BIEB. 1887. Zaterdag 28 Mei. N°. 937. Zonen. IJssel”. ,S. LST, ffecten, DIË. Prijzen. Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht a iek. p. 'echt. nis ƒ300. - 10. WAL. Schepen t, lïo. 4, de Conversie 1859, 1867, i ten hunnen BINNENLAND. Brieven van Barend. XXIV. BUITENLAND. Overzicht. SCHOONHOVRNSCHE COURANT S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven, Uitgaven. m en terug. (1 USSEL". ten 6 uur, 8| uur, jelden bij een Commandant ak Schoonhoven. menging. ▼er- pro- kuni b. akkerkerk 'r uur. ÏIBEOTIE. i. 3.— 3.~ 5.- 1.30 1.30 6.— JHTK AMERI- ie. i prijzen. SCHOUWEN 900 tot 2600 3. w Iedere regel ilaatsruimte. Inzending franco a binnenlandscho Ad verten tien, worden slechts 2 maal in koopen en tegen een met 56 toge komt h< wijziging kende om ginsel voorop wonen wetgev sohrjjven, du. Deze Courant wordt des Zaterdag-morgens uitgegeven. Prjjavoor Schoonhoven per drie maanden ƒ0,70. Franco per post door het geheele rjjk 0,80. Men kan zich abonneeren bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders. regelende den intetond een uitvoe- ider dan drio amen- iteld resp. door de hee- jrt en Rooseboom. Geen i, en foed- Prijs der Adverteniiën: Van 1 tot 5 regels 0,50. meer 0,10. Groote letters naar pli uiterlijk tot Vrijdags-namiddags. Alle voor 3 maai plaatsing opgegeven rekening gebracht. »ven de 30 ider 30*/,; even de Amster- die buiten de noqdj^eliike oefening voor de lundsveid^liging staan. Wil men het stekel behouden, dat officieren voor hun persoonlijke diensten militaire oppassers houdensommige heeren maken daar een bescheiden enkele echter een zeer over dreven gebruik van,ik heb er niets te gen maar vind daarin geen reden om den diensttijd der miliciens langer te doen du ren dan volstrekt noodzakelijk is. Nog één punt: de verlofgangers en re servisten moeten weten, dat zy soldaat blij ven in dien zin, dat zoo de overheid hen noodig heeft tot handhaving van de inwendige rust, zij even goed beschikbaar zijn en op het eerste sein ter aangewezen plaats verschijnen, als op heden de zeer yverige compagnie van Uw Dienaar BAREND DE SCHUTTER. )E WAAG", Effecten voor: k 4»/, ’«jaar»; den prolongatie- nsohe beursvoor- imeesters en, •den kosteloos ST ATEN-GENE RA AL. De Tweede Kamer vervolgde in haar zitting van Maandag het werk der Grondwetaheraie- he itschappij Uoederen, IBS en VEB- 'ling. IT 1850, Souda. ERZEKERIN- n gelieve men L. SPRU1JT. Als men nu den last niet noodeloos ver zwaart, kan zonder beduidende vermeerde ring van kosten, het. militiecontingent twee maal zoo groot genomen worden als het thans is. Men behoeft de eene helft maar op te roepen met Mei, de tweede helft met Augustus bijvoorbeeld, en dan zullen geen nieuwe kazernes noodig zijn om die ver sterkte krijgsmacht te huisvesten. Men zegt, er is een lang tijdsverloop noodig, om de lui te gewennen aan tucht, het allereerste vereischte in den oorlog. Die militaire tucht schijnt een geheimzinnig iets te zijn, en dan is het geen wonder, dat een eenvoudig schutterij-onderoffïcier zich daarvan geen heldere voorstelling kan maken. Maar toch, als onze miliciens twee maanden de uniform hebben gedragen, en al dien tyd op gepaste wijze, men doet het weleens op minder gepaste manier, b. v. door aanwending van het geheele Nederlandsche woordenboek van vloek- en scheldwoorden, aan stipte gehoorzaamheid is gewend, dan behoeft men voor die tucht niet zoo heel bezorgd meer te zijn. Ik geloof zelfs, dat bij een langer verblijf in de kazerne de begrippen van onderge schiktheid flauwer worden, dan wanneer de jongens heengaan onder den indruk van nauwkeurige regelmaat in alles, zooals die gedurende de eerste oefeningsmaanden het trouwst wordt in acht