I
PEN
1887.
Zaterdag 2 April.
N°. 929.
Eerste Blad.
I
en ZOON,
rroFFEK
ft Zonen.
toe.
f
4
iSVATEN
KAMP,
maker,
geöerden begun-
van het maken
in alle
I
II
3HEER Jr.
1LIET,
o „de Landbouw”
ren.
IEN:
iruiming
Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht.
BINNENLAND.
Schetsen van Java.
S. W. N. VAN NO0TEN ts Schoonhoven,
Uitgever».
Deze Courant bestaat uit Twee Bladen.
V ZIE.
tot
'en
VENKAMP,
DE LANGE.
303.
Koopt
de nieuwe
LONDON
de beate van
alle bestaande
parfumeriën om
bet grijze haar
binnen enkele
dagen te doen
verdwenen.
iBTOT, Ml
3 APRIL
T
ilgenootschap.
voorhanden
rkboeken,
en banden; sterk
met en zonder
irtofeuille en voor
prgzen, bp den
VER WEU,
Gouda.
WAAG",
ffecteu voor:
4°/, ’.Jmh;
en prolongatie-
iche beursvoor-
grootprijzen
'kundige, beveelt
het maken van
aard, het vervaar-
N en belast sich
3 werken. Voor
lede behandeling
en de 80*/,;
90 7,5
de Amater-
MOÖfflOfflffl COÜRAHT.
fan graszoden ge
nten zitten; vóór
terwijl de toe
ndere zyden heb-
:oopen en ver-
tegeu een pro-
on en f 1,50 per
ffr. E. M. Driesen,
i te Schoonhoven;
H. Hainok FHz.,
J. van Straaten
awen te Kamerik
Het is een zeer
ooren
I van onze
igenljjk niet
Van maat
de tonen
TON, Lood- en
acht.
Deze Courant wordt dea Zaterdag-morgens uitgegeven.
Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden f 0,70. Franco per post
door het geheele rijk 0,80. Men kan zieh abonneeren bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
idruk
CN, Schóón hoven.
dingstukken,
Bib en
e modes, fijn en
oorzien van eene
tegen concur-
hetgeen tot het
en spoedige be-
JKE HOEST
Luchhoest,
auwe Hoest,
van bet gevaar en
in sedert vele j aren
lig goed bevonden
ST-HONIG,
echt verkrijgbaar
van fl. 2,— die
flacons van fl. 1,—
rooda en fla-
65 Cents, die van
uien voorzien zijn,
eksmerk, te
red. Wolff Zn.;
ff; Gorinchem bij
cht bij J. D. den
VlasveldLek-
Itarre; Oudewater
Stolwijk bij C. G.
bjj Joh. v. d. Dool,
ir meer lil
zelfs de verst verwijderden kunnen haar
genieten. Aan den kant van den daim is
een kleine verhevenheid i
maakt, waarop de muzika
hen is een open ruimte
hoorders langs de drie aj
ben plaats genomen.
Wij luisteren mede,
ongewoon geluiddat thans onze
treftzoo geheel verschillend
Westersche muziek, dat wij eif
weten wat wy er aan hebben,
kunnen wij niets bespeuren;
vloeien als het ware ineen zonder aan tyd
gebonden te zijn, terwijl nu en dan onre
gelmatige en doffe slagen als op een aantal
bekkens of ook wel op ben grooten trom
de overhand krijgen. Of wij het mooi
vinden? Naar onzen srnóak heeft die mu
ziek iets doedelzakachtigs, iets, dat het ons
waarlijk onmogelijk maakt er lang naar te
luisteren. Maar laat ons niet vergeten
dat wjj geen bevoegde beoordeelaars zyn;
de. Javaan, die onze muziek, hok van het
beste orkest, voor het eerst hoart, zou er
zich misschien ook niet goed in thuis ge
voelen. Niettemin is het waar, dat inlan
ders van eenige beschaving, die veel met
Europeanen verkeeren, een byzonder ver
maak vinden in den klank van onze in
strumenten.
ar. de muziek van het Javaansch orkest,
den gamelan, goed te genieten, moet men
dien hooren niet te midden van een feest
vierende menigte, maar op een afstand,
des avonds, als alles in het ronde stil en
eenzaam is. Er ligt dan in die wegsmel
tende tonen iets zeer liefelyks, dat niet kan
nalaten op het gemoed een diepen, wee-
moedigen indruk te maken. Het schynt
dan öf het koeltje, dat langzamerhand in
het geboomte verdwynt, de zachte geluiden
met zrl?h voert, om ze over te brengen
naar onze vrienden, ver weg, als een groet
uit den vreemde.
