M,
1887.
N°. 933.
Zaterdag 30 April.
ir afgeven.
THEE
van
Brandsma,
Amsterdam,
>orzien van boven-
lelsruerk, verkrgg-
n Zonen.
HHDEN,
Kastpapier,
AC.
Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht
4
ir meer!!!
Schreuder,
m Vernissen
SCHOONHOVEN.
erkoudheid
ngen enz.
Van leeringen en voor-
beelden.
SCHOOifflOVBNSCHE COURANT
S. W. N. VAN NOOTEN tï Schoonhoven,
Uitgaven.
ai
,30 per 5 ons.
wordt
leetraat.
L MUNGERT.
4
HEHEWERTH.
t de aandacht ge*
druk
N, Schoonhoven.
ter-
„Zfl
stel-
let woord
Minister
de
O Jk.,
.DE WAAG",
p Effecten voor:
li jaars;
>t den prolongatie-
amsche beursvoor-
'ANDMEESTER,
GOUDA,
Bdaga te spreken,
1 uur. Het is on-
verlies der tanden
n mismaakt en de
regeling en het be
ier provincie over-
Donderdciff
gezet. La.
vóór als te;
den gevoerd,
maals te keni
ring het c
dat di
verdedigt
in den sk
de gelegenheid geepi
of zij een Kamerlid,
keer de eerste
om het zóó 1
den leerling
moeielyk is. H<
IE UITTEN, «onder
b wortelsworden
ode door hem ge
ding van tandheel-
inoodigdaar hij
algemeen vertrou-
oo hier als elders.
C. DEN HOED
enz.,
Boekhandel van
EN te Schoonhoven.
>t koopen en ver-
SN, tegen een pro-
boven de 30*/,;
onder 30
boven do Amster-
op den
i afstand
on en f 1,50 per
fr. E. M. Driesen,
te Schoonhoven;'
H. Huinck FHz.,
J. van Straaten
uwen te Kamerik
f<‘il
open i
tegen
fljjk de
a heer I
Koopt
de nieuwe
LONDON
de beste van
alle bestaande
parfumeriën om
het grjjze haar
binnen enkele
dagen te doen
verdwijnen.
Prijs der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels 0,50. Iedere regel
meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco
uiterlijk tot Vrjjdags-namiddags. Alle binnenlandsche Advertentiën,
voor 3 maal plaatsing opgegevenworden slechts 2 maal in
tekening gebracht.
islaging.
aerste zinsneden van art. 97
m gelezen als volgt
des Konings of bij afstand
ting gesloten, dan verga-
sraal zonder voorafgaande
Deze Courant wordt des Zaterdag-morgens uitgegeven.
Pry«: voor Bohoonhown per drie maanden f 0,70. Franco per post
door het geheele rij Ir 0,80. Men kan zich abonneeren bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
g
■a
-2
g
jleekwnoe, 4 jaar
c van eenige fles-
niven-Borst-Honlg
eene zeer ernstige
ALITEIT.
f 1,30.
- 1,45 per L.
1,50, f 1,80 per
»mp. f 2,50
stens 3 fl.
der Kop Co.
echt verkrijgbaar
»n van 2 Gulden,
i en 65 Cents
van nevenstaand
impelte
fed. Wolff Zn.;
ff; Gorinchem bij
«ht bij J. D. den
Vlasveld; Lek-
Jtarre; Oudewater
Stolwijk bjj C. G.
bij Joh. v. d. Dool.
BUITENLAND.
