een lijder als hij v
te verzorgen. Terwijl
dat zich alles ten goed
het voorval plaats wi
doelden. Op een wand
waarbij de Koning, op
door zijn lijfarts vergezt
zich in het meer en
metgezel, die hem zo<
trachten terug te hoi
den dood. Te vergeeft
het lange nitblyven i
totdat men de wantlelai
meer drjjvende vond, d<
gedoofde levensgeesten
middernacht den 12. dez
leden. De indrukken d(
plaats des ongelukszo<
dingen aan het hoofd v
den aan dat eene lange
voorafgegaan. Zoo I
leven van Koning Li
die zich door zijne zt
en zeldzaam verkwist
gen tijd berucht inaa
in 1864 de regeerinj
liefde, het af breken
eene jonge’ ham verin
innig lief had, schrijf
zaak van zijn lijden t
genaardige levenswijs
verergeren kon. Tool
een groot beminnaar
schap en onder de
zijn er velen die hem
Algemeen en opred
ken kan, de rouw
Beiersche volk en ii
De Reichraths-kammei
komen om goed te
ring bereids heeft ver
van 12 leden is be
geering alle inlichtte
treurige zaak te ont
openbaarmaking beste
digen, die den lijkscb
verklaarden eenstemn
schedel en hersenen
en de vroegere verkl
nings toestand alleszi
verklaring is voorzeil
dan die van den vro
nings, eene verklari
heid trouwens betw
weerd wordt dat hij
opgewonden en zond
krankzinnig was,
worden dat de pro
kerij te Füssen bij U
slag is genomen, en
een zijner secretarï
verstandige bewoorj
zijn krankzinnighel
beroep doet op zijn
ja op geheel Duitse
zetten tegen de ei;
van regeering en gi
op zijde willen zette
Engeland's Konii
Gladstone’s advies
ding vereenigd en
het lersche vraagt
doen. °P verschi
zij dit reeds tracht
vuistrecht. Te Be
andere plaatsen, ,n
volkskarakter, in strjjd met den godsdienstzin,
welke een sieraad is van ons volk, in strijd
met het huisgezin.
Maar dat is zoo nietwaar is het bewijs
dat in de openbare school de godsdienstzin
onder den domper moet worden gestopt,
dat men niet mag hooren dat God onze
Vader wordt genoemd? Het tegendeel is
waar, ik heb daarvoor slechts te denken
aan een boekje met versjes dat o. a. in
Gouda op de openbare school wordt ge
bruikt, waarin wordt gesproken van bidden;
waar het kind aan de moeder vraagt wat
zij doet, als zij des morgens geknield ligt,
waarom, vader ’s middags de pet afneemt
en er in kijkt vóór hij gaat eten. Neen,
de godsdienst vindt geen bezwaar, de open
bare school, is niet ongodsdienstig, niet
godsdienstloos, maar zij weert het onder
scheid tusschen de verschillende gezinten,
zij weert de verkondiging der leerstellingen
doch leert alleen wat waar en edel is.
De openbare school heeft echter in den
laatsten tijd eenigszins hare reputatie ver
loren, niet door de onderwijzers, maar om
dat de uitvoering der onderwijswet van 1878
niet was in den geest van ons volkdoor
het onkundig ingrijpen der regeering in de
taak der gemeentebesturen groote kosten
zijn veroorzaakt, die vermeden hadden kun
nen worden.
Spreker staat vervolgens stil bij de wij
ziging die eerst door de tegenpartij werd
verlangd om er vervolgens op te wyzen dat
naar mate de liberale partij toegaf, hare
eischen steeds hooger werden, zoodat men
op het laatst niet eens tevreden was met
de bepaling dat het aan den gewonen wet
gever zou worden overgelaten of het open
bare of het bijzonder onderwijs hoofdzaak
zou zijn, maar nu bepaald verlangde dat
in de grondwet het bijzonder onderwijs als
?egel en het openbaar onderwijs als aan
vulling zou worden aangenomen. De staat
zou dus voor het openbaar onderwys zor
gen daar waar men geen bijzondere scholen
kan oprichtenevenals de verzorging van
die armen, welke noch door eenig kerkge
nootschap noch door gemeente of provin
ciaal armbestuur kunnen worden verzorgd.
