1887.
N°. 920.
Januari.
i Oranje”,
r DEN BERGH,
its.
Zaterdag 29
Zonen,
I
1887.
Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht.
A,
BUITENLAND.
BINNENLAND.
De eerste bloesems.
ÏW1»
ELDER te Vlw-
Ti Schoonhoven,
Mr. Valliant,
Wa-
dan om de leemt*
4
gewjj-
i
deren7 vette-
chapen of lam-
3 vette runderen,
en graskalveren,
ichapen of lam
st. per half kilo,
- tot ot. per
et per half kilo,
ct
vaa Nedarhad'*
en”, beide Piano
dat er
vatten.
provincie Utrecht,
houdenraads-
j is aan het Da-
iot van f 600 ver-
f 3,50, poten
eet.
Hectoliter,
taks.
quaL f 21A 23,—
jliandsche f—
artyen.
k 1,80 wei- dito.
3
1870. 3
igchenlevens mee ge-
van de instelling
ig van
S. W. N. VAN NOO®N
Uitgaven.
liederen lijn ook
ifjes van dé Zang-
rden”, ad 3 Cts.
tot minder prijs.
sndt de Uitgever
it-ex. ter kennis-
liet Volkslied:
men gratis de
SCHOONHOVEIfSGHE COIJRAWT.
4
1854.
1860.
1864.
100.
CHTEN.
Boter: le qual.
per half kilo;
le qual. 70 ct.,
60 ot.; kalveren
90 ct.; schapen
50 ct., blies per
2} ot., 2e qual.
licht soort 19
V.
wege is
ten dat
Men moest eerst afwaehten op welke wyzt
'.istarwe f 7,75
7,25, witte dito
e f 6,00 i 6,20.
n. Prijzeniware
calfvaarzen f 120
220, vaarkoeien
sen f 80 110.
20, pinken f 40
50, 22 nuchtere
3HTEN.
pC. 21 Jan.
‘2| 75,».
3
5
-Nov. 5
■Aug. 5
-Juli. 5
-Oct 5
3
5
5
1000. 5
1000. 5
5
5
5
78}
62}
XI
13
74}
128}
108*
99}
Prijs der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels f 0,50. Iedere regel
meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco
niterlijk tot Vrjjdags-namiddags. Alle binnenlandsche Advertentiën,
voor 3 maal plaatsing opgegevenworden slechts 2 maal in
rekening gebracht.
eroep naar
Barbas Jr., te
In een beoordeeling van
inspecteurs wenschen we
geven: we
lp de weekmarkt
aas, 41 wagens,
wegende 8920
e f 21,—k 23,—
onder 2 wagens
ort f 20 23,50.
irük
F, Schoonhovsn.
Deae Courant wordt des Zaterdag-morgens uitgegeven.
Prfls: voor Schoonhoven per drie maanden f 0,70. Franco per post
door hét geheele rijk f 0,80. Men kan zich abonneeren bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
tranen. Bij vaste
loor het besloten
WAAG”,
eposito
f 50 tot f 500,
raagbaar;
f 500 tot f 1000,
opwggingi
sn f 1000, met
«gging;
an boven f1000,
n.
en omstandighe-
was geploegd,
15}
12}
88}
61}1
islj
96
94
98}
98}
98}
58}
115
109*
104}
100
95}
99
103}
110*
133
135}
128}
Overzicht
Aan een artikel van het Engelsche dag
blad de Daily Newt komt de eer of beter
gezegd de verantwoordelijkheid toe voor het
feit, dat Europa een oogenblik in rep en
roer werd gebracht, en ten gevolge daarvan
de prijzen van een aantal Staats- en andere
fondsen op de verschillende beurzen aan
zienlijk daalden.