Overzicht
De lersche dwangwet, de hoofdschotei
der jongste staatkundige gebeurtenissen,
in de laatste dagen geheel op den achti
grond geschoven door een incident tusschen
Frankrijk en Duitschland: de gevangen
neming van een Fransch politieambtenaar
op Duitsch grondgebied. Die politieamb
tenaar, Bchnaebele geheeten en te Pagny,
een plaatsje vlak aan de Duitsch-Franschc
grens gelegen, gestationneerd, stond met een
zwarten kool aangeteekend bij de Duitsche
politie in den Elzaas. Hij was de man die,
in verbinding met de party in Frankrijk,
welke zich het lot der verdrukte broeders
in ElzassLotharingen aantrok, de intrigues
tegen het Duitscho bestuur levendig hield
eu de voor den dienst aangewezenen tot de
sertie aanspoorde. Dit was aan de Duitsche
autoriteiten zeer goed bekend, doch men
had tot nog toe geen pogingen aangewend
om daaraan een einde te maken. Alleen
in den laatsteu tijd en met name na den
uitslag der jongste verkiezingen, die de
Duitsche regeering deden besluiten wat
strenger in het nieuwe Rijkstand op te tre
den, was het bevel uitgevaardigd om den
bekenden rustverstoorder gevangen te ne
men, zoodra hij zich op Duitsch grondgebied
waagde. En die gelegenheid deed zich
spoedig voor. Hetzij dan met het doel om
zijn Duitschen collega te Noveant te spre
ken, gelijk meermalen geschiedde, zooals de
Fransche bladen beweren, hetzij ter bewo
ning van een der geheime bijeenkomsten,
welke ten huize van den beruchten af
gevaardigde Antoine werden gehouden,
Bchnaebele waagde zich op Duitsch grond
gebied en werd toen door Duitsche politie
beambten, die zich vermomd hadden, on
verhoeds aangevallen en gevangen genomen,
doch niet nadat hij eerst die Duitsche be
ambten ter aarde had geworpen en getracht
had zich door de vlucht te redden. Er be
staat nu echter verschil over de vraag of
Bchnaebele al vluchtende al dan met de
Fransche grens bereikt had, ’t geen na
tuurlijk van Fransche zijde beweerd, van
Duitsche zijde ontkend wordt. Zelfs zijn
er getuigen die beweren, dat de aange
houdene met het hoofd op Duitsch en met
de voeten op Fransch grondgebied lag.
Niet alle bladen weten kalm den loop
van het onderzoek, dat inmiddels is inge-
steld, af te wachten, doch in het algemeen
moet erkend worden, dat zoowel tusschen
de betrokken regeeringen als in de pers
het incident met matiging en kalmte wordt
besproken en vermoedelyk ook wei geen
aanleiding zal geven tot ernstige geschillen.
Het laatste bericht, uit particuliere bron,
meldt zelfs, dat het incident reeds zou
zijn of worden uit den weg geruimd, door
de loslating van Bchnaebele en de verplaat
sing der al te ijverige Duitsche politieagenten.
Onder dit alles ging de Pruisische Land
dag voort met de behandeling van het
kerkelijk ontwerp, dat bereids in tweede
lezing is toegelaten, zoadat de aanneming
zeker iswaaraan trouwens na ’s Pausen
laatste schryven niet meer mocht getwij
feld worden. Als ware vredestichter heeft
Z. H. Paus Leo zich gehaast aan Frankrijk
en Duitschland zijne bemiddeling aan te
bieden in zake het bovenvermelde geschil.
Ook bij de derde lezing van de dwang
wet voor Ierland, zljti de leren en aan
hangers van Gladstone 3 druk in de weer
om den gang van zaken in het Engelsche
parlement te belemmeren, ofschoon zy we
ten, dat zy daarmede de aanneming der
Wet niet zullen kunnen verhinderen.
Uit het Oosten geen nieuws. Arrestatiën
van verdachten in Husland zijn alledaag-
sche dingen, waaraan men nauwelyks meer
aandacht schenkt.
Bulgarije heeft veel kans onwillens tot
eene Republiek te worden met zijn regent
schap. Er mankeert maar een President
niet kunnen vergissen. In den regel loopt
de keus der kinderen wel eenigszins in
de richting van het vakdoor den vader
uitgeoefendals deze ten minste niét de
dwaasheid heeft gehad, daar in het bijzijn
van zyn gezin altyd over te klagen eri er
niets dan de schaduwzijde van te laten
zien. Het komt zelden voor, dat de zoon
van een metselaar verlangt advocaat of
dagbladschrijver te worden, eenvoudig
omdat hij die nuttige bedrijven niet kent.