Men eischte echter nog meerwas men
aanvankelijk afkeerig van alle subsidie,
than» geen mogelijkheid maar recht daarop.
„Wat krijgen wij dan vervolgt spreker,
„een macht schooltjes, ieder naar zijn eigen
zin en dan is er geen eerbiediging meer
van alle godsdienstige begrippen, maar is
datgene grondslag, Avat iedere gezinte
onderscheidt.” Spreker acht dien toestand
in de praktijk onmogelijk. Hij herinnert
verder aan het voorstel De Brauw van 1868
betreffende restitutie-stelsel, waarvan Wjjlen
Groen niet veel goeds voor de anti-revolutio-
nairen verwachtte, schetst nog nader den on
wil der tegenpartij om tot eene oplossing van
den schoolstrijd te komen, omdat dan de
sappen verslonden zijn van den boom, dien
zij voortdurend hebben gekweekt. Spreker
eindigt met de hoop, door het door hem
gegeven overaicht de overtuiging te hebben
geschonken dat de handhaving der open
bare school is in het belang van het ge
heele Nederlandsche Volk en met do ver
zekering dat door de afvaardiging van
mannen, die daarvoor zullen strijdenook de
vrijheid op ieder gebied blyft gehandhaafd.
Luide toejuichingen vielen ook dezen
spreker ten deel.
De voorzitter hoopt in die luide bijvals
betuigingen het bewijs te zien dat de meet
ning der beide heeren door velen wordt
gedeeld.
Hij zegt hun dank VoÖr de moeite, die
zy zich hebbön gegeven, om den kiezers
met hunne ideën nader bekend te maken;
hij hoopt dat daaruit veel goeds zal mogöti
voortvloeien en sluit) na ëene krachtige
aansporing om töch vooral met opgewekt
heid don grooten strijd te aanvaarden tegen
de partij, die, wordt zij meerderheid, het
land ten gronde zal richten, deze van be
langstelling in den politieken toestand van
ons land getuigende vergadering.
Ook deze bezielende opwekking werd
luide toegejuicht.
Onze gemeente leed Zondag
een gevoelig verlies, door het overlijden
van een geacht ingezetene, den heer
WILLEM KOOIMAN Jz. Na eene ziekte,
die hem slechts weinige dagen aan het ziek
bed bond, werd hij op 66jarigen leeftijd
ontrukt aan zijn talrijk gezin en aan de
maatschappij.
In velerlei opzicht heeft do heer Kooi
man zich jegens de gemeente verdienstelijk
gemaakt. Gedurende velejaren bekleedde
hij de betrekkingen van regent van het
gereformeerden weeshuis, lid der instelling
tot uitdeeling vop warme spijs en brand
stof, lid der commissie van toezicht op het
lager onderwijs en lid van het college van
brandmeesters, van welke corporatie hij ge
durende de laatste dertien jaren het voor
zitterschap waarnam.
Vriendelijk en welwillend inden omgang,
had de heer Kooiman steeds een open oog
en oor voor al wat goed en edel is, en
toonde zich in menig opzicht vriend van
waren vooruitgang.
Geen wonder, dat eene grooto menigte
zich Woensdag-middag bevond op de be-
graafplaats en langs den weg, dien do treu
rige stoet volgde, toen het stoffelijk over
blijfsel ter laatste rustplaats werd geleid.
Een achttal prachtige kransen bedekten do
lijkbaar, die door eene groote schare familie
en vrienden gevolgd werd, terwijl het col
lege van brandmeesters zich bij den stoet
had aangesloten.
