I PEN 1887. Zaterdag 2 April. N°. 929. Eerste Blad. I en ZOON, rroFFEK ft Zonen. toe. f 4 iSVATEN KAMP, maker, geöerden begun- van het maken in alle I II 3HEER Jr. 1LIET, o „de Landbouw” ren. IEN: iruiming Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht. BINNENLAND. Schetsen van Java. S. W. N. VAN NO0TEN ts Schoonhoven, Uitgever». Deze Courant bestaat uit Twee Bladen. V ZIE. tot 'en VENKAMP, DE LANGE. 303. Koopt de nieuwe LONDON de beate van alle bestaande parfumeriën om bet grijze haar binnen enkele dagen te doen verdwenen. iBTOT, Ml 3 APRIL T ilgenootschap. voorhanden rkboeken, en banden; sterk met en zonder irtofeuille en voor prgzen, bp den VER WEU, Gouda. WAAG", ffecteu voor: 4°/, ’.Jmh; en prolongatie- iche beursvoor- grootprijzen 'kundige, beveelt het maken van aard, het vervaar- N en belast sich 3 werken. Voor lede behandeling en de 80*/,; 90 7,5 de Amater- MOÖfflOfflffl COÜRAHT. fan graszoden ge nten zitten; vóór terwijl de toe ndere zyden heb- :oopen en ver- tegeu een pro- on en f 1,50 per ffr. E. M. Driesen, i te Schoonhoven; H. Hainok FHz., J. van Straaten awen te Kamerik Het is een zeer ooren I van onze igenljjk niet Van maat de tonen TON, Lood- en acht. Deze Courant wordt dea Zaterdag-morgens uitgegeven. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden f 0,70. Franco per post door het geheele rijk 0,80. Men kan zieh abonneeren bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders. idruk CN, Schóón hoven. dingstukken, Bib en e modes, fijn en oorzien van eene tegen concur- hetgeen tot het en spoedige be- JKE HOEST Luchhoest, auwe Hoest, van bet gevaar en in sedert vele j aren lig goed bevonden ST-HONIG, echt verkrijgbaar van fl. 2,— die flacons van fl. 1,— rooda en fla- 65 Cents, die van uien voorzien zijn, eksmerk, te red. Wolff Zn.; ff; Gorinchem bij cht bij J. D. den VlasveldLek- Itarre; Oudewater Stolwijk bij C. G. bjj Joh. v. d. Dool, ir meer lil zelfs de verst verwijderden kunnen haar genieten. Aan den kant van den daim is een kleine verhevenheid i maakt, waarop de muzika hen is een open ruimte hoorders langs de drie aj ben plaats genomen. Wij luisteren mede, ongewoon geluiddat thans onze treftzoo geheel verschillend Westersche muziek, dat wij eif weten wat wy er aan hebben, kunnen wij niets bespeuren; vloeien als het ware ineen zonder aan tyd gebonden te zijn, terwijl nu en dan onre gelmatige en doffe slagen als op een aantal bekkens of ook wel op ben grooten trom de overhand krijgen. Of wij het mooi vinden? Naar onzen srnóak heeft die mu ziek iets doedelzakachtigs, iets, dat het ons waarlijk onmogelijk maakt er lang naar te luisteren. Maar laat ons niet vergeten dat wjj geen bevoegde beoordeelaars zyn; de. Javaan, die onze muziek, hok van het beste orkest, voor het eerst hoart, zou er zich misschien ook niet goed in thuis ge voelen. Niettemin is het waar, dat inlan ders van eenige beschaving, die veel met Europeanen verkeeren, een byzonder ver maak vinden in den klank van onze in strumenten. ar. de muziek van het Javaansch orkest, den gamelan, goed te genieten, moet men dien hooren niet te midden van een feest vierende menigte, maar op een afstand, des avonds, als alles in het ronde stil en eenzaam is. Er ligt dan in die wegsmel tende tonen iets zeer liefelyks, dat niet kan nalaten op het gemoed een diepen, wee- moedigen indruk te maken. Het schynt dan öf het koeltje, dat langzamerhand in het geboomte verdwynt, de zachte geluiden met zrl?h voert, om ze over te brengen naar onze vrienden, ver weg, als een groet uit den vreemde. Laat ons nu de muzikanten en hun speeltuigen wat van naderby bezien. Zoo- als zij daar zitten, in hun nette kleeding, met de beenen vóór zich gekruist, vormen zij een recht schilderachtig groepje. Hun instrumenten zagen wy nooit te vorenwy zullen trachten er een beschrijving van te geven. Het spreekt vanzelf dat we ze met de inlandsche namen moeten aanduiden, die voor h«-t meerendeel niet vertaald kun nen worden. De hoofdpersoon Prjjs Ider Advertentiën: Van 1 tot 5 regels 0,60. Ieder* regel meer 010. