BIEB.
1887.
Zaterdag 28 Mei.
N°. 937.
Zonen.
IJssel”.
,S.
LST,
ffecten,
DIË.
Prijzen.
Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht
a
iek.
p.
'echt.
nis ƒ300.
- 10.
WAL.
Schepen
t, lïo. 4,
de Conversie
1859, 1867,
i ten hunnen
BINNENLAND.
Brieven van Barend.
XXIV.
BUITENLAND.
Overzicht.
SCHOONHOVRNSCHE COURANT
S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven,
Uitgaven.
m en terug.
(1 USSEL".
ten 6 uur, 8| uur,
jelden bij een
Commandant
ak
Schoonhoven.
menging.
▼er-
pro-
kuni
b.
akkerkerk
'r uur.
ÏIBEOTIE.
i. 3.—
3.~ 5.-
1.30
1.30 6.—
JHTK AMERI-
ie.
i prijzen.
SCHOUWEN
900 tot 2600
3.
w Iedere regel
ilaatsruimte. Inzending franco
a binnenlandscho Ad verten tien,
worden slechts 2 maal in
koopen en
tegen een
met 56 toge
komt h<
wijziging
kende om
ginsel voorop
wonen wetgev
sohrjjven, du.
Deze Courant wordt des Zaterdag-morgens uitgegeven.
Prjjavoor Schoonhoven per drie maanden ƒ0,70. Franco per post
door het geheele rjjk 0,80. Men kan zich abonneeren bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
regelende den
intetond een uitvoe-
ider dan drio amen-
iteld resp. door de hee-
jrt en Rooseboom. Geen
i, en
foed-
Prijs der Adverteniiën: Van 1 tot 5 regels 0,50.
meer 0,10. Groote letters naar pli
uiterlijk tot Vrijdags-namiddags. Alle
voor 3 maai plaatsing opgegeven
rekening gebracht.
»ven de 30
ider 30*/,;
even de Amster-
die buiten de noqdj^eliike oefening voor
de lundsveid^liging staan. Wil men het
stekel behouden, dat officieren voor hun
persoonlijke diensten militaire oppassers
houdensommige heeren maken daar een
bescheiden enkele echter een zeer over
dreven gebruik van,ik heb er niets te
gen maar vind daarin geen reden om den
diensttijd der miliciens langer te doen du
ren dan volstrekt noodzakelijk is.
Nog één punt: de verlofgangers en re
servisten moeten weten, dat zy soldaat blij
ven in dien zin, dat zoo de overheid
hen noodig heeft tot handhaving van de
inwendige rust, zij even goed beschikbaar
zijn en op het eerste sein ter aangewezen
plaats verschijnen, als op heden de zeer
yverige compagnie van
Uw Dienaar
BAREND DE SCHUTTER.
)E WAAG",
Effecten voor:
k 4»/, ’«jaar»;
den prolongatie-
nsohe beursvoor-
imeesters en,
•den kosteloos
ST ATEN-GENE RA AL.
De Tweede Kamer vervolgde in haar zitting
van Maandag het werk der Grondwetaheraie-
he
itschappij
Uoederen,
IBS en VEB-
'ling.
IT 1850,
Souda.
ERZEKERIN-
n gelieve men
L. SPRU1JT.
Als men nu den last niet noodeloos ver
zwaart, kan zonder beduidende vermeerde
ring van kosten, het. militiecontingent twee
maal zoo groot genomen worden als het
thans is. Men behoeft de eene helft maar
op te roepen met Mei, de tweede helft met
Augustus bijvoorbeeld, en dan zullen geen
nieuwe kazernes noodig zijn om die ver
sterkte krijgsmacht te huisvesten.
Men zegt, er is een lang tijdsverloop
noodig, om de lui te gewennen aan tucht,
het allereerste vereischte in den oorlog.