Toen de lijkkist in de groeve was ne-
dergelaten, nam de heer S. P. H. Noor
dendorp het woord on schetste in welspre
kende taal hoezeer de heer Kooiman zich
verdienstelijk had gemaakt jegens do ge
meente, om daarna de aanwezige zonen
des overledenen op te wekken steeds ten
steun te wezen hunner bedroefde moeder.
De heer A. Van Scherpenzeel sprak daarna,
namens de familie, een hartelijk woord van
dank tot allen, voor de belangstelling en
don steun, tijdens de ziekte en bij het
overlijden zyns zwagers, en voor de eer,
dien afgestorvene bij deze droeve plech
tigheid bewezen.
En zoo telt Schoonhoven weder een ge
acht ingezetene in haar midden minder.
Zijne nagedachtenis zal ongetwijfeld langen
tijd in eere blijven voortlevon!
Vervolg der Nieuwstijdingen.
GOUDA, 11 Juni. In eene gisteren
avond alhier gehouden bijeenkomst vankie-
indien de grondwet daarin niet duidelijk
heeft voorzien?
Wat dunkt u van die mannen, welke
hun eisch tot wijziging van het hoofdstuk
onderwijs niet willen losmaken van de zoo
dringend noodige regeling der kiesbevoegd
heid en regeling van het belastingstelsel?
Regeling der kiesbevoegdheid, niet om al
gemeen stemrecht te Vferkrygen, maar toch
om het aantal kiezers eene groote uitbrei
ding te geven. Vergeljjkt men tegenwoor
dig wie kiezer is en wie niet, dan komt men
tot de overtuiging dat door de tegenwoor
dige regeling van het kiesrecht velen het
kiesrecht wordt onthouden, die het dienden
te bezitten. Door uitbreiding van het kies
recht zal men eene vertegenwoordiging krij
gen op de hoogte van de nooden en be
hoeften van het volk, omdat zij meer dan
nu zal zijn de vertegenwoordiging van dat
volk zelf.
Geen algemeen stemrecht en dus niet aan
lieden, die voor zioh zelven niet weten wat
zij noodig hebben, laat staan voor anderen.
En die regeling, zij wordt, wij zien het
met verbazing, met leedwezen, door de
helft der vertegenwoordiging tegengehou
den, door het dwarsboomen van de voor
stellen tot grondwetsherziening.
Laten wij toch geen oog sluiten voor de
gevaren die uit dezen onwil voor ons va
derland kunnen ontstaan. Ik wil u in her
innering brengen een woord van den groo
ten Thorbecke van voor bijna een halve
eeuw, dat ook voor heden van toepassing
is, namelijk dat van onderlinge verdeeld
heid bij een klein volk met een zwak poli-
tisch gestel alles te duchten is, indien wij
het gevaar niet afwenden.
Wat moeten wij denken van dat deel der
vertegenwoordiging, dat, de ziekte kennend,
tooh de genezing niet wil?
Wij staan tegenover die groep, niet in
haar godsdienstzin, geen ongeloof en on
verschilligheid is ons doel, immers zij zijn
niet vereenigbaar met den eerbied, die, de
liberale partij voor alle gezinten ondubbel
zinnig heeft getoond, en niettemin worden
haar door mannen die ’t beter weten, althans
moesten weten, insinuatiën van ongeloof
en onverschilligheid naar het hoofd geslin
gerd. Do liberalen zijn geen vijanden van
den godsdienst, maar zij achten haar geen
zaak van uiterlijk vertoon, doch eene zaak
van het hart en van ons leven.
Onze partij geeft recht voor allen, xij
kunnen dat elkaar niet geven; Rome en
Dordt kunnen niet samengaan indien zy eens
de meerderheid in de Kamer verkrijgen,
er zullen tusschen hen nog bitterder twis
ten ontstaan dan nu het dwarsboomen der
regeering teweegbrengt.