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco ulterlijk tot Vrijdags-namiddags. Alle binnenlandsche Advertentie», ▼oor 3 Maal plaatsing opgegevenworden slechts t maal in rekening gebracht. de kendang, heeft den vorm van een affce- knotten kegel, en wordt gemaakt van den uitgeholden stam van den nangkaboom. De beide uiteinden zijn met gelooide schapen huiden overtrokkende vastsluiting en span ning geschiedt op dezelfde wyze als by onze trommen. Het instrument rust horizontaal op de knieën van den neergehurkten mu zikant, of op een laag onderstel, en wordt niet met stokken maar met de vingers be speeld. Zietdaar de meest voorkomende speel tuigen; de samenstelling van den gamelan is echter niet overal en onder alle omstan digheden gelijk. By de muzikanten zien we een paar meisjes zitten, netjes urtgedost, met sier lijke gordels om het lyf en veel bloemen in het haar. Is de muziek een poos aan den gang, dan staan zy op, nemen in elke hand een uiteinde van dien gordel (slepdang), houden er een voor den mond, steken den anderen arm uit en gaan nu, zonder veel drukte met de voeten te maken, met bo venlijf en armen allerlei draaiende bewe gingen uitvoeren. Men noemt dat dansen, en de Javanen kunnen er met vermaak eenige uren achtereen naar zitten kyken ons zou het al heel gauw vervelen. Daarby zingen zy ook, maar zulk zingen mogen wjj met alle recht leelyk noemenhet bestaat slechts in het uitstooten van eenige hooge, harde keelgeluidendie ons gehoor onaan genaam aandoen. De grootste pret smaken onze feestelin gen, als zy straks onthaald worden op een voorstelling van den wajang of het schim menspel, zooveel als hun comédie. Op het midden van den aloen aloon wordt een groot gordyii opgehangen, waarachter men lichten plaatst. Mannen en vrouwen scheiden zichde laatsten moeten vóór het gordyn blyven, de eersten mogen erachter komen. Daar plaatst zich ook het orkest. De vertooning geschiedt door middel van zonderling gevormde, grillig beschilderde lederen poppen met ledematendie met houtjes en metaaldraadjes in beweging wor den gebracht. Soms zyn er meer dan dertig van die sprakelooze acteurs op het tooneel, en de msn die ze laat werken en de ge sprekken nabootst by het geluid der mu ziek, imfetwel een bijzondere behendigheid bezitten. Üy zult reeds opgemerkt hebben, dat de vrouwen alleen de schaduwen te zien krijgen, die de poppen op het doek afwerpen. Wat den inhoud der voorstelling betreft, deze is gewoonlyk ontleend aan de min of meer geschiedkundige overleveringen des lands, waarin waarheid en verdichting op de zonderlingste wyze zyn dooreengehas- peld. Men krygt er gevechten te zien, feesten, misdaden, huwelyken, van alles en nog wat. De onmogelykste dingen gebeuren daarpersonendie door hun vyanden in stukken zyn gehakt, worden opeens weer levend, en nemen opnieuw aan den slryd deel alsof er niets met hen gebeurd ware. En hoe vreemdsoortiger de gang van het verhaal is, des te meer genoegen smaken de ffcehoordera en toeschouwers. In adein- looze stilte volgen zy al de bewegingen hunner helden, en worden niet moede, al treft de ryzende morgen hen in dezelfde houding aan. Wat ons aangaat, wy bewonderen hun geduld, doch hebben geen lust