genomen. Dat de plaatsvervanging, onder welken vorm, een onding is, omdat zy de beste krachten aan de landsverdediging onttrekt, zal wel geen nader bewijs noodig hebben. Maar evenzeer moet ik my verklaren tegen al de kunstjes, die men in de laatstejaren heeft uitgevonden om de persoonlijke ver vulling van zijn dienstplicht voor den meer- gegoede eenigszins smakelijk te maken. In oorlogstijd zullen alle landskinderen aan de zelfde gevaren het hoofd moeten bieden, dezelfde ontberingen moeten deelen, schou der aan schouder moeten staan tot hand having van de vrijheid. Aan die gelijkheid allen te gewennen, is, dunkt my, het eerste beginsel van tucht. Elke plicht, die den milicien wordt opgelegd, is in het belang van zyn oefening, van zijn vorming tot soldaat; welnu, dan kunnen die plichten den een niet gemakkelijker gemaakt worden dan den ander. Ook een heerenzoontje moet leeren, zich met eenvoudige spijze, een weinig weelderige omgeving tevreden te stellen, en zekere noodzakelyke werk zaamheden te verrichten, die van hem ge vorderd zullen worden als het vaderland in gevaar is; verzuimt men dit, dan is zyn utilitaire opvoeding onvolkomen, en hy heeft eigenlijk reden zich te beklagen dat men hem onthoudt wat hem rechtens toekomt. Of nu een jongen al, vóór hij in «dienst” treedt, eenige handgrepen met het geweer geleerd heeft bij een gymnastiekonderwyzer, dat doet tot zyn eigenlijke waarde als lands verdediger weinig af; laat hij het maar leeren gelyk met de anderen, en onder de zelfde omstandigheden. Verbeeld u zoo’n heertje, dat met fyne uniform, fyn eten, een fyne kamer opgefokt, straks te velde zou moeten, om ’s nachts op het bivacstroo te slapen, zijn aardappeltjes zelf te jassen en in zijn soepketel te koken, als het er spant is dat nog geenszins het ergste wat hem zal kunnen overkomen, wei, zoo’n ventje bezwijkt binnen veertien dagen, on danks zijn korperaals- en sergeantsstrepen. Wordt de druk van den eersten oefenmgs- tijd zooveel mogelyk verlicht, dan zal het ook minder bezwaar inhebben, de lui alle jafen of indien de financiën dat niet toe- iaten om de twee jaren, op te roepen voor algemeene herhalingsoefeningen in het kamp, waaraan ook een of meer lichtingen van de reserve (aanstaande verbeterde vorm van de schutterij), zouden kunnen deelnemen. Die voor de jongste, in dienst zynde lich ting der militie, kunnen onmiddellyk volgen op de eerste oefeningen, zoodat de jongelui, met groot verlof huiswaarts keerende, het militaire leven in twee vormen hebben leeren kennen en meemaken. Met dit stelsel wordt aan ons land, overeenkomstig de draagkracht der ingezetenen, een vol doende verdediging verzekerd; alle weer bare mannen zyn beschikbaar om de defen- siestellmgen te bezetten of zich by het leger te velde te voegen, naar ieders vooraf aange wezen bestemming. De militaire dienst wordt geen last, maar byna een lust-, de lasten zyn ten minste licht te dragen, als ieder, zonder onderscheid van stand, er zyn schou ders onder zet. En het besef, dat men zich voorbereidt voor een edele laakzal gemak- kelyker te wekken zyn dan wanneer men op de vraag, waarom dan zoovelen van die taak ontheven blyven, het antwoord niet kan geven. Het kazerneleven wordt, met dit stelsel, tot den kortsten tyd terugge bracht, en de onhebbelykheden, die het nog altyd, in mindere mate wellicht dan vroeger, toen ik er kennis mee gemaakt heb,— eigen zyn, zullen verdwynen als ook de beschaafde klasse er haar zonen heen moet zenden. Wat verder den dienst” aangaat, voor wachtdiensten, rustbewaring, het in orde houden van materiaal enz. moeten vrijwil ligers worden aangeworvendat zyn dingen |tuk Waterstaat werd aangenomen i 21 stemmen. Aanstaanden