Die militaire tucht schijnt een geheimzinnig
iets te zijn, en dan is het geen wonder,
dat een eenvoudig schutterij-onderoffïcier
zich daarvan geen heldere voorstelling kan
maken. Maar toch, als onze miliciens
twee maanden de uniform hebben gedragen,
en al dien tyd op gepaste wijze, men
doet het weleens op minder gepaste manier,
b. v. door aanwending van het geheele
Nederlandsche woordenboek van vloek- en
scheldwoorden, aan stipte gehoorzaamheid
is gewend, dan behoeft men voor die
tucht niet zoo heel bezorgd meer te zijn.
Ik geloof zelfs, dat bij een langer verblijf
in de kazerne de begrippen van onderge
schiktheid flauwer worden, dan wanneer
de jongens heengaan onder den indruk van
nauwkeurige regelmaat in alles, zooals die
gedurende de eerste oefeningsmaanden het
trouwst wordt in acht genomen.
Dat de plaatsvervanging, onder welken
vorm, een onding is, omdat zy de beste
krachten aan de landsverdediging onttrekt,
zal wel geen nader bewijs noodig hebben.
Maar evenzeer moet ik my verklaren tegen
al de kunstjes, die men in de laatstejaren
heeft uitgevonden om de persoonlijke ver
vulling van zijn dienstplicht voor den meer-
gegoede eenigszins smakelijk te maken. In
oorlogstijd zullen alle landskinderen aan de
zelfde gevaren het hoofd moeten bieden,
dezelfde ontberingen moeten deelen, schou
der aan schouder moeten staan tot hand
having van de vrijheid. Aan die gelijkheid
allen te gewennen, is, dunkt my, het eerste
beginsel van tucht. Elke plicht, die den
milicien wordt opgelegd, is in het belang
van zyn oefening, van zijn vorming tot
soldaat; welnu, dan kunnen die plichten
den een niet gemakkelijker gemaakt worden
dan den ander. Ook een heerenzoontje
moet leeren, zich met eenvoudige spijze,
een weinig weelderige omgeving tevreden
te stellen, en zekere noodzakelyke werk
zaamheden te verrichten, die van hem ge
vorderd zullen worden als het vaderland in
gevaar is; verzuimt men dit, dan is zyn
utilitaire opvoeding onvolkomen, en hy heeft
eigenlijk reden zich te beklagen dat men
hem onthoudt wat hem rechtens toekomt.
Of nu een jongen al, vóór hij in «dienst”
treedt, eenige handgrepen met het geweer
geleerd heeft bij een gymnastiekonderwyzer,
dat doet tot zyn eigenlijke waarde als lands
verdediger weinig af; laat hij het maar
leeren gelyk met de anderen, en onder de
zelfde omstandigheden. Verbeeld u zoo’n
heertje, dat met fyne uniform, fyn eten,
een fyne kamer opgefokt, straks te velde
zou moeten, om ’s nachts op het bivacstroo
te slapen, zijn aardappeltjes zelf te jassen
en in zijn soepketel te koken, als het er
spant is dat nog geenszins het ergste wat
hem zal kunnen overkomen, wei, zoo’n
ventje bezwijkt binnen veertien dagen, on
danks zijn korperaals- en sergeantsstrepen.
Wordt de druk van den eersten oefenmgs-
tijd zooveel mogelyk verlicht, dan zal het
ook minder bezwaar inhebben, de lui alle
jafen of indien de financiën dat niet toe-
iaten om de twee jaren, op te roepen voor
algemeene herhalingsoefeningen in het kamp,
waaraan ook een of meer lichtingen van
de reserve (aanstaande verbeterde vorm
van de schutterij), zouden kunnen deelnemen.