hun voor beeld te volgen. Wy zullen de voorstelling maar voor gezien houden, en wenschen hun verder veel pleizier. stuur blijft, totdat spoedig een eigen dorps hoofd benoemd wordt. Doch de eerste zorg van zulk een volkplanting is, op het midden van de uitgekozen plek een wa- ringin te plantendie het vereenigings- punt vormt van de nieuwe dorpsgemeente. Eenige dessa’s te zamen vormen een district, waarvan in den regel het grootste dorp de rol van hoofdplaats vervult. Daar woont dan ook het districtshoofd, wiens woning ook wel grootendeels uit bamboes is vervaardigd, doch voorzien van houten stutpalen, waarop dikwyls sierlyk snywerk prijkt Ook telt dat huis eenige vertrek ken meer, terwyl op het erf een groot getal bijgebouwen voor verschillende doel einden zyn bestemd. Op den aloen-aloen van de districts hoofdplaats verheft zich de zoogenaamde pendoppo, dat is een dak op palen rustende, waaronder het hoofd zich plaatst wanneer hij zyn onderge schikten ontvangt. Aan de westelijke zijde van hetzelfde plein, en altijd met het front naar het Oosten gewend, treft men in bedoelde hoofddurpen het bedehuis aan. De Javanen belyden den Mohammedaan- schen godsdienst, doch hebben uit hun vroegeren heidenschen tyd nog een massa bygeloovige begrippen overgehouden. Hun godsdienstoefeningen hebben plaats in kleine, niet zeer merkwaardige tempels, die missigit genoemd worden, en die alleen mogen bestaan op plaatsen waar de bevol king minstens veertig meerderjarige mannen telt. Gewoonlijk zyn die bedehuizen een voudige houten gebouwen, soms met zij wanden van bamboes; doorgaans hebben zy een spits dak, of drie boven elkander ge plaatste, in grootte telkens afnemende daken. Vrijdag, de Mohammedaansche rustdag, is voor de openbare godsdienstoefening be stemd: een geestelijke houdt er dan een toespraak of leest een gedeelte der gewyde schriften voor. Dewyl geen Mohammedaan den tempel mag binnentreden, zonder zich op een nauwkeurig voorgeschreven wijze ge- wasschen te hebben, staat er naby den in gang een watervat of is er een kleine vijver aangelegd. De priesters van hongeren rang zyn meestal Arabieren of van dezen afkom stig, en het Arabisch is ook de taakwaai in alle kerkelyke verrichtingen geschieden. De mindere man verslaat van die taal zoo goed als niets. Uit de vereeniging van districten zyn re gentschappen gevormd. Als hoofdplaats van een regentschap is alweer gewoonlyk het voornaamste dorp aangewezen, en dan be zit het meerdere instellingen van openbaar nut. De regent is een aanzienlyk persoon, dikwyls een afstammeling van de vroe gere vorsten op Java, die af en toe door de Nederlanders van hun macht zyn be roofd: geen wonder dat hy door de in landers hoog wordt vereerd, ten aantal regenten hebben veel van de Europeesche gewoonten overgenomen, vooral wat de de inrichting hunner woningen betreftdie van steen zyn opgetrokkenin een aantal vertrekken verdeeld en dikwijls voorzien van eene ryke verzameling kunstvoortbreng selen uit den vreemde. Niet zelden vor men eenige dorpen met elkander de hoofd plaats des regentschapsdeze zyn dan door kunstwegen vereenigddie samenloopen op een grooten aloen-aloen, waarvan een der zijden wordt ingenomeii door de verschil lende gebouwen die te zamen de woning van den regent uitmaken. Dikwijls zyn daar ook een aantal Europeanen gevestigd, die natuurlijk niet in de dessa’s wonen, maar in afzonderlijk staande hóizen langs een der wegen, onder schaduwrijk geboomte. Onder de inrichtingen, die men in de hoofdplaatsen dor regentschappen aantreft, moeten vooral de rechtbanken niet worden vergelen, die zitting houden in de woning van den