M, 1887. N°. 933. Zaterdag 30 April. ir afgeven. THEE van Brandsma, Amsterdam, >orzien van boven- lelsruerk, verkrgg- n Zonen. HHDEN, Kastpapier, AC. Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht 4 ir meer!!! Schreuder, m Vernissen SCHOONHOVEN. erkoudheid ngen enz. Van leeringen en voor- beelden. SCHOOifflOVBNSCHE COURANT S. W. N. VAN NOOTEN tï Schoonhoven, Uitgaven. ai ,30 per 5 ons. wordt leetraat. L MUNGERT. 4 HEHEWERTH. t de aandacht ge* druk N, Schoonhoven. ter- „Zfl stel- let woord Minister de O Jk., .DE WAAG", p Effecten voor: li jaars; >t den prolongatie- amsche beursvoor- 'ANDMEESTER, GOUDA, Bdaga te spreken, 1 uur. Het is on- verlies der tanden n mismaakt en de regeling en het be ier provincie over- Donderdciff gezet. La. vóór als te; den gevoerd, maals te keni ring het c dat di verdedigt in den sk de gelegenheid geepi of zij een Kamerlid, keer de eerste om het zóó 1 den leerling moeielyk is. H< IE UITTEN, «onder b wortelsworden ode door hem ge ding van tandheel- inoodigdaar hij algemeen vertrou- oo hier als elders. C. DEN HOED enz., Boekhandel van EN te Schoonhoven. >t koopen en ver- SN, tegen een pro- boven de 30*/,; onder 30 boven do Amster- op den i afstand on en f 1,50 per fr. E. M. Driesen, te Schoonhoven;' H. Huinck FHz., J. van Straaten uwen te Kamerik f<‘il open i tegen fljjk de a heer I Koopt de nieuwe LONDON de beste van alle bestaande parfumeriën om het grjjze haar binnen enkele dagen te doen verdwijnen. Prijs der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels 0,50. Iedere regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco uiterlijk tot Vrjjdags-namiddags. Alle binnenlandsche Advertentiën, voor 3 maal plaatsing opgegevenworden slechts 2 maal in tekening gebracht. islaging. aerste zinsneden van art. 97 m gelezen als volgt des Konings of bij afstand ting gesloten, dan verga- sraal zonder voorafgaande Deze Courant wordt des Zaterdag-morgens uitgegeven. Pry«: voor Bohoonhown per drie maanden f 0,70. Franco per post door het geheele rij Ir 0,80. Men kan zich abonneeren bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders. g ■a -2 g jleekwnoe, 4 jaar c van eenige fles- niven-Borst-Honlg eene zeer ernstige ALITEIT. f 1,30. - 1,45 per L. 1,50, f 1,80 per »mp. f 2,50 stens 3 fl. der Kop Co. echt verkrijgbaar »n van 2 Gulden, i en 65 Cents van nevenstaand impelte fed. Wolff Zn.; ff; Gorinchem bij «ht bij J. D. den Vlasveld; Lek- Jtarre; Oudewater Stolwijk bjj C. G. bij Joh. v. d. Dool. BUITENLAND. Overzicht De lersche dwangwet, de hoofdschotei der jongste staatkundige gebeurtenissen, in de laatste dagen geheel op den achti grond geschoven door een incident tusschen Frankrijk en Duitschland: de gevangen neming van een Fransch politieambtenaar op Duitsch grondgebied. Die politieamb tenaar, Bchnaebele geheeten en te Pagny, een plaatsje vlak aan de Duitsch-Franschc grens gelegen, gestationneerd, stond met een zwarten kool aangeteekend bij de Duitsche politie in den Elzaas. Hij was de man die, in verbinding met de party in Frankrijk, welke zich het lot der verdrukte broeders in ElzassLotharingen aantrok, de intrigues tegen het Duitscho bestuur levendig hield eu de voor den dienst aangewezenen tot de sertie aanspoorde. Dit was aan de Duitsche autoriteiten zeer goed bekend, doch men had tot nog toe geen pogingen aangewend om daaraan een einde te maken. Alleen in den laatsteu tijd en met name na den uitslag der jongste verkiezingen, die de Duitsche regeering deden besluiten wat strenger in het nieuwe Rijkstand op te tre den, was het bevel uitgevaardigd om den bekenden rustverstoorder gevangen te ne men, zoodra hij zich op Duitsch grondgebied waagde. En die gelegenheid deed zich spoedig voor. Hetzij dan met het doel om zijn Duitschen collega te Noveant te spre ken, gelijk meermalen geschiedde, zooals