Het blad wist nl. meds te deelen, dat
een nieuwe oorlog tusseben Frankrijk en
Dnitschland op het punt stond van uit te
breken en dat als voonpel daarvan de
Duitsche regoering aan de Fransche ophel
dering zou hebben gevraagd omtrent hare
troepen verzameling aan de grenzen. Ver
schillende geruchten en bsrichten, waarvan
sommige al eenige weken oud waren, wer
den, om aan het geheel vaarschjjniykheid
bij te zetten, nog eens sanengelijmd en als
nieuws den lichtgeloovigea lezer nogmaals
opgedischt, nl. dat Frankrijk alle paarden in
Duitschland liet opkoopen, dat hout was
besteld voor de inrichting van barakken
aan de grenzen, dat de uitvoer van paarden
verboden was enz. ent
En dit alles, terwijl, Duüschlands gezant
te Parijs rnstig in Itaiië horstel zocht' van
de gevolgen van een beenbreuk, Frankrijks
nieuwe Minister vaa Financiën, met de bud-
getcommissie aan ’t loven en bieden is, om
de behoeften van den .dienst in overeen-
stemmming te brengen met de eischen der
zuinigheid, door de commissie voorgestaan,
en Duitschlands Rijkskanselier in den Prui-
sischen Landdag nog steeds nabetrachting
houdt over de legerwetdiscussiën en zeker
niet zou nalaten op den politieken toestand
te wijzen, indien deze werkelijk zoo gewij
zigd en zoo gevaarlyk was.
Toch valt het niet te ontkennen, dat Von
Bismarck de eerste aanleiding gaf tot de
verzending van een dergelijk sensatiebericht.
Om de noodzakelijkheid van de aanneming
der 7-jarige legerbegrooting aan te toonen,
was zijn voornaamste wapen op de gevaren
te wjjzen, die van de zijde van Frankrjjk
dre'gden.
Niemand had het met die gevaren zoo
ernstig opgenomen. In Frankrjjk lachte
men er mede en beschouwde ze louter voor
’t geen ze werkeljjk waren, een middel
om de legerwet er door ie halen.
In de Engelsche pers vatte men echter
die verklaringen
op. Duitschland
1 i
al dadelijk wat ernstiger
natuurlijk uitgezonderd,
vindt de verwerping van de legerwet ner
gens zooveel afkeuring als in de Engel
sche pers.
Intusschen hebben we dit aan den schrjjver
van het sensatiebericht te danken, dat zoo
wel in Engeland als in Frankrjjk en Duitsch
land van officiëele of officieuze zijde mede-
deelingen zijn gedaan, die aantoonen, dat
geen onkel dadelijk gevaar dreigt en dat
zelfs in de Bulgaarsehe aangelegenheden
meer overeenstemming bestaat, dan voor
eenige dagen geleden bekend was.
Alle Mogendheden hebben er nl. in toe
gestemd, dat de ambassadeurs te Constan-
tinopel, tijdens de aanwezigheid aldaar der
bekende Bulgaarsehe deputatie, die Rome
verliet, zullen overleggen hoe aan den crisis
aldaar een einde zou kunnen worden gemaakt.
Allen, Engeland uitgezonderd, zijn van
oordeel, dat Regentschap en Sobranja daartoe
eerst moeten aftreden en dat dan aan de
nieuwe vertegenwoordiging de keuze van
een Vorst moet worden overgelaten. En
geland zal in deze, alleenstaande, vermoe-
deljjk wel tot toegeven genoopt worden.
Omtrent de bereidvaardigheid van Regent
schap en Sobranja, om zich naar Europa’s
wenschen te voegen, loopen verschillende
berichten, die vooral, voor zoover zij van
Engelsche zijde komen, niet zeer hoopge
vend zjjn, doch waarop ’t beste is niet
vooruit te loopen.
Italië wordt genoodzaakt eeno expeditie
naar Massoua uit te rusten, waar de Abys-
siniërs het hem lastig maken. De Keizer
van Abyssinië kan het nog maar niet ver
geten, dat Engeland Massoua aan Italië af
stond, niettegenstaande het hem beloofd was.
Z. M. heeft met ingang van 26
Januari 1887
1* aan den heer W. L. A. Gericke
■achten, I kapitein ter zee, op «yn verzoek eervol
vicht ie, I ontslag verleend als Minister van Marine
nel uitzicht, dat het onderzoek practische
resultaten zou hebben Doch* de heer Dozy
bleef een afwachtende houding aannemen.
Alleen deed hy het voorstel, zich dooreen
machine-ingenieur te doen vergezellen, om
voorgelicht te worden omtrent ventilatie-
middelen enz. Dat was niet de bedoeling
der enquête commissie; zij verlangde van
den heer inspecteur een opgaaf met aan
wijzing van die fabrieken, welke voor een
onderzoek in aanmerking zouden komen,
alleen met betrekking tot den gezondheids
toestand. De inspecteur bleef zich bepalen
tot niets doen, en beriep zich op gebrek
aan tyd, op ambtsbezigheden, op het >oom-
missoriaal zyn" der zaak.