hoogsten Europeeschen ambte naar daar ter plaatse; zy bestaan uit in landsche hoofden, onder voorzitterschap van een Nederlandsch rechtsgeleerde. M< n heeft de zoogenaamde landraden en de rechtbanken van omgang: de laatste zijn, zooals de naam aanduidt, aan geen be paalde plaats gebondenen doen uitspraak over belangryke misdry ven. De politiedienst id*aan de bewoners der dessa opgedragen; alleen in de hoofd sleden vindt men vast aangesteld perso neel voor de handhaving der veiligheid. Op de hoeken van het dorp zyn wacht huisjes opgericht, en verder op geregelde afstanden langs de wegen. In elk dier huisjes, gerdoe's geheetenhouden drie personen, zoowel bij dag als by nacht, de wacht; om beurten worden de man- neiyke bewoners daartoe opgeroepen en na twaalf uur dienst afgelost. Een paar anderen doen ’s nachts van tyd tol tyd de ronde. Voor deze diensten wordt geen betaling verleend: zy behooren tot de verphchie werkzaamheden, den inlanders opgelegd. Willen zy er vry van zyn, dan mogen zy, onder goedkeuring tan liet hoofd, een ander geschikt peisoon m hun plaats stel len. Het wachthuis is een eenvoudig gebouwtje, aan alle zyden open, meest van bamboes, met een-* dak van bla deren, somtyda ook van houten palen met De hoofdpersoon van het orkest, die op zyn instrument als het ware de melodie aangeeft, welke door de anderen wordt her haald, bespeelt een soort van viool, rebab geheetenzy bezit slechts twee snaren van koperdraad, die ook met houten sleutels worden gespannen. Het lichaam is nage noeg hartvormig, van hard hout gemaakt en met een blaas overspannen; het rust met een pen op een voetstuk of op den grond. De hals is ruim zes decimeters lang en steekt onder het spelen ver boven het hoofd van den muzikant uit. Deze houdt in de rechterhand een boogvormigen slrykstok, en raakt met de vingers der linkerhand de snaren aan, evenals by ons een violoncellist, maar zonder die snaren tegen den hals van het instrument te drukken. Als blaasinstrumenten dienen vooreerst de soehng, een fluit uit een stuk bamboes met gaatjes bestaandeen waarvan het bovengedeelte eenige overeenkomst heeft met onze klarinet. Onder het bespelen worden de openingen met de vingers be werkt, evenals by onze gewone fluit. Ver volgens de selompret, een houten trompet met gaatjes en waarvan de onderste ope ning met den duim wotdt gesloten. De voornaamste rol in den gamelan wordt echter vervuld door de slaginstrumenten. Als hoofdüguur van het geheele orkest prykt een kolossale stander of een rek, sierlyk van hout bewerkt, dikwyls met-ver guldsel overladen, en waaraan m het mid den twee groote metalen bekkens hangen, soms van acht dM. middellyn, gongs ge nadmd. Deze hebben op het midden van het bolle vlak een knopwaarop met een stok met een lederen kop wordt geslagen. Op die manier worden de bastonen aan gegeven. Hooger gestemd is een kleiner bekken, dat óf alleen, óf aan hetzelfde rek hangt, en keinpoel heet. Een kleine gong, horizontaal hangende in een voetstuk uit vier aaneenverbonden stylen beslaande, heet kenong. Een groot aantal soortgelijke bekkens, tot twintig toe, verschillend van toon, tot één instrument vereenigd, vormen hetgeen een bonang wordt geheeten, het bespelen geschiedt insgelyks met omwoelde stokken. Nog fraaier, en stellig veel welluidender, is de gender by het mtspreken der tweelettergrepige namen moet de nadruk op het laatste ge deelte vallen, bestaande uit een dozyn bamboeskokers, in een langwerpig vierkan ten, ryk versierden houten bak geplaaist Elke Koker dient om de tnllmgsgelurden te versterken van een daarboven hangend geelkopeien plaatje, aan een sterk gespan