Maar wel heeft het sointyds plaats dat
kinderen van hen, die met hersen-arbeid
in hun onderhoud voorzien, niet kunnen
studeeren, daarentegen wel in staat zou
den zijn de handen flink te gebruiken.
Dwingt men hun evenwel tot het eerste,
dan bederft men hun toekomst, door hun
een taak op te leggen, te zwaar voor hun
krachten, en hun datgene te onthouden,
waarmede zij een waardige plaats in de
maatschappy zouden kunnen innemen. Hoe
sterker dwang op die ongelukkigen wordt
uitgeoefenddes te minder komen zij
vooruit, eindelyk krygen de leer-pro-
gramma’s de schuld en wordt er van
•overlading” gesproken.
Grooter nog is het getal dergenen, die
tot de studie worden gebracht niet door
eigen aanleg, inaar door de ijdelheid der
ouders! Bij dezen staat het vast dat hun
jongen iets beters moet worden dan vader
werd; een voortreffelijk denkbeeld, dat we
wel als algemeenen regel gevolgd wenschten
te zien, als men dat betere maar niet
zocht in verkeerde richting. Er zijn ver
schillende soorten van bekwaamheid, en
voor de voorkeur, aan de eene boven de
andere gegevenbestaat geen redelijke
grond. Is het eenmaal uitgemaakt, dat
de jongen naar de Hoogere Burgerschool
of naar het Gymnasium moet, of wel dat
hij aan een Normaal-inrichting voor onder-
wyzeis geplaatst zal worden, opdat hij een
maal iets meer zal zijn dan een am
bachtsman of weikbaas, of landbouwer in
goeden doendan houden alle verdere
overwegingen op, en moet hy maar zorgen
dat hij klaar komt, onverschillig of hy
aanleg bezit of niet. Mislukt de onder
neming, dan deugen de programma’s niet
of heeft de onderwijzer zyn plicht niet
gedaan.
Wy beklagen die kinderen, maar niet
minder hun ouders, daar dezen, door
eigenliefde verblind, niet bespeuren welk
een onnoemelijke schade zij veroorzaakten.
En niettemin, klaagt men over de
resultaten, en staan daar de beide groe
pen van jongelieden, die we van de an
deren hebben afgezonderd om hun geval
eens van naderbij te bezien.
Beginnen wy met de laatstgenoemden,
die we met een medelydend oog hebben
te beschouwen.
Als iemand een zoon had, met zwakke
beenen, en wiens lichamelyke gesteldheid
aanwyst dat hy dit gebrek nooit te boven
zal komen, niettemin verlangde dat de
jongen postbode zou worden, dan zou
men vragen of die man wèl by ’t hoofd
is. Toch zyn er dergelyke onverstandige
lieden. Zonder met juistheid te weten,
of een kind geschiktheid, lust,.aanleg voor
de studie heeft, wordt hij er toch maar
voor bestemd, ’t Is als bij den middel-
eeuwschen adel, waar de oudste zoon voor
het leger, de tweede voor den geestelyken
stand werd aangewezen, onmiddellyk na
hun geboorte; en al kreeg men daardoor
ook somtyds weekhartige krygslieden en
strijdlustige pielaten, dat verhinderde geens
zins de handhaving van het stelsel,
leder mensch kan slechts gelukkig zyn,
indien hy geplaatst is in een werkkring
overeenKomstig zyn aard en neigingen, in
verband met de omstandigheden onder
welke hy is groot gebracht. Nu is het
voor ouders wel niet altijd gemakkelyk,
by hun kinderen reeds op jeugdigen leef
tijd zulke vertrouwbare waarnemingen te
doen, dat zy zich in hun voorstelling om
trent de geschiktheid voor zekeren arbeid
die geheel onafhankelyk
staan. Twee groepen van
ken onze aandacht: den eersten mangelt
het aan ernst, aan vlyt en volharding, den
tweeden ontbreken de vermogens. De
eerste zijn te berispen, de laatste moet
men beklagen. Maar de schuld te wer
pen op ons stelsel van opvoeding, dat een
hoogere mate van verstandelijke ontwik
keling vraagt dan voorheen kon verkregen
worden, zou zeer onbillyk zijn, te meer
omdat niet slechts met zorg gestreefd
wordt om datgene te onderwijzen, wat èn
door zyn vormende waarde èn door on
misbaarheid in het maatschappelijk ver-
j. plaats inneemt, maar ook
te doen dat de weg, door
te bewandelenniet al te
leeft men in beide opzichten
de volmaaktheid nog niet bereikt, erkend
moet worden dat goede leerwyzen met
uitstekend gevolg worden aangewend, die
niet slechts het leeren vruchtbaar maar
ook aangenaam doen zijn.