Laat ons nu de muzikanten en hun
speeltuigen wat van naderby bezien. Zoo-
als zij daar zitten, in hun nette kleeding,
met de beenen vóór zich gekruist, vormen
zij een recht schilderachtig groepje. Hun
instrumenten zagen wy nooit te vorenwy
zullen trachten er een beschrijving van te
geven. Het spreekt vanzelf dat we ze met
de inlandsche namen moeten aanduiden,
die voor h«-t meerendeel niet vertaald kun
nen worden.
De hoofdpersoon
Prjjs Ider Advertentiën: Van 1 tot 5 regels 0,60. Ieder* regel
meer 010. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco
ulterlijk tot Vrijdags-namiddags. Alle binnenlandsche Advertentie»,
▼oor 3 Maal plaatsing opgegevenworden slechts t maal in
rekening gebracht.
de kendang, heeft den vorm van een affce-
knotten kegel, en wordt gemaakt van den
uitgeholden stam van den nangkaboom. De
beide uiteinden zijn met gelooide schapen
huiden overtrokkende vastsluiting en span
ning geschiedt op dezelfde wyze als by onze
trommen. Het instrument rust horizontaal
op de knieën van den neergehurkten mu
zikant, of op een laag onderstel, en wordt
niet met stokken maar met de vingers be
speeld.
Zietdaar de meest voorkomende speel
tuigen; de samenstelling van den gamelan
is echter niet overal en onder alle omstan
digheden gelijk.
By de muzikanten zien we een paar
meisjes zitten, netjes urtgedost, met sier
lijke gordels om het lyf en veel bloemen
in het haar. Is de muziek een poos aan
den gang, dan staan zy op, nemen in elke
hand een uiteinde van dien gordel (slepdang),
houden er een voor den mond, steken den
anderen arm uit en gaan nu, zonder veel
drukte met de voeten te maken, met bo
venlijf en armen allerlei draaiende bewe
gingen uitvoeren. Men noemt dat dansen,
en de Javanen kunnen er met vermaak
eenige uren achtereen naar zitten kyken
ons zou het al heel gauw vervelen. Daarby
zingen zy ook, maar zulk zingen mogen wjj
met alle recht leelyk noemenhet bestaat
slechts in het uitstooten van eenige hooge,
harde keelgeluidendie ons gehoor onaan
genaam aandoen.
De grootste pret smaken onze feestelin
gen, als zy straks onthaald worden op een
voorstelling van den wajang of het schim
menspel, zooveel als hun comédie.
Op het midden van den aloen aloon wordt
een groot gordyii opgehangen, waarachter
men lichten plaatst. Mannen en vrouwen
scheiden zichde laatsten moeten vóór het
gordyn blyven, de eersten mogen erachter
komen. Daar plaatst zich ook het orkest.
De vertooning geschiedt door middel van
zonderling gevormde, grillig beschilderde
lederen poppen met ledematendie met
houtjes en metaaldraadjes in beweging wor
den gebracht. Soms zyn er meer dan dertig
van die sprakelooze acteurs op het tooneel,
en de msn die ze laat werken en de ge
sprekken nabootst by het geluid der mu
ziek, imfetwel een bijzondere behendigheid
bezitten. Üy zult reeds opgemerkt hebben,
dat de vrouwen alleen de schaduwen te zien
krijgen, die de poppen op het doek afwerpen.
Wat den inhoud der voorstelling betreft,
deze is gewoonlyk ontleend aan de min of
meer geschiedkundige overleveringen des
lands, waarin waarheid en verdichting op
de zonderlingste wyze zyn dooreengehas-
peld. Men krygt er gevechten te zien,
feesten, misdaden, huwelyken, van alles en
nog wat. De onmogelykste dingen gebeuren
daarpersonendie door hun vyanden in
stukken zyn gehakt, worden opeens weer
levend, en nemen opnieuw aan den slryd
deel alsof er niets met hen gebeurd ware.