de Fransche bladen beweren, hetzij ter bewo ning van een der geheime bijeenkomsten, welke ten huize van den beruchten af gevaardigde Antoine werden gehouden, Bchnaebele waagde zich op Duitsch grond gebied en werd toen door Duitsche politie beambten, die zich vermomd hadden, on verhoeds aangevallen en gevangen genomen, doch niet nadat hij eerst die Duitsche be ambten ter aarde had geworpen en getracht had zich door de vlucht te redden. Er be staat nu echter verschil over de vraag of Bchnaebele al vluchtende al dan met de Fransche grens bereikt had, ’t geen na tuurlijk van Fransche zijde beweerd, van Duitsche zijde ontkend wordt. Zelfs zijn er getuigen die beweren, dat de aange houdene met het hoofd op Duitsch en met de voeten op Fransch grondgebied lag. Niet alle bladen weten kalm den loop van het onderzoek, dat inmiddels is inge- steld, af te wachten, doch in het algemeen moet erkend worden, dat zoowel tusschen de betrokken regeeringen als in de pers het incident met matiging en kalmte wordt besproken en vermoedelyk ook wei geen aanleiding zal geven tot ernstige geschillen. Het laatste bericht, uit particuliere bron, meldt zelfs, dat het incident reeds zou zijn of worden uit den weg geruimd, door de loslating van Bchnaebele en de verplaat sing der al te ijverige Duitsche politieagenten. Onder dit alles ging de Pruisische Land dag voort met de behandeling van het kerkelijk ontwerp, dat bereids in tweede lezing is toegelaten, zoadat de aanneming zeker iswaaraan trouwens na ’s Pausen laatste schryven niet meer mocht getwij feld worden. Als ware vredestichter heeft Z. H. Paus Leo zich gehaast aan Frankrijk en Duitschland zijne bemiddeling aan te bieden in zake het bovenvermelde geschil. Ook bij de derde lezing van de dwang wet voor Ierland, zljti de leren en aan hangers van Gladstone 3 druk in de weer om den gang van zaken in het Engelsche parlement te belemmeren, ofschoon zy we ten, dat zy daarmede de aanneming der Wet niet zullen kunnen verhinderen. Uit het Oosten geen nieuws. Arrestatiën van verdachten in Husland zijn alledaag- sche dingen, waaraan men nauwelyks meer aandacht schenkt. Bulgarije heeft veel kans onwillens tot eene Republiek te worden met zijn regent schap. Er mankeert maar een President niet kunnen vergissen. In den regel loopt de keus der kinderen wel eenigszins in de richting van het vakdoor den vader uitgeoefendals deze ten minste niét de dwaasheid heeft gehad, daar in het bijzijn van zyn gezin altyd over te klagen eri er niets dan de schaduwzijde van te laten zien. Het komt zelden voor, dat de zoon van een metselaar verlangt advocaat of dagbladschrijver te worden, eenvoudig omdat hij die nuttige bedrijven niet kent. Maar wel heeft het sointyds plaats dat kinderen van hen, die met hersen-arbeid in hun onderhoud voorzien, niet kunnen studeeren, daarentegen wel in staat zou den zijn de handen flink te gebruiken. Dwingt men hun evenwel tot het eerste, dan bederft men hun toekomst, door hun een taak op te leggen, te zwaar voor hun krachten, en hun datgene te onthouden, waarmede zij een waardige plaats in de maatschappy zouden kunnen innemen. Hoe sterker dwang op die ongelukkigen wordt uitgeoefenddes te minder komen zij vooruit, eindelyk krygen de leer-pro- gramma’s de schuld en wordt er van •overlading” gesproken. Grooter nog is het getal dergenen, die tot de studie worden gebracht niet door eigen aanleg, inaar door de ijdelheid der ouders! Bij dezen staat het vast dat hun jongen iets beters moet worden dan vader werd; een voortreffelijk denkbeeld, dat we wel als algemeenen regel gevolgd wenschten te zien, als men dat betere maar niet zocht in verkeerde richting. Er zijn ver schillende soorten van bekwaamheid, en voor de voorkeur, aan de eene boven de andere gegevenbestaat geen redelijke grond. Is het eenmaal