Den Katholieken alleen is het zedelijk on
mogelijk te regeeren en zeggen zij „non pos-
8umus”, wij kunnen niet, dan is zulks nog
aan te nemen, doch indien dit „non po»-
snmus” ook door de anti-revolutionairen
gebezigd wordt, dan zeggen wjtygij kunt niet
omdat gij niet verkiest, zoo te regeeren als
het volk recht heeft geregeerd te worden.”
Wat dunkt u van het woord van Lohman
„indien gij onze eischen verwerpt, groeien
wijof wij bloeien, betwijfelen wij.” Wat
is uit groeien anders te verstaan dan de
meerderheid te zullen verkrijgen Meer is
niet noodig, toegeven doen zy niet, al zou
ook hun politiek het land ten verderve
voeren. Veeleer zal dan ook de meest
godsdienstige zijn steun geven om de libe
rale partij te versterken, die het welzijn
van het geheele vaderland beoogt en die
vrede en rust waarborgt, dan aan de andere
partij, wier drijven ongetwijfeld moet uit-
loopen op burgertwist en godsdiensthaat.
Dat er reeds zoo gedacht wordt, bewyst het
woord dat nit Utrecht tot on» gesproken
wordt door de heeren Gunning c. s., man
nen die op godsdienstig gebied de anti
revolutionaire partij met hart en ziel toe-
behooren.
(Hier volgen twee volzinnen uit het ma
nifest dier Utrechtsche heeren, dat in zijn
geheel in dit blad is op genomen
Spreker eindigt met de woordenWaar
gaan we heenindiep mannen onder
de beste burgers van ons vaderland mee
doen aan dit gruwsaam spel indien nog
langer de nacht moet aanhoudendie door
het onzedelyk verbond van Rome en Dordt
over ons lieve vaderland is gekomen
Op dan, gij goedgezinden opdat uit dien
droevigen nacht een betere dag koine. Moge
die betere dag zich niet lang late wachten I
Deze rede die met onverdeelde aandacht
werd gevolgdwerd herhaalde malen luide
toegejuicht.
Na eene kleine pauze neemt vervolgens
de heer Mr. J. Fortuijn Droogleever, advocaat
te Goudabet woord en zegt ongeveer het
volgende
Mijne Heeren
Nadat mijn ^geacht medecandidaat u op
zulk eene uitstekende wjjze zijne meening
omtrent de aan do orde zijnde hoogst
gewichtige vraagstukken van het oogenblik
heeft kenbaar gemaakt, welke meening door
mij ten volle wordt gedeeld, wensch ik my
meer speciaal te bepalen by enkele opmer
kingen ontrent het onderwijs. De politieke
strijd toch wordt thans meer dan ooit be
paald bij de vraag: Zal de openbare of de
bjjzondere school de school van Nederland
zyn P Om die vraag te kunnen beantwoorden
is het noodig, dat wij nagaan artikel 194
der grondwetdat het onderwijs, in Neder
land vrjj laatbehoudens waarborg voor de
zedelijkheid en bekwaamheid der ouderwij
zers, en dat het gegeven wordt met eerbie
diging van ieders godsdienstige begrippen.
Ik kan mjj voorstellendat er mannen
zijn die voor den tegenwoordigen tijd be
zwaar hebben tegen de redactie van 1848
en ik zou daarom geneigd zijn daaromtrent
aan de tegenpartij eenige concessie te doen.
Men behoeft zich immers ook niet zoo zeer
vast te houden aan de letter. Maar wat heeft
men eigenlijk tegen dat artikel „dat het on
derwijs vrij is”, daar heeft niemand bezwaar
tegen, de eisch van bekwaamheid is wel niet
van harte, doch deze zal toch wel niet kunnen
worden atgewezen, maar de strijd loopt
hoofdzakelyk over de godsdienstige begrippen
en tegen het woord overal.
Men geeft nu aan dat artikel eene uit
legging geheel in strjjd met de bedoeling,
die er aan gegeven wordt.