En hoe vreemdsoortiger de gang van het
verhaal is, des te meer genoegen smaken
de ffcehoordera en toeschouwers. In adein-
looze stilte volgen zy al de bewegingen
hunner helden, en worden niet moede, al
treft de ryzende morgen hen in dezelfde
houding aan.
Wat ons aangaat, wy bewonderen hun
geduld, doch hebben geen lust hun voor
beeld te volgen. Wy zullen de voorstelling
maar voor gezien houden, en wenschen hun
verder veel pleizier.
stuur blijft, totdat spoedig een eigen dorps
hoofd benoemd wordt. Doch de eerste
zorg van zulk een volkplanting is, op het
midden van de uitgekozen plek een wa-
ringin te plantendie het vereenigings-
punt vormt van de nieuwe dorpsgemeente.
Eenige dessa’s te zamen vormen een
district, waarvan in den regel het grootste
dorp de rol van hoofdplaats vervult. Daar
woont dan ook het districtshoofd, wiens
woning ook wel grootendeels uit bamboes
is vervaardigd, doch voorzien van houten
stutpalen, waarop dikwyls sierlyk snywerk
prijkt Ook telt dat huis eenige vertrek
ken meer, terwyl op het erf een groot
getal bijgebouwen voor verschillende doel
einden zyn bestemd. Op den aloen-aloen
van de districts hoofdplaats verheft zich
de zoogenaamde pendoppo, dat is een dak
op palen rustende, waaronder het hoofd
zich plaatst wanneer hij zyn onderge
schikten ontvangt.
Aan de westelijke zijde van hetzelfde
plein, en altijd met het front naar het
Oosten gewend, treft men in bedoelde
hoofddurpen het bedehuis aan.
De Javanen belyden den Mohammedaan-
schen godsdienst, doch hebben uit hun
vroegeren heidenschen tyd nog een massa
bygeloovige begrippen overgehouden. Hun
godsdienstoefeningen hebben plaats in
kleine, niet zeer merkwaardige tempels,
die missigit genoemd worden, en die alleen
mogen bestaan op plaatsen waar de bevol
king minstens veertig meerderjarige mannen
telt. Gewoonlijk zyn die bedehuizen een
voudige houten gebouwen, soms met zij
wanden van bamboes; doorgaans hebben zy
een spits dak, of drie boven elkander ge
plaatste, in grootte telkens afnemende daken.
Vrijdag, de Mohammedaansche rustdag, is
voor de openbare godsdienstoefening be
stemd: een geestelijke houdt er dan een
toespraak of leest een gedeelte der gewyde
schriften voor. Dewyl geen Mohammedaan
den tempel mag binnentreden, zonder zich
op een nauwkeurig voorgeschreven wijze ge-
wasschen te hebben, staat er naby den in
gang een watervat of is er een kleine vijver
aangelegd. De priesters van hongeren rang
zyn meestal Arabieren of van dezen afkom
stig, en het Arabisch is ook de taakwaai in
alle kerkelyke verrichtingen geschieden. De
mindere man verslaat van die taal zoo goed
als niets.
Uit de vereeniging van districten zyn re
gentschappen gevormd. Als hoofdplaats van
een regentschap is alweer gewoonlyk het
voornaamste dorp aangewezen, en dan be
zit het meerdere instellingen van openbaar
nut. De regent is een aanzienlyk persoon,
dikwyls een afstammeling van de vroe
gere vorsten op Java, die af en toe door
de Nederlanders van hun macht zyn be
roofd: geen wonder dat hy door de in
landers hoog wordt vereerd, ten aantal
regenten hebben veel van de Europeesche
gewoonten overgenomen, vooral wat de
de inrichting hunner woningen betreftdie
van steen zyn opgetrokkenin een aantal
vertrekken verdeeld en dikwijls voorzien
van eene ryke verzameling kunstvoortbreng
selen uit den vreemde. Niet zelden vor
men eenige dorpen met elkander de hoofd
plaats des regentschapsdeze zyn dan door
kunstwegen vereenigddie samenloopen op
een grooten aloen-aloen, waarvan een der
zijden wordt ingenomeii door de verschil
lende gebouwen die te zamen de woning
van den regent uitmaken. Dikwijls zyn
daar ook een aantal Europeanen gevestigd,
die natuurlijk niet in de dessa’s wonen,
maar in afzonderlijk staande hóizen langs
een der wegen, onder schaduwrijk geboomte.