uitgemaakt, dat de jongen naar de Hoogere Burgerschool of naar het Gymnasium moet, of wel dat hij aan een Normaal-inrichting voor onder- wyzeis geplaatst zal worden, opdat hij een maal iets meer zal zijn dan een am bachtsman of weikbaas, of landbouwer in goeden doendan houden alle verdere overwegingen op, en moet hy maar zorgen dat hij klaar komt, onverschillig of hy aanleg bezit of niet. Mislukt de onder neming, dan deugen de programma’s niet of heeft de onderwijzer zyn plicht niet gedaan. Wy beklagen die kinderen, maar niet minder hun ouders, daar dezen, door eigenliefde verblind, niet bespeuren welk een onnoemelijke schade zij veroorzaakten. En niettemin, klaagt men over de resultaten, en staan daar de beide groe pen van jongelieden, die we van de an deren hebben afgezonderd om hun geval eens van naderbij te bezien. Beginnen wy met de laatstgenoemden, die we met een medelydend oog hebben te beschouwen. Als iemand een zoon had, met zwakke beenen, en wiens lichamelyke gesteldheid aanwyst dat hy dit gebrek nooit te boven zal komen, niettemin verlangde dat de jongen postbode zou worden, dan zou men vragen of die man wèl by ’t hoofd is. Toch zyn er dergelyke onverstandige lieden. Zonder met juistheid te weten, of een kind geschiktheid, lust,.aanleg voor de studie heeft, wordt hij er toch maar voor bestemd, ’t Is als bij den middel- eeuwschen adel, waar de oudste zoon voor het leger, de tweede voor den geestelyken stand werd aangewezen, onmiddellyk na hun geboorte; en al kreeg men daardoor ook somtyds weekhartige krygslieden en strijdlustige pielaten, dat verhinderde geens zins de handhaving van het stelsel, leder mensch kan slechts gelukkig zyn, indien hy geplaatst is in een werkkring overeenKomstig zyn aard en neigingen, in verband met de omstandigheden onder welke hy is groot gebracht. Nu is het voor ouders wel niet altijd gemakkelyk, by hun kinderen reeds op jeugdigen leef tijd zulke vertrouwbare waarnemingen te doen, dat zy zich in hun voorstelling om trent de geschiktheid voor zekeren arbeid die geheel onafhankelyk staan. Twee groepen van ken onze aandacht: den eersten mangelt het aan ernst, aan vlyt en volharding, den tweeden ontbreken de vermogens. De eerste zijn te berispen, de laatste moet men beklagen. Maar de schuld te wer pen op ons stelsel van opvoeding, dat een hoogere mate van verstandelijke ontwik keling vraagt dan voorheen kon verkregen worden, zou zeer onbillyk zijn, te meer omdat niet slechts met zorg gestreefd wordt om datgene te onderwijzen, wat èn door zyn vormende waarde èn door on misbaarheid in het maatschappelijk ver- j. plaats inneemt, maar ook te doen dat de weg, door te bewandelenniet al te leeft men in beide opzichten de volmaaktheid nog niet bereikt, erkend moet worden dat goede leerwyzen met uitstekend gevolg worden aangewend, die niet slechts het leeren vruchtbaar maar ook aangenaam doen zijn. In een vergadering, bestaande uit warme voorstanders eener breede volksopvoeding zoowel in de school als overal waar in vloed kan worden geoefend op de ontwik keling der krachten en vermogens,werd eens de vraag gesteld: »Wat dunkt u van de klachten, waarin het verwyt van overlading bij het onderwys wordt uit gesproken Men weet het, dat onderwerp is lang aan de orde geweest, en is het eigenlijk nog, daar bij elk verslag der autoriteiten over welke school ook, zorgvuldig is aan gewezen dat de uitvoering van het pro gramma niet te veel inspanning vereischt van de zyde der leerlingen, ’t Is alsof men vooruit wil vertellen dat men er voor waakt, het geestelyk voedsel slechts in zulke scheppen te laten toedienen, dat de maag het met gemak verleren kan. En wy, Nederlanders, wy zijn zeer kalme men- schen, die gewoon zyn dergelyke quaesties met vermyding van overdryving te behan delen enkele uitzonderingen niet