Die voor de jongste, in dienst zynde lich
ting der militie, kunnen onmiddellyk volgen
op de eerste oefeningen, zoodat de jongelui,
met groot verlof huiswaarts keerende, het
militaire leven in twee vormen hebben
leeren kennen en meemaken. Met dit
stelsel wordt aan ons land, overeenkomstig
de draagkracht der ingezetenen, een vol
doende verdediging verzekerd; alle weer
bare mannen zyn beschikbaar om de defen-
siestellmgen te bezetten of zich by het leger
te velde te voegen, naar ieders vooraf aange
wezen bestemming. De militaire dienst wordt
geen last, maar byna een lust-, de lasten
zyn ten minste licht te dragen, als ieder,
zonder onderscheid van stand, er zyn schou
ders onder zet. En het besef, dat men zich
voorbereidt voor een edele laakzal gemak-
kelyker te wekken zyn dan wanneer men
op de vraag, waarom dan zoovelen van die
taak ontheven blyven, het antwoord niet
kan geven. Het kazerneleven wordt, met
dit stelsel, tot den kortsten tyd terugge
bracht, en de onhebbelykheden, die het
nog altyd, in mindere mate wellicht dan
vroeger, toen ik er kennis mee gemaakt
heb,— eigen zyn, zullen verdwynen als
ook de beschaafde klasse er haar zonen heen
moet zenden.
Wat verder den dienst” aangaat, voor
wachtdiensten, rustbewaring, het in orde
houden van materiaal enz. moeten vrijwil
ligers worden aangeworvendat zyn dingen
|tuk Waterstaat werd aangenomen i
21 stemmen. Aanstaanden Woensdag
voorstel van don heer Schaepman, tot
van het onderwjjs-artikel, aan de orde.
De Eerste Kamer hervatte Maandag-avond
haar zittingen. De afdeelingen benoemden tot
Voorzitters de heeren Fransen Van de Putte
Viruly, Sohimmelponninck Van der Ojje en
Tak van Poortvliet; tot onder-Voorzitters de
heeren De Sitter, BreuningSmits en Coenen.
In de zitting van Woensdag werd het ont
werp voor do uitbreiding der haven- en sluis-
worken te IJmuiden behandeld en aangenomen
met algemeene stemmen op 2 na.
Bij koninklijk besluit is be
noemd tot notaris binnen het arrondissement
Dordrecht, ter standplaats de gemeente
Gorinchem, W. Maaskant, candidaat nota
ris te Ouderkerk aan den IJsel.
Bij Koninklijk besluit is pen
sioen verleend aau W. Oskamgewezen
postbode te Polsbroekerdamf 118 ’sjaars.
Te Kuilenburg is Maandagde
nieu wbenoemde burgemeester, de heer M. Van
Hoogenhuize, van Hardingsveld, geïnstal
leerd. Na door twee raadsleden in de ver
gaderzaal te zijn binnengeleid, werd hij door
don heor P. Hoogveld, als waarnemend
voorzitter, toegetJproken. De burgemeester
hield daarna eene korte rede, waarbij hij
de medewerking van wethouders, leden en
secretaris inriep bij het waarnemen van zijn
ambt, met zijne beste wenschen voor het
heil en den bloei dezer gemeente.
In de op 18 Mei II. te Elshont
gehouden vergadering is de rekening van
het waterschap „de Overwaard” over 1886
vastgesteld, in ontvang op f35581,22, in
uitgaaf f32572,19», batig slot f3009,02».
En de begrooting voor 1887 in ontvang
en uitgaaf op f 24491,88», waarin evenals
voor 1886 is opgenomen een omslag ad
De rekening tan den Bovëti-
polder onder Zevenhuizen, over 1886, is vast
gesteld in ontvang met f2337 en in uitgaaf
met f 1039zoodat er een batig slot is van
f 1298. De begrooting voor 1887 bedraagt
in ontvang on uitgaaf f3.441,70. Lasten
worden in dezen polder niet geheven.
Op Vrydag 20 Mei werd te
Borg-Ambacht de jaarlijksche besteding
gehouden der dijkwerken van de Kritnpe-
norwaard. Aannemers werden: Berg-Am-
bacht. Ie perc. Jan de Jong Adrz. 8r.