In een vergadering, bestaande uit warme
voorstanders eener breede volksopvoeding
zoowel in de school als overal waar in
vloed kan worden geoefend op de ontwik
keling der krachten en vermogens,werd
eens de vraag gesteld: »Wat dunkt u
van de klachten, waarin het verwyt van
overlading bij het onderwys wordt uit
gesproken
Men weet het, dat onderwerp is lang
aan de orde geweest, en is het eigenlijk
nog, daar bij elk verslag der autoriteiten
over welke school ook, zorgvuldig is aan
gewezen dat de uitvoering van het pro
gramma niet te veel inspanning vereischt
van de zyde der leerlingen, ’t Is alsof
men vooruit wil vertellen dat men er voor
waakt, het geestelyk voedsel slechts in
zulke scheppen te laten toedienen, dat de
maag het met gemak verleren kan. En
wy, Nederlanders, wy zijn zeer kalme men-
schen, die gewoon zyn dergelyke quaesties
met vermyding van overdryving te behan
delen enkele uitzonderingen niet mede-
gerekend; maar in het buitenland, met
name in Frankrijk en in Duitschland,*
heeft men er verschrikkelijk over doorge
slagen; het scheen wel, alsof binnen een
kort tydsverloop het jonge volkwanneer
men niet tijdig andere maatregelen nam,
volslagen uitgeput zou worden door al
dat studeeren.
Een eenvoudig man, die gezegde bij
eenkomst by woonde, was van oordeel dat
de gestelde vraag zeer gemakkelijk te be
antwoorden is. De bedoelde klacht noemde
hij ongegrond. Maar zoo ging hy voort,
als het toch waar is, wat door velen wordt
verzekerd en door allerlei officiéele rap
porten woidt bevestigd, dat by het on
derzoek een groot aantal jongelieden niet
blyken te voldoen aan de eischen, hun
gesteld; als anderen te vergeefs en met
opoffering hunner lichaamskrachten wor
stelen om de hoogte te bereiken waarop
zy stevig staan moeten, ten einde eenige
waarborgen te geven van geschiktheid voor
de door hen begeerde maatschappelijke be
trekking, dan moet er toch een oorzaak
zyn van dat kwaad, hetwelk te weinig
zeldzaam is om het aan bijzondere omstan
digheden aan iets bloot toevalligs toe
te schryven?
We hebben hier te doen met twee ver
schijnselen van zeer uiteenloopenden aard,
die geheel onafhankelyk van elkander be-
leerlingen trek-
Maar daar staat ons tweede groepje nog
te wachten op den uitbrander dien we in
petlo hebben.
De ondervinding heeft bewezen dat jon
gelieden, met niet meer dan middelmatige
vermogens begaafd, toch nog, door de din
gen ernstig op te vatten en zich met yver
op de vervulling hunner taak toe te leggen
goed terecht zyn gekomen. Voor dezulken
is natuurlijk de inspanning groot, en het
is een onverantwoordelijk waagstuk, die
van hen te vergen als de lichamelijke krach
ten niet toereikend zyn. Maar is dat wel
zoodan doet ook hier volharding de kroon
verwerven. Over het algemeen zyn ook de
leerprogramma’s niet zóó ingericht, dat al
leen de zoogenaamde vluggen’’er aan kun
nen voldoen; ware zulks het geval, dan
zou men ze moeten veroordeelen.