mede- gerekend; maar in het buitenland, met name in Frankrijk en in Duitschland,* heeft men er verschrikkelijk over doorge slagen; het scheen wel, alsof binnen een kort tydsverloop het jonge volkwanneer men niet tijdig andere maatregelen nam, volslagen uitgeput zou worden door al dat studeeren. Een eenvoudig man, die gezegde bij eenkomst by woonde, was van oordeel dat de gestelde vraag zeer gemakkelijk te be antwoorden is. De bedoelde klacht noemde hij ongegrond. Maar zoo ging hy voort, als het toch waar is, wat door velen wordt verzekerd en door allerlei officiéele rap porten woidt bevestigd, dat by het on derzoek een groot aantal jongelieden niet blyken te voldoen aan de eischen, hun gesteld; als anderen te vergeefs en met opoffering hunner lichaamskrachten wor stelen om de hoogte te bereiken waarop zy stevig staan moeten, ten einde eenige waarborgen te geven van geschiktheid voor de door hen begeerde maatschappelijke be trekking, dan moet er toch een oorzaak zyn van dat kwaad, hetwelk te weinig zeldzaam is om het aan bijzondere omstan digheden aan iets bloot toevalligs toe te schryven? We hebben hier te doen met twee ver schijnselen van zeer uiteenloopenden aard, die geheel onafhankelyk van elkander be- leerlingen trek- Maar daar staat ons tweede groepje nog te wachten op den uitbrander dien we in petlo hebben. De ondervinding heeft bewezen dat jon gelieden, met niet meer dan middelmatige vermogens begaafd, toch nog, door de din gen ernstig op te vatten en zich met yver op de vervulling hunner taak toe te leggen goed terecht zyn gekomen. Voor dezulken is natuurlijk de inspanning groot, en het is een onverantwoordelijk waagstuk, die van hen te vergen als de lichamelijke krach ten niet toereikend zyn. Maar is dat wel zoodan doet ook hier volharding de kroon verwerven. Over het algemeen zyn ook de leerprogramma’s niet zóó ingericht, dat al leen de zoogenaamde vluggen’’er aan kun nen voldoen; ware zulks het geval, dan zou men ze moeten veroordeelen. De knapen van wie we thans spreken hebben de dingen zeer licht opgevat; zij zijn vreemd aan de waarheiddat vlijtig werken een eerste vereischte is om te sla gen. Van die soort zyn er velenvraagt het maar aan allen, die gelegenheid heb ben jongelieden in hun vorderingen gade te slaan. Wy behooren niet tot degenen die de zon niet in ’t water kunnen zien schynen de jeugd heeft behoefte aan uitspanning, en de ernst van den ryperen leeftyd zou haftr kwalyk voegen. Maar tochhet begrip van plicht moet reeds vroegtydig worden aangekweekt, wil men een natie helpen vormen die niet lydende is aan bloedar moede,'aan gebrek aan mannen van ka rakter. Met de gemakkelyke levensopvatting, door velen als den grondslag der opvoeding gehuldigdkunnen wy ons niet vereenigen in die gelukkige jaren van twaalf tot acht tien waarin voor de meesten de studietyd valt, moet er gewerkt worden. Kunnen wy wel altyd de jongelui de schuld uitsh itend gevenals zy het niet doen. Altyd zeker niet. Dat zy achteraan komen, de hun opgedragen taak niet op tyd of naar behooren volbrengenligt soin tyds in de inrichting der huishouding. Wanneer geen onoverkomefyke bezwaren zulks beletten, behooren de ouders zich zooveel mogeiyk te regelen naar de behoef ten der jongelui; de uren der maaltyden enz. zoo te bepalendat de voor den arbeid meest geschikte tyd daarvoor beschikbaar blyft. Maar dat is het eenige niet. Hoofd zaak is: het goede voorbeeld. Als epn knaap nooit iets anders ziet, dan dat zyn vader nauwgezet en ordelyk is in de waarneming zijner plichten, dan bestaat er veel kans dat hy vanzelf denzelfden weg leert bewandelen. Bemerkt hy daarentegen dat papa noodzakelyke dingen laat loopen, om eenige uitspanning te genietendan ge voelt hij ook spoedig het drukkende van zyn taak, en zal al haf. mogelijke doen om kibi, want me u ver