Indien hot waar was dat de openbare
school was eene godsdienstloozo, ongods
dienstige school, als hoedanig zij door som
migen wordt gebrandmerkt, dan ware het
beter dat wij de openbare school afbraken,
omdat zij dan zou zjjn in strijd mot ons
van Groot-Ammers
Hendrik-Ido-Ambacht.
Verzonden van Streefkerk:
12. C. Kooy, Rotterdam.
CORRESPONDENTIE.
Wy ontvingen verschillende stukken ter
plaatsing betreffende de aanstaande verkie
zing, doch maken den geachten inzenders
opmerkzaam, dat slechts die artikelen over
dat onderwerp kunnen worden opgenomen,
die met den naam dos inzenders zijn on-
derteekend. Redactie.
STADSNIEUWS.
Schoonhoven, 11 Juni.
De eerste luitenant der ar
tillerie J. E. Ranneft, van de instructie-
compagnie alhier, neemt deel aan den 2en
cursus in de legerplaats bij Oldenbroek, die
Donderdag is aangevangen.
In de Dinsdag gehouden
raadsvergadering ia o. a. ingekomen eene
missive van den heer W. C. J. v. d. Grijp
waarbij deze bedankt voor de benoeming tot
lid der PI. Gezondheidi-Commissie alhier.
Voorts werd besloten
1°. aan den heer G. Stigter te vergunnen
de Botersloot te bevaren met een stoom
bootje
2°. aan M. G. Blauw, kweekeling op de
achool lste soort, eene gratificatie te ver-
leenen van f25.
3‘. aan mejuffrouw W. S. G. Hesse, op ver
zoek, tegen 1 Augustus a. s. een eervol ont
slag te verleenen als onderwyzeres op de
school 1ste soort.
Woensdag-middag, naafloop
der zitting van strafzaken, richtte de heer
kantonrechter alhier een woord van geluk-
wensching tot den heer Mr. Joh. P. Van
Onteren, ambtenaar van het O. M. bij dit
kantongerecht, thans benoemd tot substituut-
griffier by de rechtbank te Rotterdam.
Z E.A. betreurde het nu reeds afscheid
van hem te moeten nemen, want hoewel
de kennismaking tusschen hen nog kort
was, toch was het reeds lang genoeg om
te verwachten dat de samenwerking tus
schen hen beiden zeer gewenscht zoude zijn.
Hij wenschte hem geluk met de eervolle
onderscheiding, te meer daar die nieuwe
betrekking hem van hooger hand was aan
geboden, en de werkzaamheden bij de
rechtbank met de invoering van het nieuwe
strafwetboek veel gewichtiger zullen zyn.
Deze toespraak werd door den ambtenaar
op even hartelijke wyze beantwoord.
Gisteron-avond had in het hótel
„Van Zessen”, van den heer F. Tieter Jr. al
hier, de door de kiesvereeniging „Krimpe-
nerwaard” uitgeschreven vergadering plaats,
waarin de door deze vereeniging gestelde
candidaten voor het lidmaatschap der Tweede
Kamer hunne politieke denkbeelden zouden
ontwikkelen.
Daar de toegang tot deze vergadering
voor alle meerderjarige belangstellenden was
opengesteld, werd zij door een groot aantal
personen, waaronder ongeveer een veertig
tal uit de omliggende gemeenten in ons
district, bygewoond en deed ook een drietal
dames door hare tegenwoordigheid van
belangstelling in de voor ons land zoo ge
wichtige politieke aangelegenheden blijken.
De voorzitter der kiesvereeniging, de heer
M. Bóogaerdt Bernzn., ongeveer te 7{ uren
de vergadering openende, begon met er op
te wyzen, dat toen in de laatst gehouden ver
gadering de heeren Mr. A. J. Roest en Mr. J.