Onder de inrichtingen, die men in de
hoofdplaatsen dor regentschappen aantreft,
moeten vooral de rechtbanken niet worden
vergelen, die zitting houden in de woning
van den hoogsten Europeeschen ambte
naar daar ter plaatse; zy bestaan uit in
landsche hoofden, onder voorzitterschap
van een Nederlandsch rechtsgeleerde. M< n
heeft de zoogenaamde landraden en de
rechtbanken van omgang: de laatste zijn,
zooals de naam aanduidt, aan geen be
paalde plaats gebondenen doen uitspraak
over belangryke misdry ven.
De politiedienst id*aan de bewoners der
dessa opgedragen; alleen in de hoofd
sleden vindt men vast aangesteld perso
neel voor de handhaving der veiligheid.
Op de hoeken van het dorp zyn wacht
huisjes opgericht, en verder op geregelde
afstanden langs de wegen. In elk dier
huisjes, gerdoe's geheetenhouden drie
personen, zoowel bij dag als by nacht,
de wacht; om beurten worden de man-
neiyke bewoners daartoe opgeroepen en na
twaalf uur dienst afgelost. Een paar anderen
doen ’s nachts van tyd tol tyd de ronde.
Voor deze diensten wordt geen betaling
verleend: zy behooren tot de verphchie
werkzaamheden, den inlanders opgelegd.
Willen zy er vry van zyn, dan mogen zy,
onder goedkeuring tan liet hoofd, een
ander geschikt peisoon m hun plaats stel
len. Het wachthuis is een eenvoudig
gebouwtje, aan alle zyden open, meest
van bamboes, met een-* dak van bla
deren, somtyda ook van houten palen met
De hoofdpersoon van het orkest, die op
zyn instrument als het ware de melodie
aangeeft, welke door de anderen wordt her
haald, bespeelt een soort van viool, rebab
geheetenzy bezit slechts twee snaren van
koperdraad, die ook met houten sleutels
worden gespannen. Het lichaam is nage
noeg hartvormig, van hard hout gemaakt
en met een blaas overspannen; het rust
met een pen op een voetstuk of op den
grond. De hals is ruim zes decimeters
lang en steekt onder het spelen ver boven
het hoofd van den muzikant uit. Deze
houdt in de rechterhand een boogvormigen
slrykstok, en raakt met de vingers der
linkerhand de snaren aan, evenals by ons
een violoncellist, maar zonder die snaren
tegen den hals van het instrument te
drukken.
Als blaasinstrumenten dienen vooreerst
de soehng, een fluit uit een stuk bamboes
met gaatjes bestaandeen waarvan het
bovengedeelte eenige overeenkomst heeft
met onze klarinet. Onder het bespelen
worden de openingen met de vingers be
werkt, evenals by onze gewone fluit. Ver
volgens de selompret, een houten trompet
met gaatjes en waarvan de onderste ope
ning met den duim wotdt gesloten.
De voornaamste rol in den gamelan wordt
echter vervuld door de slaginstrumenten.
Als hoofdüguur van het geheele orkest
prykt een kolossale stander of een rek,
sierlyk van hout bewerkt, dikwyls met-ver
guldsel overladen, en waaraan m het mid
den twee groote metalen bekkens hangen,
soms van acht dM. middellyn, gongs ge
nadmd. Deze hebben op het midden van
het bolle vlak een knopwaarop met een
stok met een lederen kop wordt geslagen.
Op die manier worden de bastonen aan
gegeven. Hooger gestemd is een kleiner
bekken, dat óf alleen, óf aan hetzelfde rek
hangt, en keinpoel heet.
Een kleine gong, horizontaal hangende
in een voetstuk uit vier aaneenverbonden
stylen beslaande, heet kenong. Een groot
aantal soortgelijke bekkens, tot twintig toe,
verschillend van toon, tot één instrument
vereenigd, vormen hetgeen een bonang wordt
geheeten, het bespelen geschiedt insgelyks
met omwoelde stokken. Nog fraaier, en
stellig veel welluidender, is de gender
by het mtspreken der tweelettergrepige
namen moet de nadruk op het laatste ge
deelte vallen, bestaande uit een dozyn
bamboeskokers, in een langwerpig vierkan
ten, ryk versierden houten bak geplaaist
Elke Koker dient om de tnllmgsgelurden
te versterken van een daarboven hangend
geelkopeien plaatje, aan een sterk gespan
nen koord bevestigd, en waarop met hou
weelvormige hamertjes wordt geslagen.