De knapen van wie we thans spreken
hebben de dingen zeer licht opgevat; zij
zijn vreemd aan de waarheiddat vlijtig
werken een eerste vereischte is om te sla
gen. Van die soort zyn er velenvraagt
het maar aan allen, die gelegenheid heb
ben jongelieden in hun vorderingen gade
te slaan.
Wy behooren niet tot degenen die de
zon niet in ’t water kunnen zien schynen
de jeugd heeft behoefte aan uitspanning,
en de ernst van den ryperen leeftyd zou
haftr kwalyk voegen. Maar tochhet begrip
van plicht moet reeds vroegtydig worden
aangekweekt, wil men een natie helpen
vormen die niet lydende is aan bloedar
moede,'aan gebrek aan mannen van ka
rakter. Met de gemakkelyke levensopvatting,
door velen als den grondslag der opvoeding
gehuldigdkunnen wy ons niet vereenigen
in die gelukkige jaren van twaalf tot acht
tien waarin voor de meesten de studietyd
valt, moet er gewerkt worden.
Kunnen wy wel altyd de jongelui de
schuld uitsh itend gevenals zy het niet doen.
Altyd zeker niet. Dat zy achteraan
komen, de hun opgedragen taak niet op
tyd of naar behooren volbrengenligt soin
tyds in de inrichting der huishouding.
Wanneer geen onoverkomefyke bezwaren
zulks beletten, behooren de ouders zich
zooveel mogeiyk te regelen naar de behoef
ten der jongelui; de uren der maaltyden
enz. zoo te bepalendat de voor den arbeid
meest geschikte tyd daarvoor beschikbaar
blyft. Maar dat is het eenige niet. Hoofd
zaak is: het goede voorbeeld.
Als epn knaap nooit iets anders ziet, dan
dat zyn vader nauwgezet en ordelyk is in
de waarneming zijner plichten, dan bestaat
er veel kans dat hy vanzelf denzelfden weg
leert bewandelen. Bemerkt hy daarentegen
dat papa noodzakelyke dingen laat loopen,
om eenige uitspanning te genietendan ge
voelt hij ook spoedig het drukkende van
zyn taak, en zal al haf. mogelijke doen om kibi, want me u ver ie zoeaen, aoon zijne
er zich aan te ópttntkken.' Er zyn voor- crediteuren uit. Stond dóór maar eens een
beelden van ouders, die vlytig medededen
aan de overladings-klacht, maar er geen
bezwaar in zagen, avond op avond met
zoonlief naar de comédie te gaan, zonder
te vragen of het werk dat wel lyden kon
wat natuurlijk niet het geval was. Anderen
maakten het minstens even erg. »Zoo,jon
gen ga je aan de studie Dat is braaf van
je; doe maar goed je best om alles in orde
te hebben. Ik moet nog eventjes uit,
tot straks dus!” En vader en zoon zagen
elkander niet weer vóór den volgenden dag.
Is het wel te verwonderen dat hoofd en
handen dan weldra werkeloos werden, en
dat de knaap ook spoedig een uitvlucht
zocht om »eventjes” er van door te gaan?
Willen we onze jongens zien opgroeien
tot waarlyk flinke rnenschen, in welken
stand ookdan moeten we met hen leven
hen vergezellen op het moeiehjke pad der
plichtbetrachting, hen schragen en steunen
waar de kracht te kort dreigt te schieten
en de moed verflauwt. Dat wordt niet altyd
in het oog gehouden.
BINNENLAND.
8TATEN-GENERAAL.