Woensdag voorstel van don heer Schaepman, tot van het onderwjjs-artikel, aan de orde. De Eerste Kamer hervatte Maandag-avond haar zittingen. De afdeelingen benoemden tot Voorzitters de heeren Fransen Van de Putte Viruly, Sohimmelponninck Van der Ojje en Tak van Poortvliet; tot onder-Voorzitters de heeren De Sitter, BreuningSmits en Coenen. In de zitting van Woensdag werd het ont werp voor do uitbreiding der haven- en sluis- worken te IJmuiden behandeld en aangenomen met algemeene stemmen op 2 na. Bij koninklijk besluit is be noemd tot notaris binnen het arrondissement Dordrecht, ter standplaats de gemeente Gorinchem, W. Maaskant, candidaat nota ris te Ouderkerk aan den IJsel. Bij Koninklijk besluit is pen sioen verleend aau W. Oskamgewezen postbode te Polsbroekerdamf 118 ’sjaars. Te Kuilenburg is Maandagde nieu wbenoemde burgemeester, de heer M. Van Hoogenhuize, van Hardingsveld, geïnstal leerd. Na door twee raadsleden in de ver gaderzaal te zijn binnengeleid, werd hij door don heor P. Hoogveld, als waarnemend voorzitter, toegetJproken. De burgemeester hield daarna eene korte rede, waarbij hij de medewerking van wethouders, leden en secretaris inriep bij het waarnemen van zijn ambt, met zijne beste wenschen voor het heil en den bloei dezer gemeente. In de op 18 Mei II. te Elshont gehouden vergadering is de rekening van het waterschap „de Overwaard” over 1886 vastgesteld, in ontvang op f35581,22, in uitgaaf f32572,19», batig slot f3009,02». En de begrooting voor 1887 in ontvang en uitgaaf op f 24491,88», waarin evenals voor 1886 is opgenomen een omslag ad De rekening tan den Bovëti- polder onder Zevenhuizen, over 1886, is vast gesteld in ontvang met f2337 en in uitgaaf met f 1039zoodat er een batig slot is van f 1298. De begrooting voor 1887 bedraagt in ontvang on uitgaaf f3.441,70. Lasten worden in dezen polder niet geheven. Op Vrydag 20 Mei werd te Borg-Ambacht de jaarlijksche besteding gehouden der dijkwerken van de Kritnpe- norwaard. Aannemers werden: Berg-Am- bacht. Ie perc. Jan de Jong Adrz. 8r. Ammerstolf 5002e perc. Adr. Ooms As., Ammerstol, f280; 2« perc. W. Visser, Borg-Ambachtf2150; 26 perc. Berm. De Jong, Ammerstol, f500'; 2c perc. dezelfde f1980. 2d pero. O. Zaanen Hz. Ammerstol f540. Lekkerkerk. Ie perc. Adr. Ooms, voomoemdf 12002e perc. H. J. Schollen Ammerstol f470; Krimpen a/d Lek en a/d IJsel. Jan de Jong, voorn. (3390. Onder kerk a/d IJsel. Ie perc. Jacob Schoften, Ammerstol, f550; 2e perc. dezelfde, f590; 3e pero. H. J. Schoften, voorn, f480. Gouderak en Haastrecht. 0. Zaanen Hz., voorn, f 4800. Bij de levering van grint werden aannemers: le perc. P. Visser, Streefkerkf 3752e pero. Jasp. Breedvoid Nieuw-Lekkerland, f565; 3e perc. J. Spek snijder, Ouderkerk a/d IJsel, f480; 4e perc. J. GoudriaanGouderak f 9805e perc. H. Den Breejen, Hardingsveld f720; 6e pore. P. Zaanen Hz., Ammerstol, f665; 7e perc. C. De Jong, Berg-Ambachtf460; 8e pero. H. Den Breejenvoorn., f 470 'Je pore. A. De BoomLekkerkerkf 285 lOeperc. D. Rehorst, Ouderkerk a/dIJsel f 285. Totaaldijkwerken f 17.430; id. grint f5285. Algemeen totaal f22715. Te Gorinohem /al, bjj genoeg zame aanbiedingeneen keuring van heng sten on merriën plaats hebben vanwege de afdeeling Zuid-Holland van het „Nederl. Paarden-Stamboek.” Te Freiburg is tot doctorpbil. gepromoveerd de heer J. 0. Sohoneveld v. d. Oloet, geboren te Gouda, met eene disser tatie getiteldUeber die Dichlornaphto- ohino'isulfonsaure”. Op de Maandag teütrechtge- houden paardenmarkt waren 771 paarden en veulens aangevoerd. De paarden werden verkocht van f40 tot f700; (de veulens van f 120 tot f300. Redelijke handel; weinig buitenlandsohe kooplieden. TussohenRotterdamenUtreoht is een