I 1 ONZE rEÏS’TGItOET. LNK, r, o 4ie. Zeeschade. 1887. LS. H“. 923 IJSLAND Zonen. ring 2K.MAV r ij n\s Zaterdag 19 Februari. Leve de Koning! J I ALK, IÉ' Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht. I Uitgeest WAL. ALK, SMITS. T~ 1 I 4 iden baat ww I I. tub Schoonhoven. geschreven inhuldigingsformulier. 4 rente van 2} pCt. De Koning leev'! 't Is feest in Nederland I Alom in Hollands gaard verrijzen lustwaranden, Van Oost- en Westergrens tot Noord- en Zuiderstranden. S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven, Uitgevers. •ondutoffen vanaf kole kan 85 cent. I0HTE AM8RI- tie. e prijzen. Geldswaardige nteert WISSELS i en Omstreken. 5, 1867/69. □genoemde lee- ‘II en 1 Mei a. s., tore van F. H. VAN LEENT. HWOfflffl COURANT. S WAAG", ffectea voor: *7. ’sjaarej en prolongatie- iche beursvoor- het stellen van laars eigende broeders, 9 Augustus 1861 EKMAN, elde (Friesland), den Heer N. W. tg bij den Heer aart te ontbieden. derlandsche Volk, dat ik de Grondwet van het (Rijk steeds zal onderhouden en handhaven.” En wat er verder volgt in het voor- en daarom behoeven zij instellingen en zelfstandige voorlichting, opdat de kroon een brandpunt blijve, dat weldadigen gloed verspreidt. «Dit volk, dat een der eerste is V Prijs der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels 0,50. Iedere regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco ui tor lijk tot Vrijdags-namiddags. Alle binnenlandsche Advertentiën voor 3 maal plaatsing opgegeveuworden slechts 2 maal in rekening gebracht. werden ons door den dood ontrukt. Slechts één man bleef ons over, als de forsche eik, die alléén de k. omhooghoudt, terwijl de orkaan al hel geboomte in zijn omgeving velde slechts één, op wien al de liefde van het volk zich samenvatte, onze Koning! En wij weten het, die liefde steunt niet op een bloote overlevering; zij is op deugdelijke feiten gegrond Óp den IS41" Mei van het jaar 1849 sprak de Koning in de Nieuwe Kerk te Amsterdam, op het oogenbhk der inhuldiging: «Hoog is de betrekking, waarin ik geplaatst benzwaar zijn de plichten, die op mjj rusten. Ook den Konmgen kleven menschelyke zwakheden aan, ning Willem nog lang de teugels van het Staatsbewind voeren 1" Mei 1874.En als wij dien datum uitspreken, denken wij er oogenblik- Welnuaan dien eed was de Koning al de dagen van zijn leven trouw. Het gezag der wetten werd immer doorhem geëerbiedigden wat onder zijn Regeering gedaan is, om de al- gemeene welvaart des lands te be vorderen, dat kunnen zij getuigen, die den toestand van het midden dezer eeuw vergielijken met den tegen- woordigen. Het zijn werken des vredes, die tot stand zijn gebracht, en dat waarborgt hun duurzaamheid, dat geeft ons de hoop dat nog vele geslachten er de vruchten van zullen plukken. Vrede en vooruitgang, dat was het motto van Koning Willems re geering. Reide vielen ons ten deel. Het aandeel des Konings in een en ander wordt zoo licht over het hoofd gezien: het centrum van het gezag werkt door een groot aantal raderen, en het oog der menigte blikt alleen op hetgeen waarneembaar is aan de oppervlakte. Dat maakt, dat de confetitutioneele Koning min der luid wordt geprezen, dan men een landsvaderlijk bestuur toejuicht. Maar zij, die nadenken, gevoelen wat het zegt, een vast steunpunt te prolongatierente 3ii8 of bij gedeel- i Toezigt, (DAAL, Notaris; ir van de Eerste t leven, tegen ia ën, gevestigd te ORDELOOS EN Grondeigenaar. Koopman. kelijk met weemoed aan, wat stormen zijn losgebroken over dat dierbaar hoofd De gevierde Koningin, die toen met haar Koninklijken gemaal de liefdesbetuigingen der natie ontving, daalde ten grave; al de mannelijke leden van het Oranjehuis, de goed hartige Prins Frederik, de energieke Prins Hendrik, de beide Kroonprinsen, i achtereenvolgens Neerlands hoop,— I berekenbare voorrechten van rust en ren Nederlandschen grond gebleven”. En verder: Onze rustige houding in deze be wogen tijden heeft ons niet slec’hts behoed voor groote rampenzij heeft ook het aanzien des Rijks vermeer derd, want zij heeft de bewondering van alle beschaafde volken tot Zich getrokken. «Ik verbind mij aan een volk, grooter in deugden dan in het bezit van een uitgestrekt grondgebied krachtiger door eensgezindheid dan door zielental. Het is een grootsche roe ping, Koning van zulk een volk te zijn.” «Ik zweer” bij deze woorden stond de Koning op en ontblootte het hoofd«Ik zweer aan het Ne- -g=-.