Ammerstolf 5002e perc. Adr. Ooms As.,
Ammerstol, f280; 2« perc. W. Visser,
Borg-Ambachtf2150; 26 perc. Berm. De
Jong, Ammerstol, f500'; 2c perc. dezelfde
f1980. 2d pero. O. Zaanen Hz. Ammerstol
f540. Lekkerkerk. Ie perc. Adr. Ooms,
voomoemdf 12002e perc. H. J. Schollen
Ammerstol f470; Krimpen a/d Lek en a/d
IJsel. Jan de Jong, voorn. (3390. Onder
kerk a/d IJsel. Ie perc. Jacob Schoften,
Ammerstol, f550; 2e perc. dezelfde, f590;
3e pero. H. J. Schoften, voorn, f480.
Gouderak en Haastrecht. 0. Zaanen Hz.,
voorn, f 4800. Bij de levering van grint
werden aannemers: le perc. P. Visser,
Streefkerkf 3752e pero. Jasp. Breedvoid
Nieuw-Lekkerland, f565; 3e perc. J. Spek
snijder, Ouderkerk a/d IJsel, f480; 4e
perc. J. GoudriaanGouderak f 9805e
perc. H. Den Breejen, Hardingsveld f720;
6e pore. P. Zaanen Hz., Ammerstol, f665;
7e perc. C. De Jong, Berg-Ambachtf460;
8e pero. H. Den Breejenvoorn., f 470
'Je pore. A. De BoomLekkerkerkf 285
lOeperc. D. Rehorst, Ouderkerk a/dIJsel
f 285. Totaaldijkwerken f 17.430; id. grint
f5285. Algemeen totaal f22715.
Te Gorinohem /al, bjj genoeg
zame aanbiedingeneen keuring van heng
sten on merriën plaats hebben vanwege de
afdeeling Zuid-Holland van het „Nederl.
Paarden-Stamboek.”
Te Freiburg is tot doctorpbil.
gepromoveerd de heer J. 0. Sohoneveld v. d.
Oloet, geboren te Gouda, met eene disser
tatie getiteldUeber die Dichlornaphto-
ohino'isulfonsaure”.
Op de Maandag teütrechtge-
houden paardenmarkt waren 771 paarden
en veulens aangevoerd. De paarden werden
verkocht van f40 tot f700; (de veulens
van f 120 tot f300. Redelijke handel; weinig
buitenlandsohe kooplieden.
TussohenRotterdamenUtreoht
is een nieuwe stoombootdienst geopend,
met het schroefstoomschip „Prins Hendrik
dor Nederlanden.” Deze boot, welk de langs
do rivier de Lek gelegen plaatsen, o. a.
Schoonhoven en Vreeswijk, aandoet, ver
trekt driemaal per week van Rotterdam en
even zoovele malen van Utrecht. Zij is in-
gericht voor reizigers, goederen en vee.
De heer F. H. De Visser, hoofd
der lo openbare school te Streefkerk, zal
in October aanstaande gedurende 40 jaren
die betrekking heb oen vervuld.
Ds. G. Klaarhamer te Mont-
foort heeft voor het beroep naar Oudemirdnm
bedankt.
De kerkeraad van Harmelen
heeft de kerkenorde van 1618—19 aange
nomen. De predikant Da. W. Ringnalda
gaat hierin mede.
3.-
12.30 3.- 5.-
1.30 4.— 6.—
6—
6— 8.-
6.- 8.- 9.-
6— 8.- 9.—
ihoven en terug
CULEMBORG."
IRECTIE.
Het zal zeker niemand verwonderen
waarde Redacteur!dat ik u thans schryf.
Nu mens&met de Grondwetsherziening het
vraagstal Aler landsverdediging is genaderd
mag ik, uw militaire medewerker, niet
zwygen. Alleen heb ik den schyn trachten
te vermijden, pressie te willen uitoefenen
op de besluiten der Kamer vandaar dat
mijn brief eerst verschynen zal op het ©ogen
blik dat de vorm der nieuwe Grondwette-
lijke voorschriften in Hoofdstuk VIII reeds
is vastgesteld.