De meest gebruikelijke trom der Javanen,
8 T AT EN - G EN R A AL.
Do paragrafen 4 en 5 van hot ontwerp
herziening van Hoofdstuk III der Grondwet
hebben betrekking op de Eerste Kamer. De
eenige veranderingen die de Regeering voor
stelde was het aantal leden op 50 te brengen
en den kring der verkiesbaren eenigssins uit
te breiden, door het getal der hoogstaangesla
genen te bepalen op één per 2000 in plaats
van 3000 zielen in elke provincie.
De heer Van AsCh van Wjjck wilde de vor-
doeiing over de provinciën wangen, waardoor
Utrecht en Ovorjjsel elk een lid meer, Noord
en Zuid-Holland elk een lid minder zouden
krjjgen.
De heer De Beaufort stelde voor den eisch,
dat drf leden der Eerste Kamer souden geko
zen worden uit de hoogstaangeslagenen, te
doen vervallen. Bpr. lichtte zyu amendement
toe met de stelling, ook door den heer Heems
kerk in zyn werk „De practjjk der Grondwet*
uitgesprokendat een hooge aanslag in de per
soneels belasting of in het patent, reeds geen
bewfjs van groot fortuinzeker nog minder een
bewys ia van geschiktheid als lid der Eerste
Kamer. De heer Bandera was tegen die veran
dering. op grond dat niet de verkiesbaren,
maar de kiezers, in dit geval de leden der
Provinciale Statenhet karakter der Kamer
bepalenbovendien vreesde hgdat de aanne
ming botsingen sou geven. De Minister bestreed
beide amendementende beslissing over dat vaa
den heer Van Asch van Wjjc$zwaarvan hg de
billykheid niet insag.aan de Kamer overla
tende, verzette hy zich met kracht tegen dat
van den heer De Beaufort. Hy wilde gaarne
diens goede bedoelingen erkennenmaar ver
klaarde het amendement voor de Regeering
onaannemelijk.
In de sitting van Maandag werd het debat,
waaraan verscheidene sprekers deelnemen, voort
gezet. Bjj de twee voormelde amendementen
een pannendak er bóven. Van binnen ziet
men geen andere meubelen dan een rust
bank, en een bak40tt de wapens, be
staande uit een paar lansen en dieven-
haken. De laatste zijn vreemdsoortige in
strumenten aan een langen steel zitten van
voren twee tanden ais van een hooivork, maar
veel grooter, soms recht, ook wel gebo
gen, en aan de binnentyde met weerhaken
voorzien. Bij het vervolgen van een vluch
teling tracht men dezen tusschen de tan
den te pakken; is dat gelukt, dan moet
hij wel stil blyven staan, omdat anders de
haken hem leelyk zouden kwetsen.
In het midden van het dak hangt een
groote houten cilinder naar benedendie
als alarmklok dient: men slaat er met een
stuk gespleten bamboes tegen en brengt
dan een zwaar geluid voort, dat op verren
afstand kan gehoord worden, ’s Nachts
brandt men vóór de gerdoe gewoonlyk een
vuurnietom zich er by te warmen
doch om beschermd te worden voor de
de steken der lastige muskieten.
Het is niet onnoodig, dat voor de .vei
ligheid veel zorg wordt gedragen: roof
tochten op vry groote schaal, door gewa
pende lieden gepleegd, komen niet zelden
voor. Men noeint dat ketjoe-partyen. De
misdadigers worden, behalve tot kerker
straf, tot dwangarbeid veroordeeld; zy
krijgen dan een ijzeren ring aan den hals
en worden kettinggangers genoemd.
II. Muziek, dam en tooneelspel.
't Is feest in de dessa.
De gastheer is niemand minder dan de
regent. Hem is een groote eer geschied.