nen koord bevestigd, en waarop met hou weelvormige hamertjes wordt geslagen. De meest gebruikelijke trom der Javanen, 8 T AT EN - G EN R A AL. Do paragrafen 4 en 5 van hot ontwerp herziening van Hoofdstuk III der Grondwet hebben betrekking op de Eerste Kamer. De eenige veranderingen die de Regeering voor stelde was het aantal leden op 50 te brengen en den kring der verkiesbaren eenigssins uit te breiden, door het getal der hoogstaangesla genen te bepalen op één per 2000 in plaats van 3000 zielen in elke provincie. De heer Van AsCh van Wjjck wilde de vor- doeiing over de provinciën wangen, waardoor Utrecht en Ovorjjsel elk een lid meer, Noord en Zuid-Holland elk een lid minder zouden krjjgen. De heer De Beaufort stelde voor den eisch, dat drf leden der Eerste Kamer souden geko zen worden uit de hoogstaangeslagenen, te doen vervallen. Bpr. lichtte zyu amendement toe met de stelling, ook door den heer Heems kerk in zyn werk „De practjjk der Grondwet* uitgesprokendat een hooge aanslag in de per soneels belasting of in het patent, reeds geen bewfjs van groot fortuinzeker nog minder een bewys ia van geschiktheid als lid der Eerste Kamer. De heer Bandera was tegen die veran dering. op grond dat niet de verkiesbaren, maar de kiezers, in dit geval de leden der Provinciale Statenhet karakter der Kamer bepalenbovendien vreesde hgdat de aanne ming botsingen sou geven. De Minister bestreed beide amendementende beslissing over dat vaa den heer Van Asch van Wjjc$zwaarvan hg de billykheid niet insag.aan de Kamer overla tende, verzette hy zich met kracht tegen dat van den heer De Beaufort. Hy wilde gaarne diens goede bedoelingen erkennenmaar ver klaarde het amendement voor de Regeering onaannemelijk. In de sitting van Maandag werd het debat, waaraan verscheidene sprekers deelnemen, voort gezet. Bjj de twee voormelde amendementen een pannendak er bóven. Van binnen ziet men geen andere meubelen dan een rust bank, en een bak40tt de wapens, be staande uit een paar lansen en dieven- haken. De laatste zijn vreemdsoortige in strumenten aan een langen steel zitten van voren twee tanden ais van een hooivork, maar veel grooter, soms recht, ook wel gebo gen, en aan de binnentyde met weerhaken voorzien. Bij het vervolgen van een vluch teling tracht men dezen tusschen de tan den te pakken; is dat gelukt, dan moet hij wel stil blyven staan, omdat anders de haken hem leelyk zouden kwetsen. In het midden van het dak hangt een groote houten cilinder naar benedendie als alarmklok dient: men slaat er met een stuk gespleten bamboes tegen en brengt dan een zwaar geluid voort, dat op verren afstand kan gehoord worden, ’s Nachts brandt men vóór de gerdoe gewoonlyk een vuurnietom zich er by te warmen doch om beschermd te worden voor de de steken der lastige muskieten. Het is niet onnoodig, dat voor de .vei ligheid veel zorg wordt gedragen: roof tochten op vry groote schaal, door gewa pende lieden gepleegd, komen niet zelden voor. Men noeint dat ketjoe-partyen. De misdadigers worden, behalve tot kerker straf, tot dwangarbeid veroordeeld; zy krijgen dan een ijzeren ring aan den hals en worden kettinggangers genoemd. II. Muziek, dam en tooneelspel. 