nieuwe stoombootdienst geopend, met het schroefstoomschip „Prins Hendrik dor Nederlanden.” Deze boot, welk de langs do rivier de Lek gelegen plaatsen, o. a. Schoonhoven en Vreeswijk, aandoet, ver trekt driemaal per week van Rotterdam en even zoovele malen van Utrecht. Zij is in- gericht voor reizigers, goederen en vee. De heer F. H. De Visser, hoofd der lo openbare school te Streefkerk, zal in October aanstaande gedurende 40 jaren die betrekking heb oen vervuld. Ds. G. Klaarhamer te Mont- foort heeft voor het beroep naar Oudemirdnm bedankt. De kerkeraad van Harmelen heeft de kerkenorde van 1618—19 aange nomen. De predikant Da. W. Ringnalda gaat hierin mede. 3.- 12.30 3.- 5.- 1.30 4.— 6.— 6— 6— 8.- 6.- 8.- 9.- 6— 8.- 9.— ihoven en terug CULEMBORG." IRECTIE. Het zal zeker niemand verwonderen waarde Redacteur!dat ik u thans schryf. Nu mens&met de Grondwetsherziening het vraagstal Aler landsverdediging is genaderd mag ik, uw militaire medewerker, niet zwygen. Alleen heb ik den schyn trachten te vermijden, pressie te willen uitoefenen op de besluiten der Kamer vandaar dat mijn brief eerst verschynen zal op het ©ogen blik dat de vorm der nieuwe Grondwette- lijke voorschriften in Hoofdstuk VIII reeds is vastgesteld. De heeren zeggen, dat de Grondwet een goede regeling van ons krygswezen in den weg staat. Vooreerst, omdat zy bepaalt dat de miliciens in vredestijd ontslagen moeten worden na vyfjarigen dienst; ten tweede, om het voorschrift van schntteryen als ge meentelijke instellingen; ten derde, omdat zij verbiedt de miliciens tegen hun wil naar de koloniën te zenden. Wat het laatste punt betreft, dat zal ge lukkig wel blyven zooals het is. Wie rond uit verklaren durft, dat de verdediging van Indië tegen een buitenlandschen vyand of de bescherming van het Nederlandsch ge zag tegen opstanden van inlandsche volken hem niet van zóó overgroot belang toe- schynen, dat hy er zyn met, moeite en zorgen opgevoeden zoon voor zóu prijs ge ven, behoeft daarom nog niet voor een slecht vaderlander en onverschillig bur- Q ger uitgemaakt te worden; en of men nu al praat van «Nederland en Indië zyn éénen zonder de koloniën zou het vaderland ten gronde gaandat alles is mooi en goed, ofschoon ik er niemendal van geloof. Dat wy koloniën hebben, doet my persoonlijk veel pleizierzoolang we ze hebbenen dat moge zyn nog vele eeuwen na de twintigste, hoop ik dat de Indi sche bevolking en de Nederlandfeche natie elkander wederkeerig van veel dienst zul len zyn en onze Regeering zich zal beijve ren het grondgebied van den Staat in de heete luchtstreek tot een gewenschten staat van bloei en ook van veiligheid te bren gen maar het kan onmogelyk gevergd worden ,fc dat wij die beveiliging beschouwen als een op ons allen rustende verplichting. Bovendien geloof ik, dat uitzending van miliciens de manier van verdediging zou zyn, die bleek het meeste geld te kosten, meer dan werving van vrijwilligers, die men natuurlijk langer kan houden. Maar thans niet daarover. Het eerste punt is van meer belang, en ik geef dadelyk toe, dat het niet aangaat de jongelui, op wie het by de landsverdediging voorname lijk aan moet komen, na een vyfjarigen diensttijd reeds van hun verplichtingen te ontheffen. Feitelyk doet men dit ook nietwant pas hebben ze hun paspoort beet, of ze moeten zioh weer aangeven voor descliut- tery. Het spreekt vanzelf, dat die oudge dienden het eerst gepakt worden; ze moe ten wel duchtige redenen van vrijstelling inbrengen, als men ze laatloopen. Voorde plattelanders is dat zoo erg niet; zij zyn slechts soldaat in naam, en, mocht er eons werkelyk oorlog komen, dan zal men heel verstandig doen, er niet te veel van te eischen, en inzonderheid de