Vele jaren heeft hy tot tevredenheid der
Regeering het bestuur gevoerd. Door zyn
goede zorgen geniet de bevolking een hooge
mate van welvaart; nooit wendde zich ie
mand tot hem te vergeefs om rechten
nergens in het regentschap werd, zoolang
het gezag aan zijn handen was toevertrouwd,
de lust verstoord. D#üHuverneur-Generaal
heelt zyn verdiensten erkend, en op diens
voorstel werd de regent door den Koning
met het ridderkruis van den Nederlandschen
Leeuw begiftigd. Groot was zjjn vreugde,
toen de resident hem in een plechtige ver
gadering van inlandsche Hoofden en aan-
zienlyke Europeanen de versierselen der
orde overhandigde, en hem tevens de hooge
ingenomenheid van het gouvernement met
zyn bestuur betuigde.
En nu wil hy die blyde gebeurtenis op
gepaste wyze vieren. Zyn daim is ruim
en groot, maar by na nog te klein voor de
menigte hooggeplaatste gasten die aan zyn
disch zyn genoodigd. Ook de bevolking
van de omliggende Mprpen moet haar aan
deel iu de bhjdschgp hebben; de geheele
aloen-aloen is dicht bezet met een vroolyke,
in feestgewaad gehulde menschenmassa.
Mannen en vrouwen staan of zitten in
groepen bij elkander, onder een druk ge
praat, dat op eenigen afstand den indruk
geeft van een reusachtig byengebrom. Aan
spyzen en dranken ontbreekt het niet; af
en toe worden er groote korven met ge
bak en vleesch rondgedragenen ieder
grypt zoomaar met de vyf vingers wat
hem het smakelykst voorkomt. De regent
heeft eenige karbauen laten slachten, en
zyn koks zyn dag en nacht in de weer
geweest om den noodigen voorraad byeen
te bakken, er is overvloed van alles.
Ook worden nu en dan groove kruiken sa-
guweer rondgedragenelk houdt zyn beker,
een bamboeskoker, een klapperschaal of een
tinnen kroes, gereed en versmaadt ook deze
gave niet.
Maar niet uitsluitend om te eten en te
drinken zyn deze menschen byeen geko
men, ofschoon het er zoo bij behoort. Er
is nog iets anders dal, hun belangstelling
gaande maakt, en dat ook ons niet onver
schillig zal laten. Daarom gaan wy maar
niét by de voorname feestgenoolen in de
voorgalerijen van den regent, doch we bly
ven hier by onze Javaantjes, wachtende op
*t geen komen zal. Gelooft ook niet dat
het dezen weinig kan schelen of zy feest
vieren of niet; integendeel, zy zyn zulke
groote liefhebbers van een pretje als men
maar zelden aantreft.
Daar laten zich eenige muziektonen hoo
ren, ,en aanstonds wordt het overal stil.
Men schikt zich zooveel mogelyk, om niet
slechts het oor, doch ook het oog wat te
genieten te geven. Het treft ons byzonder,
dat alles zoo ordelyk toegaat, zonder dat
het eigenlyk merkbaar is of iemand met
eenig toezicht is belast; nergens verneemt
men ruwe kreten, en geen der feestge-
nooten maakt het op een of andere wyze
zyn metgezel fastig.
Reeds is het laat in den namiddag, wel-
dia zal de duisternis vallen. Doch on het
feest zal dit van geen invloed zyn. Voor-
eeist is het volle maan of daaromtrent,
zoodat kort nadat het Oog van den Dag
gesloten is, de Koningin van den Nacht
haar tooverachtig schynsel over het heer-
lyk landschap zal gieten. Bovendien zal
er wel voor de noodige fakkels zyn ge
zorgd zooals by Javaansche avond- en
nachtfeesten gebruikelyk is.
Hooger verheft zich thans de muziek,
I. Een Javaansch dorp.
De Europeanen zyn gewoon een dorp
op Java een dessa te noemen. Wjj zullen
dit ook maar doen, maar moeten hierby
opmerken, dat in de verschillende deelen
van het groote eiland drie afzonderlijke
talen door de inlandsche bevolking worden
gesproken, namelyk JavaanschSoenda’jch
en Madoereeschzoodat het Javaansche
woord dat eenigszins verbasterd als dessa
klinkt, zeker wel niet overal zal worden
verstaan.
Meestal bezit elk dorp een eigen Hoofd
die de gemeenschappelijke belangen der be
volking bestuurt; hij wordt gekozen door
de volwassen mannelijke ingezetenen. In het
westelyk deel van Java zyn vaak verschei
dene kleine dorpen tot één gemeente onder
hetzelfde Hoofd vereenigd, een regeling
die wel eenigszins gelijkt op hetgeen men
in onze provincie Friesland aantreft.