't Is feest in de dessa. De gastheer is niemand minder dan de regent. Hem is een groote eer geschied. Vele jaren heeft hy tot tevredenheid der Regeering het bestuur gevoerd. Door zyn goede zorgen geniet de bevolking een hooge mate van welvaart; nooit wendde zich ie mand tot hem te vergeefs om rechten nergens in het regentschap werd, zoolang het gezag aan zijn handen was toevertrouwd, de lust verstoord. D#üHuverneur-Generaal heelt zyn verdiensten erkend, en op diens voorstel werd de regent door den Koning met het ridderkruis van den Nederlandschen Leeuw begiftigd. Groot was zjjn vreugde, toen de resident hem in een plechtige ver gadering van inlandsche Hoofden en aan- zienlyke Europeanen de versierselen der orde overhandigde, en hem tevens de hooge ingenomenheid van het gouvernement met zyn bestuur betuigde. En nu wil hy die blyde gebeurtenis op gepaste wyze vieren. Zyn daim is ruim en groot, maar by na nog te klein voor de menigte hooggeplaatste gasten die aan zyn disch zyn genoodigd. Ook de bevolking van de omliggende Mprpen moet haar aan deel iu de bhjdschgp hebben; de geheele aloen-aloen is dicht bezet met een vroolyke, in feestgewaad gehulde menschenmassa. Mannen en vrouwen staan of zitten in groepen bij elkander, onder een druk ge praat, dat op eenigen afstand den indruk geeft van een reusachtig byengebrom. Aan spyzen en dranken ontbreekt het niet; af en toe worden er groote korven met ge bak en vleesch rondgedragenen ieder grypt zoomaar met de vyf vingers wat hem het smakelykst voorkomt. De regent heeft eenige karbauen laten slachten, en zyn koks zyn dag en nacht in de weer geweest om den noodigen voorraad byeen te bakken, er is overvloed van alles. Ook worden nu en dan groove kruiken sa- guweer rondgedragenelk houdt zyn beker, een bamboeskoker, een klapperschaal of een tinnen kroes, gereed en versmaadt ook deze gave niet. Maar niet uitsluitend om te eten en te drinken zyn deze menschen byeen geko men, ofschoon het er zoo bij behoort. Er is nog iets anders dal, hun belangstelling gaande maakt, en dat ook ons niet onver schillig zal laten. Daarom gaan wy maar niét by de voorname feestgenoolen in de voorgalerijen van den regent, doch we bly ven hier by onze Javaantjes, wachtende op *t geen komen zal. Gelooft ook niet dat het dezen weinig kan schelen of zy feest vieren of niet; integendeel, zy zyn zulke groote liefhebbers van een pretje als men maar zelden aantreft. Daar laten zich eenige muziektonen hoo ren, ,en aanstonds wordt het overal stil. Men schikt zich zooveel mogelyk, om niet slechts het oor, doch ook het oog wat te genieten te geven. Het treft ons byzonder, dat alles zoo ordelyk toegaat, zonder dat het eigenlyk merkbaar is of iemand met eenig toezicht is belast; nergens verneemt men ruwe kreten, en geen der feestge- nooten maakt het op een of andere wyze zyn metgezel fastig. Reeds is het laat in den namiddag, wel- dia zal de duisternis vallen. Doch on het feest zal dit van geen invloed zyn. Voor- eeist is het volle maan of daaromtrent, zoodat kort nadat het Oog van den Dag gesloten is, de Koningin van den Nacht haar tooverachtig schynsel over het heer- lyk landschap zal gieten. Bovendien zal er wel voor de noodige fakkels zyn ge zorgd zooals by Javaansche avond- en nachtfeesten gebruikelyk is. Hooger verheft zich thans de muziek, I. Een Javaansch dorp. De Europeanen zyn gewoon een dorp op Java een dessa te noemen. Wjj zullen dit ook maar doen, maar moeten hierby opmerken, dat in de verschillende deelen van het groote eiland drie afzonderlijke talen door de inlandsche bevolking worden gesproken, namelyk JavaanschSoenda’jch en Madoereeschzoodat het Javaansche woord dat eenigszins verbasterd als dessa klinkt, zeker wel niet overal zal worden verstaan. Meestal bezit elk dorp een eigen Hoofd die de gemeenschappelijke belangen der be volking bestuurt; hij wordt gekozen door de volwassen mannelijke ingezetenen. In het westelyk deel van Java zyn vaak verschei dene kleine dorpen tot één gemeente onder hetzelfde Hoofd vereenigd, een regeling die wel eenigszins gelijkt op hetgeen men in