ie zoeaen, aoon zijne er zich aan te ópttntkken.' Er zyn voor- crediteuren uit. Stond dóór maar eens een beelden van ouders, die vlytig medededen aan de overladings-klacht, maar er geen bezwaar in zagen, avond op avond met zoonlief naar de comédie te gaan, zonder te vragen of het werk dat wel lyden kon wat natuurlijk niet het geval was. Anderen maakten het minstens even erg. »Zoo,jon gen ga je aan de studie Dat is braaf van je; doe maar goed je best om alles in orde te hebben. Ik moet nog eventjes uit, tot straks dus!” En vader en zoon zagen elkander niet weer vóór den volgenden dag. Is het wel te verwonderen dat hoofd en handen dan weldra werkeloos werden, en dat de knaap ook spoedig een uitvlucht zocht om »eventjes” er van door te gaan? Willen we onze jongens zien opgroeien tot waarlyk flinke rnenschen, in welken stand ookdan moeten we met hen leven hen vergezellen op het moeiehjke pad der plichtbetrachting, hen schragen en steunen waar de kracht te kort dreigt te schieten en de moed verflauwt. Dat wordt niet altyd in het oog gehouden. BINNENLAND. 8TATEN-GENERAAL. Over het amendement van de heeren Van Houten o. a., waarby was voorgesteld de aan vaarding van het ambt van Minister door een lid der Staten» >eneraal uit te zonderen van den regel, die de aanneming van een bezoldigd staats ambt aftreding met onmiddellijke herkiesbaar- heid doet ten gevolge hebben, tegen welk amen dement de Regeering zich met kracht had verzet, werden in de zitting der Tweede Kamer van lag 21 April de beraadslagingen voort- Nadat onderscheiden sprekers zoowel jgen het amendement het woord had- rd, gaf de Minister Heemskerk nog- i kennen, dat do voorgestelde verande- derde Hoofdstuk zoodanig zou bederven, le Regeering het niet verder zou kunnen gen; zij zou leiden tot parlementairisme ilechton zin des woords. Den kiezers moet lend blijven om te beslissen -w-tot Minister benoemd, nog ais vertegenwoordiger begeeren. De heer Ver niers van der Loeff had met leedwezen het stellen der Kabinets-quaestie vernomen; hij achtte de zaak van ondergeschikt belang, en moest aan een misverstand denken. Daarom wenschte hij geen dadelijke stemming, maar uitstel der be slissing tot den volgenden dag. Aldus werd besloten. In de zitting van Vrijdag werd de zaak verder behandeld; de Min. bleef bij zyn gevoelen. Van intrekking van het wetsontwerp had hij niet gesproken. Het amendement werd met 48 tegen 20 stemmen verworpen. Aangenomen werd, met 42 tegen 27 stemmen, een amendement van den heer Greeve, om het ambt van advocaat-generaal bij den Hoogen Raad onvereenigbaar te stellen met het Kamerlidmaat schap. 15 werd hierop goedgekeurd De 2 volgende insgelyks, luidende: „Art. 92 der Grondwet wordt gelezen als volgt „De leden der Staten-Generaal zjn niet ge rechterlijk vervolgbaar voor hetgeen zij in de vergadering hebben gezegd of aan haar schrif- telyk hebben overgelegd.” „Art. 94 der Grondwet wordt gelezen als volgt „Elke Kamer benoemt haren griffier. Deze mag niet tegelyk lid van een der Kamers zyn.’’ 18 „De Ötaten Generaal komen ten minste eenmaal 's jaars te zamen. „Hunne gewone zitting wordt geopend op den derden Maandag in September. „De Koning roept een buitengewone zitting byeen, zoo dikwyls Hij zulks noodig oordeelt." Op de 2de alinea werd een amendement voor gesteld door den heer Schimmelpenninck van Njjenbeek, om „Maandag” te veranderen in „Dinsdag". Het werd met 55 tegen 11 stemmen aangenomen. Het art. werd goedgekeurd. 