lui, die nooit hebben gediend, stilletjes thuis te laten: ze zouden maar in den weg loopen zonder iets te kunnen uitrichten. Als nu de «gewone wetgever”, die belast zal worden met de nadere regeling na weg neming van de zoogenaamde giondwettelijke hinderpalen, eeris mocht goedvinden, die heele schutterij-boel af te schaffen, en te bepalen, dat de dienstplichtigen vyf jaar in werkelijken dienst, vyf jaar in de reserve en eindelyk nog vijf jaar bij den landstorm beschikbaar zullen zyn? Geheel eens ben ik het met de heeren, als zij zeggen dat wy voor de verdediging des lands een talryk en geoefend leger noodig hebben. Daarom zou ik ook willen, dat de vervulling van »een der eerste plichten van alle ingezetenen”, ook allen mogelyk werd gemaakt. Voor een klein land, dat, wanneer het mocht worden aan gevallen, alle krachten zal moeten inspan nen om zich staande te houdenis al gemeene dienstplicht het eenig mogelyk stel sel. Wanneer ik hier het woord dienrtplicht gebruik, dan moet ik daarby opmerken, dat ik het .opvat in den zin van oe/ênplicht; als de soldaat de noodige bedrevenheid heeft verkregen, behoort hij vrygelaten te worden tot nadere oproeping voor herhalingsoefe ningen. De militaire dienst is nog geheel door trokken van allerlei dingen, die als verou derd kunnen worden afgeschaft. De groote meerderheid onzer jeugdige infanteristen is, na zes of acht weken onder flinke leiding te zyn geoefend, zoo ver als zy ooit, ook al blyven de menschen nog zeven jaar in de kazerne, zal komende overige tyd wordt voor een groot deel met niets doen ver morst. Voor de andere wapens moet die eerste oefeningstyd iels langer worden ge nomen, maar hy kan toch een groote be perking lyden. De crisis in Frankrijk duurt nog altijd voort en de President Grévy moet zich in een alles behalve behigelijken toestand be vinden in het gedrang tusschen de radi calen van heden en die van gisteren, tus- sohen de partij van Clemenceau en Gambet- tisten, die thans voor conservatieven worden uit gekreten. Freycinet heeft reeds herhaal delijk doch te vergeefs beproefd een Kabinet samen te stellen, door Grévy en Floqnet daartoe aangespoord. Ook laatstgenoemde, voorzitter der Kamer, deed vergeofsche po gingen om een stel bijeen te zoeken en Rouvier, voorzitter der begrootings-com- missie, dns de aangewezen man om op te bouwen wat afgebroken is, ziet er ook al geen kans toe. De radicalen dringen Cle menceau op den voorgrond, zeker er van zynde, dat dan ook hun Boulanger behöu- den blijft, doch de President weifelt om zich geheel in het radidéeewaafwater te bege ven, omdat toch te voorzien is dat zulk een Kabinet ’t geen drie maanden zou uit houden. En zooals ’t in de Kamer is, par tijen zonder meerderheid, zoo is het ook al in de pers. Dezer dagen telde men 21 bladen, die vóór het behoud van generaal Boulanger als Minister van Oorlog en 22 die er tegen stemden. Een cabinet d'affaires zal vermoederg k wol het eind worden van de historie en dan zal het weer heeten zoo’n middenman, wat heb j’er 4n, en de slagen zullen van alle kanten neerkomen. Boulanger heeft zich intusschen een Eu- ropeeschen naam gemaakt. Hij is trouwens meer berucht dan vermaard, doch in Frank rijk is het eerste wel zooveel waard als ’t laatste. In Duitschland zou men hem, o, zoo gaarne zien vallen; iudien dit maar niet voor Frankrijk eene aanleiding wordt om hem te behouden. Kenmerkend voor den onzekereu toestand, waarin tegenwoor dig de Europeesche staatkunde verkeert, is dat men in Duitschland Huslund verdenkt van pogingen aan te wenden om Boulanger aan het roQr te houden, natuurljjk met het doel om eene voortdurende bedreiging te zijn voor Duitschland. Hieruit volgt reeds, dat de