-.sr.r.. i.' -—j- loopen en ver tegen een pro- In een opgewekte stemming zetten we ons neder tot het vervullen van onze gewone, aangename taak aan de Schoonhovensche courant. Wij weten het vooraf, onze woorden zullen wat natuurlijk niet altijd het geval kan zijn,thans bij al onze lezers weerklank en instemming vinden, zoowel in deze gemeente als in zeer wijden kring om haar heen. Een eerbiedige hulde aan den Ko ning, die ons regeert, aan de Koningin en hetbeminnelyke Koningskind, die als om strijd een vollen zonneschijn v^n geluk doen vallen op zijn levens pad een jubeltoon van diep gevoelde dankbaarheid, voor den zegen, ons volk ten deel gevallen, doordien het hem tot in gevordenden leeftijd heeft mogen behouden, dat is de rijke grondgedachte van het naderend feest. Met Koningin en Kroonprinses staat de Nederlandsche natie thans in één lijn, gezamenlijk zich beijverende, om den vollen schat der gemeenschappe lijke liefde uit te storten voor den Held van het leest. Wij allen, groeten en kleinen, aanzienlijken en geringe», wij stellen er den hoogste» prijs op, den laatsten dag dezer week te maken tot eender schoonste dagen van zijn leven. Met volle stroomen vloeien hem onze gelukwenschen toe, en nooit werd meer van harte de bede uitgesproken »God schenke U nog vele geluk kige jaren!’’ Kan iemand er nog aan twijfelen, dat geheel het Nederlandsche volk zich één gevoelt met zijn Koning l Ziet eens. in elke gemeente van ons land wordt feest gevierdalthans wij kennen er geen enkele, waar men achterwege blijft. In de eene gaf het Bestuur den eersten stoot, m de andere vormde zich een com missie uit de ingezetenen, maar overal was men bezield en met geestdrift vervuld door hetzelfde denkbeeld. Een schoone dag rijst voor Neerlands zonen en dochteren, nu het Vaderland zijn beminden Vorst bij het volbrengen van het zeventigste levensjaar mag begroeten. De grenzen van ons land zijn te eng, om al die uitingen van gehechtheid te omsluitenoveral waar Nederlanders wonen, in de tropische oorden van Oost en West, op onder scheidene punten van het Noord- Amerikaansche vastland, in Afrika’s Zuiden, in de hooidsteden van Europa waar Nederlandsche koloniën geves tigd zijn, overal juicht men met. ons mede, overal beselt men het geluk, dat ons volk te beurt valt. Kan iemand nog twijfelen? in te genwoordigheid van het Koningsfeest is de vuurgloed van den partijtwist verbleekt, het onderscheid van staat kundige en godsdienstige richtingen vergeten, het verschil van maatschap pelijke klassen weggevaagd. In onze liefde voor Oranje zijn we één en on deelbaar. Het feestgewaad wordt aan getrokken, men ontplooit de vlaggen, men tooit zich met de geliefde kleuren het zinnebeeld van Neêrlands hoop. De feestliederen klinken wijd in ’t ronde,en we zijn er zeker van, onze kinderen zullen eenmaal aan hun kinderen verhalen, wat genoe- gelijke, wat gelukkige stemming er heerschte op dezen Februaridag. De Meidagen van 1874, toen s Konings vijf-en-twintigjarig Regeenngsj u bi- laeum werd gevierd, herleven voor onzen geest; en nu, als toen, spreken wy allen den wensch uit«Moge Ko- Rijnlandschen ÏT-HONIG. anderen.) g door een chro- vordende, heb ik n Druiven-Borst- ij eene bepaalde laarvan nog meer elieve mg dus te j harteljjke groete, I, Burgemeester. alleen echt nstaand fabrieks- n flesschen van en 65 Cents, te red. Wolff 4 Zn.; Gorinchem bij cht bij J. D. den VlasveldLek- tarre; Oudewater Stolwijk bij C. G. jij Joh. v. d. Dool. druk lx. Schoonhoven. :r Dese Courant wordt des Zaterdag -morgens uitgegeven. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden f 0,70. Franco por post door bat geheele rijk 0,80. Men kan zich abonueeren bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders. geweest, om uit de duisternis, het i geweld en de verdrukking der mid- I deleeuwen, orde en vrijheid, en waar- borgen voor het behoud van beide I te voorschijn te roepen, heeft ook thans weder, naar de behoefte des tijds, zijn instellingen herzien en be vestigd. Koning en Volk. Oranje en Nederland hebben met kalmte dit gewichtig werk volbracht, en de on- I vrede zijn het deel van den dierba ar, ais Xi—i-1 —ui- kruin I hebben, dat niet door partij-meenin- gen wordt beheerscht, en vanwaar alle macht in den Staat uitgaat. Zou, om maar iets te noemen, de vrede zoo ongestoord zijn gebleven, als de Koning zelf geen goede betrekkingen onderhield met de overige Vorsten van ons werelddeel, als hij daar niet zoo hoog geacht werd om zijn persoonlijke eigenschappen? Dat de nooden en behoeften des volks eene ruime plaats in des Ko- nings belangstelling innamen, is bij menige gelegenheid duiaelijk geble ken. Bij den watersnood in Gelder land in 't begin van 1861ontzag hij geen persoon lyk gevaar, om zelf ter plaatse te zijn, hulp te bieden en den zwaar beproefden landlieden een woord van bemoediging toe te spre ken. Toen kort daarna de door defe kloeke daad verdubbelde geestdrift zich gereed maakte, om zijn verjaar dag met meer dan gewonen luister te vieren, was het op zijn uitdruk kelijk verlangen, dat door het ge- heele land een inzameling werd ge houden ten behoeve der noodlijden den; op dien dag werden ruim acht tonnen gouds bijeengebracht. En dan, hoeveel openbare in stellingen zijn er niet, van onder- scheiden aard, die zich in ’sKonings I bescherming en steun mogen ver heugen? Nederland verkrijgt op het gebied van de kunst meer en meer naamieder weet, hoeveel de Koning zelf daartoe heeft bijgedragen, door jeugdige talenten de gelegenheid tot ontwikkeling te geven. Vrede en vooruitgang! Zeker, on danks die goede zorgen vertoonen zich nu en dan wolken aan het uit- I spansel; maar waar is het toch ook, dat de Koning alles doet wat op zijn weg ligt, om in overeenstemming met Regeeringen Volksvertegenwoor diging de middelen aan te wenden, die de gevaren, waarmede onze toe komst werd bedreigd, af te weren. En waren wij zijn onderdanen, wat meer eensgezind, lieten wij ons wat meer leiden door het gevoel, dat op den Koninklijken feestdag in aller harten woont en stellig wel altijd aanwezig is, maar door de onzalige partijdriften te veel wordt verhinderd zich te openbaren en met kracht te doen gelden, er zou oneindig meer kunnen gedaan worden. Zullen wij het dan den Koning moeten wijten, als ons volk somtijds in zijn heiligste plichten te kort schiet? «Laten wij,” zoo sprak de Ko ning bij de inhuldigings-plechtigheid tot de leden der Staten-Generaal «laten wij ons dagelijks afvragen, of wij onze plichten jegens het Vader land, ik als Koning, gij, mijne hee- ren, als vertegenwoordigers des Volks, allen hebben vervulden die Rechter, die in ons binnenste is, dien niemand verloochenen kan, zal ons den weg wijzen tot handhaving der eer, tot bevordering van het heil des Lands.” Ja, vrienden, laten ook wij ons dit dagelijks afvragen; waarlijk, dan zal het heil des Lands het geluk des Konings gestadig vergrooten. Mocht er dit overblijven van onze feestvie ring, dat wij, evenals de Koning immer deedhet welzijn van Neder land de eerste plaats gunnen in ons denken en werken. Gewis, dan zal zijn levens-avondgeve God dat hij van zeer langen duur moge zijn, het beeld vertoonen van een rustigen zonsondergang over een bloeiende landouw 1 De Koning leev’! 't Is feest in Nederland! De Koning leev’! Het dond’ren van ’t kanon De Koning leev’! Door Gods gena gespaard, Alom in Hollands gaard verrijzen lustwaranden, Verkondt den nabuur stout wat Nederland doet juichen, Viert Hij het heuglijk feest van tienmaal zeven jaren.-r Z—Z 'T j--, p|oe om sjrgj ZjCh rept zijn vreugde te betuigen Door gansch Zijn volk omringd, mag Hij opnieuw ervaren Plengt Bato’s°kroost zijn offerand’. Aan Hem, die aller liefde won. Een liefde en trouw, Zijn Stamhuis waard. De Koning leev’! ’t Is feest in ’t Vaderland! De Koning leev’! Zbo juublen groot en kleen: Geen bastaard heeft den moed ons dierbaar erf te ontwijden, Nooit schenden wij den eqd, Zijn Voorzaat eens gezworen. En zoo er onheil daag’, wij vreezen niet te strijden En wat het hart vervult^ laat aller feestbeê hooren Als zonen aan Zijn Huis verwant. Oranje en Neèrland blijven één. en de 30 */0 Ier 80 ren de Amater-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1887 | | pagina 1