Over het amendement van de heeren Van
Houten o. a., waarby was voorgesteld de aan
vaarding van het ambt van Minister door een
lid der Staten» >eneraal uit te zonderen van den
regel, die de aanneming van een bezoldigd staats
ambt aftreding met onmiddellijke herkiesbaar-
heid doet ten gevolge hebben, tegen welk amen
dement de Regeering zich met kracht had verzet,
werden in de zitting der Tweede Kamer van
lag 21 April de beraadslagingen voort-
Nadat onderscheiden sprekers zoowel
jgen het amendement het woord had-
rd, gaf de Minister Heemskerk nog-
i kennen, dat do voorgestelde verande-
derde Hoofdstuk zoodanig zou bederven,
le Regeering het niet verder zou kunnen
gen; zij zou leiden tot parlementairisme
ilechton zin des woords. Den kiezers moet
lend blijven om te beslissen
-w-tot Minister benoemd, nog
ais vertegenwoordiger begeeren. De heer Ver
niers van der Loeff had met leedwezen het stellen
der Kabinets-quaestie vernomen; hij achtte de
zaak van ondergeschikt belang, en moest aan
een misverstand denken. Daarom wenschte hij
geen dadelijke stemming, maar uitstel der be
slissing tot den volgenden dag. Aldus werd
besloten.
In de zitting van Vrijdag werd de zaak verder
behandeld; de Min. bleef bij zyn gevoelen. Van
intrekking van het wetsontwerp had hij niet
gesproken. Het amendement werd met 48 tegen
20 stemmen verworpen.
Aangenomen werd, met 42 tegen 27 stemmen,
een amendement van den heer Greeve, om het
ambt van advocaat-generaal bij den Hoogen Raad
onvereenigbaar te stellen met het Kamerlidmaat
schap. 15 werd hierop goedgekeurd
De 2 volgende insgelyks, luidende:
„Art. 92 der Grondwet wordt gelezen als volgt
„De leden der Staten-Generaal zjn niet ge
rechterlijk vervolgbaar voor hetgeen zij in de
vergadering hebben gezegd of aan haar schrif-
telyk hebben overgelegd.”
„Art. 94 der Grondwet wordt gelezen als volgt
„Elke Kamer benoemt haren griffier. Deze
mag niet tegelyk lid van een der Kamers zyn.’’
18 „De Ötaten Generaal komen ten minste
eenmaal 's jaars te zamen.
„Hunne gewone zitting wordt geopend op den
derden Maandag in September.
„De Koning roept een buitengewone zitting
byeen, zoo dikwyls Hij zulks noodig oordeelt."
Op de 2de alinea werd een amendement voor
gesteld door den heer Schimmelpenninck van
Njjenbeek, om „Maandag” te veranderen in
„Dinsdag". Het werd met 55 tegen 11 stemmen
aangenomen. Het art. werd goedgekeurd.
19„Het 1ste lid van art. 96 der Grond
wet wordt gelezen als volgt;
„De afzonderlijke vergaderingen der beide
Kamers en evenzoo de vereénigde vergaderingen
worden in het openbaar gehouden.” Goedge
keurd zonder beraadt'
20 „De twee eerste
der Grondwet wordei
„Is bjj overlyden
van de Kroon de zittü
deren de Staten-uener.
oproeping.
„Deze buitengewone zitting wordt
vyfden dag na het overlyden of na den
geopend."
De heer Farncombe Sanders stelde voor daar
aan toe te voegen „Zynop het tijdstip in het
eerste lid bedoeld, de Kamers beide of in een
van beide ontbonden dan treden beideof treedt
de ontbonden Kamer tijdelijk weder op tot aan
de samenkomst der nieuw verkozene, welke
plaats heeft op den vyfden dag na den afloop
der verkiezingen." Dit amendementdoor den
Minister bestreden, werd verworpen met 29
tegen 27 stemmenwaarna de werd goedge
keurd. Hetzelfde was het geval met §§2127
(opening en sluiting der Kamersbeslissing en
beraadslaging door minstens de helft plus een
der ledenstemmingindiening van wetsvoor
stellen.)
27 bis Art. 106 der Grondwet wordt gele
zen als volgt „Over eenig ingekomen voorstel
des Konings wordt door de volle Kamer niet be
raadslaagd dan nadat een commissie daarovér
verslag heeft uitgebracht, al of niet voorafge
gaan door een onderzoek in de afdeelingen,
waarin al de leden der Kamer zich verdeelen.’