verhoudingen tusschen beide lauden min der hartelijk schijnt te zijn dan vroeger. Daartoe dragen ook bij zekere onthullingen betreffende onderhandelingen, die in 1875 de Turksch-Russische oorlog zouden ge voerd zijn tusschen Rusland, Oostenrijk en Frankrijk en die tot de bezetting van Bosnië door Oostenrijk aanleiding gaven, zonder dat Duitschland hiervan kenuis droeg. In het Hongaarsche Lagerhuis deelde de president-Minister Tisza hieromtrent mede, dat Oostenrijk reeds bij den aan vang van den oorlog had verklaard, niet tot de be zetting te zullen o vergaan, zoolang Turkye bij machte was de orde te handhaven. Dit bleek al spoedig niet het geval te zjjn en zoo werd by het verdrag van St. Stefano het recht van bezetting door Oostenrijk er kend en hiervan aan Duitschland kennis gegeven. Het kostte toen nog eenige moeite om deze onderhandsche overeenkomst door het Congres ^an Berlijn bekrachtigd' te zien. Omtrent den gezondheidstoestand van den Duitschen Kroonprins gingen dezer dagen ongunstige berichten rond, die echter thans, door eene verklaring van de artsen die hem behandelen, zyn tegengesproken. De Prins lijdt aan eene vrij onschuldige keelaandoe ning (gezwel), die niets onrustbarends heeft. Nabij MoutreuxVieux zyn twee Fran se he spoorwegbeambten door de Duitsche gendarmerie in hechtenis genomen, omdat zij bezig wareu een Duitsche grenspaal omver te halen. Turkije heeft weder eene circulaire tot de Mogendheden gericht, om orde te stel len op de zaken in Bulgarije. Het wenscht twee krooncandidaten te zien voorgesteld. In België duren de werkstakingen nog altijd voort, ofschoon zij, dank zy het be leid der regeering, niet algemeen worden. ning. Vooraf wjjdde de voorsitter een woord van hulde aan do riagodachtonil van' den heer Blussó, het oudste lid der Kamer. Sedert 27 jaar was de degelijke, practische man trouw op zjjn post. De materiöele onderwerpen, die hjj behandelde, maakte hij door goedhartige ironie en gullen humor aantrekkelijk, en zelfs zjjn tegenstanders waardeerden zijn veelzjjdige ta lenten, zoowel als de overtuiging, waarmede hjj indertijd als Minister een ernstige poging deed tot belastinghervorming. Zijn overlijden wordt levendig betreurd. Aan de orde was de voortzetting der beraad slaging over Hoofdstuk VIII, Defensie, en wei over §3, aldus luidende: Art. 178 wordt vervangen door de twee vol gende artikelen: a. „Tot bescherming der belangen van den Staat is er een zee- en een landmacht, bestaande uit vrjjwillig dienenden, en, voor zoover deze niet toereikend zijn, uit dienstplichtigen. „De wet regelt den verplichten krijgsdienst. Zij regelt ook de verplichtingen die aan hen, die niet tot de zee- of landmacht behooren, ten aanzien van ’s lands verdediging opgelegd men worden. „In de koloniën en bezittingen in andere worelddeelen is een krijgsmacht aanwezig tot handhaving van het Nederlandsch gezag aldaar.” Op dit art. waren vier amendementen voor gesteld 1. Door den heer Viruly Verbrngge, om ook do wetteljjke organisatie van het leger bjj de Grondwet verplichtend te stellen. 2. Door den heer Seret, om in art. a. al. 2 de woorden te doen vervallen „en voor zoover deze niet toe reikend zjjn,” teneinde te voorkomen dot de vrijwilligers als hoofdfactor van het leger wor den beschouwd, wat ook feiteljjk het geval niet is. 3. Door den heer Virulyom aan 3 een al. toe te voegen, waarin het maximum van den diensttjjd (12 maanden voor eerste oefening, later éénmaal per jaar gedurende hoogstens 6 weken)wordt uitgedrukt. 