De voorzitter vraagt verder
>Moet de commissie uit dat feit niet
deze conclusie trekken, dat gedurende de
laatste twee jalen op het gebied van fa
brieken en werkplaatsen uit een hygiënisch
oogpunt in Noord-Holland en metnamein
Amsterdam ten eenenméte allé Staatstoe*
zicht heeft ontbroken?
Antwoord: Geneeskundig Staatstoezicht
is niet uitgeoefend.
V. Het is dus mogtlijk. dat in fabrieken
en werkplaatsen in uw district, met name
te Amsterdam, ergerlyke misstanden be
staan zonder dat die aan daartoe aange
wezen regeeringsorganen ter kennis zyn
gekomen
A. Ja, wanneer er geen klachten kwa
men had er geen onderzoek plaats.
V. Uw houding was dus een volkomen
geen klachten, dan
V. Uw houding
passieve; kwamen er r
werd er ook geen onderzoek ingesteld?
Neen volstrekt niet.
Wat hebt gy dan gedaan
Dat zoolang het onderzoek achter
gebleven is alleen daaraan te wij
de zaak commissoriaal is gemaakt.
-.“t - -te
het onderzoek zou plaats hebben, teneinde
niet tweemalen hetzellde werk te doen.
V. Het is this eön feit dat het
Staatstoezicht geheel heeft ontbroken, en
dat alles wat bouwstoffen zou moeten le
veren, gelijk de wet bedoelt, bouwstoffen
die men verkrijgt door eigen waarneming
van de inspecteurs van het geneeskundig
Staatstoezicht, ten aanzien van Noord-
Holland en met name te Amsterdam, ge
heel ontbreekt?
A. Ja.
de houding des
ons niet te be-
hebben alleen met eenige uit
voerigheid zyn verklaringen vermeld, omdat
zij, naar het ons voorkomt, vry duideiyk
de ongegrondheid in het licht doen treden
van de bewering dergenen, die meenen dat
alleen het bestaan der »medische politie”
den voldoenden toestand der fabrieken, uit
het oogpunt van gezondheid, genoegzaam
waarborgt.
Nu is het uiogelyk, dat de zes ambt-
genooten van den heer Dozyin de overige
provinciën des lands, hun taak eenigszins
ruimer hebben opgevat, of meer byzonder
hun aandacht wydden aan dit deel van hun
werkkring. Ook zullen inmiddels die heeren
misschien nog gelegenheid gevonden heb
ben, eenige meerdere gegevens te verza
melen, opdat, indien ook zij straks geroe
pen mochten worden om aangaande den
toestand in hun district inlichtingen te ver
schaffen, zij beter beslagen ten ijs komen.
Doch dit alles ontneemt niets aan onze,
door het gelezene niet weinig versterkte
overtuiging, dat de aanstelling van speciale
inspecteurs over den arbeid in en de in
richting van fabrieken en werkplaatsen
die zich geheel en ai aan dat toezicht wy-
den, een zaak is van dringende noodzake
lijkheid. Industriëelen van gevestigden naam
en groote bekwaamheidwe noemen
slechts Dr. Mouton te ’s-Gravenhage, zyn
dat geheel met ons eens. De bedenkingen,
die daartegen worden opgeworpen, zyn vry
gemakkelyk te wederleggen. Eens hoorden
wij een jurist van groote vermaardheid dien
eisch ten opzichte van den kinderarbeid
bestryden met de opmerking, dat wat in
Duitschland proefhoudend was gebleken
hier te lande niet van toepassing was,
omdat wy hier hebben wat daarginds ge
mist woruteen Openbaar Ministerie, belast
met het [zelfstandig instellen van vervol
gingen bij overtreding eener wet. Doch
als zelfs die voqrtreffelyke inrichting het
kwaad nifet doet opsporen, maar eenvoudig
een aangifte of aanklacht afwacht, wat dan?
En wat ;den inspecteurs van het genees
kundig Staatstoezicht aangaat, hun taak is
te veel omvattend, dan dat men van hen
die nauwkeurigheid zou mogen verws
die hier vooral van het uiterate gewicht is,
89}
100*
64, ’,
63}
65, *,
65}
54}
101}
86
100}
100}
98}
94}
95
'p. et. 4} 93*
■7/69. 4 85}
4- 89}
i. .4
4
4
fereg.
4
4i los;
5 99}
4} 100}
6
5
Z R. 5
ig. 3
iel.