Door den heer De Savornin Lohman werd een
andere lezing voorgesteldten einde de vryheid
der Kamer in do regeling van haar wjjze van
werken minder te beperken. Zy luidt „Aan
de openbare beraadslaging over eenig ingekomen
voorstel des Konings gaat altyd een onderzoek
van dat voorstel vooraf.'
„De Kamer bepaalt in haar reglement van
orde de wjjzewaarop dat onderzoek zal wor
den ingesteld.” Het amendement werd aange
nomen met 42 tegen 18 stemmen.
De volgende paragrafen tot en met 35 wekten
geen discussie op. Des te meer 36, loopende
over de vereffening en rekeningen van Ryks-
ontvangsten en uitgaven over het afgeloopen
dienstjaar. Volgens het stelsel der Regeering
zou die vaststelling geschieden door, de Alge-
meene Rekenkamer en daarna vanwege den
Koning aan de Staten-Generaal medegedeeld.
Alleen wanneer de Rekenkamer bezwaar maakte
in de vereffening van eenige ontvangst of uit
gave zou de wet beslissen. De heeren Verniers
van der Loeff en Van Delden stelden bjj amen
dement voor, het bestaande stelsel in hoofdzaak
te behoudenen alleen aan de woorden der
(tegenwoordige) Grondwet „De verantwoording
van de Staats- (te vervangen door Ryk» uit
gaven en ontvangsten over elk dienstjaar wor
den, onder overlegging van de door de Reken
kamer goedgekeurde rekening, aan de wetge
vende macht gedaan”, toe te voegen „naar de
voorschriften van de wet.”
Verder wilden de heeren Van der Loeff en Van
Delden de woorden „Het slot van de rekening
wordt door de wet vutgesteld”, doen vervallen.
Dit voorstel leidde tot een breede discussie
die ook de geheele zitting van Maandag in be
slag namen eindigde met aanneming van het
amendement met 36 teiren 25 stemmen.
In de zitting van Dinsdag kwam aan de orde
het voorstel van den heer Godin de Beaufort tot
opneming der additioneele artikelen betreffende
het kiesrecht (het zoogenaamd voorloopig kies
reglement) in Hoofdstuk HL
Het amendement werd in het breede door den
voorsteller toegelicht. Het diende om te voor
komen dat het Hoofdstak zelf aangenomen
doch het voorloopig kiesreglement verworpen
zou kunnen worden. De verklaringen daar
omtrent gegeven door de heeren Gleichman,
De Beaufort en Van der Feitzstelden 8pr.
niet gerustwant zjjn alle liberalen het er mee
eens Ook kunnen de omstandigheden hen dwin
gen om een ander besluit te nemen. Ook de
Eerste Kamer zou de addit artikelen kunnen
verwerpen bjj 2de lezing. Daartegen moeten
waarborgen bestaan.
De heer Goeman Borgesius achtte het amen
dement onaannemeljjkdie add. art. zjjn inge
wikkeld en hebben op verschillende hoofd
stukken betrekking. Ook konden er bij de
beraadslagingen weleens wijzigingen in gebracht
wordendie deze artt. minder aantrekkelijk v
maakten voor de rechterzjjdedan liep men
gevaar het geheele derde Hoofdstuk verworpen
te zien. De liberalen achten zich moreel ver
plicht, het geheele gebouw der Grondwetsher
ziening af te makendoch Spr. verlangt geen
beschikking over den sleutelna 't nog slechts
half is voltooid.
Onderscheiden leden voerden nog hf
vóór of tegen het amendement. De
ontried de aanneming, doch zou zich bjj
beslissing der Kamer nederleggen. Het werd
verworpen met 45 tegen 32 stemmen.
Vóór de eindstemming over Hoofdstuk III
deed de heer Lohman mededeeling van de rede
nen die hem nopen zouden tegen te stemmen.