4. Door den heer Fabius, hetzelfde verlangende, maar mot andere tijdsbepalingen, (I's maanden eerste oefeningstjjd, uiterlijk viermaal later samenroepen, telkens niet langer dan een maand.) De Regeering bestreed die amendementen op grond dat hot raadzaam -taf d®n -wetgever ld»Mtaa-I4oor grondwettehjke bepalingen, die door de omstan digheden later wellicht minder gewensoht zou den worden de heer Viruly trok, nadat de heer Fabius zijn amendement had toegelicht, zjjn tweede in. De heer Kielstra ondersteunde het ara.Viruly (legerorganisatie bjj de wet, voor geschreven in de Grondwet), maar bestreed, zoowel als de heeren Schimmelpenninck van der Oye en Rooseboom, het am.—Fabius, als iets vaststellende wat den gewonen wetgever behoort te worden opgedragen. Laatstgenoemde spreker verklaarde zich sterk vóór het am Seret, dat nu door de Regeering werd overgenomen. In de zitting van Dinsdag werd nog door den heer Schepel een amendement ingediend, strek- den vrjj willigen krijgsdienst als be- rnr> te stellen met last aan den ge- tgever zoodanige maatregelen voor te dat do vrijwillige dienstneming vol doende werd verzekerd. Na langdurige beraadslagingen werden alle amendementen verworpen, en het Regeerings- artikel, gewjjzigd door overneming van het am. Seret, aangenomen met 48 tegen 29 stemmen. In 6 was de tweede alinea het onderwerp van een korten strjjd. Zjj luidde„De dienstplich tigen te land mogen niet, dan krachtens een wet, buiten Europa worden gezonden.” De Com missie van rapporteurs had als amendement voor gesteld het bestaande recht te handhaven en alzoo te lezen „De dienstplichtigen te land mo gen niet dan met hun toestemming naar de koloniën en bezittingen van het Rjjk in andere werelddeelen worden gezonden.” De heer Reu ther wilde nog verder gaan en ook de woorden „te land" weglatenten einde ook dienstplich tigen ter zee tegen gedwongen uitzending te vrjjwaren. De amendementen werden door den Min. van Binnonlandsche Zaken zwak bestreden dat van den heer Reuther achtte de Min. van Marine onaannemelijk, en de Kamer verwierp hot met 54 tegen 24 stemmen. Dat van de Commissie van Rapporteurs werd aangenomen met 68 tegen 8 en vervolgens het artikel met 57 tegen 16 stemmen. Aan het einde der zitting werd op verzoek van den heer Van der Loeff, als Voorzitter der Commissie van Enquêtehet mandaat dier com missie tot 1 Aug. verlengd. In de zitting van Woensdag werd (j 3 art. b door de Regeering ingetrokken. 7 (over in kwartieringen onderhoud van krijgsvolk leve- rantiön transporten) werd na korte beraadsla ging goedgekeurd. Over 8een nieuw artikel staat van oorlog en beleg oi rige discussiedaar niet mine dementen waren voorgesb ren Sanders De Beaufor van de drie kon de meerderheid verwerven het Regeerings-artikel werd onveranderd goed gekeurd. Daarna werd het geheele Hoofdstuk der Defensie aangenomen met 55 tegen 20 stemmen. Mot de behandeling van Hoofdstuk LX.Wa terstaat vorderde de Kamer tot 3. Op dit artikeldat het toezicht der Provinciale Staten op waterstaatswerkenwaterschappenveen schappen en veenpolders vaststelt en omschrjjft, waren twee amendementen: 1. Van don heer Van der Boroh om de bevoegdheid der Staten tot opheffing van waterschappen en oprichting van nieuwe aan wetteljjke regeling te onderwer pen 2. van den heer Goekoopom niet in de Grondwet op te nemen de bepalingdat de be sturen van waterschappen enz., volgens regels, door de wet te stellenin het huishoudelijk belang dier instellingen verordeningen kunnen inaken. Spr. wenscht die bevoegdheid bjj do Staten der provinciën te doen bljjven. Op voorstel van den heer Van Kerkwjjk werd Ireslotcnhet afdeelings-onderzoek van het octrooi der Ned. Bank, voorloopig op Vrjjdag gesteldte verdagen. In de zitting van Donderdag verwierp de Kamer beide bovenvermelde amendementenhet Hoofd-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1887 | | pagina 1