LI00. 5
5
5
5
)0. 5
aand. 5
6
8
8
3
Het slot van des voorzitters bespreking
met den heer Dozy was
>Gy zyt aan het hoofd van het geheele
Staatstoezichtgij hebt relatiën en vertak
kingen op het geheele gebiedhad het dus
niet voor de hand gelegen dat gy ons in
velerlei opzicht bij onzen moeielyken arbeid
hadt kunnen bystaan?
Maar ik zal op dit punt niet verder
doorgaan.”
Het was een voortreffelijke gedachte van
de Commissie van enquête betreffende wer
king en uitbreiding der wet van 19 Sept. 1874
(kinderarbeid), en naar (Jen toestand van
fabrieken en werkplaatsen, het resultaat
van haar eerste onderzoekingen reeds da-
delyk publiek te maken; en de vrijgevig
heid waarmede die eerste bundel getuigen-
Verhooren ter beschikking zyn gesteldver
dient warme hulde.
De voor ons liggende stukken hebben
uitsluitend betrekking op Amsterdamvan
waar tusschen 4 en 15 Januari, deze
beide datums medegerekend65 personen
van zeer onderscheiden maatschappelijken
stand voor de Commissie zijn verschenen
om verklaringen af te leggen. Het onder
zoek naar de Amsterdamsche toestanden
zal later hervat worden.
We spraken van reerste bloesems”van
vruchten zullen we slechts dan kunnen ge
wagen, als de wetgevende arbeid zich op
dit terrein gaat bewegen, en aan de ge
gevens door de Commissie verzameldstof
ontleent voor sociale verbeteringen. Want
dat deze alles behalve overbodig zynwordt
op menige bladzjjde van deze «tenogra-
phische verslagen boven alle bedenking
gebracht
Reeds het allereerste verhoor bevat tref
fende bijzonderheden, minder om hetgeen
er in vermeld wordt, dan uiu ue leeiutc
die er uit blykt. De heer Dr. J. P. Dozy
te Amsterdam is sedert twee jaren inspec
teur voor het geneeskundig Staatstoezicht
in Noord-Holland, na vroeger dezelfde be
trekking achtereenvolgens in Limburg en
in Zeeland te hebben vervuld. Het zyn de
door hem afgelegde verklaringen, die we
hier op het oog hebben.
Gelijk men weet is in de laatste jaren
van onderscheiden zyden de wensch uitge
sproken, dat van Staatswege, door byzonder
met die taak belaste inspecteurs, toezicht
zou gehouden worden op den toestand en
de inrichting vap fabrieken en werkplaatsen,
speciaal wat betreft de gezondheid en de
veiligheid. Wat het eerste punt aangaat,
betwisten velen de noodzakelijkheid van
speciaal toezicht; immers, men heeft in
elke provincie een geneeskundigen raad
en in het geheele land 7 inspecteurs van
het geneeskundig Staatstoezicht, zouden
die heeren niet bij machte zyn om te be
werken, dat aan de eenvoudigste en nood-
zakelykste voorschriften der hygiëne de
hand wordt gehouden?
Indien iemand nog die illusie mocht
koesteren, dan wekken wy hem op tot het
lezen van hetgeen op de 6 eerste bladzyden
van het enquête-verslag staat. Een enkelen
greep rekenen wy ons verplicht te doen.
De vraag des voorzitters, welke fabrieken,
inzonderheid te Amsterdam, naar de mee-
ning van den heer Dozy, het meest in aan
merking komen voor het doel der enquête,
wordt beantwoordt met het verhaal, dat
in den geneeskundigen raad een voorstel
is gedaan om een onderzoek in te stellen
naar alle fabrieken en werkplaatsen in Ne
derland. Dit voorstel is in handen van een
commissie gesteld, waarvan het gevolg is
geweest, dat besloten werd om het onder
zoek te beperken tot die fabrieken, waar
met kwikzilver en lood gewerkt wordt.
Vooraf was aan een commissie opgedragen,
een schema voor het ondeizoek vast te
stellen. De zaak was alzoo commissoriaal
gemaakt, een in Nederland en elders zeer
gebruikelijke vorm, om iets op de lange
baan te schuiven.
In afwachting van het rapport der com
missie, heeft Dr. Dozy, gebruik makende
van zyn positie en van zyn bevoegdheid,
op eigen gezag te Amsterdam, waar uit
den aard der zaak de fabrieks-nyverheid
den meeaten om vang heeft,-wat ge
daan? We zullen even hooren.