Niet omdat hjj tegen uitbreiding van ’t kies
recht is gelijk de pers zal doen gelooven
die al wat de heer Lohman en zyn geestver
wanten zeggen verdraaid weergeeftmaar om
dat bewezen isdat de meerderheid de Grond
wetsherziening wil tot stand brengen zonder
de hulp der rechterzijde. De beer Van den Biesen
verklaarde zich vóór het Hoofdstuk, onder voor
behoud van de volle vrijheid bjj de 2de lezing.
Hoofdstuk III werd daarop aangenomen met
49 tegen 28 stemmen.
De titel van Hoofdstuk IV is „Van de Pro
vinciale Staten en de Gemeentebesturen". Alge-
ineene beraadslagingen over dit Hoofdstuk wer
den niet gehouden, en de zeven eerste para
grafen werden na korte bespreking goedgekeurd,
met een kleiue wjjziging door den heer Rooseboom
voorgesteld en door den Min. overgenomen, om
ook hier schorsing van het kiesrecht voor mi
litairen in werkeljjken dienst toe te laten.
Op 8 (art. 131), luidende
„Aan de Staten wordt de i
stuur van de huishouding der pi
gelaten.
„Zjj makedJBlerordeningen, die zij voor het
provinciaal belaag noodig oordeelen.
„Die verordeningen behoeven do goedkeuring
des Konings", stelde eerst de heer t >oekoop,
later de heer Huber een amendement voor, beide
ten doel hebbende het recht der Prov. besturen
tot regeling van eigen zaken minder afhanke
lijk te maken van het centraal gezag.
De heer oekoop stelde voor, de 2de en 8de
zinsnede van het art. te vervangen door
maken, onder de waarborgen bjj de wet te
len, de verordeningen, die zjj voor het provin
ciaal belang noodig oordeelen." De heer Huber
wenschte de 3de alinea te doen vervallen. Het
am. oekoop, ondersteund door den heer Van
der Kaay, werd door den Min. ontradenhjj
meende bet beginsel te moeten handhaven, dat
de provinciale wetgeving behoort aan den Koning
en de Prov. Staten te zamen, gelijk de gemeente
besturen weer staan onder de voogdjj van de
Gedeputeerde Statenzoodat er voortdurend
toezicht is.
Zaterdag-morgen had in het
gebouw Arti-Legi te Gouda de aanbeste
ding plaats van
1. Het eenjarig onderhoud der kazerne*
gebouwen te Gouda. (Raming £2220.) In
geschreven werd door: B. Hoger waard te
Gouda, voor f2300 W. Bokhoven te Gouda,
voor f2035; 0. J. Koot te Gouda, voor
£2043 en H. J. Nederhorst te Gouda voor
f1979;
2. het gedeeltelijk verven van voorn, ka-
zernegebouwen. (Raming f 1000.) Inge
schreven werd doorB. Brouwer te Gouda,
voor f 1468 en W. Gestel te Woerden
voor f 965
3. het eenjarig onderhoud der kazerne-
gebouwen te Schoonhoven. (Raming f 1550.)
Ingeschreven werd deor: G. De Vos te
Schoonhoven, voor f 1670 en P. Blanken Dx
te Berg-Ambacht, voor f1545;
4. het gedeeltelijk verven van voorn, ka-
zernegebouwen. (Raming f 700.) Ingeschre
ven werd doorK. Katsburg te Ammerstol,
voor f729,33; H. A. Schreuder te Schoon
hoven, voor f687 en C. A. Van Wamel te
Schoonhoven, voor f666,66.
Donderdag 21 April hadden
te Viauen bestedingen plaats voor het
hoogheemraadschap de Vjjf-Heerlanden.
De leverantie van grint is in verschil
lende perceelen lager aangenomen dan
in 1886.
De aardwerken zijn allen ver beneden
de ramingen aangenomen, en wel:
le. perceel J. J. Veldhuize.i, Leerdam,
voor f460; 2e. perceel J. De Jong, Lex-
aan. Turkije ten’ slotte het kind van
de rekening, want het put niet zijn schat
kist, want die ia ver te zoeken, doch zijne
Bismarck op!