By het naderen der dessa bespeurt men
van de gebouwen zoo goed als niets. De
weg voerde geruimen tyd langs onafzien
bare rijstvelden, zich uitstrekkende tot op
de helling van het gebergte in het verschiet,
en afgewisseld nu en dan door bloeiende
koffietuinen. In de verte stuit het oog op
een dicht 'bosch, veel gelijkende op een
eiland te midden van een meer van hel
dergroene halmenwelke gelijkenis nog
sterker wordt, als het rijstveld onder wa
ter staat.
Naar een dier donkere plekken richten
we onze schreden. De smalle voetpaden,
die het rystveld doorsnijden, wijzen ons
den weg; na den oogsttijd kunnen wjj
ook over den stoppeligen bodem gaan en
alzoo de wandeling verkorten. Verderop
worden de akkers kleiner, en met meer
verscheidenheid van gewassen beplant,
soms doorsneden van fraaie lanen met
hoogopgaand geboomte Vervolgens komen
wy aan een dichte heg van bamboes,
die het geheele terrein der dessa omringt,
als een levénde muur, waarin hier en
daar openingen zyn gelaten voor den toe
gang. Eerst nu kunnen wy een blik slaan
in het dorp zelf; het bestaat uit een zeker
aantal sterk begroeide erven. Op het
midden dier stukken grond zyn de hutten
der inlanders gebouwd.
We zullen later huis en tuin eens be
kijken eerst moeten we onze aandacht
vestigen op inrichtingen van openbaar nut.
Het is immers de gewoonte van vreemde
lingen als zy ergens aankomeneerst
deze in oogenschouw-te nemen?
Veel treffen we juist niet aan, dat onze
nieuwsgierigheid bevredigt. Ongeveer in
het midden van het dorp woont het
dessa-hoofdsomtyds onderscheidt zyn wo
ning zich door haar grootte van die zijner
plaatsgenooten. Daarvóór is een vierkante
ruimte opengelatenmet gras begroeid
het is de aloen-aloenhet dorpsplein, waar
de ingezetenen byeen komen voor de ver
kiezing van het hoofd en voor de verdee-
ling der rijstvelden. Midden op dat plein
verheft zich een reusachtige massa groen
oppervlakkig gezien zou men meenen dat
het een verzameling zware en minder
zware boomen was, wier kruinen ineenge
groeid Zyn en gezamenlyk een beig van
dicht gebladerte vormen. Dat is echter
zoo niet; de wanngin, de reus der sier
planten, is één boom, van welks uitge
breide takken scheuten omlaag hangen,
die, als zy den grond hebben bereikt,
daar nieuwe wortels makensnel in dikte
toenemen, en aan den moederstam een
overvloed van voedsel toevoeren. Onder
dien beom verzamelen zich tegen den
avond de inboorlingen om de heerfyke
koelte en schaduw te genieten, en ook de
Europeesche bezoeker der dessa zet er
zich gaarne neder. Met heiligen eerbied
bejegent de doipbewontr zyn waringin.
Niet slechts zal niemand het ooit wagen,
hem te beschadigen, maar zelfs brengen
de eenvoudige lieden hem nu en dan
offergaven, meest bestaande uit sierlyk
van bamboes en rotan gevlochten voor
werpen, die met een pen in den grond
worden gestoken. De eenvoudige heden
gelooven, dat elk dorp zyn by/onderen
geest bezit, die den bewoners naar wel
gevallen voorspoed of rampen toezendt, en
den waringin boom tot zyn meest gelief
koosde verbfyfplaats heeft uitgezócht. Is
hun eenig byzonder geluk wedervaren, dan
dragen zy dien geest hun geschenk ophet
zelfde doen zy wanneer zy meenen hem door
een of andere'verkeerde handeling te heb
ben vertoornd. Soms gebeurt het, dut de
bevolking eener dessa zoo tahyk woidt,
dat de rystvelden haar met meer kunnen
voeden, en nieuwe ontginningen te ver
van de woningen zouden liggen; dan ver
laat een deel der ingezetenen de woon-
plaats, en legt veiderop een nieuw dorp
mm, dat aanvankelyk onder hetzellde be-