Fortujjn Droogleever tot candidaten voor
de a. s. verkiezing werden geproclameerd,
er in den boezem der vergadering stemmen
opgingen die het niet ondienstig zouden
achten, indien de leden in de gelegenheid
werden gesteld met de candidaten en hunne
zienswyzen op politiek gebied nader kennis
te maken. Hoewel nu daarvan geen be
paald voorstel werd gemaakt, meende het
bestuur niettemin in den geest der leden
en in het belang der zaak te handelen door
genoemde heeren uit te noodigen tot ons
te komen, om ons met hunne denkwyze op
politiek gebied nader bekend te maken.
Hunne tegenwoordigheid thans was het
bewys, dat zij welwillend aan deze uitnoo-
diging hadden gevolg gegeven.
Het deed spreker genoegen dat zulk een
aanzienlyk aantal invloedryke kiezers was
opgekomen, het was hem aangenaam allen
welkom te heeten. Van hem kon niet ver
wacht worden dat hij den politieken toe
stand des lands zou schilderen, dit zou,
daar waar zoovele eminente mannen in
dagbladen en brochures zulks hadden ge
daan, slechts eene gebrekkige herhaling
zijn. Hij achtte echter den toestand ernstig,
zóó ernstig, dat indien onke tegenstanders
bjj de a. s. verkiezing de zege behalen, hij
met zorg de toekomst tegemoet zag; hij
hoopte daarom dat de liberale partij, vast
aaneengesloten, al hare krachten by den
aanstaanden strijd zoude ontwikkelen, ten
einde daardoor te kunnen afvaardigen man
nen, wars van alle partygeknoei on die
niet de belangen van enkelen, doch die van
bet gansche Nederlandsche volk zullen
behartigen, mannen die reeds in het bezit
zyn onzer sympathie, welke ongetwyfeld
heden avond nog versterkt zou worden.
(Toejuichingen.)
Daarop nam de heer Mr. A. J. Roest, Officier
van Justitie bij de arrondissements-recht-
bank te Rotterdam, het woord. Zijn eersto
woord moest zijn een woord van dank, ook
namens zyn mede-candidaataan de ver
eeniging, dat zy wel hunnen naam in haar
vaandel heeft willen schry ven in den strijd,
dien wy tegemoet gaan.
Volgens spreker dachten wij hoogst waar-
schynlyk byna allen in deze dagen over
dezelfde zaak, denzelfden stryd, doch niet
op dezelfde wys; was het moeilyk thans
nog iets nieuws te hooren, men kon toch
behoefte gevoelen eens met elkaar hardop
to denken. Hij wenschte in algemeeno
trekken de confessioneelo groepen in
haar politiek na te gaan; waarom zouden
wij het niet onverholen zeggen, waarom
moeten gissenhet valt echter moeilyk
zeker te weten welke hun politiek is. Toen
toch nadat door twee mannen hunner partij
hare eischen waren kenbaar gemaakt en
daarop in de laatste weken van liberale
zijde een voorstel werd gedaan in dien
geest, men werkelyk hun politiek meende
te zullen leeren kennen, zagen wy slechts
een schim.
Wy weten wat wy willen, wy willen
recht voor allen, voor alle gezintenvoor
idle overtuigingen en wij behoeven ons
niet te schamen dat uit te spreken.
Wat hebben wy er van te denken indien
in onze vertegenwoordiging de helft dor
leden zich onttrekt aan de gewichtigste
dingen, als grondwetsherziening, vooral
betreffende troonopvolging, met het oog op
onze dynastie welke vermaagschapt is aan
een aantal vreemde hoven, op ons zeer klein
Vorstelyk Huis, dat een regentschap zou
kunnen mogelyk maken en op het feit dat
gedurende een regentschap de grondwet
niet gewijzigd mag worden, hetgeen onver-
mydelyk tengevolge zoude hebben dat ons
een vreemde vorst zou worden opgedrongen,
(door sterfgeval)
gons to Elf uren, in
het Koffiehuis „HARMONIE” aan de Markt
te ‘Gouda, van
VIJF
met
en
WADDINXVEEN,
en wel: een aan de Karnemelksloot te
Gouda, wyk R, No. 395;
drie in den Broekweg te Goada, wijk T,
Nos. 12, 13 en 14;
en een in den Broekweg te Waddinxveen,
wyk D, No. 305.