19„Het 1ste lid van art. 96 der Grond wet wordt gelezen als volgt; „De afzonderlijke vergaderingen der beide Kamers en evenzoo de vereénigde vergaderingen worden in het openbaar gehouden.” Goedge keurd zonder beraadt' 20 „De twee eerste der Grondwet wordei „Is bjj overlyden van de Kroon de zittü deren de Staten-uener. oproeping. „Deze buitengewone zitting wordt vyfden dag na het overlyden of na den geopend." De heer Farncombe Sanders stelde voor daar aan toe te voegen „Zynop het tijdstip in het eerste lid bedoeld, de Kamers beide of in een van beide ontbonden dan treden beideof treedt de ontbonden Kamer tijdelijk weder op tot aan de samenkomst der nieuw verkozene, welke plaats heeft op den vyfden dag na den afloop der verkiezingen." Dit amendementdoor den Minister bestreden, werd verworpen met 29 tegen 27 stemmenwaarna de werd goedge keurd. Hetzelfde was het geval met §§2127 (opening en sluiting der Kamersbeslissing en beraadslaging door minstens de helft plus een der ledenstemmingindiening van wetsvoor stellen.) 27 bis Art. 106 der Grondwet wordt gele zen als volgt „Over eenig ingekomen voorstel des Konings wordt door de volle Kamer niet be raadslaagd dan nadat een commissie daarovér verslag heeft uitgebracht, al of niet voorafge gaan door een onderzoek in de afdeelingen, waarin al de leden der Kamer zich verdeelen.’ Door den heer De Savornin Lohman werd een andere lezing voorgesteldten einde de vryheid der Kamer in do regeling van haar wjjze van werken minder te beperken. Zy luidt „Aan de openbare beraadslaging over eenig ingekomen voorstel des Konings gaat altyd een onderzoek van dat voorstel vooraf.' „De Kamer bepaalt in haar reglement van orde de wjjzewaarop dat onderzoek zal wor den ingesteld.” Het amendement werd aange nomen met 42 tegen 18 stemmen. De volgende paragrafen tot en met 35 wekten geen discussie op. Des te meer 36, loopende over de vereffening en rekeningen van Ryks- ontvangsten en uitgaven over het afgeloopen dienstjaar. Volgens het stelsel der Regeering zou die vaststelling geschieden door, de Alge- meene Rekenkamer en daarna vanwege den Koning aan de Staten-Generaal medegedeeld. Alleen wanneer de Rekenkamer bezwaar maakte in de vereffening van eenige ontvangst of uit gave zou de wet beslissen. De heeren Verniers van der Loeff en Van Delden stelden bjj amen dement voor, het bestaande stelsel in hoofdzaak te behoudenen alleen aan de woorden der (tegenwoordige) Grondwet „De verantwoording van de Staats- (te vervangen door Ryk» uit gaven en ontvangsten over elk dienstjaar wor den, onder overlegging van de door de Reken kamer goedgekeurde rekening, aan de wetge vende macht gedaan”, toe te voegen „naar de voorschriften van de wet.” Verder wilden de heeren Van der Loeff en Van Delden de woorden „Het slot van de rekening wordt door de wet vutgesteld”, doen vervallen. Dit voorstel leidde tot een breede discussie die ook de geheele zitting van Maandag in be slag namen eindigde met aanneming van het amendement met 36 teiren 25 stemmen. In de zitting van Dinsdag kwam aan de orde het voorstel van den heer Godin de Beaufort tot opneming der additioneele artikelen betreffende het kiesrecht (het zoogenaamd voorloopig kies reglement) in Hoofdstuk HL Het amendement werd in het breede door den voorsteller toegelicht. Het diende om te voor komen dat het Hoofdstak zelf aangenomen doch het voorloopig kiesreglement verworpen zou kunnen worden. De verklaringen daar omtrent gegeven door de heeren Gleichman, De Beaufort en Van der Feitzstelden 8pr. niet gerustwant zjjn alle liberalen het er mee eens Ook kunnen de omstandigheden hen dwin gen om een ander besluit te nemen. Ook de Eerste Kamer zou de addit artikelen kunnen verwerpen bjj 2de lezing. Daartegen moeten waarborgen bestaan. De heer Goeman Borgesius achtte het amen dement onaannemeljjkdie add. art. zjjn inge wikkeld en hebben op verschillende hoofd stukken betrekking. Ook konden er bij de beraadslagingen weleens wijzigingen in gebracht wordendie deze artt. minder aantrekkelijk v maakten voor de rechterzjjdedan liep men gevaar het geheele derde Hoofdstuk verworpen te zien. De liberalen achten zich moreel ver plicht, het