De heeren zeggen, dat de Grondwet een
goede regeling van ons krygswezen in den
weg staat. Vooreerst, omdat zy bepaalt dat
de miliciens in vredestijd ontslagen moeten
worden na vyfjarigen dienst; ten tweede,
om het voorschrift van schntteryen als ge
meentelijke instellingen; ten derde, omdat
zij verbiedt de miliciens tegen hun wil naar
de koloniën te zenden.
Wat het laatste punt betreft, dat zal ge
lukkig wel blyven zooals het is. Wie rond
uit verklaren durft, dat de verdediging van
Indië tegen een buitenlandschen vyand of
de bescherming van het Nederlandsch ge
zag tegen opstanden van inlandsche volken
hem niet van zóó overgroot belang toe-
schynen, dat hy er zyn met, moeite en
zorgen opgevoeden zoon voor zóu prijs ge
ven, behoeft daarom nog niet voor een
slecht vaderlander en onverschillig bur-
Q ger uitgemaakt te worden; en of men nu
al praat van «Nederland en Indië zyn
éénen zonder de koloniën zou het
vaderland ten gronde gaandat alles is
mooi en goed, ofschoon ik er niemendal
van geloof. Dat wy koloniën hebben, doet
my persoonlijk veel pleizierzoolang we ze
hebbenen dat moge zyn nog vele eeuwen
na de twintigste, hoop ik dat de Indi
sche bevolking en de Nederlandfeche natie
elkander wederkeerig van veel dienst zul
len zyn en onze Regeering zich zal beijve
ren het grondgebied van den Staat in de
heete luchtstreek tot een gewenschten staat
van bloei en ook van veiligheid te bren
gen maar het kan onmogelyk gevergd
worden ,fc dat wij die beveiliging beschouwen
als een op ons allen rustende verplichting.
Bovendien geloof ik, dat uitzending van
miliciens de manier van verdediging zou
zyn, die bleek het meeste geld te kosten,
meer dan werving van vrijwilligers, die
men natuurlijk langer kan houden.
Maar thans niet daarover. Het eerste punt
is van meer belang, en ik geef dadelyk
toe, dat het niet aangaat de jongelui, op
wie het by de landsverdediging voorname
lijk aan moet komen, na een vyfjarigen
diensttijd reeds van hun verplichtingen te
ontheffen.
Feitelyk doet men dit ook nietwant
pas hebben ze hun paspoort beet, of ze
moeten zioh weer aangeven voor descliut-
tery. Het spreekt vanzelf, dat die oudge
dienden het eerst gepakt worden; ze moe
ten wel duchtige redenen van vrijstelling
inbrengen, als men ze laatloopen. Voorde
plattelanders is dat zoo erg niet; zij zyn
slechts soldaat in naam, en, mocht er eons
werkelyk oorlog komen, dan zal men heel
verstandig doen, er niet te veel van te
eischen, en inzonderheid de lui, die nooit
hebben gediend, stilletjes thuis te laten:
ze zouden maar in den weg loopen zonder
iets te kunnen uitrichten.
Als nu de «gewone wetgever”, die belast
zal worden met de nadere regeling na weg
neming van de zoogenaamde giondwettelijke
hinderpalen, eeris mocht goedvinden, die
heele schutterij-boel af te schaffen, en te
bepalen, dat de dienstplichtigen vyf jaar in
werkelijken dienst, vyf jaar in de reserve
en eindelyk nog vijf jaar bij den landstorm
beschikbaar zullen zyn?
Geheel eens ben ik het met de heeren,
als zij zeggen dat wy voor de verdediging
des lands een talryk en geoefend leger
noodig hebben. Daarom zou ik ook willen,
dat de vervulling van »een der eerste
plichten van alle ingezetenen”, ook allen
mogelyk werd gemaakt. Voor een klein
land, dat, wanneer het mocht worden aan
gevallen, alle krachten zal moeten inspan
nen om zich staande te houdenis al
gemeene dienstplicht het eenig mogelyk stel
sel. Wanneer ik hier het woord dienrtplicht
gebruik, dan moet ik daarby opmerken, dat
ik het .opvat in den zin van oe/ênplicht;
als de soldaat de noodige bedrevenheid heeft
verkregen, behoort hij vrygelaten te worden
tot nadere oproeping voor herhalingsoefe
ningen.