Voorts: een ruim tot BOUWM A NS WO
NING ingericht WOONHUIS en ERVEN,
aan den Kattonsingel te Gouda, wijk O.
No. 97.
En TWEE HUIZEN en ERVEN, aan de
Karnemelksloot te Gouda wijk R, Nos. 496
en 497.
Nadere inlichtingen en boekjes, waarin
de beschrijving, ligging en grootte der per-
ceelen vermeld zynzyn 14 dagen vóór
den dag der veiling ten kantore van voor
noemden Notaris FORTUIJN DROOG
LEEVER te verkrijgen.
Aan
de Orthodox-Protestantsche Kie
zers in het Kiesdistrict Gouda.
Gij allen ontvingt heden het strooibillet
van de Anti-Revolutionairen in uw district.
De heilige naam van God en van Jezus
wordt hierin misbruikt, om de grofste on
waarheden uit te spreken,
Ziet hier echter als tegenhanger eene
raadgeving, die een belijder van den Her
vormden positief-christelijken Godsdienst,
de Heer A. F. VAN LIJNDEN te ’s Hage,
aan zijne mede-christenen geeft („Vader
land” 10 Juni):
„Wat is, bij de aanst. verkiezing van leden
van de Tweede Kamer der Staten-Qeneraal,
de taak van belijders van den Hervormden po-
sitief-cbristeljjken godsdienst, wier politieke
overtuiging in strjjd is met die hunner anti
revolutionaire of clericale mede-christenen
Deze vraag verdient ernstige overweging. Zeer
velen zijn er, wier gedragslijn door het ant
woord op die vraag bepaald wordt. En het
lot des vaderlands hangt aan een klein aantal
stemmen.
De vraag is zeker niet nieuw. Menigeen
zal fluks het antwoord geven: zjjt gij niet
anti-revolutionair of olerioaal, zoo zjjt gij libe
raal! Over het algemeen is dit antwoord waar.
Het woord „liberaal” is van wjjden omvang.
Maar ik bedoel de enger beperkte vraag
waarop het bjj de verkiezing aankomt kun
nen de bovenbedoelde christenen zich onvoor-
waardeljjk aansluiten bjj do tegenwoordige li-
beralspartjj, en op de candidaten dezer partjj
hun stemmen uitbrengen? Velen zjjn daarover
onzeker, en hun onzekerheid is zeer verklaar
baar. Zjj gevoelen, dat de stembusleuze„vóór
of tegen God”,’ door anti-revolutionairen of
clerioalen aan het volk voorgesteld eene on
juiste is; zjj gevoelen dat het pogen dor anti
revolutionairen, om God overeenkomstig hunne
mensoheljjke begrippen in het staatsbestuur te
doen medewerken, een ingrijpen is in den hei
ligen arbeid van God, die zich nimmer in een
staat, maar in een persoon heeft geopenbaard.
Christus werkt in onze persoonljjkheid, en waar
die persoonljjkheid aan den arbeid wordt gezet
tot het behartigen van openbare belangen, ver
biedt geen woord van Christus het huldigen
van eene liberale politiek in het belang des
vaderlands te achten.
Wie zoo denken, laten zich door de be
wering der anti-revolutionaire alleen, dat het
stemmen op een anti-revolutionair of clericaal
een dienen van God is, niet afschrikken van
het stemmen op liberalen, wanneer zjj het met
dezen ééns zjjn omtrent hqt te voeren staats
beleid. Iets anders veroorzaakt Voor hen on
zekerheid. Hoe dikwijls in het algemeen be
weerd is, dat de liberale politieke beginselen
niet in strjjd zjjn met godsdienst, wijzen de
toongevers der liberalen er niet nadrukkelijk
genoeg op, dat hunne partjj evenmin strijdt
tegen het positief-ohristeljjk geloof.