Vraag. Welke fabrieken hebt ge nu dit
jaar en het vorige te Amsterdam bezocht?
Antwoord, Nog geen een.
Vt Geen enkele
A. Er zyn zooveel bezigheden,
geen tyd is om alles tegelyk aan te
Als men in Amsterdam komt, begint men
niet met de fabrieken. Men heeft niet al
leen Amsterdammaar de geheele provincie
Noord-Holland, en daar zyn tal van zaken
die voortdurende aandacht verdienen. Er
moet dus gelegenheid en tyd zyn om met
dat fabrieksonderzoek aan te vangen, dat
niet de hoofdzaak is. Er moet in het oog
gehouden wordendal met de wetenschap
die wy destyds hadden, wy wisten wei te
kunnen onderzoeken en voorstellen te kun
nen doen, maar het zou de vraag zyn of
dit tot verbetering zou leiden. Dit maakte
de ambitie om te beginnen niet groot. Ik
acht anders de zaak van groot belang, en
nu de aandacht er op gevestigd is en er
kans bestaat op verbetering, op een wet,
ligt het voor de hand dat de aandacht op
de zaak gevestigd biyfL
Omstreeks twee maanden geleden, toen
de commissie van enquête in het leven was
getredenontving Dr. Dozy van haar voor
zitter het verzoek, die commissie behulp
zaam te willen zyn. Toen bestond er dus
na releveering der feiten
den waaronder het misdrgf
de bevestiging vap het vonnis.
Den verdediger vaaljtekL, Mr. VailUnt,
deed het genoegendat ijjn cliënt thans
eene volledige bekentenis had afgelegd. Hij
meende dat er termen waren tot toepassing
van art. 41b van het Wetboek van straf
recht, dat zegt: „Niet strafbaar is de
overschrijding van de grenzen van nood
zakelijke verdediging, indien zjj heten
middellijk gevolg is geweest van eene lie
vige gemoedsbeweging, door de aanranding
veroorzaakt.” Pleiter geloofde dat de om-?
standigheiddat de sneden door bekl. in
dolle woede zjja toegebracht, de hevige
gemoedsbeweging duidelyk deed kennen,
en concludeerde daarom tot ontslag van
rechtsvervolging. Mocht echter de schuld-
verklaring worden gehandhaafddan zou
z. i. niet art. 300c maar art. 300& van het
Wetb. van strafrecht van toepassing moeten
zjjn, omdat niet was geblekendat de dood
van den verslagene het gevolg was van de
daad van dezen bekl.
De uitspraak is bepaald op Vrijdag 28
Januari.
Bij den aanvang van ’s Hofs zitting werd
uitspraak gedaan in de zakenden 13den
dezer behandeld. Bevestigd werd o.a. het
vonnis der Rotterdamsche rechtbank, waarbij
een drietal jongelieden uit Lekkerkerk zjjn
veroordeeld ter zake van het omverrukken
en tegen den grond wei'pen van een tot
afsluiting dienend jjzeren hok.
In de zitting van de Arr.-
Rechtbank te Rotterdam van Dinsdag
werden o. a. de volgende personen ver
oordeeld
J. van P.beklaagd van bedelarij te
Zevenhnizen gepleegd, tot 12 dagen hech
tenis en opzending naar eon rijks werkin
richting voor den tijd van 3 jaar.
Omtrent de 14-jarige P. V., wonende
te Jaarsveld, die een meisje haar bloed
koralen halskettinkje met gouden slootje
had waahthanh
dat zij daarbjj had gehandeld zondqr oor
deel des onderscheidszij ontsloeg haar
mitsdien van alle rechtsvervolging, dooh
gelastte hare plaatsing in een rijks-opvoe-
dingsgesticht tot 11 Maart 1890.
Vervolgens stonden o. a. terecht:
P. H., oud 27 jaren, arbeider, wonende
te Zevenhuizen, beklaagd van beleediging
van den rjjks-veldwachter Doeleman, al
daar. Eisch 4 dagen gevangenisstraf.
E. H.oud 17 jaren, winkelbediende te
Gouda, beklaagd van in den nacht van
16 op 17 December te Gouda, Victor An-
dr lessens met wien hy woorden-wisseling
had, met een mes in den buik en in den
arm te hebben gestoken.