geheele gebouw der Grondwetsher ziening af te makendoch Spr. verlangt geen beschikking over den sleutelna 't nog slechts half is voltooid. Onderscheiden leden voerden nog hf vóór of tegen het amendement. De ontried de aanneming, doch zou zich bjj beslissing der Kamer nederleggen. Het werd verworpen met 45 tegen 32 stemmen. Vóór de eindstemming over Hoofdstuk III deed de heer Lohman mededeeling van de rede nen die hem nopen zouden tegen te stemmen. Niet omdat hjj tegen uitbreiding van ’t kies recht is gelijk de pers zal doen gelooven die al wat de heer Lohman en zyn geestver wanten zeggen verdraaid weergeeftmaar om dat bewezen isdat de meerderheid de Grond wetsherziening wil tot stand brengen zonder de hulp der rechterzijde. De beer Van den Biesen verklaarde zich vóór het Hoofdstuk, onder voor behoud van de volle vrijheid bjj de 2de lezing. Hoofdstuk III werd daarop aangenomen met 49 tegen 28 stemmen. De titel van Hoofdstuk IV is „Van de Pro vinciale Staten en de Gemeentebesturen". Alge- ineene beraadslagingen over dit Hoofdstuk wer den niet gehouden, en de zeven eerste para grafen werden na korte bespreking goedgekeurd, met een kleiue wjjziging door den heer Rooseboom voorgesteld en door den Min. overgenomen, om ook hier schorsing van het kiesrecht voor mi litairen in werkeljjken dienst toe te laten. Op 8 (art. 131), luidende „Aan de Staten wordt de i stuur van de huishouding der pi gelaten. „Zjj makedJBlerordeningen, die zij voor het provinciaal belaag noodig oordeelen. „Die verordeningen behoeven do goedkeuring des Konings", stelde eerst de heer t >oekoop, later de heer Huber een amendement voor, beide ten doel hebbende het recht der Prov. besturen tot regeling van eigen zaken minder afhanke lijk te maken van het centraal gezag. De heer oekoop stelde voor, de 2de en 8de zinsnede van het art. te vervangen door maken, onder de waarborgen bjj de wet te len, de verordeningen, die zjj voor het provin ciaal belang noodig oordeelen." De heer Huber wenschte de 3de alinea te doen vervallen. Het am. oekoop, ondersteund door den heer Van der Kaay, werd door den Min. ontradenhjj meende bet beginsel te moeten handhaven, dat de provinciale wetgeving behoort aan den Koning en de Prov. Staten te zamen, gelijk de gemeente besturen weer staan onder de voogdjj van de Gedeputeerde Statenzoodat er voortdurend toezicht is. Zaterdag-morgen had in het gebouw Arti-Legi te Gouda de aanbeste ding plaats van 1. Het eenjarig onderhoud der kazerne* gebouwen te Gouda. (Raming £2220.) In geschreven werd door: B. Hoger waard te Gouda, voor f2300 W. Bokhoven te Gouda, voor f2035; 0. J. Koot te Gouda, voor £2043 en H. J. Nederhorst te Gouda voor f1979; 2. het gedeeltelijk verven van voorn, ka- zernegebouwen. (Raming f 1000.) Inge schreven werd doorB. Brouwer te Gouda, voor f 1468 en W. Gestel te Woerden voor f 965 3. het eenjarig onderhoud der kazerne- gebouwen te Schoonhoven. (Raming f 1550.) Ingeschreven werd deor: G. De Vos te Schoonhoven, voor f 1670 en P. Blanken Dx te Berg-Ambacht, voor f1545; 4. het gedeeltelijk verven van voorn, ka- zernegebouwen. (Raming f 700.) Ingeschre ven werd doorK. Katsburg te Ammerstol, voor f729,33; H. A. Schreuder te Schoon hoven, voor f687 en C. A. Van Wamel te Schoonhoven, voor f666,66. Donderdag 21 April hadden te Viauen bestedingen plaats voor het hoogheemraadschap de Vjjf-Heerlanden. De leverantie van grint is in verschil lende perceelen lager aangenomen dan in 1886. De aardwerken zijn allen ver beneden de ramingen aangenomen, en wel: le. perceel J. J. Veldhuize.i, Leerdam, voor f460; 2e. perceel J. De Jong, Lex- aan. Turkije ten’ slotte het kind van de rekening, want het put niet zijn schat kist, want die ia ver te zoeken, doch zijne Bismarck op!

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1887 | | pagina 1