De militaire dienst is nog geheel door
trokken van allerlei dingen, die als verou
derd kunnen worden afgeschaft. De groote
meerderheid onzer jeugdige infanteristen is,
na zes of acht weken onder flinke leiding
te zyn geoefend, zoo ver als zy ooit, ook
al blyven de menschen nog zeven jaar in
de kazerne, zal komende overige tyd wordt
voor een groot deel met niets doen ver
morst. Voor de andere wapens moet die
eerste oefeningstyd iels langer worden ge
nomen, maar hy kan toch een groote be
perking lyden.
De crisis in Frankrijk duurt nog altijd
voort en de President Grévy moet zich in
een alles behalve behigelijken toestand be
vinden in het gedrang tusschen de radi
calen van heden en die van gisteren, tus-
sohen de partij van Clemenceau en Gambet-
tisten, die thans voor conservatieven worden
uit gekreten. Freycinet heeft reeds herhaal
delijk doch te vergeefs beproefd een Kabinet
samen te stellen, door Grévy en Floqnet
daartoe aangespoord. Ook laatstgenoemde,
voorzitter der Kamer, deed vergeofsche po
gingen om een stel bijeen te zoeken en
Rouvier, voorzitter der begrootings-com-
missie, dns de aangewezen man om op te
bouwen wat afgebroken is, ziet er ook al
geen kans toe. De radicalen dringen Cle
menceau op den voorgrond, zeker er van
zynde, dat dan ook hun Boulanger behöu-
den blijft, doch de President weifelt om zich
geheel in het radidéeewaafwater te bege
ven, omdat toch te voorzien is dat zulk
een Kabinet ’t geen drie maanden zou uit
houden. En zooals ’t in de Kamer is, par
tijen zonder meerderheid, zoo is het ook al
in de pers. Dezer dagen telde men 21
bladen, die vóór het behoud van generaal
Boulanger als Minister van Oorlog en 22
die er tegen stemden.
Een cabinet d'affaires zal vermoederg k
wol het eind worden van de historie en
dan zal het weer heeten zoo’n middenman,
wat heb j’er 4n, en de slagen zullen van
alle kanten neerkomen.
Boulanger heeft zich intusschen een Eu-
ropeeschen naam gemaakt. Hij is trouwens
meer berucht dan vermaard, doch in Frank
rijk is het eerste wel zooveel waard als ’t
laatste. In Duitschland zou men hem, o,
zoo gaarne zien vallen; iudien dit maar
niet voor Frankrijk eene aanleiding wordt
om hem te behouden. Kenmerkend voor
den onzekereu toestand, waarin tegenwoor
dig de Europeesche staatkunde verkeert, is
dat men in Duitschland Huslund verdenkt
van pogingen aan te wenden om Boulanger
aan het roQr te houden, natuurljjk met het
doel om eene voortdurende bedreiging te zijn
voor Duitschland. Hieruit volgt reeds, dat de
verhoudingen tusschen beide lauden min
der hartelijk schijnt te zijn dan vroeger.
Daartoe dragen ook bij zekere onthullingen
betreffende onderhandelingen, die in 1875
de Turksch-Russische oorlog zouden ge
voerd zijn tusschen Rusland, Oostenrijk en
Frankrijk en die tot de bezetting van Bosnië
door Oostenrijk aanleiding gaven, zonder dat
Duitschland hiervan kenuis droeg.
In het Hongaarsche Lagerhuis deelde
de president-Minister Tisza hieromtrent mede,
dat Oostenrijk reeds bij den aan vang van
den oorlog had verklaard, niet tot de be
zetting te zullen o vergaan, zoolang Turkye
bij machte was de orde te handhaven.