De herinnering aan de eergisteren-avond in
„Diligentia” gehouden politieke vergadering
deed mjj de pen ter hand nemen.
Daar toonde de heer De Vries aan, tot hoe
onjuiste opvatting do leus „clericaal of anti-
clericaal”, van liberale zjjde gehoord, aanlei
ding geeft, en dat het onjuist is, het streven
der liberale partjj te vereenzelvigen met een
strjjden tegen eenig godsdienstig geloof. Met
meer nadruk behoort er op te worden gewe
ien. dat ook een positief-christolijk geloof ver
eenigbaar is met liberale denkbeelden omtrent
de politieke aangelegenheden. Gaarne had ik
gezien dat de heer Goeman Borgesius in de
rede, door hem op de vergadering van eer
gisteren gehouden die overigens hare toe
juichingen volkomen verdiende, had aangetoond
hoe de liberale beginselen omtrent punten van
staatsbeleid, alsonderwijs, kiesrecht, financiön,
defensie, sociale wetgeving e. a., volkomen ver
eenigbaar zjjn mot een positief-ohristeljjk geloof.
Daarop komt het dan tooh eigenljjk meer aan,
dan op de „non possumus-politiek” der rech
terzijde, die sleohts eene enkele daad geldt,
die men k"" welke politieke be
ginselen men ook ‘böiiïdt.
De beoordeeling der anti-revolutionaire po
litiek heeft te veel de vrees voor „overheer-
sching van Rome en Dordt” de herinnering
aah „priesterheerschappij en ketterjacht” als
vörkieZingsmotief op den Toorgrond gesteld. Die
woorden doen geen christen, die in de Neder-
landsoho Hervormde Kerk pal staat voor de
vrjjheid van geloof en geweten, den schrik om
het hart slaan. Maar wel doet hem do wjjze,
waarop zulke woorden door zeker deel (niet
het beste) der liberale partij opgevat worden,
huiveren zich onvoorwaardeljjk aan de liberale
partjj aan te sluiten, ’t Meest worden zulke
woorden toegojuiohd door dat deel der liberale
partij, dat uit afkeor van een kerkeljjk geloof,
zioh schaart onder de liberale partij. Men kan
er de oogon niet voor sluiten, dat er tal van
mannen, vooral onder do jeugdigen, zjjn, die
slechts uit haat tegen het kerkeljjk geloof,
doch zonder eenig zelfstandig denkbeeld om
trent do staatkunde, zioh liberaal verklaren. 'tKqn
niet genoeg gezegd wordendat niet dezen het
karakter bezielen der liberale partjj. De libe
rale partjj is zuiverof wil men - heeft
zich althans door hare politiek der laatste
tjjden gezuiverd, van de blaam van te zjjn
eene partjj, vjjandig aan godsdienst en kerk,
en belust op het bevorderen van ongeloof.
Hare toegevendheid betoond in do laatste Ka
merzittingen tegenover de overzijde, waar deze
optrad met eischen, uitsluitend in het vermeend
belang van godsdienst on kerk, bewijzen, dat
wanneer zjj de richting aan het Staatsbestuur
zal geven, geen belemmering in de vrjjheid en
den vrjjen voortgang van het kerkeljjk geloof
is te vreezen. Zjj heeft het daardoor mogoljjk
gemaakt, dat wjj, beljjders van den hervormden
positief-christeljjken godsdienst, die langs den
zelfden weg als zij het belang des vaderlands
wenschen te bevorderen, met hen kunnen me
dewerken, en tevens pal kunnen bljjven staan
voor de eer van ons geloof, dat ons liefde
voor het vaderland inboezemt en kracht tot
werkén geeft.”
Kfest dus:
en
Een onpartijdig Kiezer.