onze provincie Friesland aantreft. By het naderen der dessa bespeurt men van de gebouwen zoo goed als niets. De weg voerde geruimen tyd langs onafzien bare rijstvelden, zich uitstrekkende tot op de helling van het gebergte in het verschiet, en afgewisseld nu en dan door bloeiende koffietuinen. In de verte stuit het oog op een dicht 'bosch, veel gelijkende op een eiland te midden van een meer van hel dergroene halmenwelke gelijkenis nog sterker wordt, als het rijstveld onder wa ter staat. Naar een dier donkere plekken richten we onze schreden. De smalle voetpaden, die het rystveld doorsnijden, wijzen ons den weg; na den oogsttijd kunnen wjj ook over den stoppeligen bodem gaan en alzoo de wandeling verkorten. Verderop worden de akkers kleiner, en met meer verscheidenheid van gewassen beplant, soms doorsneden van fraaie lanen met hoogopgaand geboomte Vervolgens komen wy aan een dichte heg van bamboes, die het geheele terrein der dessa omringt, als een levénde muur, waarin hier en daar openingen zyn gelaten voor den toe gang. Eerst nu kunnen wy een blik slaan in het dorp zelf; het bestaat uit een zeker aantal sterk begroeide erven. Op het midden dier stukken grond zyn de hutten der inlanders gebouwd. We zullen later huis en tuin eens be kijken eerst moeten we onze aandacht vestigen op inrichtingen van openbaar nut. Het is immers de gewoonte van vreemde lingen als zy ergens aankomeneerst deze in oogenschouw-te nemen? Veel treffen we juist niet aan, dat onze nieuwsgierigheid bevredigt. Ongeveer in het midden van het dorp woont het dessa-hoofdsomtyds onderscheidt zyn wo ning zich door haar grootte van die zijner plaatsgenooten. Daarvóór is een vierkante ruimte opengelatenmet gras begroeid het is de aloen-aloenhet dorpsplein, waar de ingezetenen byeen komen voor de ver kiezing van het hoofd en voor de verdee- ling der rijstvelden. Midden op dat plein verheft zich een reusachtige massa groen oppervlakkig gezien zou men meenen dat het een verzameling zware en minder zware boomen was, wier kruinen ineenge groeid Zyn en gezamenlyk een beig van dicht gebladerte vormen. Dat is echter zoo niet; de wanngin, de reus der sier planten, is één boom, van welks uitge breide takken scheuten omlaag hangen, die, als zy den grond hebben bereikt, daar nieuwe wortels makensnel in dikte toenemen, en aan den moederstam een overvloed van voedsel toevoeren. Onder dien beom verzamelen zich tegen den avond de inboorlingen om de heerfyke koelte en schaduw te genieten, en ook de Europeesche bezoeker der dessa zet er zich gaarne neder. Met heiligen eerbied bejegent de doipbewontr zyn waringin. Niet slechts zal niemand het ooit wagen, hem te beschadigen, maar zelfs brengen de eenvoudige lieden hem nu en dan offergaven, meest bestaande uit sierlyk van bamboes en rotan gevlochten voor werpen, die met een pen in den grond worden gestoken. De eenvoudige heden gelooven, dat elk dorp zyn by/onderen geest bezit, die den bewoners naar wel gevallen voorspoed of rampen toezendt, en den waringin boom tot zyn meest gelief koosde verbfyfplaats heeft uitgezócht. Is hun eenig byzonder geluk wedervaren, dan dragen zy dien geest hun geschenk ophet zelfde doen zy wanneer zy meenen hem door een of andere'verkeerde handeling te heb ben vertoornd. Soms gebeurt het, dut de bevolking eener dessa zoo tahyk woidt, dat de rystvelden haar met meer kunnen voeden, en nieuwe ontginningen te ver van de woningen zouden liggen; dan ver laat een deel der ingezetenen de woon- plaats, en legt veiderop een nieuw dorp mm, dat aanvankelyk onder hetzellde be-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1887 | | pagina 1