Dit bleek al spoedig niet het geval te zjjn
en zoo werd by het verdrag van St. Stefano
het recht van bezetting door Oostenrijk er
kend en hiervan aan Duitschland kennis
gegeven. Het kostte toen nog eenige
moeite om deze onderhandsche overeenkomst
door het Congres ^an Berlijn bekrachtigd'
te zien.
Omtrent den gezondheidstoestand van den
Duitschen Kroonprins gingen dezer dagen
ongunstige berichten rond, die echter thans,
door eene verklaring van de artsen die hem
behandelen, zyn tegengesproken. De Prins
lijdt aan eene vrij onschuldige keelaandoe
ning (gezwel), die niets onrustbarends heeft.
Nabij MoutreuxVieux zyn twee Fran
se he spoorwegbeambten door de Duitsche
gendarmerie in hechtenis genomen, omdat
zij bezig wareu een Duitsche grenspaal
omver te halen.
Turkije heeft weder eene circulaire tot
de Mogendheden gericht, om orde te stel
len op de zaken in Bulgarije. Het wenscht
twee krooncandidaten te zien voorgesteld.
In België duren de werkstakingen nog
altijd voort, ofschoon zij, dank zy het be
leid der regeering, niet algemeen worden.
ning. Vooraf wjjdde de voorsitter een woord
van hulde aan do riagodachtonil van' den heer
Blussó, het oudste lid der Kamer. Sedert 27
jaar was de degelijke, practische man trouw
op zjjn post. De materiöele onderwerpen, die hjj
behandelde, maakte hij door goedhartige ironie
en gullen humor aantrekkelijk, en zelfs zjjn
tegenstanders waardeerden zijn veelzjjdige ta
lenten, zoowel als de overtuiging, waarmede hjj
indertijd als Minister een ernstige poging deed
tot belastinghervorming. Zijn overlijden wordt
levendig betreurd.
Aan de orde was de voortzetting der beraad
slaging over Hoofdstuk VIII, Defensie, en wei
over §3, aldus luidende:
Art. 178 wordt vervangen door de twee vol
gende artikelen:
a. „Tot bescherming der belangen van den
Staat is er een zee- en een landmacht, bestaande
uit vrjjwillig dienenden, en, voor zoover deze
niet toereikend zijn, uit dienstplichtigen.
„De wet regelt den verplichten krijgsdienst.
Zij regelt ook de verplichtingen die aan hen,
die niet tot de zee- of landmacht behooren,
ten aanzien van ’s lands verdediging opgelegd
men worden.
„In de koloniën en bezittingen in andere
worelddeelen is een krijgsmacht aanwezig tot
handhaving van het Nederlandsch gezag aldaar.”
Op dit art. waren vier amendementen voor
gesteld
1. Door den heer Viruly Verbrngge, om ook
do wetteljjke organisatie van het leger bjj de
Grondwet verplichtend te stellen. 2. Door den
heer Seret, om in art. a. al. 2 de woorden te
doen vervallen „en voor zoover deze niet toe
reikend zjjn,” teneinde te voorkomen dot de
vrijwilligers als hoofdfactor van het leger wor
den beschouwd, wat ook feiteljjk het geval niet
is. 3. Door den heer Virulyom aan 3
een al. toe te voegen, waarin het maximum van
den diensttjjd (12 maanden voor eerste oefening,
later éénmaal per jaar gedurende hoogstens 6
weken)wordt uitgedrukt. 4. Door den heer
Fabius, hetzelfde verlangende, maar mot andere
tijdsbepalingen, (I's maanden eerste oefeningstjjd,
uiterlijk viermaal later samenroepen, telkens niet
langer dan een maand.) De Regeering bestreed
die amendementen op grond dat hot raadzaam
-taf d®n -wetgever ld»Mtaa-I4oor
grondwettehjke bepalingen, die door de omstan
digheden later wellicht minder gewensoht zou
den worden de heer Viruly trok, nadat de heer
Fabius zijn amendement had toegelicht, zjjn
tweede in. De heer Kielstra ondersteunde het
ara.Viruly (legerorganisatie bjj de wet, voor
geschreven in de Grondwet), maar bestreed,
zoowel als de heeren Schimmelpenninck van der
Oye en Rooseboom, het am.—Fabius, als iets
vaststellende wat den gewonen wetgever behoort
te worden opgedragen. Laatstgenoemde spreker
verklaarde zich sterk vóór het am Seret, dat
nu door de Regeering werd overgenomen.