De beklaagde bekende het feit in dron
kenschap gepleegd te hebben. Eisch 14
dagen gevangenisstraf.
Uitspraak over 8 dagen.
Van de hand van mejuffrouw
Helene Mercier, zag dezer dagen een belang
rijk geschrift het licht over „Arbeiderswonin
gen”, geïllustreerd met vele afbeeldingen.
In dit omvangrijke werk van ruim 15
vellen druksheeft de bekwame schrijfster
vele lezenswaardige bijzonderheden, zoowel
uit het buitenland als binnenlandopgetee-
kend en is daarin tot de slotsom gekomen
dat het tehuis van den fabrieks-arbeider
evenals dat van onzen vierden stand, in
onze groo e koopsteden, nog veel te wen
schen overlaat.
Ook de coöperatieve bouwvereenigingen
hier te lande worden mede breedvoerig
in dit geschrift besproken. „Bjj ons in
Nederland, aldus eindigt de schrijfster haar
slotwoord, „is het familieleven hoog in
eere. Maar wat baat ons onze liefde tot
het huisgezin, indien in den schoot van
dat' gezin niet de krachten en deugden
kunnen ontluiken, die een volk verheffen
en tot ontwikkeling brengen.”
Wij koesteren den' wensch, dat dit in
alle opzichten lezenswaardig geschrift iets
moge bijdragen om in de behoeften van
goede arbeiders-woningen te voorzien.
De uitgever H. D. Tjeenk Willink, te
Haarlem heeft dit werkje door den bil
ly ken prijs binnen, elks bereik gesteld.
De inteekenlijst bij de ingeze
tenen te Giesendam tot eene buitengewone
uitdeeling aan de behoeftigen heeft ruim
f800 opgebracht.
De gemeenteraad van Woerdon
heeft besloten, met 1 Mei a. s. eervol te
ontslaan het personeel dor openbare lagere
kostelooze school, nl. de hh. J. B. Crom-
jongh, hoofd der school, C. De JongCzn.,
onderwijzer, en mejuffrouw M. Mul, onder
wijzeres, terwijl met dien datum tevens zal
ophouden de subsidie, tot heden verleend
aan mejuffrouw D. O. Snijders, hoofd eener
meisjesschool voor m. u. 1. onderwijs. Dit
besluit is genomen met het oog op het
met 1 Mei m dienst nemen van eene nieuwe
school, terwjjl reeds vroeger besloten was
tot opheffing der openbare lagere kostelooze
school.
Aangenomen het beroi
Heukelum door Ds. J. A.
Aoquoy (cl. Zalt-Bommel).
omdat er zooveel mens
moeid zyn. Men duels
der inspecteurs schen-Qng van fabrieks- o
geheimen, rtaar -die rallen Itoi Minister van Mariue benoemd den
door hun ambtseed gebonden zyn, niets
aan anderen mede te deelen van hetgeen
toevallig omtrent de nijverheid zelve ter
hunner kennis is gekomen? Er is, naar
wy geloovenslechts ëéri groot bezwaar
die inspecteurs van den arbeid zullen moe
ten zyn menschen van zeer i.itgebrflide
kennis, en van niet minder tact, om door
hun bezadigd en deskundig optreden èn
werkgevers, èn werklieden vertrouwëh in
te boezemen. Maar zouden zoodanige man
nen in Nederland niet te vinden zyn?
K0-
met dankbetuiging voor de vele en gewich
tige dienstendoor hem in die betrekking
aan den Koning en aan den lande bewezen
heer F. C. Trompte ’s Gravenhage.
Ged. Staten van Zuid-Holland
hebben, ter bepaling van het aandeel in
de lichting dezes jaars voor de nationale
militie, o. a. de navolgende gemeenten sa
mengevoegd: Rietveld met Barwoutswaar-
der; Papekop en Lange Ruige Weide met
HekendorpLeerbroek metNieuwlandTien-
hoven met Ameide, en de bij elke samen
voeging de laatstgenoemde gemeente aan
gewezen als de hoofdgemeente.
Krachtens de zegelwet van 31
December 1885 kunnen, tegen storting van
de helft van het verschuldigde rechtnog
tot 1 Maart a. s. effecten ter zegeliug wor
den aangeboden aan alle kantoren van het
recht van zegel. Men denke hieraanom
dat na dien tijd het volle recht moet be
taald worden^
Aan bet Departement van
terstaat, Handel en Ny verheid te ’s Hage
werd Woensdag aanbesteed: het onderhoud
vap de schutsluis en bijbehoorende werken
te Vianen, provincie Zuid-Holland, behoo-
rende tot de werken voor den aanleg van
een kanaal ter verbinding van Amsterdam
met de Merwede. Als minste inschrijvers
kwamen in aanmerking de heeren A. De
Groot Cz. te Heukelom, en J. J. Hoogen-
doorn te Vianen, die ieder* voor een gelijk
bedrag van f2175 hadden ingeschreven.
No. 9 van het Staatsblad be
vat de wet tot naturalisatie van J. Straver,
bouwman, geboren te Zevender, gemeente
Willige-Langerak, den 4den Juli 1833 en
wonende in die gemeent"
Inde Zaterdag
vergadering te Culeml
geljjkach bestuur een o
leend, ten einde op ’s KMings a. s. 7 Os ten
verjaardag aan behoeftigen eene extra be-
aeèilng hj dwn vtm lovemUSMldolfin an brand
stoffen en de schoolkinderen der openbare
en bijzondere scholen te onthalen.
Te Utrecht zal een optocht
op ’s Konings verjaardag worden gehouden,
waartoe 45 corporaties zijn toegetreden. Do
firma Van Gend Loos zal meedoen met
een diligence van vóór een halve eeuw met
de noodige attributen. Het Rhijnspoor treedt
op met 450 manhet studenten korps met
het corpsvaandel en een gecostumeerden
optocht van 20 personende vereeniging
van veeartsen zendt gecostumeerde ruiters.
Men rekent in het geheel op ongeveer 1200
man met zegewagens enz.
Te Berkenwoude had tydens
de laatst gehouden kermis een ernstig en
hoogst treurig voorval plaats. In een her
berg ontstond aldaar in den avond van 11
September tnsschen eenige jeugdige arbei
ders twist, welke door handtastelijkheden
werd gevolgd en waarbij, geljjk ongelukkig
meermalen het geval is, van het mes werd
gebruik gemaakt. Een der vechtenden be
kwam eene vrij belangrijke verwonding aan
de linkerhand, en dit deed hem dermate
in woede ontsteken dat hij, na in de her
berg te zyn teruggekomen, deze weder in
gezelschap van andere personen verliet om
den persoon die hem verwond had op te
zoeken en te straffen. Deze, de arbeider O.,
werd werkeljjk achterhaald en had het toen
kwaad te verantwoorden. Behalve dat hem
hevige slagen werden toegebracht, ontving
hij van zijn tegenparty, die het eerst had
moeten ontgelden, tal van messnedeu over
het aangezicht, waardoor hevig bloedver
lies werd veroorzaakt. Eerst toen de veld
wachter zich in den stryd mengde, werd de
vreeselijk toegetakelde O. ontzei, maar deze,
♦h plaats van met den veldwachter naar het
dorp terug te keeren, wist, niettegenstaande
zijne wonden, zoo overhaast door slooten en
over landen te ontvluchten, dat hij toen niet
kon worden achterhaald. Zijne krachten
begaven hem echter weldra, en later werd
hij, uitgeput door bloedverlies, in het land
liggende gevonden. Hoewel, toen eenige
uren nadat de verwondingen waren toege
bracht, geneeskundige hulp werd verleend,
mocht dit niet meer baton, de verwonde
gaf al spoodig den geest.
De arbeider V., die aangewezen werd als
de dader van de toegebrachte messneden,
ontkendde zich hieraan te hebben schuldig
gemaakt; hij had zelfs geen mes by zich
gehad. De Rechtbank te Rotterdam oor
deelde hem echter wel schuldig en legde
hem 2 jaren gevangenis op.
Hij voorzag zich van die uitspraak in
hooger beroep, en dientengevolge stond hij
Vrijdag voor het Gerechtshof te 's Graven
hage terecht
Voor den hoogeren rechter kwam de
bekl. thans op zijne vroegere ontkentenis
terug. Hij beleed nu zyne schuld volmon
dig, maar voor de verwondingen die den
verslagene waren toegebraoht had hij niet
zyn mes maar dat van een ander gebruikt.
Overigens deed hij het voorkomendat O.
niet alleen door hemmaar door anderen
was mishandeld.
Nadat enkele getuigen in appèl waren
gehoordeisohte de adv. gen. Mr. Telden,