In de zitting van Dinsdag werd nog door den
heer Schepel een amendement ingediend, strek-
den vrjj willigen krijgsdienst als be-
rnr> te stellen met last aan den ge-
tgever zoodanige maatregelen voor te
dat do vrijwillige dienstneming vol
doende werd verzekerd.
Na langdurige beraadslagingen werden alle
amendementen verworpen, en het Regeerings-
artikel, gewjjzigd door overneming van het am.
Seret, aangenomen met 48 tegen 29 stemmen.
In 6 was de tweede alinea het onderwerp van
een korten strjjd. Zjj luidde„De dienstplich
tigen te land mogen niet, dan krachtens een
wet, buiten Europa worden gezonden.” De Com
missie van rapporteurs had als amendement voor
gesteld het bestaande recht te handhaven en
alzoo te lezen „De dienstplichtigen te land mo
gen niet dan met hun toestemming naar de
koloniën en bezittingen van het Rjjk in andere
werelddeelen worden gezonden.” De heer Reu
ther wilde nog verder gaan en ook de woorden
„te land" weglatenten einde ook dienstplich
tigen ter zee tegen gedwongen uitzending te
vrjjwaren. De amendementen werden door den
Min. van Binnonlandsche Zaken zwak bestreden
dat van den heer Reuther achtte de Min. van
Marine onaannemelijk, en de Kamer verwierp
hot met 54 tegen 24 stemmen. Dat van de
Commissie van Rapporteurs werd aangenomen
met 68 tegen 8 en vervolgens het artikel met
57 tegen 16 stemmen.
Aan het einde der zitting werd op verzoek
van den heer Van der Loeff, als Voorzitter der
Commissie van Enquêtehet mandaat dier com
missie tot 1 Aug. verlengd.
In de zitting van Woensdag werd (j 3 art. b
door de Regeering ingetrokken. 7 (over in
kwartieringen onderhoud van krijgsvolk leve-
rantiön transporten) werd na korte beraadsla
ging goedgekeurd.
Over 8een nieuw artikel
staat van oorlog en beleg oi
rige discussiedaar niet mine
dementen waren voorgesb
ren Sanders De Beaufor
van de drie kon de meerderheid verwerven
het Regeerings-artikel werd onveranderd goed
gekeurd. Daarna werd het geheele Hoofdstuk
der Defensie aangenomen met 55 tegen 20
stemmen.
Mot de behandeling van Hoofdstuk LX.Wa
terstaat vorderde de Kamer tot 3. Op dit
artikeldat het toezicht der Provinciale Staten
op waterstaatswerkenwaterschappenveen
schappen en veenpolders vaststelt en omschrjjft,
waren twee amendementen: 1. Van don heer
Van der Boroh om de bevoegdheid der Staten
tot opheffing van waterschappen en oprichting
van nieuwe aan wetteljjke regeling te onderwer
pen 2. van den heer Goekoopom niet in de
Grondwet op te nemen de bepalingdat de be
sturen van waterschappen enz., volgens regels,
door de wet te stellenin het huishoudelijk
belang dier instellingen verordeningen kunnen
inaken. Spr. wenscht die bevoegdheid bjj do
Staten der provinciën te doen bljjven.
Op voorstel van den heer Van Kerkwjjk werd
Ireslotcnhet afdeelings-onderzoek van het
octrooi der Ned. Bank, voorloopig op Vrjjdag
gesteldte verdagen.
In de zitting van Donderdag verwierp de Kamer
beide bovenvermelde amendementenhet Hoofd-